Terug naar de startpagina |
Haags Besogne
Een belangrijke VOC-commissie, ter
ondersteuning van de Heeren XVII. Rond 1650
kreeg deze een vaste vorm:
Doel: het "nasien, leesen en examineren van de boeken, brieven en verdere papieren", die jaarlijks uit Azië werden ontvangen. De zetel was in Den Haag. Redenen:
Hun verslag werd 'Haags Verbaal' genoemd. |
Haags Verbaal was het verslag van de VOC-commissie "Haags Besogne". Vóór de maand juni moest dit verslag klaar zijn, maar i.v.m. situaties geschiedde dit soms later. |
Haan, Mattheus de (1663-1729)
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Haasse, Hella (geb. 1918), lit. "Oeroeg", "Het woud der verwachting", "Krassen op een rots", "Drie gezichten", "Heren van de thee", "Sleuteloog". |
Haatzaai-artikelen
Al vlot na het opkomen van de eerste nationalistische tendensen wilde
de overheid een handvat hebben om er grip op te houden. Vanaf 1914 werden
in het Wetboek van Strafrecht artikelen opgenomen (153 t/m 156), die het
gouvernement de mogelijk gaven (bijna) altijd in te kunnen grijpen zo zij
dit nodig vond. De teksten van de artikelen laten zien, dat er weinig voor
nodig was om redenen te vinden voor ingrijpen:
(het cursief is aangebracht) Deze haatzaai-artikelen staan nog steeds in de Wetboeken van Strafrecht in Indonesië, met zelfs nog bijna dezelfde nummering. Af en toe maakt het gezag er nog gebruik van, maar daar volgen dan meteen in de pers felle reacties op. Wie in het verleden aan den lijve ook heeft ondervonden hoe deze artikelen kunnen worden toegepast is E.F.E. Douwes Dekker.
|
Habibie, Bacharuddin Jusuf (geb. 1937). Indonesisch politicus, studeerde luchtvaarttechniek in Aken en werd directeur technologie bij een Duitse vliegtuigfabriek. In 1974 haalde Soeharto hem terug naar Indonesië en was hij van 1978 tot 1997 minister van Onderzoek en Technologie.Hij gaf geld uit aan dure prestigeprojecten. In maart 1998, toen Soeharto voor de zevende maal werd gekozen tot president van Indonesië, werd Habibie vice-president. Op 21 mei 1998 trad Soeharto af als president en wees Habibie aan als zijn opvolger. Habibie kondigde aan presidentsverkiezingen te zullen houden, waaruit Wahid in 1999 als nieuwe president naar voren kwam. Zie ook: Presidenten van de Republiek Indonesië. |
HALIN Organisatie:
"Hulp aan landgenoten in Indonesië". Actief sinds 1955. De hulp
wordt gegeven aan mensen die om uiteenlopende redenen niet naar
Nederland zijn gegaan, maar daar wel recht op hadden. Bovendien moet men
60 jaar of ouder zijn en hulpbehoevend. Heden helpt men ca. 850 mensen in
Indonesië.
Helaas komt deze groep niet in aanmerking voor de uitkering van 'Het Gebaar', omdat, hoewel in het bezit van de Nederlandse nationaliteit, men in Indonesië is gebleven. |
Handelsmaatschappijen
ontstonden in de tweede helft van de 19e eeuw omdat Nederlands-Indië
bijna geheel was aangewezen op de uitvoer van producten, en door het
ontbreken van eigen industrieën allerlei producten moest importeren.
In 1938 waren de grootste handelshuizen:
|
Harmonie Batavia Sociëteit, ontmoetingsplaats Europeanen. De bouw startte in de periode Daendels, afgebroken in 1985. |
Hasselman, J.J. minister van koloniën, 1867-1868 |
Hatta, Mohammad (1902 – 1980).
