Terug naar de startpagina

Taal tot in de 20e eeuw sprak een ambtenaar BB de Javaan aan in het Laagjavaans of Maleis; De Javaan sprak terug in het Hoogjavaans; zou hij dit in het Nederlands doen, dan zou dit als een belediging worden opgevat. In het begin van de 20e eeuw wordt het Nederlands steeds belangrijker, ook voor de Indonesische elite. In de Japanse periode werd het Nederlands verboden. Na de Indonesische onafhankelijkheid werd het Nederlands een verplichte tweede taal. Tijdens de Nieuw-Guinea-kwestie verbood Soekarno het Nederlands. Heden bestuderen Indonesische studenten het Nederlands, met als voornaamste reden dat zeer vele historische bronnen in deze taal zijn geschreven.
Zie ook Maleis, en Bahasa Indonesia.

Tabak ca. 1600 brachten de Portugezen de tabaksplant naar Java, en ca. 1650 trof men tabak in heel Indië aan waar het door de bevolking op grote schaal werd verbouwd. 

In de beginperiode van de VOC werd van oorsprong Amerikaanse tabak naar Indië vervoerd, voor het VOC-personeel, als geschenk aan hoven en vorsten en in Zuid-Afrika als betaalmiddel bij de Khoi-Khoi (Hottentotten).

 De eerste vrije tabaksonderneming werd in 1855 in Besoeki gesticht en werd meteen een succes. In 1863 vertrok J.Nienhuys uit dit gebied naar Deli (Sumatra), waaruit de Deli-tabakscultuur is voortgekomen.

In 1869 werd de Deli-Maatschappij opgericht.

In 1889 telde deze regio 170 tabaksondernemingen.

Om de acht jaar werd hier een stuk land tot cultuur gebracht, om in de tussenliggende tijd de bosbegroeiïng weer toe te laten; dit om de kwaliteit te verhogen. In andere gebieden wisselt men af met rijstbouw.

  • kerftabak (gekorven tabak): hier wordt het dikke deel van de hoofdnerf van het blad verwijderd. De Inlandse sigaretten werden 'strootjes' genoemd, met als vloei het schutblad van de maïs en met daarin gemalen kruidnagelen uit Zanzibar; ook werd het gebruikt als kauw- (pruim-) tabak.
  • krossok was de tabak die vooral gebruikt werd als pijptabak en voor de sigarettenfabrieken
Taiwan zie Formosa
Talauders zie: Sangirezen en Talauders

Tali-api vuurtouw

Tandjoeng Priok: 1886 compleet nieuwe haven bij Batavia, omdat in Batavia de monding van de rivier Tjiliwoeng verzandde.

Tani boer

Tasman, Abel (1603-1659).

  • 1634 werd hij schipper bij de VOC
  • 1638-1639 maakte hij een tevergeefse zoektocht naar een goudland ten oosten van Japan.
  • 1642 ging hij op ontdekkingstocht naar het onbekende Zuidland (Terra Australis). Tasmanië werd ontdekt, door hem Van Diemensland genoemd, en voer langs de westkust van Nieuw-Zeeland, dat de naam  Statenland kreeg. Via de Vriendschapseilanden (Tonga-eilanden) en Nieuw-Guinea keerde hij terug naar Batavia. Deze tocht bewees dat Australië los was van het Zuidpoolgebied.
  • In 1644 maakte Tasman een tweede tocht om het nieuwe gebied verder te onderzoeken. De beide tochten leverden echter voor de handel geen resultaten op.
  • In 1648 maakte hij een tocht naar Siam en de Filippijnen, waarna hij werd ontslagen op aanklacht van de schepelingen die hij mishandeld zou hebben.
  • Als koopman vestigde hij zich daarna in Batavia.
Tawarren in de meeste gevallen moeten men bij aankoop van iets tawarren: loven en bieden om tot een prijs te komen.

Tebingtinggi, het drama van, 13 december 1945. Pemoeda's probeerden hier op Sumatra wapens op de Japanners buit te maken. Toen hierbij Japanners om het leven kwamen, sloten Japanse soldaten Tebingtinggi van de buitenwereld af en doden 2000 tot 5000 Indonesiërs.

