Gemeenten




Grootste steden:
(meer dan 500.000 inwoners)

Friland
1. Riksgard (inwoners: 1.210.400)
2. Tillau (inwoners: 650.650)
3. Lindan (inwoners: 626.750)
4. Gamanwik (inwoners: 618.540)
5. Gennung (inwoners: 545.060)
6. Erlanhuf (inwoners: 544.460)
7. Skandarburg (inwoners: 505.590)

Hiveria
1. St. Gérard (inwoners: 703.020)
2. Heunia (inwoners: 553.840)




Lijst van gemeenten:

In Friland wordt een gemeente "stadskreng" (stadskring) genoemd, in Hiveria een "municipalité". Elke gemeente is vernoemd naar de grootste stad binnen die gemeente; de kleinere dorpen en gehuchten die binnen een gemeente liggen, zijn niet opgenomen in de lijst. De lijst is op alfabetische volgorde en het aantal inwoners per gemeente is vaak afgerond naar tientallen. Een grote stad met meer dan 100.000 inwoners wordt in het donkerrood aangegeven.

Friland:
(199 gemeenten, 13.330.920 inwoners totaal)

Agatfelț (Eksterveld) (inwoners: 12.760)
Agsweg (Eger's golf) (inwoners: 1.850)
Aikanfelț (Eikenveld) (inwoners: 3.400)
Albmunț (Albmond): deze stad, gelegen aan de monding van de Alb, is vooral bekend doordat het in 1974 door een felle brand bijna volledig werd verwoest. De wederopbouw werd pas in 2013 voltooid. (inwoners: 34.020)
Albung (Elfing) (inwoners: 3.100)
Aldaberk (Oudeberk) (inwoners: 72.400)
Aldanberg (Oudenberg) (inwoners: 60.360)
Aldanwariț (Oudenwaard): Aldanwariț is ontstaan rond een landgoed met dezelfde naam. In het verleden ging de adel hier vaak jagen. (inwoners: 68.300)
Aldungan (Oudingen): de voornaamste inkomstenbron van Aldungan is de bosbouw. Ook is de stad jaarlijks in het nieuws vanwege de Frilandse kampioenschappen houthakken en kettingzaagbeeldhouwen, waar in het buitenland vaak lacherig over wordt gedaan maar wat in Aldungan een bloedserieuze aangelegenheid is. (inwoners: 125.300)
Ananhal (Hal der Voorvaderen): Ananhal is een belangrijk religieus centrum dat bekend staat om haar vele grafheuvels. (inwoners: 14.020)
Angulhaim (Angelheim): dit geliefde wintersportgebied trek jaarlijks duizenden bezoekers. In 2005 werd in een gletsjer nabij Angulhaim het bevroren lichaam van een skiër aangetroffen; in zijn zak vond de politie een DDR-paspoort uit 1958. (inwoners: 43.920)
Ansburg (Ansburg) (inwoners: 38.270)
Anstarburg (Gunsterburg): deze stad werd in 1261 gebouwd door koning Gisalhar als gunst aan de bevolking van een nabijgelegen dorp dat was afgebrand. (inwoners: 349.350)
Arinhaim (Ernheim): deze rijke handelsstad staat ook wel bekend onder de naam "Gulțlaus" (Goudloos). Door haar rijkdom was Arinhaim namelijk een geliefd doelwit voor roversbenden en tijdens de 9e, 10e en 11e eeuw werd het bijna elk jaar wel leeggeplunderd door hordes Vikingen, die soms zo tekeer gingen dat de inwoners zelfs hun gouden tanden moesten afstaan. In de Frilandse volkstaal worden failliete rijkaards, berooide zakenlieden en andere onfortuinlijke geldverliezers daarom wel eens gekscherend "Arinhaimars" genoemd. (inwoners: 200.470)
Arnstad (Arendstad): vroeger werden hier adelaars gefokt voor gebruik bij de jacht in het nabijgelegen Sprenganwalț. Tegenwoordig is de adelaar een beschermde diersoort en sponsort de stad juist projecten waarbij deze dieren worden uitgezet in het wild. (inwoners: 486.450)
Austarberg (Oosterberg) (inwoners: 73.580)
Bergan (Bergen): de hoofdstad van de gouw Langmark. Door haar gunstige ligging aan de Innansai groeide Bergan uit tot de grootste stad van Langmark. (inwoners: 410.540)
Bilhaim (Bijlheim) (inwoners: 12.740)
Blomanțurp (Bloemendorp) (inwoners: 36.050)
Brențau (Brandsmelt): in de 1e eeuw was Brențau een belangrijk centrum voor de productie van brons. Haar naam verwijst mogelijk naar de smeltovens die er stonden. (inwoners: 21.740)
Brunhal (Bruinrots) (inwoners: 18.350)
Dannanwalț (Dennenwoud): op 24 maart 1448 vond hier de slag bij Dannanwalț plaats. (inwoners: 3.500)
Dighult (Dikhout) (inwoners: 34.730)
Dunwik (Ruiswijk): Dunwik is een moderne stad met hoge wolkenkrabbers en drukke straten. Haar meest markante gebouw is de 250 meter hoge Segfrițstur (Siegfriedstoren). Vlak buiten de stad bevindt zich Frireta, het centrum van de Frilandse computerindustrie. (inwoners: 114.670)
Egulhrust (Egelhorst) (inwoners: 45.600)
Eldsida (Vuurkust): Deze nederzetting is tijdens de vroege Middeleeuwen gesticht door de Vikingen. De naam Eldsida stamt dan ook uit het Oudnoords. (inwoners: 12.470)
Elmfelț (Olmveld): Een groot deel van de inwoners van deze stad werkt op het nabijgelegen vliegveld Segbrandssun. (inwoners: 27.400)
Emgrund (Roestgrond): het zand in het gebied rond Emgrund heeft een rode kleur vanwege de ijzerverbindingen die in de bodem aanwezig zijn. In de buurt van het dorp bevindt zich Sterrenbasis Emgrund. (inwoners: 2.890)
Erlanhuf (Gravenhof): Erlanhuf is een belangrijke havenstad waar met name schepen uit Amerika aankomen. Ook speelt het een belangrijke rol in de staalindustrie, waarvan het centrum iets ten zuiden van Erlanhuf ligt. (inwoners: 544.460)
Ermanhuf (Verheven Hof) (inwoners: 43.600)
Erțsbrun (Aardsbron): toen werd besloten het Sparwalț uit te roepen tot bijzonder natuurgebied en het vrij te maken van alle menselijke aanwezigheid, betekende dit de gedwongen verhuizing van een aantal dorpen dat in het gebied was gebouwd. Voor de bevolking van deze dorpen werd daarom de stad Erțsbrun gesticht, waarin zij als schadeloosstelling een huis toegewezen kregen dat groter en waardevoller was dan het huis dat zij achterlieten. (inwoners: 32.600)