Van 1923 tot 1932 studeerde hij aan de toenmalige Handelshogeschool te Rotterdam. In 1927 werd hij met enige anderen gearresteerd wegens ontoelaatbare uitlatingen in het blad "Indonesia Merdeka", maar wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Terug in Indië werd hij een van de voormannen van de ‘non-coöperatieve’ vleugel van de nationalistische beweging. In 1934 werd hij door de Indische regering geïnterneerd en achtereenvolgens naar Boven-Digoel, Bandaneira en Soekaboemi verbannen. De Japanse bezetters stelden hem in 1942 in vrijheid. Samen met Soekarno trad hij nu op als ‘adviseur’ van de Japanners. Hij behoorde tot de deputatie die in augustus 1945 te Saigon met de Japanse opperbevelhebber, veldmaarschalk graaf Terauchi, onderhandelde over de Indonesische onafhankelijkheid. Na de Japanse capitulatie proclameerden Soekarno en Hatta, onder druk van Indonesische jongeren, de onafhankelijkheid (17 aug. 1945). Hatta werd vice-president van de nieuwe republiek. Nederlandse politici als Drees en Beel en ook luitenant-gouverneur-generaal Van Mook zagen hem en Sjahrir als de belangrijkste vertegenwoordigers van de ‘redelijke’ nationalisten. Op 31 jan. 1948 werd hij tevens premier. Tijdens de tweede politionele actie werd hij op 19 dec. 1948 door de Nederlandse troepen gevangen genomen. Onder druk van de Veiligheidsraad volgde reeds in maart 1949 zijn vrijlating. Hatta stond aan het hoofd van de Republikeinse delegatie op de Rondetafelconferentie (augustus–november 1949). Op 27 december 1949 tekende hij te Amsterdam namens zijn regering de akte van soevereiniteitsoverdracht. Daarop werd hij minister-president van de Verenigde Staten van Indonesië. Op 14 okt. 1950 werd hij vice-president. Er ontstond een verwijdering tussen Hatta en Soekarno, hetgeen in december 1956 leidde tot Hatta's aftreden. |
Hayam Woeroek koning van Majapahit (1350-1389) |
Heemskerk, Th. (1852-1932); minister van koloniën (ad interim), 1908 |
Heeren XVII
Zij vormden het Dagelijks Bestuur van de VOC en werden gekozen uit
het Bestuur, waarin de Bewindhebbers
plaats hadden.
Op drie momenten in het jaar kwamen zij samen:
zie ook: VOC-organisatie |
Hekwieler stoomvaartuig, dat kan varen in ondiepe wateren dankzij aangebrachte schepraderen aan de achterzijde, i.p.v. een schroef. |
Helfrich, Conrad Emil Lambert (1886 – 1962)
Nederlands vlootvoogd, die deelnam de Bali-expeditie in 1908. Na de Nederlandse oorlogsverklaring aan Japan (december 1942) kwam hij onder het bevel te staan van de Amerikaanse admiraal Thomas C. Hart, die hij op 14 februari 1942 opvolgde als opperbevelhebber van de geallieerde zeestrijdkrachten in het Verre Oosten (Abdafloat). Hij trachtte de geallieerden tot een offensief te bewegen. Pas toen alles verloren was, kreeg hij, door het vertrek van Hart, het daartoe nodige gezag. Dat hij in die situatie het onmogelijke beproefde en de Combined Striking Force opdracht gaf zich in te zetten, is hem van Amerikaanse zijde als een ernstige misgreep verweten. Na de Slag in de Javazee (28 februari – 1 maart 1942) was zijn rol in dit gebied uitgespeeld . Op 25 augustus 1945 werd hij bevelhebber over alle zeestrijdkrachten (BDZ), in de rang van luitenant-admiraal. Tot 1 januari 1949 bleef hij in deze functie. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse regering bij de overgave van Japan op 2 september 1945 aan boord van het Amerikaanse slagschip Missouri. |
Hendrik
de Zeevaarder, prins, oftewel Willem Frederik Hendrik,
Prins der Nederlanden (1820-1879).
De bijnaam "Zeevaarder" had hij te danken aan zijn opereren bij de marine en zijn reizen over de wereld. (Overigens niet te verwarren met de Portugese Hendrik de Zeevaarder)
|
Henny, C.Th.H. directeur Binnenlands Bestuur, 1876-1882 |
Herendiensten waren verplichte
diensten opgelegd aan de inheemse bevolking, ten behoeve van z'n heer, van
de overheid of de gemeenschap. De VOC schakelde inheemsen o.a. in bij het
werk in / aan haar forten, en in pakhuizen. In de 19e eeuw werden
herendiensten vooral verricht bij de wegenbouw en waterwerken. Per jaar moest een bepaald aantal dagen gewerkt worden zonder betaling: per streek en periode verschillend. Vanaf de 2e helft van de 19e eeuw ging de herendienst geleidelijk over in de heffing van een hoofdgeld, oftewel de betaling van belasting. |
Heutsz, Joannes Benedictus van (1851-1924) als generaal als GG.