Tegalan-bouw. Permanente niet-bevloeide akkerbouw. Deze treffen we aan in meer bevolkte gebieden waar geen mogelijkheden van bevloeiing zijn. De tegalanbouw is arbeidsintensiever van ladangbouw. Er wordt meer aandacht besteed aan grondbewerking en wieden. Zo mogelijk wordt bemesting toegepast. De voedselgewassen zijn droge rijst, maïs, cassave, bataten (zoete aardappelen), aardnoten (pinda's) en sojabonen.

Zie ook Ladangbouw en Sava-landbouw

Telegrafie. De eerste telegrafische verbinding via kabel kwam in 1856 tot stand tussen Batavia en Buitenzorg. In 1871 verkreeg Indië verbinding met het wereldtelegraafnet. Tijdens de Boerenoorlogen, vooral die van 1899-1901, bleek de grote afhankelijkheid van het gebruik van de hoofdzakelijk Engelse kabels: de Engelsen pasten censuur toe.

In 1901 volgde daarop het staatsverdrag dat leidde tot de oprichting van de Duits-Nederlandse Telegraafmaatschappij. Het resultaat was dat nu buiten het gebruik van de Engelse kabel om er twee lijnen beschikbaar waren: één via China en Siberië, en een tweede via de Verenigde Staten.

In 1903 werd tevens een kabelovereenkomst gesloten met Frankrijk, waardoor de kabellijn Pontianak-Saigon tot stand kwam.

De kabel was te land maar vooral ter zee uiterst kwetsbaar.

De volgende (dure) stap was de overgang naar de draadloze telegrafie waartoe in Sabang in 1911 het eerste station werd opgericht.

Eén van de consequenties van deze verbindingen was het functioneren van de Gouverneur-generaal: moest hij eerder maanden wachten op een antwoord uit Den Haag, vanaf 1871 was het een kwestie van uren geworden, zodat de directe invloed van de Minister van Koloniën groter werd.

Tempo Doeloe 'goede, oude tijd', bedoeld is de periode in Nederlands- Indië, voordat de kwestie van het nationalisme een rol van betekenis speelde, van ca. 1870-1920, de periode die "heden en verleden tegelijk" bevatte (Rob Nieuwenhuys)

Tenggerezen Een slechts kleine Hindoe-bevolkingsgroep (ca. 50.000), met een taal die Javaans is, met een aantal eigen uitdrukkingen. Ze zijn woonachtig op de berghellingen van de Bromo, ten noordoosten van Malang. Hun hoofdvoedsel bestaat uit maïs.

Ze zijn belangwekkend omdat ze het nog enige levende overblijfsel zijn van de beschaving van de Majapahit. Maar anders dan de oude Majapahit en het huidige Bali, is het kastenstelsel minder gedefinieerd.

Behalve de Hindoe-godheden speelt de Bromo een grote rol: de ingang van hun woning is gericht naar de Bromo, terwijl eenmaal per jaar een bedevaart naar deze vulkaan wordt ondernomen, waar duizenden Tenggerezen aan deelnemen, waarbij massaal offers in de krater worden geworpen om zo de zegen van de goden af te smeken.

Zie ook: Bevolkingsgroepen

Tentara Keamenan Rakjat (TKR) opgericht 5 oktober 1945, een nationaal leger ter vervanging van de lokaal georganiseerde Badan Keamanan Rakjat (BKR). Chef van de generale staf werd Oerip Soemohardjo (KNIL-veteraan), terwijl Tentara Keamenan Rakjat (TKR)- commandanten Soedirman (ex-Peta-officier) tot panglima besar (opperbevelhebber) wordt gekozen. De TKR verslaat radicale groeperingen, zoals in de residentie Pekalongan (december 1945). Van januari tot eind mei 1946 evacueert de TKR ex-krijgsgevangenen, geïnterneerden en Japanse soldaten naar Batavia (80.000 mensen in totaal). Vanaf 25 januari 1946 heette het Tentara Republik Indonesia (TRI)

Tentara Nasional Indonesia (TNI) = samengaan van het Republikeinse leger en de Pemoeda's per 3 juni 1947. Op Java beschikte ze over 110.000 en op Sumatra over 64.000 man. Na de soevereiniteitsoverdracht van 1949 ontstond de APRIS

Tentara Republik Indonesia (TRI) naam van het Indonesische leger vanaf 25 januari 1946, dat eerder TKR (Tentara Keamenan Rakjat) heette en vanaf 3 juni 1947 TNI (Tentara Nasional Indonesia)

Terenggano is sultan van Demak (1521-1546); verdrijft laatste Majapahit-vorst en brengt Demak tot grote bloei.

