Lindan




Lindan ligt in het zuidoosten van de gouw Riksga, waar de Skaujar uitmondt in de Atlantische Oceaan. Door haar lucht- en zeehaven wordt de stad gezien als de toegangspoort tot Friland. Het merendeel van de mensen die het land bezoekt of zich er wil vestigen, komt binnen via Lindan.
        De stad heeft 626.750 inwoners, waarvan het merendeel uit Frilanders bestaat. 0,5% van de bevolking heeft een migratieachtergrond; dit betreft vooral EU-burgers, Britten en Hiverianen. Ook heeft de stad een kleine Joodse gemeenschap. 46% van de bevolking is aanhanger van Ferna Sed, 43% is niet gelovig, 8,93% is Christelijk (5,3% Protestant, 3,5% Katholiek en 0,13% overige denominaties), 0,07% is Joods en 2% heeft een ander geloof of liet de vraag onbeantwoord. Vrijwel de gehele bevolking spreekt Frilands, waarvan 99,7% als eerste taal. Overige talen zijn Engels, Frans en Jiddisch.


Belangrijke plaatsen
Belangrijke plaatsen zijn op de kaart aangegeven met een nummer, deze worden hieronder beschreven.

1. Station Lindan Luchthaven
Treinstation.

2. Vliegersplein
Het Vliegersplein (Fri: Fleugarsrum) ontleent haar naam aan de vele piloten die in het alhier gelegen Hotel da Vinci (Fri: Gasthus da Wintsji) logeren. Ook zijn er veel belastingvrije winkels te vinden.

3. Vreemdelingenopvang
Migranten en asielzoekers worden opgevangen in Vreemdelingenopvang Lindan (Fri: Walahanhaim Lindan), waar zij verblijven tot hun toelating of uitzetting. De opvang is regelmatig onderwerp van discussie over het Frilandse immigratiebeleid.

4. Schouwburg Gisalberht
Schouwburg Gisalberht (Fri: Laiksal Gisalberht) is vernoemd naar dichter en toneelschrijver Gisalberht Hugssun (1687-1779).

5. Universiteit van Lindan
Eén van Friland's grootste universiteiten.

6. Beurshallen
De Beurshallen (Fri: Kauphallan) vormen samen een groot congrescentrum voor internationale congressen, vergaderingen, beurzen, tentoonstellingen, evenementen, enzovoort. Het beschikt ook over een hotel, restaurant en andere voorzieningen.

7. Station Lindan Zeehaven
Treinstation.

8. Smeerbrink
De Smeerbrink (Fri: Smerbrenk) is een plein bij de zeehaven met kroegen, bordelen, nachtclubs, casino's en goedkope hotels voor zeelieden en andere bezoekers van de haven.

9. Lucht-zee-land-as
De Luchtzeelandas (Fri: Luftsailandahs) is een belangrijke weg die de luchthaven, zeehaven en het centrum verbindt. Hier bevinden zich veel winkels, horeca en andere voorzieningen.

10. Anidanwariþ kazerne
Hoofdkwartier van de Markhod (Grenshandhaving).

11. Scheepvaartmuseum
Het Frilands Scheepvaartmuseum (Fri: Frilandisk Saifardutstallung) met, onder andere, de gereconstrueerde 17e eeuwse driemaster Kernauskak ("Cape Cornwall"), fregat FS Wilhand (toenmalige koning, 1925) en onderzeeboot FS Tigarhan ("Tijgerhaai", 1943).

12. Agstain
Heilige steen van de zeegod Ag, veel zeelieden brengen hier een offer voor vertrek.

13. Anghildsburg
Oorspronkelijk een fort om aanvallen vanuit zee te weerstaan, gebouwd in 1593 nadat Barbarijse zeerovers Gennung overvielen en prinses Anghild ontvoerden, naar wie het fort is genoemd. Tegenwoordig is het complex in gebruik als museum en watersportcentrum.

