Esrayette




Esrayette is een overzees gebiedsdeel van de Republiek Hiveria, gelegen aan de westkust van Afrika.


Algemene informatie
Esrayette (Tamaxluk: t-esray-et / ⵜⴻⵛⵔⴰⵢⴻⵜ) bevindt zich in dezelfde tijdzone als Europees Hiveria: Coordinated Universal Time (UTC), ook wel bekend als Greenwich Mean Time (GMT). Het gebied is over land te bereiken vanuit Mauritanië. Ook gaat er een rechtstreekse vlucht naartoe vanuit de Hiveriaanse hoofdstad St. Gérard. In de regio zijn huurauto's, buslijnen, taxi's, veerboten en watertaxi's beschikbaar. Reizigers die de woestijn in gaan wordt aangeraden voldoende water en een gids mee te nemen.

Geografie
Esrayette, ook wel Îles d'Esrayette (Eilanden van Esrayette) genoemd, ligt in de Maghreb (Noordwest-Afrika) en bevindt zich aan het westelijke uiteinde van de Sahara. Het bestaat uit het aan Mauritanië grenzende schiereiland Serrat en zeven eilanden, waarvan Vetillan en Dalitte de grootste zijn. De eilanden zijn onderdeel van Macaronesië en qua landoppervlakte vergelijkbaar met het nabijgelegen Kaapverdië, al liggen de eilanden veel dichter bijeen en is slechts een deel ervan bewoonbaar.
        Het landschap wordt beheerst door de Sahara en bestaat grotendeels uit woestijn. De westelijke eilanden Vetillan en Dalitte zijn gematigder en deels geschikt voor landbouw. Esrayette heeft een woestijnklimaat en is heet, zonnig en droog. Er komen regelmatig zandstormen voor. De gemiddelde temperatuur ligt tussen de 29 en 35 graden Celsius, met uitschieters naar 46 graden. Op de meest westelijke eilanden is het iets koeler en aangenamer.

Flora en fauna
In het grootste deel van Esrayette is er geen of slechts beperkte vegetatie zoals gras, tamarisk, acacia, springzaad en wolfsmelk. Op de westelijke eilanden zijn de den, eik en tamme kastanje geïntroduceerd.
        Het gebied kent vele vogelsoorten, zoals de flamingo, pelikaan, aasgier, stern, wulp, breedbekstrandloper, plevier, kanoet, tureluur, rosse grutto, lepelaar, Afrikaanse dwergaalscholver en reiger. Veel voorkomende zoogdieren zijn de dromedaris, dorcasgazelle, vleermuis, woestijnvos (fennek), zandkat, Afrikaanse wilde kat, genetkat, geit, muis, geelgroene meerkat en vervet. Veel van deze soorten zijn later geïntroduceerd. Hetzelfde geldt voor vee en huisdieren zoals schapen, kippen en honden. Wat reptielen betreft leven er verscheidene soorten schildpadden, hagedissen, skinken, gekko's en slangen. In de wateren rondom Esrayette leven de zeehond, dolfijn, bruinvis, orka en walvis.
        Ongewervelden worden vertegenwoordigd door krabben, kreeften, vlinders, motten, bijen, mieren, schorpioenen en spinnen. Een uitsluitend in Esrayette voorkomende soort is de duivelspin (Avicularia diabolicus), behorende tot de vogelspinnen. Het heeft een lichaamslengte tot 10 cm en een pootspanwijdte tot 28 cm. De spin is snel, agressief en verdedigt zich met zijn brandharen en giftanden. Door zijn voorliefde voor schoenen, keukenkastjes en warme bedden is de duivelspin één van Esrayette's minst populaire dieren.