Ternate en Tidore

  • 1512 Portugezen komen
  • 1521 Spaanse Magelhaes-expeditie komt langs
  • 1574 vrijgevochten van de Europeanen
  • 1606 Spaanse vloot
  • Daarna Nederlanders en Britten met elkaar in concurrentie, waarbij Nederland de overhand verkrijgt.

De taal van Ternate wordt door ca. 62.000 mensen gesproken (1981). Die van Tidore door ca. 46.000 mensen.

Ternate was één van de VOC-locaties. belangrijkste vestigingen:

  • Ternate, 1607-1801. Tot 1619 zetel van de Gouverneur-generaal. Na 1619 in bepaalde periodes zetel van de gouverneur. Product: kruidnagelen. Fort: 'Oranje'.
  • Manado (op Celebes). Comptoir en residentie. Product: schildpadhoorn. Fort: 'Amsterdam'.
  • Gorontalo (op Celebes). Comptoir en residentie. Product: hardhout.
  • Limboto (op Celebes). Residentie. Functie: verdeding van het monopolie van de producten van Banda en de Molukken.
  • Bacan (of Batchiam), eiland. Comptoir vanaf 1609. Product: kruidnagelen. Fort: 'Barneveld'.
  • Makian, eiland. Comptoir. Product: kruidnagelen. Fort: 'Mauritius'.
  • Sanana, eiland. Comptoir. Functie: bescherming van de monopoliepositie. Fort: 'Claverblad'/'de Verwachtingh'.

Zie ook: Bevolkingsgroepen

Terugkeer naar Nederland

  • 1e golf: 1945-1949: 50.000, voor herstel (recuperatieverlof), gepensioneerden, weduwen
  • 2e golf: 1949/1951: 68.000 rond de soevereiniteitsoverdracht (gouvernementsambtenaren en KNIL-militairen)
  • 3e golf: 1952-1957: 72.000 vooral Indo-Europese Nederlanders
  • 4e golf: 1958-1963: 71.000, mede i.v.m. de problemen rond de kwestie Nieuw-Guinea en het in Indonesische handen overgaan van de Nederlandse bedrijven/ondernemingen (nationalisatie), alsmede de spijtoptanten.
  • 5e golf: 24.000: na 1963: vooral spijtoptanten en 'maatschappelijke' Nederlanders (op Nederland gerichte niet-Nederlanders)

Zie ook: Repatriëring.

Thailand zie Siam.

Thedens, Johannes (ca. 1680-1748)

 

  • In 1680 werd hij in Duitsland geboren

  • In VOC-dienst was hij o.a. opperkoopman en opperhoofd in Deshima.

  • 1729 was hij terug in Batavia

  • In 1732 werd hij buitengewoon lid van de Raad van Indië

  • In 1740 directeur-generaal

  • Na het vertrek van Valckenier werd hij gouverneur-generaal a.i. (1741-1743). 

  • Na de Chinezenmoord van 1740 breidden de Chinese onlusten zich uit naar Midden-Java en zij zochten steun bij Mataram. De Madoerezen hielpen de VOC. De sultan van Mataram trekt de steun aan de Chinezen in om vrede met Batavia te kunnen sluiten. Doch hij wordt verdreven uit zijn residentie Kartasoera. De VOC schiet te hulp, waarna de sultan een nieuwe residentie sticht: Solo (Soerakarta); Thedens gaf de Chinezen een eigen woongebied: "het Chinese Kamp".

  • In 1742 sloot hij de teruggestuurde Valckeniers op.

  • In 1743 kwam Van Imhoff terug en nam het gouverneur-generaalschap over.