14. Harmoniestadion
Het Harmoniestadion (Fri: Hlekwadhreng) is één van de grootste stadions van Friland met, onder andere, een voetbalveld en atletiekbaan. Ook worden er concerten georganiseerd.

15. Dierentuin Lindan
Dierentuin Lindan (Fri: Deuzgardil Lindan) is opgericht in 1920. Oorspronkelijk werden er dieren uit de overzeese gebiedsdelen tentoongesteld, zoals pinguïns, schildpadden, ijsberen, slangen en papegaaien. Ook de vlindertuin dateert uit deze periode. Tegenwoordig is er een veelvoud aan dieren te bewonderen.

16. Universitair Ziekenhuis
Het Universitair Ziekenhuis Lindan (Fri: Hauskolisk Seukanhus Lindan) biedt tevens onderdak aan stichting "Helpiþ þin gaman" (HÞG), een internationaal opererende hulporganisatie.

17. Beth Shalom Synagoge
De Beth Shalom Synagoge (Fri: Beþ Sjalom Sinagoga) is het gebedshuis van de Joodse gemeenschap in Lindan.

18. Sint-Maria Magdalenakerk
De Katholieke Sint-Maria Magdalenakerk (Fri: Wi-Marija Mahtaulainkirik), gebouwd in neogotische stijl.

19. Nazaretskerk
De Protestantse Nazaretskerk (Fri: Nazaraiþskirik), gevestigd in een voormalige, 19e eeuwse houtzagerij.

20. Joodse begraafplaats
Joodse begraafplaats Sha'arai Shomayim (Fri: Judisk grabfelþ Sja-arej Sjomajim), hier bevindt zich het graf van mensenrechtenactivist Arijel Galinski Urissun.

21. Grote begraafplaats
De Grote begraafplaats (Fri: Stora grabfelþ) heeft een algemeen en een Ferna Sed gedeelte. Hier begraven zijn, onder andere, architect Segþunar Friwaldssun en kunstenares Hildrun Agþesduhter.

22. Christelijke begraafplaats
Christelijke begraafplaats Nieuw-Golgotha (Fri: Kristalik grabfelþ Neu-Gaulgauþa) heeft o.a. een Protestants en Katholiek deel. Hier bevindt zich het graf van schrijver Þeudgeld Wendilssun.

23. Þunarbrun
Heilige bron van de dondergod Þunar. Hieruit drinken zou allerhande kwalen genezen.

24. Zienerestempel
De Zienerestempel (Fri: Weitaginwi) is een Ferna Sed tempel, vernoemd naar de 17e-eeuwse zieneres Þeudhild þa Saiwalsenþarin, die er diensten hield en uiteindelijk ook begraven werd.

25. Station Lindan Centraal
Treinstation.

26. Leeuwerikpark
Het Leeuwerikpark (Fri: Laiwarikgardil) is het grootste park van Lindan. Het staat bekend om zijn vele treurwilgen en uitgestrekte grasvelden, waarop regelmatig evenementen worden georganiseerd.

27. Stadhuis
Het stadhuis, gebouwd in 2020 naar een ontwerp van Segþunar Friwaldssun.

28. Pier
De Lindanse pier (Fri: Lindaniska saibrug), met draaimolen, restaurant en observatieruimte.

29. Beeld "De Zeemansmoeder"
De Zeemansmoeder (Fri: Þa Saimansmoder) is een bekend standbeeld van een oude vrouw die op haar zeevarende zoon wacht.



Wijken
Hieronder vindt u een lijst van alle wijken in Lindan.

  • Aikanhaim ("Eikenheem")
  • Aldstad ("Oude Stad")
  • Anidanwariþ ("Eendenwaard")
  • Dwerganbrok ("Dwergenmoeras")
  • Fasanlau ("Fazantbos")
  • Hauskolwik ("Universiteitwijk")
  • Kredhulm ("Paddeneiland")
  • Sehsfurk ("Zessprong")
  • Skaujarbuht ("Skaujarbocht")
  • Skipsdur ("Scheepspoort")
  • Suterwik ("Schoenmakerwijk")
  • Twigfelþ ("Twijgveld")
  • Welhrust ("Welhorst")
  • Welþhagan ("Wildhagen")

    Manfriþsdrugt ("Manfredspolder") valt onder de gemeente Lindan maar is geen onderdeel van de stad zelf.