Bestuur

Vlag van Esrayette
Esrayette is een overzeese provincie van de Republiek Hiveria. Het provinciaal parlement (Conseil Provincial) zetelt in Port Gaudin en wordt geleid door een gouverneur.
        De vlag van Esrayette bestaat uit de paarswit geblokte vlag van Hiveria met daarop het Assaque-symbool (Tamaxluk: t-assaq-q = eenheid), welke staat voor de verbondenheid tussen de oorspronkelijke Berberbevolking en de Hiveriaanse nieuwkomers. Het symbool is een combinatie van het Latijnse kruis, dat staat voor de Hiveriaanse en Christelijke identiteit, en de Tifinagh-letter "yaz" (ⵣ), het symbool van de Berbers.
        Naar schatting 35% van de bevolking van Esrayette is voorstander van meer autonomie, 10% is voor volledige onafhankelijkheid. Er zijn drie gewelddadige groepen actief: Esrayette Démocratique (ED, "Democratisch Esrayette") beschouwt Hiveria als een dictatuur en eist nieuwe, eerlijke verkiezingen. Esrayette Libre (EL, Vrij Esrayette) wil een onafhankelijke staat voor de Berberbevolking en het Islamitisch Front voor de Bevrijding van al-Asra (al-jabhat al'iislamiat litahrir al-asra, الجبهة الإسلامية لتحرير الاسرا) wil van Esrayette (Arabisch: al-Asra) een Islamitisch kalifaat maken.

Demografie
In totaal heeft Esrayette 160.000 inwoners, waarvan 60% Jaunes (Europese Hiverianen) en 40% Berbers (hoofdzakelijk Tamaxluk en een kleiner aantal Sahrawi en Imraguen). De Jaunes vormen een meerderheid op de dichtbevolkte eilanden Vetillan en Dalitte. Op het schiereiland Serrat zijn de Tamaxluk het meest talrijk. Sahrawi zijn te vinden in de plaats Essouc en de Imraguen wonen vooral in kleine vissersgemeenschappen langs de zuidkust van Serrat. Het aantal mensen dat illegaal in Esrayette verblijft wordt geschat op zo'n 20.000 (11% van de bevolking). Het merendeel hiervan komt uit Marokko, de Westelijke Sahara, Mauritanië, Senegal en Mali. Deze groep is niet opgenomen in de genoemde statistieken.
        97% van de bevolking spreekt Frans (Esrayettien), waarvan 68% als eerste taal. 45% spreekt de inheemse Berbertaal Tamaxluk, waarvan 30% als eerste taal. 10% spreekt het Arabische dialect Hassaniya, waarvan 2% als eerste taal.
        De belangrijkste religie is het Christendom (90%, waarvan 92% Katholiek, 5% Protestant en 3% overige denominaties), gevolgd door de Islam (5%) en overige religies (3%). 2% is niet gelovig.

Cultuur
De gebruikelijke Hiveriaanse feestdagen worden niet of nauwelijks gevierd. Wel wordt er veel aandacht besteed aan Katholieke feestdagen. Op 10 juni viert men de zege in de Slag om de Golf (la Bataille du Golfe, 1881), een zeeslag die plaatsvond in de Golfe d'Esrayette. Deze dag wordt doorgaans gevierd met lekker eten, livemuziek en een vlootschouw met historische zeilschepen. Op 6 augustus viert men de Geboortedag van Esrayette (Anniversaire d'Esrayette); de dag waarop het gebied in 1625 door Hiveria werd gekoloniseerd. Er zijn dan braderieën, rommelmarkten, spelletjes en muziek. De viering ligt tegenwoordig nogal gevoelig door de associatie met kolonialisme en slavernij, waardoor het feest regelmatig ontaardt in demonstraties en vechtpartijen tussen voor- en tegenstanders.
        De plaatselijke keuken kent veel van oorsprong Hiveriaanse gerechten, maar dan vaak bereid met plaatselijk beschikbare ingrediënten zoals dadels, baobabvruchten, linzen, kikkererwten, geitenvlees, kamelenvlees en rijst. Hierdoor zijn veel nieuwe, unieke gerechten ontstaan. Ook is er veel overgenomen van bijvoorbeeld de Marokkaanse en Mauritaanse keuken, zoals couscous, pastilla, baghrir, harira, tajine-gerechten, thieboudienne, yassa en mahfe. Ook wordt er veel muntthee en rosellethee gedronken.
        De muziek is sterk beïnvloed door dat van de Maghreb en West-Afrika, vaak gecombineerd met Hiveriaanse chansons. Er wordt vooral in het Frans gezongen maar er is ook muziek in het Tamaxluk. Veelgebruikte instrumenten zijn de taghanimt (rietfluit), sintir (snaarinstrument), bendir (raamtrommel) en qaraqib (castagnetten). Bekende muzikanten uit Esrayette zijn Jacques d'Ètran en Mamudh Bruelle.
        De bekendste schrijfster van Esrayette is Stéphanie Leroy, belangrijke sporten zijn voetbal en kickboksen en het eiland Dalitte staat bekend om het fokken van dalitaner honden; een ras van kleine, slimme hondjes met een sterk ontwikkeld jachtinstinct.