Van Heutsz werd in 1873 op eigen verzoek naar Nederlands-Indië gezonden. Van 1874 tot 1877 en in 1880–1881 diende hij in Atjeh, waar hij zich door zijn onverschrokkenheid en vaak harde optreden onderscheidde. Na een verlof in Nederland ging hij in 1889 opnieuw naar Atjeh. Teruggekeerd in Batavia liet Van Heutsz in 1893 de brochure "De onderwerping van Atjeh" (1893)verschijnen, waarin hij pleitte voor een krachtig aanvallend optreden als enig middel om aan de al sinds 1873 slepende Atjeh-oorlog een einde te maken. Hij kreeg hierbij steun van Christiaan Snouck Hurgronje, de bekende Arabist en islamkenner, die als adviseur van de Indische regering grote invloed had. Door het ‘verraad’ van het Atjehse hoofd Teukoe Oemar in 1896 kreeg Van Heutsz in 1898, intussen bevorderd tot generaal en gouverneur van Atjeh, de kans zijn ideeën in praktijk te brengen. In 1904 bij zijn vertrek uit Atjeh was de onderwerping van dat gewest nagenoeg voltooid. Hoog in aanzien bij koningin Wilhelmina, werd Van Heutsz, na een triomfantelijke ontvangst in Nederland, nog datzelfde jaar tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië benoemd. Tijdens zijn vijfjarig bewind heeft hij, met steun van Hendrikus Colijn, die nog onder hem in Atjeh had gediend, het Nederlandse gezag tot in alle uithoeken van de archipel gevestigd. Onder zijn bestuur werd door de oprichting van de zgn. dessascholen het inheemse volksonderwijs belangrijk uitgebreid. Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Hillen, W.P. directeur Binnenlands Bestuur, 1924-1925 |
Hindoeïsme Deze religie werd niet in Indië gebracht door de hoogste kaste, maar door handelaren van de derde kaste, zodat een verbasterd hindoeïsme zich vermengde met het aanwezige animisme. Heden bijna alleen te vinden op Bali en het westelijk deel van Lombok. Toen de Islam op Java opdrong, ging niet de Hindoeïstische bevolking naar Bali, maar de Hindoe-elite. Op het islamitische Java zijn (waren) tal van Hindoeïstische 'trekken' terug te vinden:
Zie ook: Godsdienst op Java. |
Hoëvell, Wolter Robert baron van (1812-1879)
|
Hoge Veluwe 14/24 april 1946. Op deze conferentie werd Indonesië minder geboden dan Van Mook in maart tijdens de Brits-Nederlands-Indonesische besprekingen had geopperd: waarbij de Republiek niet alleen beperkt werd tot Java, maar ook onderschikt werd gemaakt aan de "Gemenebest Indonesia". Er werd geen enkel resultaat geboekt. Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon,
na de laatste Luitenant-gouverneur-generaal
Van Mook werd
L.J.M. Beel Hoge Vertegenwoordiger (1948-1949), en na hem, tevens
als laatste in deze functie A.H.J. Lovink (1949).
Zie ook: Bestuurlijke Topfuncties en Gouverneurs-generaal op rij. |
Hogendorp, Carel Sirardus Willem graaf van (1788-1856). In het Franse leger maakte hij de tocht van Napoleon mee naar Rusland (1812) en de slag bij Waterloo (1815). Na 1816 vertrok Van Hogendorp naar Indië en werd in 1823 resident van Batavia. In 1827 terug in Nederland waar hij in 1830 tot Graaf werd verheven. Van 1839-1841 en 1850-1851 waarnemend vice-president van de Raad van Indië in Batavia. Van 1840-1841waarnemend Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Hogendorp, Dirk van 1761-1822
|
Hoger Onderwijs voor inheemsen beperkt was beperkt tot:
Zie ook: Onderwijs. |
Hoger Overheidspersoneel In 1941 was slechts 7% van het hoger overheidspersoneel van inheemse afkomst, en de tendens was dalende! De percentages bij lager en middelbaar personeel waren ruim 98%. |
Hokuku Maru
was één van de schepen die veel krijgsgevangen het leven heeft gekost in
de Tweede Wereldoorlog. Op 27 juni 1944 gingen 1300 Britse en Nederlandse
krijgsgevangenen in Singapore aan boord, overlevenden van de aanleg van de
Birma-spoorweg, met bestemming Japan.