    Zeehaven
    De haven van Lindan is voornamelijk een overslaghaven, al ontvangt het ook passagiersschepen. Het is al eeuwenlang het grootste havencomplex van Friland, mede door de nabijheid van grote steden en rivieren. Het complex bestaat uit de volgende havens, die zijn vernoemd naar de goederen die er werden/worden verwerkt en naar buitenlandse havensteden waar deze goederen vandaan komen of naartoe gaan:

    (volgorde van west naar oost, met code op de kaart)

  • HF: Halifaksrip (Halifaxkade)
  • NJ: Neu-Jorwikrip (New Yorkkade)
  • SH: Sjanghairip (Shanghaikade)
  • RD: Rotardamrip (Rotterdamkade)
  • AW: Andwerprip (Antwerpenkade)
  • HH: Hulþhabanrip (Le Havrekade)
  • FN: Foinrip (Foyneskade)
  • BS: Brigstorip (Bristolkade)
  • OL: Oleirip (Oliekade)
  • OK: Obkunstrip (Chemiekade)
  • AT: Arutrip (Ertskade)
  • HT: Hultrip (Houtkade)
  • BZ: Barizrip (Graankade)



    Luchthaven
    Nationale luchthaven Lindan (Fri: Rikslufthaban Lindan) is Friland's grootste en belangrijkste luchthaven. De meeste vluchten van en naar het buitenland gaan via Lindan. De luchthaven heeft zes start- en landingsbanen:

  • A. Haiþban (Heidebaan)
  • B. Mujanban (Muggenbaan)
  • C. Þwerban (Dwarsbaan)
  • D. Westhaimban (Amerikabaan)
  • E. Murganlandban (Aziëbaan)
  • F. Ebandlandban (Europabaan)



    Geschiedenis

    Stichting
    Lindan werd in de 1e eeuw gesticht door krijgsheer Segumerjaz Sturaldung Harjagastisunuz, in het modern Frilands Segmer Sturaldung Hargastssun genoemd. Het lag aan de monding van de Skaujar, die toentertijd iets verder naar het oosten afboog. De huidige Hreudpol en Þemstarkelk zijn overblijfselen hiervan. De nederzetting bestond uit een haven, werkplaatsen, boerderijen en een heuvelfort, waar Segumerjaz en zijn gevolg woonden. De haven was er dus al vanaf het begin en de geschiedenis van Lindan is er onlosmakelijk mee verbonden.
            De nederzetting werd "Sa Lendjoz" genoemd; "De Linden" in het Atlantisch Germaans. In het Frilands ontwikkelde dit zich tot "Þa Lendan" en uiteindelijk verbasterde het tot "Lindan". Vermoedelijk bevonden zich in de omgeving veel lindebomen of werden deze er aangeplant. De linde is een heilige boom die wordt geassocieërd met de godin Fro. De boom wordt onder andere gebruikt voor zijn hout en schors, ook worden er thee en medicijnen van gemaakt.

