Uhlenbeck, G.H. minister van koloniën, 1862-1863

• veel export naar Europa viel weg; het gouvernement daarom fondsen op (o.a. koffie- en koprafondsen) om de grootste klappen op te vangen.
• wel ontstond grote vraag naar 'oorlogsproducten' zoals rubber, kinine,tin en olie; de productie werd opgevoerd, en er moest in dollars betaald worden
• het gouvernement raadde de bevolking aan om i.v.m. de weggevallen verkoop van hun producten over te stappen op voedingsgewassen.
• omdat er minder geïmporteerd kon worden vanuit Europa werd de industrialisatie gestimuleerd, zoals de bouw van een extra papierfabriek, de vestiging van een gloeilampenfabriek van Philips in Soerabaja, waar ook radio's konden worden gemaakt, en de bauxietproductie van de Riouw-archipel ging nu naar een aluminiumfabriek op Sumatra.

Uitsteker de eerste huizen in Batavia werden op Hollandse wijze gebouwd. Maar door de daknok te draaien kon men een afdak aan voor- en achterzijde creëren, waardoor schaduw werd verkregen.

• Naar VS van 2% in 1913, naar 21% in 1939.
• Naar Nederland van 34% in 1913, naar 15% in 1939.

Zie ook Invoerontwikkeling

Uitvoerwaarde van producten na 1900:

• rubber 33% (van Sumatra en Borneo).
• suiker 22 % (van Java).
• olie 10% (van Sumatra en Borneo).

Na 1900 liep het aandeel van tabak en suiker langzaam terug

Ujung Pandung zie Makassar

Ulèëbalang : inheems hoofd in Atjeh

Uljee, C.A. directeur Binnenlands Bestuur, 1892-1894

Unificatiebeginsel 1913 Voor hetzelfde werk kreeg men hetzelfde salaris, dit gold voor de Europese en Indische ambtenaar. In 1925 kwam echter de "Bezoldigingsregeling Burgelijke Landsdienaren": als een bepaalde functie door meer dan 60% door niet-Europeanen werd bekleed, dan zou die functie "naar inheemse maatstaf" worden gesalarieerd.

United Nations Commission for Indonesia per 28 januari 1949, en was de nieuwe naam voor de door de Verenigde Naties ingestelde Commissie van Goede Diensten, die de besprekingen tussen Nederland en de Republiek Indonesië in goede banen moest leiden.