Vanwege defecte motoren moest er drie weken worden gewacht in snikhete
ruimen, met éénmaal per drie dagen een half uur luchten op het dek. Toen
vertrok het schip naar Miri (Brits-Borneo) met
opnieuw panne en drie weken wachten. Waarna werd vertrokken naar Manilla
op de Philippijnen; bij aankomst waren er reeds honderd doden te
betreuren. Na een week wachten werd vandaar vertrokken op 19 september met
al 115 doden. Op 21 september werd het schip getroffen door twee
voltreffers: meer dan 800 krijgsgevangenen verdronken hierbij. Ca. 380
haalden de wal en werden naar een kamp bij Luzon gebracht en daarna naar
een gevangenis in Manilla. (Negen Britten en drie Nederlanders waren niet
opgemerkt en sloten zich aan bij Philippijnse verzetsgroepen). De
overgebleven 380 man gingen samen met 1200 Amerikaanse krijgsgevangenen op
13 december aan boord van de 'Orihohu Maru' richting Japan. Op 14 december
volgden hevige beschietingen door vliegtuigen van de Amerikaanse Marine.
Toen het schip de wal bereikte waren er van de bijna 1600 krijgsgevangenen
nog ongeveer 700 in leven. Het is onbekend hoeveel Nederlanders hier bij
waren.
Zie ook: Slachtoffers in de Japanse tijd, en Torpederingen. |
Hollandia Eén van de vier schepen die deelnam aan de Eerste Expeditie |
Hollands uit Europa / Nederland afkomstig. "Nederlander" was immers ook degene die in de koloniën woonde |
Holle, Karel Frederik (1829-1896)
Zie ook: Thee en Thee-jonkers. |
Hongi-tochten 'oorlogsvloot' waarmee VOC expedities uitvoerde, ter vernieting van de kruidnagelbomen buiten Ambon om de monopoliepositie te kunnen handhaven.
De eerste Hongi-tocht onder VOC-gezag vond plaats in 1607. Toen in 1658 de VOC zijn gezag definitief had gevestigd in de hele regio vonden er af en toe van deze tochten plaats, maar die hadden een meer ceremoniële functie. |
Hoofdparticipant
Belangrijke aandeelhouder in de VOC.
Zijn ingebrachte kapitaal moest minstens 6000 of 3000 gulden bedragen. Uit
deze groep van Hoofdparticipanten werden de nieuwe bewindhebbers
geloot. De kleinere aandeelhouders, oftewel participanten,
brachten hun geld bij de Hoofdparticipant in.
Zie ook: VOC-Organisatie. |
Hoorn, Joan van (1653-1711)
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Hormat eerbetoon aan een hogere: tot de 20e eeuw kon dit tot uiting worden gebracht door plat op de grond te gaan liggen; een andere vorm was een gehurkte houding aan nemen of zoals tijdens een vergadering: de hogeren waren op stoelen gezeten, terwijl de lageren op de grond moesten zitten. |
Hormat-circulaires Pogingen van het gouvernement (1901, 1904, 1906, 1913) om de houding van de Nederlandse ambtenaren ten opzichte van hun inheemse collega's te verbeteren. Voorafgaande aan deze circulaires was er al een 'pajoeng-circulaire' geweest, waarin het de residenten niet meer toegestaan werd van de gouden pajoeng (parasol) gebruik te maken als teken van gezag. |
Houtman, Cornelis de (ca. 1565 – 1599, vermoord te Atjeh)
Hij vertrok in 1595 voor de eerste expeditie. Hij kwam in 1596 in Bantam/Banten, dat dan de belangrijkste peperhaven is. Retour in 1597 met slechts drie licht beladen schepen en 1/3 van oorspronkelijke bemanning. Zie ook: Eerste Expedities en Reis naar Indië. |
Terug naar de startpagina |