    Krijgsheren
    Segumerjaz was een afstammeling van Sturaldiz (323 v.Chr. - 264 v.Chr.), de eerste Frilandse koning, en een neef van koning Ansugisalaz (45-71), die in het jaar 71 kinderloos overleed. Hierdoor ontstond strijd om zijn opvolging, waarin ook Segumerjaz zich mengde. Deze tijd staat bekend als de 2e koningloze periode (71-785), die meer dan zeven eeuwen duurde en waarover relatief weinig bekend is wegens gebrek aan schriftelijke bronnen. In deze periode viel het Koninkrijk Friland uiteen in een lappendeken van kleine staatjes, bestuurd door plaatselijke adel; de harjarbudan ("krijgsheergebieden"). Ook Lindan en omgeving vormden zo'n staatje.
            Na een vruchteloze poging zich tot koning te laten kronen, veroverde Segumerjaz Arinahaimaz (Arinhaim) en ondernam hij een mislukte aanval op Tilolauhaz (Tillau), dat na de vernietiging van Neujastadiz enige tijd als hoofdstad diende. De huidige hoofdstad Riksgard werd overigens pas gesticht in 970. Koning van Friland zou hij nooit worden, maar Segumerjaz bleef tot zijn dood de heerser van het harjarbud Lindan.
            Na het herstel van de monarchie in 785 bloeide de economie op en nam Lindan's belang als havenstad sterk toe. Lindan bestond in die tijd uit het huidige Aldstad, beschermd door een ringwal. De haven lag toen nog ten oosten daarvan, maar wegens ruimtegebrek werden de activiteiten ook uitgebreid naar de westzijde van de Skaujar, waar de haven tegenwoordig ligt.

    Middeleeuwen
    Na bijna vijf eeuwen voorspoed braken er voor Lindan zware tijden aan; de pestepidemie in Europa en het daaropvolgende isolement deden de overzeese handel ineenstorten. Door de toenemende armoede en onvrede moest koning Gisalhar het veld ruimen, gevolgd door de 3e koningloze periode (1264-1432). Lindan kwam opnieuw onder bestuur van een plaatselijke krijgsheer: Gunþbalþ Tiswaldung Gisalharssun, een zoon van koning Gisalhar. Ook hij probeerde tevergeefs de troon te veroveren maar moest zich uiteindelijk tevreden stellen met het verarmde Lindan.
            Gunþbalþ's zoon en opvolger, Gisalhar Tiswaldung Gunþbalþssun, streed met meerdere rivalen om de macht in Riksga en verbeterde daarom Lindan's verdedigingswerken. Zo voorzag hij Aldstad van een gracht; de Warjar ("Weerder" of "Verdediger"). Fasanlau, waar nog vooral boerderijen en akkers lagen, kreeg een aarden wal. De haven, die inmiddels volledig op de westoever lag, werd ommuurd en voorzien van een waterpoort, waardoor de schepen binnenkwamen. Skipsdur (Scheepspoort), de huidige naam van de haven, is hiervan afgeleid.

    Religieuze spanningen
    De armoede en toenemende onrust zorgden ook voor spanningen in Lindan. Doordat veel mensen uit het overwegend Christelijke Walamark zich in de havenstad hadden gevestigd, was er een relatief grote Christelijke minderheid ontstaan. Buiten de stadswal, in de huidige wijk Skaujarbuht, hadden zij Lindan's eerste kerk gebouwd; de Sint-Bartholomeuskerk (Fri: Wi-Barþaulaumaikirik). De bevolking van Lindan, die overwegend uit Ferna Sed aanhangers bestond, wantrouwde de Christenen omdat zij het geloof van aartsvijand Hiveria aanhingen.
            Op 14 september 1304 werd Akwesrik, de zoon van krijgsheer Gisalhar, tijdens een ruzie in de kroeg doodgestoken door een Christen. Er ontstonden geruchten dat dit in opdracht van Hiveria zou zijn gebeurd en al snel sloeg de vlam in de pan; boze burgers plunderden de Sint-Bartholomeuskerk en brandden deze tot de grond toe af. Als reactie trokken enkele Christenen de heilige Agstain omver en doodden twee gudars (Ferna Sed priesters) die dit probeerden te voorkomen. Ferna Sedars verdronken hierop twintig vooraanstaande Christenen als offer aan de zeegod Ag. Krijgsheer Gisalhar, die na de moord op zijn zoon alle redelijkheid had laten varen, koos partij en gebood alle Christenen de stad te verlaten. Pas in de 19e eeuw ontstond in Lindan weer een omvangrijke Christelijke gemeenschap.