Fanand (Veeneinde) (inwoners: 16.450)
Felțakar (Veldakker) (inwoners: 26.300)
Fiskhaban (Vishaven) (inwoners: 16.340)
Flautardik (Flautardijk) (inwoners: 38.500)
Flautsenț (Praalreis): volgens een plaatselijke legende waren de inwoners van dit dorp zo praalzuchtig dat ze door een aantal nabijgelegen dorpen werden uitgenodigd om daar hun mooie, zelfontworpen kleding te komen tonen. Vol trots ging het halve dorp op weg om dat stelletje boeren met hun verfijnde smaak kennis te laten maken. Toen ze terugkwamen van de "praalreis" bleek dat tijdens hun afwezigheid al het vee was geroofd... (inwoners: 15.650)
Friburg (Vrijburg) (inwoners: 31.390)
Frosur (Freya's waterpoel): vlakbij dit dorp lag in de Middeleeuwen een tempel van de godin Freya. In een poging de mensen tot het Christendom te bekeren vernielden missionarissen de tempel en bouwden ze er een kerk bovenop. Nadat de kerk was voltooid hielden de missionarissen er een dienst voor hun bekeerlingen, waarna volgens de legende de grond openscheurde en de hele kerk door de aarde werd verzwolgen. Het gat dat achterbleef werd een diepe waterpoel waar de verschrikte dorpelingen snel een nieuwe tempel voor Freya bouwden. Tijdens Midwinternacht schijnt men bij de poel nog geregeld het geluid van kerkklokken te kunnen horen. (inwoners: 15.760)
Fuldand (Veldeinde) (inwoners: 11.940)
Gamalharug (Oudharg): een harg is een offerplaats van opeengestapelde stenen. (inwoners: 21.000)
Gamalwik (Oudwijk): in dit afgelegen dorp leven de mensen een teruggetrokken bestaan. Ze weigeren telefoon- en internetaansluiting en geven de voorkeur aan een leefwijze zoals hun voorouders dat eeuwen geleden hadden. Ze verbouwen hun eigen voedsel en wonen in traditionele huizen zoals die tijdens de IJzertijd werden gebouwd. Gamalwik wordt vaak ten onrechte aangezien voor een openluchtmuseum of commune, maar feitelijk is het gewoon een conservatief dorp waar men niet zo happig is op techniek. (inwoners: 1.120)
Gamanwik (Pretwijk): in een poging de overlast van kroegen, bordelen en gokhallen te beperken besloot in 1820 een aantal dorpen uit de omgeving deze zaken te verbannen naar een afgelegen stukje grond. Al snel ontstond Gamanwik; een losgeslagen gedoogzone waar zelfs Las Vegas bij verbleekt. Door de uitbundige neonverlichting is het er altijd licht, waardoor veel mensen vergeten te gaan slapen en daardoor vaak van uitputting in slaap vallen op straat, om bij het ontwaken weer vrolijk verder te feesten. In Gamanwik is de typisch Frilandse nuchterheid vaak ver te zoeken: wilde feesten, orgiën, coffeeshops, casino's, stripclubs, uitbundige gay parades en straatraces. Gamanwik is dan ook een belangrijke trekpleister voor feestbeesten. (inwoners: 618.540)
Gant (Volmaakt): Gant is het kleinste gehucht van Friland. In 1970 is het korte tijd onbewoond geweest toen de laatste bejaarde inwoonster overleed. Uiteindelijk besloot haar zoon met zijn vrouw en kinderen terug te verhuizen naar het dorpje, een paar jaar later gevolgd door nog twee gezinnen. Het aantal inwoners van Gant heeft echter nooit het aantal toeristen dat er rondloopt overstegen. (inwoners: 15)
Gelkurn (Geelkoren) (inwoners: 420)
Gennung (Ginning): deze stad staat vooral bekend om de scheepsbouw en de pleziervaart. Het zuidelijke deel van de stad is op kunstmatige eilanden gebouwd. De bewoners van deze wijk hebben dan ook vaak een motorboot en parkeren hun auto's verderop in de stad. In 1591 vond niet ver van Gennung een belangrijke zeeslag plaats tussen de Frilandse vloot en Barbarijse zeerovers. (inwoners: 545.060)
Gisbațan (Geeuwbaden): Gisbațan staat bekend om haar geneeskrachtige waterbronnen en is een populair vakantieoord voor bejaarden. Vroeger heette deze stad "Bațan" maar door haar saaie imago werd daar in de volksmond al snel "Gisbațan" van gemaakt. (inwoners: 87.520)
Glantfurd (Glansvoorde) (inwoners: 16.300)
Glitstad (Glansstad): de hoofdstad van de gouw Skak. Hoewel Glitstad bekend staat om haar regenachtige klimaat, bevindt het zich in een vruchtbaar landbouwgebied langs de Tanap. De boeren uit de omgeving verkopen hun producten dan ook massaal op de markten van Glitstad. (inwoners: 437.840)
Godwihs (Goede nederzetting) (inwoners: 60.630)
Granstad an ța Flautar (Dennenstad aan de Flautar) (inwoners: 26.300)
Granstad an ța Wisal (Dennenstad aan de Wisal) (inwoners: 10.450)
Grautfelț (Grootveld): volgens de legende is deze stad in de 11e eeuw gesticht door een groepje reizigers die twee witte raven op een heuveltje zagen neerstrijken. Dit werd beschouwd als een gunstig voorteken en men besloot dan ook hun huizen op dit heuveltje te bouwen. (inwoners: 17.540)
Gronawalț (Groenewoud): in de bossen bij Gronawalț huist volgens legenden de Wilde Jager, een man die zo verzot was op jagen dat hij zelfs na zijn dood bleef doorgaan en daarbij ook mensen niet ontzag. (inwoners: 6.020)
Hagan (Hagen): door haar prachtige villa's en rustieke ligging tussen Gronmor en Ingswalț is dit één van de meest gewilde, maar ook duurste, plaatsen om te wonen. (inwoners: 4.030)
Hailagansul (Heiligenzuil) (inwoners: 21.730)
Hairanfelț (Herenveld): door haar ligging aan het Damlag is deze plaats uitgegroeid tot een populaire bestemming voor zeilers, duikers en andere watersporters. (inwoners: 56.200)