Economie
Het wettige betaalmiddel is de Hiveriaanse franc (HFR), al worden de Marokkaanse dirham (MAD) en de Mauritaanse ouguiya (MRU) ook geaccepteerd.
        De economie is sterk en stabiel dankzij de aanwezige bodemschatten en de efficiënte exploitatie daarvan. Een groot deel van de omzet is afkomstig van het Essédan olieveld in de Golfe d'Esrayette, dat wordt geëxploiteerd door het Hiveriaanse bedrijf Raffinerie Enboneau. Daarnaast beschikt Esrayette over grote voorraden ijzererts, kleinere voorraden goud en koper en enkele kleine aardgasvelden. De wateren rondom Esrayette zijn rijk aan vis en zeevruchten. Op aandringen van milieuorganisaties en ter compensatie van de oliewinning en visvangst, is in 2020 Zonnepark Serrat gebouwd, waarmee het schiereiland Serrat grotendeels in haar eigen energiebehoefte kan voorzien.

Handhaving en defensie
De politie beschikt over drones, helikopters en terreinwagens om in het uitgestrekte woestijngebied te kunnen surveilleren. Op Serrat heeft de politie ook de beschikking over dromedarissen.
        Esrayette wordt beschermd door de volgende militaire eenheden:
  • Bataillon Aéromobile d'Afrique ("Afrikaans Luchtmobiel Bataljon"): infanterie-eenheid die overal in het gebied snel inzetbaar is.
  • Àqqerhati (Tamaxluk: ⴰⵇⵇⴻⵔⵀⴰⵜⵉ = "Verdedigers"): elite infanterie-eenheid van de Garde d'Acier, bestaande uit Tamaxluk en gespecialiseerd in het vechten in de woestijn en ander onherbergzaam gebied. Zij worden daartoe ook ingezet buiten Esrayette. De Àqqerhati vormden oorspronkelijk de krijgersklasse van de Tamaxluk en dragen nog steeds hun traditionele zwaard, de takouba.
  • Escadron d'Esrayette ("Esrayette eskader"): opereert vanuit vliegbasis Serrat en beschikt, onder andere, over jagers om het luchtruim te bewaken.
  • Flotte Africaine ("Afrikaanse Vloot"): Marine-eenheid die hoofdzakelijk beschikt over kleine patrouillevaartuigen en enkele schepen voor logistieke ondersteuning.

    Geschiedenis

    Prehistorie
    De oorspronkelijke bevolking van Esrayette waren de Bafour. De Imraguen, die langs de zuidkust van Serrat leven, stammen hier mogelijk vanaf. De eerste geschreven bron over het gebied dateert uit de 5e eeuw voor Christus en is afkomstig van de Carthaagse ontdekkingsreiziger Hanno:
            'We passeerden meerdere eilanden, waarvan de meeste onbewoond. Volgens onze gidsen werden deze de "Eilanden van het Lot" genoemd, verwijzend naar hun verraderlijke ondiepten. Aan één der woestijnkusten ontmoetten wij een onbekend herdersvolk, dat dierenhuiden droeg en leefde van haar kudde en de visvangst. Hun taal was onverstaanbaar maar we slaagden erin wat zaken met hen te ruilen voor voedsel.'
            In de 3e eeuw na Christus arriveerden de Tamaxluk, een Berbervolk uit het noorden dat nauw verwant was aan de Zenata (Berber: Iznaten) en de Tuareg (Berber: Tamasheq). Zij onderwierpen de Bafour en noemden het gebied "t-esray-et" (ⵜⴻⵛⵔⴰⵢⴻⵜ = Eilanden van het Lot), een letterlijke vertaling van de door Hanno genoemde Bafour-naam. De huidige naam Esrayette is een latere verfransing hiervan. De rotstekeningen van Cardivan stammen ook uit de 3e eeuw en zijn gemaakt door de Tamaxluk. De afbeeldingen tonen hun strijd met de Bafour en enkele jachttaferelen. Ook zijn er inscripties in het Oudlibische schrift, die tot op heden niet ontcijferd kunnen worden.