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Thee In 1826 werden enige theeplanten (Thea sinensis) uit China overgebracht naar 's Lands Plantentuin te Buitenzorg. De theecultuur was echter geen succes en reeds in 1865 trok de regering zich geheel terug uit de theecultuur, en liet het aan particulieren over. In 1873 begon men op Java de Assam-thee (Thea assamica), oorspronkelijk uit Brits-Indië, aan te planten. Omdat West-Java over een gelijkmatig vochtig klimaat beschikt is deze streek geschikter dan Midden- en Oost-Java, waar langere drogere periodes voorkomen. Ook op Sumatra wordt thee op grote schaal geteeld.

Zie ook: Thee-jonkers.

Thee-jonkers Een aantal families, die de theecultuur  in West-Java in de negentiende eeuw behoorlijk hebben doorontwikkeld noemde men de thee-jonkers.Onderling ontstonden vele familierelaties. Bekende namen zijn: Holle, Kerkhoven, Van der Hucht, Van Heeckeren tot Waliën en Denninghoff Stelling.

Het boek "Heren van de thee" van Hella Haasse gaat over deze families.

Tijdelijke Bestuursdienst Nieuwe naam voor de regeringsinstelling AMACAB, die daarvoor NICA heette.

Timor

  • 1520 arriveren de Portugezen
  • 1653 Hollanders stichtten handelspost en bouwen een fort; de Portugezen trekken zich terug op het oostelijk deel van het eiland
  • 1859 tractaat om de feitelijke situatie met de Portugezen te bekrachtigen (Oost-Timor aan de Portugezen).
  • 1904 het definitieve tractaat
  • 1975 De Portugezen verlaten het eiland en Indonesische troepen vallen Oost-Timor binnen
  • 1976 Oost-Timor wordt de 27e Indonesische provincie
  • 2000 vrije verkiezingen Oost-Timor, en 'onafhankelijk' van Indonesië onder bescherming van de Verenigde Naties.
  • 2002 volledig onafhankelijk

De Portugezen kwamen eerder dan de Nederlanders in deze regio, en vertrokken er later!

Timor was één van de VOC-locaties. Vestiging:

  • Kupang. Comptoir. Product: sandelhout (o.a. als reukmiddel). Fort: 'Concordia'.

Zie ook: Bevolkingsgroepen en Timorezen.

Timorezen De Antoni wonen hoofdzakelijk op west-Timor. De Béloenezen (Béloe of Tétoem) bewonen midden- en oost-Timor. De laatsten hebben meer Maleise trekken dan de Antoni, die meer Melanesische kenmerken hebben. De Antoni bewonen van oorsprong bijenkorfvormige huizen, met alang-alang bedekt, die op de grond staan.  De Béloenezen bouwen huizen op Maleise wijze: rechthoekig en op palen.

De landbouw staat op een laag peil: het verbouwde is meestal voor eigen verbruik: djagoeng (maïs), zoete aardappelen, cassave, soms sava- of ladangbouw; er is nog enige sandelhoutcultuur.

Hoewel de ene helft van de bevolking het Christendom aanhangt, en de andere helft de Islam, is de invloed van het animisme vrijwel overal nog merkbaar.

Bij overlijden is het uiten van jammerklachten verplicht; het lijk wordt begraven, waarbij men als teken van rouw zich in het zwart kleedt en de haren kort laat knippen. Na de ter aarde bestelling wordt een overvloedig begrafenismaal gehouden.

Hun taal wordt door ca. 650.000 mensen gesproken (1981).

Zie ook: Timor en Bevolkingsgroepen.

Tin Op Banka was er in 1710 al tinwinning, op Billiton vanaf 1851. Aan het eind van de 19e eeuw tevens op Singkep. In 1860 neemt de Billiton Maatschappij de tinconcessie op Billiton over en in 1868 was de tinproductie op Billiton al de helft van de gouvernementsproductie op Bangka. De tinerts werd vooral naar Arnhem in Nederland vervoerd om daar in een gieterij terecht te komen.

Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, jhr. Mr. A.W.L. (1888-1978);

 

Gouverneur-generaal, 1936-1942. Door de Japanners gevangengenomen, eerst op Formosa, waar hij deel uitmaakte van de "Special Party" en later Mantsjoerije. Hij vroeg (inmiddels terug in Nederland) ontslag aan op 16 oktober 1945 omdat hij het niet eens was met de houding van de Nederlandse regering t.o.v. de Indonesische revolutie.