Halskruft (Helskrocht): deze nederzetting ligt op de rand van een zeer diepe afgrond, die volgens de legenden is gegraven door dwergen. Na het verlies van hun geliefde koning besloten de dwergen een diepe gang naar de onderwereld te graven om hem terug te halen. Toen ze hem eindelijk hadden gevonden stortte de gang in, waardoor ze nooit meer terug naar boven konden. (inwoners: 460)
Hamardeup (Hamerdiep) (inwoners: 10.210)
Hanlau (Haanloo): door de drassige bodem is dit dorp soms zo moeilijk te bereiken dat de nabijgelegen vliegbasis een helikopter beschikbaar heeft gesteld die de burgers als taxi kunnen gebruiken. (inwoners: 3.640)
Harwaldshaim (Herwoutsheim): rond het jaar 12 werd deze stad gesticht door een krijgsheer genaamd Harjawaldaz. Volgens een plaatselijke anekdote ontvoerden Harjawaldaz en zijn krijgers alle knappe vrouwen uit de buurt naar hun stad, wat volgens de inwoners van Harwaldshaim verklaart waarom zij zo knap zijn en de mensen uit de omgeving zo lelijk. (inwoners: 13.210)
Hauhatre (Hogeboom) (inwoners: 30.140)
Hauwatar (Hoogwater) (inwoners: 6.390)
Herutlau (Hertloo) (inwoners: 10.500)
Hrabnansand (Ravenzand) (inwoners: 21.950)
Hrustbrug (Horstbrug) (inwoners: 24.210)
Hwitanberg (Wittenberg) (inwoners: 60.240)
Idalhaim (IJdelheim): zo genoemd omdat het een slaapstadje is waar weinig gebeurt. (inwoners: 26.340)
Ingswalț (Ingswoud): hier bevindt zich het grootste openluchtmuseum van Friland. (inwoners: 57.360)
Irglanad (Éireannglanadh = Ierendorp): na de Ierse invallen in de 10e eeuw mochten de verslagen Ieren op deze plaats een nederzetting bouwen, op voorwaarde dat ze zich aan de Frilandse koning onderwierpen. Irglanad is een verbastering van "Éireannglanadh" (Ierendorp), zoals de Iers-Gaelisch sprekende inwoners hun stad noemen. (inwoners: 20.230)
Isarnhaim (IJzerheim): in de omgeving van Isarnhaim wordt veel ijzer gewonnen, de stad is dan ook het centrum van de Frilandse staalindustrie. (inwoners: 346.120)
Isungan (IJzingen): door de nabijheid van de Aigar en de oceaan was Isungan een uitstekende handelsplaats. Tegenwoordig vestigen zich hier veel mensen uit Riksgard vanwege de goedkope huizenprijs. (inwoners: 390.570)
Jerna (Jaarna): deze havenstad heeft veel te lijden van haar ligging in het moeras; verzakte huizen, stank, muggen en een chronisch vochtprobleem. Haar naam is dan ook afgeleid van "al jer nat" ("het gehele jaar nat"). Door haar ligging is Jerna echter ook goed verdedigbaar. Bovendien ligt het bij rijke visgronden en speelt het een belangrijke rol in de handel met IJsland, Schotland en Scandinavië. (inwoners: 183.520)
Kanțurp (Kandorp): Kanțurp is al eeuwenlang een producent van kannen en aardewerk. Het dorp staat vooral bekend om haar kenmerkende rode kannen met een versiering van gele lijnen. (inwoners: 23.860)
Kindarsprung (Kinderbron): vroeger geloofden de mensen dat er uit de plaatselijke heilige bron wel eens kinderen opdoken. Vergelijkbare zaken uit het volksgeloof zijn de verhalen over kinderen die uit holle bomen komen of door ooievaars gebracht worden. (inwoners: 40.540)
Klajstrand (Kleistrand) (inwoners: 2.340)
Kunungshaban (Koningshaven): vooral bekend door de marinebasis die er ligt. (inwoners: 75.340)
Kuparsand (Koperzand): in een zandgat vlakbij Kuparsand bevind zich een heksenkring, waar volgens de burgers 's nachts heksen en katten ronddansen. (inwoners: 3.200)
Kurtafan (Korteveen): Kurtafan is vernoemd naar het nabijgelegen veen met dezelfde naam. Door de vele graancirkels en UFO-meldingen is het dorp erg geliefd bij wetenschappers, UFO-onderzoekers, fantasten en handelaren die handig op de UFO-gekte weten in te spelen. (inwoners: 3.520)
Kwern (Molensteen) (inwoners: 10.670)
Landsberg (Landsberg): in de 12e eeuw gesticht door graaf Ațalberht, die er zoveel belasting hief dat de bevolking hem uit zijn eigen stad verjoeg. (inwoners: 356.680)
Langankaug (Langenkoog): een koog is een ingedijkt stuk land. Langankaug is in het verleden verscheidene malen onder water gelopen, waardoor veel huizen op terpen zijn gebouwd. (inwoners: 17.600)
Langfurd (Langvoorde) (inwoners: 56.300)
Laudburg (Loodburg): haven van waaruit lood werd geëxporteerd. (inwoners: 23.280)
Laudwik (Loodwijk): in 1922 ontstaan als fabrieksnederzetting van de firma Dungbu, die loodmijnen exploiteerde in de nabijgelegen berg Swartuzd. Toen het bedrijf failliet ging, bleef een deel van de mijnwerkers achter en bekwaamde zich in de visserij. Ook heeft Laudwik tegenwoordig een kleine overslaghaven. (inwoners: 8.400)
Laugmor (Loogmoer): de naam Laugmor betekent in het hedendaags Nederlands zoiets als "Vuurmoeras". Het methaan in de ontsnappende moerasgassen kan soms voor vonkjes zorgen. Deze werden vroeger door de plaatselijke bewoners aangezien voor dwaallichtjes; geesten van verdronken kinderen die voorbijgangers het moeras in trachtten te lokken. (inwoners: 40.600)
Lendanwal (Lindenwal) (inwoners: 26.420)
Lindan (Linden): de havenstad Lindan staat bekend als de toegangspoort tot Friland: de meeste mensen die het land bezoeken komen als eerste aan in Lindan, waar de grote passagiersschepen uit Europa aanleggen en tevens de nationale luchthaven ligt. (inwoners: 626.750)
Lutilhuf (Luttelhof) (inwoners: 37.520)
Magațanhaiț (Maagdenheide) (inwoners: 7.500)
Medhusan (Middelhuizen) (inwoners: 26.390)
Mekilhusan (Groothuizen): in de 19e eeuw is deze stad een Britse kroonkolonie geweest met de naam "Tommy's point", vernoemd naar Sir Thomas Oxney, de Britse gouverneur van de kolonie. Er is nog een handjevol Engelse gebouwen uit die tijd te bezichtigen en elk jaar houdt Mekilhusan een Brits festival. (inwoners: 9.320)