    Arabieren, Almoraviden en Europeanen
    Vanaf de 8e eeuw verschenen er Arabische nomaden in het gebied. In het begin verliep het contact vreedzaam, maar na verloop van tijd ontstonden er conflicten tussen de Tamaxluk en de steeds talrijkere nieuwkomers. In de 11e eeuw werden de Tamaxluk onderworpen door de Almoraviden, die in de 11e en 12e eeuw over Esrayette heersten. In die periode werd ook de Islam geïntroduceerd, wat in de daaropvolgende eeuwen langzaam maar zeker het dominante geloof werd.
            In de 15e eeuw verschenen de Portugezen, die zich echter vooral concentreerden op het eiland Arguin en het nabije Kaapverdië. Ook Nederlanders, Engelsen, Fransen en Brandenburgers bezochten het gebied, al bleef ook hun aandacht beperkt tot Arguin omdat de rest van Esrayette werd gezien als een waardeloze zandhoop.

    Piratenbolwerk
    De verraderlijke kusten van Esrayette vormden echter een uitstekende schuilplaats voor zeerovers. In tegenstelling tot de Europeanen, kenden zij het gebied en wisten ze precies waar wel of niet gevaren kon worden. Ze sloegen toe met snelle, lichte schepen en verdwenen daarna tussen de zandbanken, waar ze niet meer gevolgd konden worden. Hun buit bestond uit goederen, wapens en slaven. In de 16e en 17e eeuw ontwikkelden het huidige Adèche, Manais en Lebdas zich tot piratenbolwerken, die een steeds grotere bedreiging gingen vormen voor de handel in het gebied.
            In 1612 probeerde Portugal de zeerovers een halt toe te roepen met een gecombineerde aanval over land en zee: Adèche werd onschadelijk gemaakt maar het lukte niet dit succes te herhalen in de Baai van Tidra, waar de Portugese vloot bijna vast liep en de landtroepen in een zandstorm verzeild raakten.

    Lebdas tijdens haar bloeiperiode.

    Kapers op de kust
    In 1624 werd het Hiveriaanse handelsschip "Cheval de Mer" aangevallen door piraten. Na haar overgave werd de lading geroofd, de bemanning verkocht als slaven en het schip in brand gestoken. Voor koning Louis I Concarneau kwam dit goed uit, want de publieke onvrede hierover leidde de aandacht af van veel binnenlandse problemen en het gaf hem bovendien een reden om een stukje West-Afrika in te lijven, waar op dat moment veel geld werd verdiend met de handel in slaven, ivoor, goud en peper.
            In de zomer van 1625 verscheen in de Baai van Tidra een Hiveriaanse vloot, bestaande uit lichte schepen met zo weinig diepgang, dat deze de wateren van Esrayette konden bevaren zonder vast te lopen. Hiveria had geleerd van de lotgevallen der Portugezen en ontnam de zeerovers hiermee één van hun belangrijkste voordelen. De piratenvloot werd tot zinken gebracht en hun bolwerken Lebdas en Manais veroverd. Op 6 augustus 1625 werd Esrayette formeel een kolonie van Hiveria.

    Hiveriaanse kolonie
    In de eerste jaren richtte Esrayette zich vooral op de Trans-Atlantische slavenhandel. Portugal, dat voor hetzelfde doel het eiland Arguin had ingelijfd, was niet blij met deze concurrentie en werkte de nieuwe kolonie op alle mogelijke manieren tegen. Na verloop van tijd begon Esrayette zich daarom op andere inkomstenbronnen te richten, zoals visserij en de handel in Arabische gom.
            De eerste Hiveriaanse kolonisten op Esrayette waren handelaren en avonturiers. Zij vormden een kleine minderheid in het toch al schaarsbevolkte, dorre land. Dit veranderde toen Hiveria nieuwe irrigatie- en landbouwtechnieken introduceerde; het merendeel van Esrayette bleek te droog, maar de eilanden Vetillan en Dalitte konden grotendeels leefbaar worden gemaakt door middel van een nieuw irrigatiesysteem, gelijkend op de Madeiraanse levada's. Het nieuwe, vruchtbare land trok Hiveriaanse boerengezinnen aan en er volgde een bevolkingsexplosie, waardoor de nieuwkomers uiteindelijk talrijker werden dan de inheemse bevolking. Oude Tamaxluk dorpjes ontwikkelden zich tot Europese nederzettingen en er werden ook nieuwe steden gesticht, zoals Port Concarneau, het huidige Port Gaudin.
            Het Katholicisme werd het dominante geloof, mede doordat Hiveria het ook actief verspreidde onder de Tamaxluk. De Islam werd hierdoor grotendeels uit Esrayette verdreven. Het spreken van Arabisch, dat in de voorgaande eeuwen steeds meer terrein had gewonnen, werd actief ontmoedigd. Tamaxluk, de taal van de gelijknamige Berberbevolking, bleef getolereerd. Het Frans werd echter de nieuwe, dominante taal in Esrayette, vooral toen dit verplicht werd in het onderwijs. Het doel van dit alles was de oorspronkelijke bevolking te Hiverianiseren en zo haar loyaliteit te vergroten.