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Tjililitan is vliegveld bij Batavia

Toala bevolking, woonachtig op het zuidelijke schiereiland van Celebes. Hoofdmiddel van bestaan is maïs, maar ook klapper. In vroegere tijden was de jacht van groot belang. Het Toala-huis staat op palen, en opmerkelijk is, dat bij elk huis een hol is (was) te vinden, dat schijnbaar bewoond is geweest. Ze worden tot de oorspronkelijke bewoners van zuid-Celebes beschouwd.

Hun taal wordt door ca. 30.000 mensen gesproken (1983).

Zie ook: Bevolkingsgroepen

Toemenggoeng ambtstitel voor regenten, lager dan Adipati

Tollenaar, D. directeur Binnenlands Bestuur, 1910-1916

Tonkin (Tonquin) in Vietnam was één van de VOC-locaties.

Vestiging: Tonkin/Hanoi. Comptoir 1639-1699 met als hoogste VOC-functionaris het opperhoofd. Product: zijde.

Toradja's Dit volk bewoont de dalen van het berggebied van midden-Celebes; vroeger ook de bergtoppen. Taalkundig zijn drie groepen te onderscheiden, genoemd naar de rivier waaraan ze wonen:
  • Sadang-Toradja's
  • Poso- Toradja's
  • Sigi-Toradja's

Voor het grootste deel zijn de Toradja's van het animisme overgegaan op het Christendom.

De Sadangers kennen sinds lang de sava-bouw, en bewoonden vaste dorpen; de andere groepen verbouwden rijst op droge gronden (ladang-bouw), en moesten daarom na enige tijd een nieuwe plek zoeken om te wonen, zgn. halfnomaden.

De  Toradja's waren vroeger koppensnellers; de Poso- en Sigi-Toradja's bewaarden de schedels van de overwonnen vijand in hun tempel, die tevens dienst deed bij de viering van offerfeesten, als vergaderruimte en als nachtverblijf voor reizigers.

Door de aanwezigheid van ijzer- en koperhoudende gronden zijn sommige stammen bedreven in het ijzersmeden en het kopergieten.

Hun taal wordt door ca. 500.000 mensen gesproken (1990).

Zie ook: Bevolkingsgroepen

Tordesillas, Verdrag van 1494
  • in 1493 verdeelde Paus Alexander VI de wereld in een Spaanse en een Portugese helft. Er werd een lijn getrokken van pool tot pool op 100 leguas (ca. 480 km) ten westen van de Kaapverdische Eilanden. Ten westen van deze lijn was het gebied voor Spanje, ten oosten voor Portugal
  • de Portugezen waren het niet eens met deze verdeling en in het Verdrag van Tordesillas werd in 1494 besloten de lijn definitief te trekken op 370 leguas (ca. 1770 km) ten westen van de Kaapverdische Eilanden. Deze lijn komt overeen met ongeveer 45° Westerlengte.
  • zodoende viel Brazilië, waar de Portugezen in 1532 verschenen, nog net in hun 'helft', terwijl de rest van Amerika onder vooral Spaanse invloed kwam.
  • toen de Spanjaard Magelhaen onder Zuid-Amerika doorvoer, en in 1521 de Filippijnen ontdekte, meende hij dat dit gebied ten westen van de 370 lijn lag, dus Spaans was.
Torpederingen Zo'n 10 % van de krijgsgevangen Nederlanders en Indische Nederlanders (ca. 4.000 man) in de Japanse periode kwamen om het leven door torpederingen op zee door de geallieerden. De meeste slachtoffers vielen bij de aanval op de 'Junyo Maru' en de 'Hokuku Maru'.

Zie ook bij: Slachtoffers in de Japanse Tijd.

Totoks 'echte Hollanders'

Tractaat van Londen 1814: verdrag tussen Nederland en Engeland, waarbij Nederland het koloniale bezit dat in de Franse Tijd verloren was gegaan, terugkreeg, behalve de Kaap, Ceylon, Berbice, Demerara en Essequibo. Cochin werd geruild tegen Bangka. 