Mihstskog (Mistbos): hier ligt het belangrijkste weerstation van het KWG, het Kununglik Wedarkunstig Ganautskap (Koninklijk Weerkundig Genootschap). (inwoners: 2.400)
Mulanbak (Molenbeek) (inwoners: 67.310)
Nadarhaiț (Adderheide) (inwoners: 2.500)
Neujanakar (Nieuwenakker) (inwoners: 9.080)
Neumerkat (Nieuwmarkt) (inwoners: 3.820)
Neuțurp (Nieuwdorp) (inwoners: 3.940)
Nițardun (Nederduin): een rustige badplaats die vooral in de zomer veel bezoekers trekt. (inwoners: 13.500)
Nurțardur (Noorderpoort) (inwoners: 5.730)
Ragingard (Regingaarde) (inwoners: 16.910)
Rastlaus (Rusteloos): hoe dit dorp aan haar naam kwam is onbekend, hoewel de plaatselijke houtzagerij soms de schuld krijgt. (inwoners: 5.000)
Rastrum (Rustplaats) (inwoners: 3.500)
Redstuk (Raadstok) (inwoners: 2.750)
Rekmor (Reekmoer): de naam van deze nederzetting betekent "donker moeras". In het verleden zijn hier zoveel mensen verdwaald en in het moeras verdronken dat de begaanbare wegen nu worden aangegeven met houten looppaden. Toch duiken er nog geregeld veenlijken op; de meeste zijn eeuwenoud maar ook vermiste rugzaktoeristen behoren tot de vondsten. (inwoners: 2.850)
Riksgard (Rijksgaarde): Riksgard is de grootste stad van Friland en tevens de hoofdstad. (inwoners: 1.210.400)
Ringțurp (Kleindorp) (inwoners: 2.320)
Rinnarmunț (Rinnarmond) (inwoners: 20.570)
Risaur (Rijsaard): vanwege de rijzige grond werd er in de ijzertijd op deze plaats een heuvelfort gebouwd, dat al snel uitgroeide tot een stad. (inwoners: 32.510)
Rosangard (Rozengaarde): vooral bekend door haar veerverbinding met Bergan, waarvan het verkeer naar Langmark veel gebruik maakt. (inwoners: 12.800)
Rosanțurn (Rozendoorn) (inwoners: 23.040)
Rumstad (Ruimstad) (inwoners: 36.800)
Runlau (Roonloo): de naam Runlau zou het best vertaald kunnen worden als "Roonloo", ook wel "Fluisterwoud" in het modern Nederlands. Wandelaars horen in het nabijgelegen woud geregeld stemmen en de plaatselijke legenden zijn doorspekt met spookverhalen over dit gebied. Desalniettemin is het stadje een populair wandelgebied, vooral omdat het midden in het woud ligt en er veel geschikte plaatsen zijn om te vissen. (inwoners: 760)
Saltwik (Zoutwijk): de hoofdstad van de gouw Berglaft. De ondergrondse zoutlagen in het gebied hebben de stad door de eeuwen heen veel rijkdom gebracht. Saltwik staat alom bekend om haar pompeuze gebouwen met uitbundige versieringen. De overheersende bouwstijlen zijn met name barok en rococo. (inwoners: 142.870)
Segdal (Zegedal) (inwoners: 8.650)
Skandarburg (Schanderburg): tijdens de 16e eeuw was hier een gevangenis gevestigd waar lastige schavuiten ("skandan") werden opgesloten. Tegenwoordig is Skandarburg vanwege haar boeiende architectuur vooral geliefd bij toeristen. (inwoners: 505.590)
Skaunsund (Schoonsont): gelegen langs een zee-engte (=sund) staat deze stad bekend als een echt vissersoord. (inwoners: 21.560)
Skolțurp (Schooldorp) (inwoners: 23.060)
Skulmar (Scholmeer): in de 19e eeuw gebouwd op de fundamenten van een gelijknamige Middeleeuwse stad, die door de zee werd verzwolgen. Veel van de toen verloren gegane gebouwen zijn gereconstrueerd aan de hand van oude kaarten en archeologisch onderzoek. (inwoners: 175.600)
Smalbaum (Smalboom) (inwoners: 50.360)
Smalhaim (Smalheim) (inwoners: 15.320)
Sowilanberg (Zonnenberg) (inwoners: 6.500)
Spirdung (Spitsgroeve): de hoofdstad van de gouw Walamark. Tijdens de Middeleeuwen liet een zekere graaf Ainrik een burcht bouwen naast een diepe steengroeve. Rondom de burcht vestigden zich de onderdanen van Ainrik, die in ruil voor zijn bescherming voor hem werkten. In de loop der eeuwen groeide Spirdung uit tot een trotse stad waar tradities hoog in het vaandel staan. (inwoners: 390.470)
Sprenganwalț (Sprengenwoud) (inwoners: 4.470)
Stabsburg (Stafsburg): bekend om haar vele scheepswerven. In 1998 was Stabsburg wereldwijd in het nieuws vanwege de spectaculaire tewaterlating van het Engelse cruiseschip "Cornwall", waarbij de Britse premier Tony Blair tot hilariteit van de omstanders op de verkeerde plaats stond te kijken en daardoor een nat pak opliep. (inwoners: 81.330)
Stainwurk (Steenfabriek): bij de monding van de Wisal werd in 1595 een steenfabriek gebouwd. Door de werkgelegenheid die dit opleverde, ontstond in de loop der eeuwen de hiernaar genoemde stad. (inwoners: 90.700)
Steubsand (Stuifzand) (inwoners: 45.400)
Stolburg (Troonburg): de hoofdstad van de gouw Nurțland. Tijdens de 10e eeuw stond hier de burcht van waaruit koning Segmer het land regeerde. "Stol" betekent dan ook "troon" of "stoel". (inwoners: 130.490)
Stordam (Grootdam): in Stordam bevinden zich een sterrenwacht en een synthese radio telescoop met dertig parabolische antennes. Stordam is dan ook het centrum van het Frilandse ruimteonderzoek. (inwoners: 223.560)
Strangburg (Strengburg) (inwoners: 11.570)
Sturk (Stork) (inwoners: 45.840)
Sumerțurp (Zomerdorp) (inwoners: 7.360)
Sunhau (Zonhoogte) (inwoners: 4.750)
Sunțarhaiț (Zuiderheide) (inwoners: 11.650)
Sunțfan (Zuidveen) (inwoners: 46.640)
Swaldik (Koeldijk) (inwoners: 29.000)
Swanhusan (Zwaanhuizen): Swanhusan is gebouwd op een heuvel, die zou zijn ontstaan toen een reus daar het zand uit zijn schoenen klopte. (inwoners: 32.060)