    Groei
    In de 16e eeuw werd de Flodgrabt ("Vloedgracht") aangelegd om overtollig water van de Skaujar te kunnen afvoeren. Dit maakte bovendien de haven beter verdedigbaar, die inmiddels Lindan's belangrijkste bron van inkomsten was geworden. De stad groeide als kool; in het westen ontstonden de wijken Anidanwariþ en Twigfelþ en in het oosten Sehsfurk en Dwerganbrok. Op Kredhulm, een drassig eiland aan de monding van de Skaujar, werd in 1593 fort Anghildsburg gebouwd om de stad en haar haven beter te kunnen verdedigen tegen aanvallen vanuit zee.
            Aan het einde van de 19e eeuw vertrokken enkele tientallen berooide handelaren met hun gezinnen naar Frilands-Tagaloa om daar geld te verdienen met de handel in rijst en vruchten. Op het eiland Sumerland stichtten zij het dorpje Neu-Lindan ("Nieuw-Lindan"), vernoemd naar hun stad van oorsprong. Tegenwoordig onderhouden de twee plaatsen nog steeds een vriendschapsband.

    Luchtvaart
    In 1915 begonnen enkele luchtvaartpioniers, waaronder Manfriþ Tiswardssun, te experimenteren met zelfgebouwde luchtballonnen en twee gehuurde Britse vliegtuigjes. Hiervoor werd een weiland in het huidige Aikanhaim aangekocht en voorzien van een start- en landingsbaan. Het leger, dat interesse had in de nieuwe vliegmachines, nam een deel van de kosten op zich.
            In 1922 richtte Manfriþ het Frilandiska Luftfardganautskap (FL) op; de Frilandse nationale luchtvaartmaatschappij. Vanaf het vliegveldje in Aikanhaim verzorgde het FL goederen- en passagiersvluchten met ballonnen en luchtschepen, later ook met dubbeldekkers. In 1929 maakte Manfriþ de eerste Frilandse transatlantische vlucht van Lindan naar New York. Het toestel verongelukte echter tijdens de landing, waarbij Manfriþ en zijn passagiers het leven lieten.

    Plan Hagalrad
    Rond 1960 waren zowel de zeehaven als de luchthaven te klein geworden en moest er worden uitgebreid. Locaties ten noorden en oosten van Lindan werden ongeschikt bevonden, waarna ingenieur Hagalrad Storhelmssun Plan Hagalrad (Fri: Andwarp Hagalrad) bedacht. Het miljardenproject voorzag in de aanleg van een polder ten westen van de stad, waarop een volledig nieuwe luchthaven zou worden gebouwd. De oude luchthaven, die inmiddels geheel Aikanhaim besloeg, zou plaatsmaken voor industrie en een uitbreiding van de zeehaven.
            Na bijna dertig jaar politieke discussie over het nut en de kosten van het plan, kreeg het eindelijk groen licht: in 1989 werd begonnen met de drooglegging van de naar luchtvaartpionier Manfriþ Tiswardssun genoemde Manfriþsdrugt (Manfredspolder), omringd door de Hrengfard (Ringvaart). De aanleg van de nieuwe luchthaven, de uitbreiding van de zeehaven en de bouw van het industriegebied werden voltooid in 1996.

    Huidige situatie
    Lindan behoort inmiddels tot de grootste steden van Friland. Ook is het 's lands grootste en belangrijkste lucht- en zeehaven en, in zekere zin, haar venster op de wereld. De meeste mensen die het land betreden, maken als eerste kennis met Lindan en blijven er vaak hangen voor de bezienswaardigheden, het nachtleven of het strand. Sinds 1995 wordt in de haven, van 25 tot 29 juli, het vijfjaarlijkse maritieme evenement Lindan Sail gehouden. Hierop kan het publiek monumentale zeilschepen, marineschepen andere bijzondere vaartuigen bezichtigen.