Tractaat van Londen 1824: overeenkomst met Engeland.

Trakanen, N. minister van koloniën, 1866-1867

Tramwegen Naast de Spoorwegen kwamen in de tweede helft van de negentiende eeuw de tramwegen tot ontwikkeling.

Een aantal van de bekende maatschappijen:

  • Samarang-Joana Stoomtram-Maatschappij (1881)
  • Oost-Java Stoomtram-Maatschappij (1888)
  • Seradoejal Stoomtram-Maatschappij (1894)
  • Semarang-Cheribon Stoomtram-Maatschappij (1895)
  • Kediri Stoomtram-Maatschappij (1895)
  • Pasoeroean Stoomtram-Maatschappij (1895)
  • Probolingo Stoomtram-Maatschappij (1895)
  • Malang Stoomtram-Maatschappij (1896)
  • Modjokerto Stoomtram-Maatschappij (1896)
  • Madoera Stoomtram-Maatschappij (1897)

Op Sumatra was tijdens de Atjeh-oorlog een tramnetwerk aangelegd van ruim 500km, de Atjeh-tram; aanvankelijk onder militair beheer, na de oorlog overgedragen aan de Staatsspoorwegen.

In 1938 waren in Nederlands-Indië ca. 7400km spoor- en tramwegen in gebruik.

Transmigratie Om de overbevolking op Java en Bali tegen te gaan, stimuleert de Indonesische regering de bewoners van deze eilanden om te  verhuizen naar dunbevolkte streken op Sumatra, Celebes (Kalimantan) en Nieuw-Guinea (Irian Jaya), waar in de eerste periode de staat zorg draagt voor hun levensonderhoud en het bebouwde land na vijf jaar definitief eigendom wordt. Het succes was niet groot door geen optimale voorbereiding en geen goede selectie. Bovendien haalde het niet veel uit, omdat het geboortecijfer op eerst genoemde eilanden hoog blijft, en de migratie richting Java / Bali aanzienlijk is.  Bijkomend negatief element is gebleken de spanningen tussen de nieuwkomers en de oorspronkelijke bevolking.

Zie ook Gezinsplanning en Java-overbevolking.

Trekkers Europeanen die zich tijdelijk in Nederlands-Indië hadden gevestigd, waardoor de verbondenheid met het land niet echt kon groeien. Deze situatie werd veroorzaakt door het sneller wordende vervoer Indië-Nederland v.v. eind 19e eeuw en 20e eeuw.

Tribuutstelsel Hiermee werden de buitenlandse betrekkingen van het keizerlijk hof (China, en vanaf ca. 1600 ook Japan) geregeld. De buitenlandse 'barbaren' moesten regelmatig gezanten naar het hof sturen om de opperheerschappij van de keizer te erkennen, waarbij, als blijk van trouw, tribuutgoederen werden overhandigd. Buitenlandse handel was het monopolie van de keizer.

Troonrede 1901 van koningin Wilhelmina: hierin zei zij: "Nederland heeft een zedelijke roeping te vervullen". Hiermee was de Ethische Periode echt aangebroken

Tropische landbouwproducten : van de totale wereldproductie in 1930:

En van de wereldproductie in 1939:

Tuuk, Hermanus Neubronner van der (1824-1894). 

Dankzij z'n geweldige talenkennis legde hij de grondslagen van de Indische taalvergelijkende studiën; zo was hij kenner van het Bataks, Lampongs, Soendanees, Oudjavaans, Balinees en Malagasy. In dienst van het Nederlandse Bijbelgenootschap ging hij (ter plekke) bezig met het maken van een Bijbelvertaling in het Bataks. Dit werk deed hij als taalwetenschapper: hij had zeer weinig op met het Christendom. Door intensief contact met de plaatselijke bevolking leerde hij een taal, waarbij hij zich verre hield van het leven van/met de Europeanen, waardoor hij bij leven al legendarisch was. In 1853 was hij de eerste Europeaan die het Tobameer op Sumatra zag. De laatste jaren van zijn leven woonde en werkte hij op Bali.

Terug naar de startpagina
Hosted by www.Geocities.ws

1