Swartbrun (Zwartbron): volgens plaatselijke legenden werd deze plek ooit bezocht door de god Țunar, die met een gouden bijl op de grond sloeg en zo een bron deed ontspringen waaruit zijn reisgezellen konden drinken. (inwoners: 45.300)
Swik (Reinheid) (inwoners: 12.400)
Ter (Pracht) (inwoners: 7.960)
Tillau (Lijnloo): tijdens de Middeleeuwen was Tillau het bolwerk van een Frilandse ridderorde, de Stahlridars. Ook werd de stad geregeld aangevallen door Ierse rovers. De bekendste bezienswaardigheid van Tillau is de Stordur, een oude stadspoort die zo groot is dat er tijdens de 17e eeuw drie huisjes bovenop werden gebouwd. (inwoners: 650.650)
Tirstain (Glanssteen) (inwoners: 18.600)
Tisfurd (Tyr's voorde) (inwoners: 80.340)
Tolsund (Tolsont): door haar ligging aan de smalle zeestraat, die toegang biedt tot de Innansai, werd hier vroeger tol geheven. (inwoners: 63.640)
Turstad (Torenstad): Turstad komt aan haar naam vanwege het grote aantal spitstorens die boven de bebouwing uitsteken. Niet alleen kerken, tempels en overheidsgebouwen zijn voorzien van torens, maar zelfs veel oude huizen en scholen hebben hun eigen torentje. Deze traditie is begonnen in de 16e eeuw, toen een rijke inwoner van de stad het waagde een hogere toren op zijn huis te zetten dan er op het stadhuis stond. Het gemeentebestuur liet dit niet op zich zitten en besloot tot de bouw van een hoge kerktoren, waarop een andere rijke burger een tempel met vier torens bouwde. Deze wedijver hield bijna twee eeuwen aan, met als gevolg dat een groot deel van de stad is voorzien van torens, de een nog mooier dan de andere. (inwoners: 54.720)
Twaibak (Tweebeek): de hoofdstad van de gouw Medga. In het buitenland vooral bekend vanwege de vliegramp die er in 1962 plaatsvond. De ramp kostte aan 131 mensen het leven en de historische binnenstad ging grotendeels verloren. (inwoners: 175.130)
Twiskhald (Tussenstop): tussenstop aan de lange kustweg langs het Sparwalț, waar o.a. een hotel, restaurant en nachtclub te vinden zijn. (inwoners: 2.105)
Ța Kritung (De Kruising): dorp op een kruispunt van wegen en spoorlijnen, vlakbij de Fergungang; de tunnel tussen Skak en Nurțland. De plaatselijke economie is sterk afhankelijk van toerisme en passerend verkeer, dat vooral behoefte heeft aan brandstof, voedsel en souvenirs. (inwoners: 6.500)
Țingfelț (Dingveld): deze nederzetting is ontstaan bij een veld waar men vroeger rechtzaken en volksvergaderingen hield. (inwoners: 19.570)
Țunarswalț (Donarswoud) (inwoners: 12.570)
Țurishaim (Thursheim): volgens de sagen stond hier vroeger het huis van een reus ("țuris" betekent reus). Nadat de reus gestorven was verviel zijn huis tot slechts de fundering ervan nog overeind stond. Voor de mensen was deze fundering een uitstekende stadsmuur, waardoor ze besloten zich daar te vestigen. (inwoners: 22.460)
Urțansul (Urth's zuil) (inwoners: 54.970)
Waițburg (Jachtburg) (inwoners: 23.650)
Walbak (Rondbeek) (inwoners: 29.500)
Waldanburg (Waldenburg): de hoofdstad van de gouw Riksga. De naam van deze stad betekent "machtige burcht", het is dan ook ontstaan rond een middeleeuwse burcht. (inwoners: 208.260)
Walighaim (Wilgheim) (inwoners: 10.200)
Welmar (Welmeer) (inwoners: 30.570)
Wen (Hoop) (inwoners: 1.470)
Wentarberg (Winterberg) (inwoners: 30.560)
Westarhult (Westerhout): deze stad staat ook bekend als "Kunung Storgaizland". In 1920 besloot een plaatselijke boer genaamd Storgaiz Harwenssun zichzelf uit te roepen tot koning van Westarhult. Hij verjoeg het gemeentebestuur, hief belastingen waarmee hij het stadhuis liet verbouwen tot zijn persoonlijke paleis, legde een harem van twintig meisjes aan en liet in het centrum van de stad een dierentuin met olifanten en kamelen bouwen. De bevolking van Westarhult vond koning Storgaiz veel sympathieker dan het saaie gemeentebestuur maar de Frilandse regering was 'not amused'. Koning Storgaiz werd door de politie uit zijn paleis gesleurd en veroordeeld tot een jarenlange gevangenisstraf. De echte Frilandse koning kon er echter wel om lachen en besloot een maand later zijn rivaal gratie te verlenen. (inwoners: 53.070)
Westarwariț (Westerwaard): een waard is een vlak land in een rivierengebied. Westarwariț beschikt over een grote hoeveelheid windmolens waarmee het hele dorp van elektriciteit kan worden voorzien. (inwoners: 3.960)
West-Runsburg (West-Rivierburg): na de laatste grenswijziging kwam deze stad precies op de grens van Friland en Hiveria te liggen, waardoor het is verdeeld in een westelijk en een oostelijk deel. De val van de Berlijnse muur was aanleiding voor de Frilandse regering om opnieuw met Hiveria te gaan spreken over de hereniging van de stad, maar omdat beide landen Runsburg als de hunne bleven beschouwen liepen de besprekingen opnieuw vast. (inwoners Frilandse deel: 128.570 / inwoners Hiveriaanse deel: 152.110 / inwoners totaal: 280.680)
Wibergan (Wijbergen) (inwoners: 26.580)
Wilgard (Kunstgaarde): al tijdens de vroege Middeleeuwen stond Wilgard bekend om haar versierde aardewerk, muurschilderingen en siersmeden. Ook nu is Wilgard een belangrijk cultureel centrum waar zich talloze artiesten en kunstenaars hebben gevestigd. (inwoners: 47.650)
Wisundfelț (Wisentveld) (inwoners: 49.570)
Witlaus (Wijsloos): zo genoemd vanwege de psychiatrische instelling die er gevestigd was. (inwoners: 29.940)
Wodansberg (Wodansberg) (inwoners: 21.000)
Wulfmor (Wolfmoer) (inwoners: 31.060)
Wun (Gelukzaligheid) (inwoners: 30.150)

Overzeese gebiedsdelen:

(Zuidelijk Domein: Frilands Antarctisch Territorium)
Algunțsland (vernoemd naar koningin Algunț): Frilandse claim op Antarctica. (inwoners: 0)
Harinsland (vernoemd naar Harin Segmersduhter): sub-antarctische eilandengroep. (inwoners: 0)

(Zuidelijk Domein: Sterneilanden)
Berghaim (Bergheem) (inwoners: 320)
Brunwalț (Bronwoud) (inwoners: 437)
Gamaburg (vernoemd naar de Portugese ontdekkingsreiziger Estêvăo da Gama): de enige nederzetting op de Westelijke Sterneilanden. (inwoners: 85)
Landwik (Landwijk) (inwoners: 516)
Marburg (Meerburg): de oudste (17e eeuw) en op één na grootste nederzetting van de Oostelijke Sterneilanden. (inwoners: 2.840)
Skalhaban (Schelphaven) (inwoners: 335)
Skaunmar (Schoonmeer) (inwoners: 207)
Storgard (Grootgaarde): de grootste nederzetting en hoofdstad van de Oostelijke Sterneilanden. (inwoners: 4.512)
Wilau (Wijloo) (inwoners: 248)

(Frilands-Tagaloa)
Akranwalț (Vruchtenwoud / Tagaloaans: Va'ofua) (inwoners: 850)
Fifaldhaban (Vlinderhaven / Tagaloaans: Taulanga Pepe) (inwoners: 5.482)
Frilandsburg (Fort Friland / Tagaloaans: Kolo Farilani) (inwoners: 4.150)
Hrisfelț (Rijstveld / Tagaloaans: Foga'ele Alaisa), landbouwcentrum waar vooral rijst wordt verbouwd. (inwoners: 1.136)
Hwarbgard (Draaigaarde / Tagaloaans: Ta'amilo), hoofdstad en ook oudste stad van Frilands-Tagaloa. De naam van deze stad verwijst naar het feit dat het, vanuit Friland gezien, aan de andere kant van de wereld ligt. (inwoners: 40.354)
Markraitsand (Parelzand / Tagaloaans: Onemalama), toeristenplaats gebouwd op palen in de lagune. (inwoners: 3.864)
Neu-Lindan (Nieuw-Lindan / Tagaloaans: Lindi Fou) (inwoners: 2.646)
Neu-Sandjau (Nieuw-Sandjau / Tagaloaans: Santiao Fou), meer informatie. (inwoners: 1.381)
Neu-Storlau (Nieuw-Storlau / Tagaloaans: Satolao Fou), tijdens de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog gesticht door vluchtelingen uit het door Hiveria veroverde Storlau, het huidige Grand Forêt. (inwoners: 1.018)
Saistern (Zeester / Tagaloaans: Samifetu) (inwoners: 5.119)
Sowilhaim (Zonneheem / Tagaloaans: Nu'ula), tweede stad van Frilands-Tagaloa, door haar liberale inslag ook wel Neu-Fransgard ("Nieuw-San Francisco") genoemd. (inwoners: 25.347)
Strandwik (Strandwijk / Tagaloaans: Nu'utahi) (inwoners: 3.653)

(Wulfmark)
Agidmunț (Inuk: akukittummut = naar Groenland): vroeger een vissersdorpje dat bij Groenland viste, tegenwoordig woont er vooral personeel van de nabijgelegen vliegbasis. (inwoners: 480)
Birkalau (Inuk: pirkalujaq = ijsberg): Arjak-dorpje dat leeft van de visserij en het aanbieden van rondleidingen en overnachtingen. (inwoners: 350)
Jaktarbrugan (Jaktarbruggen): slaapstadje voor de mijnwerkers van Gerlaug. (inwoners: 1.200)
Jarwik (Inuk: tuksiarvik = gebedsplaats): vernoemd naar het houten tempeltje dat er staat. (inwoners: 530)
Kulmar (Inuk: qakulliq = zilver + Fri: mar = meer): vooral bekend om haar kariboeteelt, maar ook als wintersportlocatie. (inwoners: 390)
Lauwariț (Inuk: tikilluarit = welkom): vissersdorpje dat ook rondvaarten over de Jugsai en excursies naar de Adaniț gletsjergrotten aanbiedt. (inwoners: 320)
Logarwik (Inuk: illoqarfik = stad): grootste nederzetting en hoofdstad van de gouw Wulfmark. Centrum van de plaatselijke gas- en olieindustrie, met haven en pijpleidingen naar Amerika en Europa. Ontstaan uit de Frilandse buitenpost Twaihudjan. In de 11e eeuw lag hier de Scandinavische nederzetting Syđribyggđ (Fri: Sunțbu). (inwoners: 3.100)
Snaigard (Sneeuwgaard): ontstaan als overslaghaven van de steenkolenmijn Kulandeup. Door de afname van de steenkoolproductie trekken veel mensen er weg. (inwoners: 830)





Hiveria:
(70 gemeenten, 4.246.140 inwoners totaal)

Abri-sur-Côte: de naam van dit dorp betekent "Schuilplaats aan de kust". Omdat het echter niet aan de kust ligt, vermoeden etymologen dat het woord "côte" een verbastering is van "Godfelț" (Goedveld), de oude Frilandse naam van die regio. (inwoners: 14.890)
Alençon: vernoemd naar koning Lothaire d'Alençon, die in 1139 Hiveria onafhankelijk verklaarde. De stad werd in de jaren 70 gesticht door Spaanse immigranten en staat ook wel bekend als Cité Espagnol of Ciudad Espańol. (inwoners: 40.710)
Ancienville (inwoners: 32.650)
Barrage: in 1638 gesticht als "Barnhill" door Schotse kolonisten, tegenwoordig vooral bekend door de aanwezigheid van een fastfoodketen waar haggis wordt verkocht. (inwoners: 24.600)
Beaucité (inwoners: 56.890)
Beauvoir (inwoners: 42.300)
Bois-de-Saint (Raginlau) (inwoners: 1.600)
Bonheur (inwoners: 56.100)
Brécy (inwoners: 24.090)
Brillant: naast de haven is Brillant vooral bekend door het fokken van honden. Elk jaar wordt er een grote hondenshow gehouden waaraan mensen uit heel Europa meedoen. (inwoners: 46.380)
Châteaubrille: wat New Orleans is voor de jazz en Volendam voor de schlager, is Châteaubrille voor de Hiveriaanse chanson. Niet alleen is dit de bakermat van deze muziekstijl, maar ook veel beroemde Hiveriaanse chansonnières zijn hier geboren, zoals Philippe Charpentier en Girard Lefevre. Bij het Hiveriaanse chanson wordt de zang traditioneel begeleid door een accordeon en een mondharmonica. (inwoners: 134.030)
Château l'Est (Austanburg): toen Oost-Walamark nog bij Friland hoorde, werd bij een doorwaadbare plaats in de Ruisseau (Rițar) een burcht gebouwd als bescherming tegen de Hiveriaanse veroveraars. Dit bleek geen overbodige luxe want in de 12e eeuw speelde de Austanburg een sleutelrol in de strijd tussen Friland en Hiveria, waarbij het eerst in Hiveriaanse handen viel en daarna weer werd terugveroverd. Door het behoud van de Austanburg wist Friland de Hiverianen aan de Rițar tot staan te brengen en te voorkomen dat ook Walamark in hun handen viel. Door het strategische belang van de Austanburg groeide het in de loop van eeuwen uit tot een van de spectaculairste burchten van Friland. Ironisch gezien viel de Austanburg uiteindelijk zonder strijd in Hiveriaanse handen; een omgekochte Frilandse boer vergiftigde de verdedigers en opende de poort. Tegenwoordig is de volledig intacte burcht nog steeds te bezichtigen; in 1994 was het korte tijd in het nieuws toen plaatselijke studenten zich verschansten in een van de torens en de Hiveriaanse vlag die erop wapperde vervingen door een Frilandse. (inwoners: 12.870)
Court de l'Église (inwoners: 10.700)
Crique du Chevaux: de naam van dit dorp is afgeleid van het Frilandse Ehwanbak, wat "Paardenbeek" betekent. Tijdens een plundertocht in Frilands gebied probeerde een groep Hiveriaanse kruisridders de plaatselijke beek over te steken. Hun paarden bleken echter zo zwaar beladen te zijn met buitgemaakt goud dat ze onder water werden getrokken. Drieëntwintig paarden en vijftien ridders verdronken. Hun lijken werden samen met het goud teruggevonden door vissers, die daardoor zo rijk werden dat ze nooit meer hoefden te vissen. (inwoners: 9.630)
Danab: Danab is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en tevens een grote havenstad. Haar ligging is met name gunstig voor de handel met IJsland. (inwoners: 270.360)
Deuxchâteau (Twaiburg): in 1964 was deze stad het toneel van een massale demonstratie tegen de Hiveriaanse bezetting van Oost-Walamark, de tegenwoordige provincie Solaria. Ondanks internationale druk besloot Hiveria op gewelddadige wijze een einde te maken aan de betoging, hierbij kwamen bijna tweehonderd mensen om het leven. (inwoners: 80.450)
Ferme-sur-Glaise: de naam van dit dorp is afgeleid van het Frilandse "Klajburangard" (Kleiboerderij). Een vermeende beschieting van dit dorp was één van de oorzaken van het uitbreken van de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog. (inwoners: 7.800)
Fort de Guy: deze stad is ontstaan rond de burcht van Guy le Breton, de Normandische edelman die Hiveria stichtte. Hij bouwde de burcht niet ver van de plaats waar hij met zijn leger was geland en ligt er begraven in de kapel van sint Bonifatius. (inwoners: 35.060)
Grand Forêt (Storlau): volgens de legenden is Storlau gesticht door een krijgsheer genaamd Berharduz, die na een verloren veldslag met zijn mannen en hun families het woud invluchtte om aan de wraak van de winnaars te ontsnappen. Ten oosten van de stad vond in 1142 de slag bij Storlau plaats, waarin de Frilandse koning Tiswald het Hiveriaanse kruisleger wist te verslaan. (inwoners: 35.790)
Grandeau (inwoners: 6.400)
Grionne (inwoners: 78.000)
Hameau (inwoners: 20.940)
Hautville (Haustad): in 1893 ontvluchtte de bevolking massaal de stad nadat twee herders waren aangevallen door een roedel wolven. In het nabijgelegen Swarta Wid (Zwarte Woud) zouden weerwolven huizen en bovendien zou het er spoken, wat de angst van de bijgelovige dorpelingen nog eens extra aanwakkerde. In Friland worden ongegronde angst en paranoia daarom ook wel "Haustadfrais" (Haustadvrees) genoemd. (inwoners: 12.500)
Heunia: Heunia is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Het is in de 14e eeuw gesticht door Normandische veroveraars. De strategische ligging van Heunia was echter niet alleen van militair belang; ook de handel floreerde er, met als gevolg dat Heunia uitgroeide tot een van de rijkste steden van Hiveria. (inwoners: 553.840)
Lapider Peu (inwoners: 23.680)
La Rade: de belangrijkste havenstad van Hiveria. De grootste bezienswaardigheid is de Pont Millénaire, de 916 meter lange brug die in het jaar 2000 feestelijk werd geopend. (inwoners: 447.745)
La Roche (inwoners: 31.390)
Lac d'Élan: beter bekend onder haar historische, Frilandse naam: Algsmar. In de Eerste Frilands-Hiveriaanse Oorlog vond hier de Slag bij Algsmar plaats. (inwoners: 7.235)
Lasieux (inwoners: 16.700)
Le Citadin (inwoners: 52.970)
Le Gisement (inwoners: 13.680)
Le Moulin: ten zuidoosten van Le Moulin ligt de vliegbasis Atlantique, die voor zoveel geluidsoverlast zorgt dat de inwoners van Le Moulin een actiecomité hebben opgericht om het te laten sluiten. De verantwoordelijke minister zei dat hij nog liever het dorp zou laten sluiten, met als gevolg een dagenlange oproer waarbij twee straaljagers in brand werden gestoken en een helikopter werd gestolen. (inwoners: 25.600)
Le Peuplement (inwoners: 14.850)
Libonne (inwoners: 2.800)
Loger Blanc (Hwithus): in deze stad woedt een felle taalstrijd en de Hiveriaanse regering moet bijna wekelijks alle Franstalige borden vervangen omdat ze door de grotendeels Frilandse bevolking worden verwijderd of vervangen door exemplaren in het Frilands. (inwoners: 69.300)
Louisville: de meest multiculturele stad van Hiveria; met 174 nationaliteiten overtreft het zelfs de hoofdstad St. Gérard. Een van de grootste bezienswaardigheden van de stad is het Stenhuit, een veld met ontelbare steencirkels uit de ijzertijd. Stenhuit is trouwens een verbastering van de Frilandse naam Stainwid, wat "steenwoud" betekend. (inwoners: 56.380)
Madine: in 1988 gesticht door Arabische immigranten, die werden aangetrokken om de dunbevolkte provincie Danab te ontwikkelen. De naam Madine is dan ook afgeleid van het Arabische "Al Madinah" (De Stad). Tegenwoordig bestaat bijna 65% van de inwoners van Madine uit Moslims, voornamelijk uit Turkije, Marokko en Irak. De grootste bezienswaardigheid van de stad is de Masjid al-Jamme ("Grote Moskee"), waarvan de koepel is versierd met bladgoud. (inwoners: 37.090)
Maisonville: alom beschouwd als de grootste uithoek van Hiveria. Toen het dorp in 1952 op het wegennet werd aangesloten bleek dat bijna de helft van de inwoners nog over paard en wagen beschikte. (inwoners: 8.030)
Orange (inwoners: 38.660)
Paître (inwoners: 62.560)
Parfleur: deze havenstad wordt door haar ligging in het moeras ook wel Hiveriaans Venetië genoemd. (inwoners: 51.600)
Petit Colline (Lutilberg): Petit Colline is een klein dorpje dat rond een heuvelfort is ontstaan, het fort zelf is gereconstrueerd en dient nu als openluchtmuseum. (inwoners: 21.560)
Pierrecité (Staințurp): in deze stad is de visserij een van de belangrijkste inkomstenbronnen. Kenmerkend voor de stad zijn haar rode zeilschepen. (inwoners: 71.640)
Quartier (inwoners: 69.500)
Runsbourg-Est (Aust-Runsburg): in tweeën gedeeld door prikkeldraadversperringen en betonblokken die dwars door de hele stad lopen en het Frilandse deel van het Hiveriaanse deel scheiden. Beide landen maken aanspraak op de stad en er zijn grote spanningen tussen de oorspronkelijke Frilandse bewoners van Runsburg en de Hiveriaanse bewoners die er later zijn komen wonen. In de straten van Runsburg hangt dan ook een grimmige sfeer. (inwoners Hiveriaanse deel: 152.110 / inwoners Frilandse deel: 128.570 / inwoners totaal: 280.680)
San Carlos: in 1985 gesticht door immigranten uit Spanje en Portugal, aan wie de stad haar Spaanse naam te danken heeft. San Carlos staat bekend om haar witte huisjes in Mediterrane stijl. (inwoners: 21.570)
Solaria (Sugila): Solaria is de hoofdstad van de gelijknamige provincie, waarin de meerderheid van de bevolking uit Frilanders bestaat. De oorspronkelijke naam van Solaria was Sugila, dat in de 7e eeuw werd gesticht door een krijgsheer genaamd Wilahanduz. (inwoners: 326.940)
St. Gérard: St. Gérard is de hoofdstad van Hiveria. De grootste bezienswaardigheden van de stad zijn het Hiveria stadion en La Cathedrale Saint Gérard, waarnaar de stad is vernoemd. (inwoners: 703.020)
St. Jean-Baptiste (inwoners: 43.650)
St. Michèl: de Frilandse naam van dit dorp was Alfadersberg. Voordat Hiveria bestond was hier een grote offerheuvel waar tijdens de winterzonnewende grote feesten werden gehouden. Eenmaal onder Hiveriaanse heerschappij werd het gebied gekerstend en bouwde men op de offerheuvel een kerk, dat gewijd werd aan de aartsengel Michaël. (inwoners: 33.570)
Valaise (inwoners: 47.000)
Valtrois (inwoners: 26.730)

Overzeese gebiedsdelen:

(Esrayette)
Adèche: ontstaan als herderskamp, later een piratenbolwerk en tegenwoordig bekend om haar natuurschoon. (inwoners: 1.200)
Bayenne: het agrarisch centrum van Dalitte. (inwoners: 3.800)
Bougitte: ooit een verlaten hut in de woestijn, tegenwoordig een groene oase waar het welvarende deel der bevolking woont. (inwoners: 3.290)
Cadais: visserdorp dat is gebouwd op een rots. (inwoners: 960)
Casouar: bekend om haar boerenmarkt en mooie uitzichten. (inwoners: 5.600)
Enouan: toeristenplaatsje dat excursies in de woestijn aanbiedt. (inwoners: 500)
Essédan: slaapstadje voor mensen die in Port Gaudin werken. (inwoners: 6.200)
Essouc: hier wonen vooral Sahrawi, die hier ooit kwamen als vissers en kooplieden, maar ook recente vluchtelingen uit de Westelijke Sahara. (inwoners: 800)
Ètran: de naam van deze plaats verwijst naar haar vuurtoren, die bij het naderen leek te rijzen als een ster vanuit de oceaan. (inwoners: 3.500)
Fort Louisville: vernoemd naar het Hiveriaanse Louisville. Het 17e eeuwse fort is als ruïne te bezichtigen en het plaatsje is nu vooral een overstapplaats tussen meerdere veerlijnen. (inwoners: 1.300)
Jambonne: bekend door de productie van palmsiroop. (inwoners: 5.100)
Lebdas: bekend om haar visserij, natuurschoon en oude bibliotheek, waarin historische manuscripten en religieuze werken worden bewaard. (inwoners: 1.100)
Lemette: het agrarisch centrum van Vetillan. (inwoners: 5.300)
Manais: grensplaatsje waar vooral Imraguen wonen. (inwoners: 450)
Marignac: de naam verwijst naar Sint-Maarten/Martinus, voor wie hier ooit een kerk werd gebouwd. (inwoners: 1.700)
Port d'Afrique: gebouwd in de 19e eeuw wegens behoefte aan een grote haven en administratief centrum voor het schiereiland Serrat. (inwoners: 29.000)
Port Gaudin: vernoemd naar Guillaume Gaudin. Hoofdstad van Esrayette en zetel van de gouverneur. De stad staat bekend om haar haven, industrie, zakenleven, horeca, toerisme, kunstscène, hoogbouw, rode trams en botanische tuinen. (inwoners: 80.000)
Ségoudan: volgens de overlevering vond een visser hier een fles in zijn netten, waarin een geest zat opgesloten. Als dank voor zijn bevrijding toverde deze op een nabije heuveltop een huis voor de visser en diens gezin; het begin van Ségoudan. (inwoners: 7.000)



Beaucité - Église Sainte Marie