    Les Jaunes
    Na de Hiveriaanse Revolutie van 1794 werd Port Concarneau, dat was vernoemd naar het Hiveriaanse koningshuis, hernoemd naar Port Gaudin, verwijzend naar president Guillaume Gaudin. Esrayette werd in die tijd gebruikt als strafkolonie, waar adel, geestelijken en andere aanhangers van het oude systeem naartoe werden gedeporteerd. Mensen die ooit een hoge maatschappelijke positie bekleedden, verloren zo hun voorrechten en werden verbannen naar een afgelegen gebied, waar hen een armoedig bestaan als landarbeider wachtte. Omdat zij door hun nieuwe werkzaamheden vaak bedekt waren met geel woestijnzand, werden zij in Hiveria vaak spottend "les jaunes" (de gelen) genoemd. Een meerderheid van de kolonisten in Esrayette stamt van deze bannelingen af, waardoor "Jaune" uiteindelijk een geuzennaam werd voor alle Europese inwoners van Esrayette. De Jaunes zijn doorgaans conservatief, traditioneel en religieus van aard. Zij voelen zich achtergesteld door Hiveria en leven op gespannen voet met de Tamaxluk, die hen als indringers zien. Meestal beschouwen zij zichzelf als gevallen tussen wal en schip.

    De Slag om de Golf

    NRH Espadon in gevecht met de FS Hriþar
    Tijdens de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1881) werd Esrayette verdedigd door twee kruisers; de NRH Liberté en de NRH Espadon. Op 8 juni 1881 werd voor de West-Afrikaanse kust een Hiveriaans transportschip aangevallen door een Frilands korvet. Beide kruisers voeren daarop zuidwaarts om tussenbeide te komen. De aanval bleek echter een afleidingsmanouvre, want toen de verdedigers waren vertrokken, verscheen plotseling een drietal Frilandse kruisers bij Port Gaudin; de FS Hriþar, FS Ainhaid en FS Tigar. Hun doel was de vernietiging van de haven van Port Gaudin, de enige haven op Esrayette die geschikt was voor grote oorlogsschepen. Hierdoor zou het voor Hiveria zeer moeilijk worden een aanval te wagen op de Frilandse overzeese gebiedsdelen. Er volgde een vuurgevecht tussen de Frilandse schepen en het havengeschut. Beide zijden kregen meerdere voltreffers te verwerken, maar uiteindelijk werd de haven van Port Gaudin volledig in puin gelegd. De Frilanders hadden hun doel bereikt; Hiveria's rol in de Zuid-Atlantische Oceaan was voor de rest van de oorlog uitgespeeld en de economische schade voor Esrayette was enorm.
            Het gevecht had echter te lang geduurd; de Liberté en de Espadon waren snel gekeerd en wisten de Frilandse aanvalsvloot op 10 juni 1881 te onderscheppen in de Golfe d'Esrayette. De drie kruisers hadden zware averij opgelopen bij hun aanval op Port Gaudin, waardoor de Hiverianen in het voordeel waren. In de daaropvolgende zeeslag werden de Hriþar, Ainhaid en Tigar alle drie tot zinken gebracht, waarbij 300 Frilandse matrozen verdronken en 600 gevangen werden genomen. Hiveria verloor alleen de Liberté en zo'n 50 man. De Espadon moest zich na de slag terugtrekken naar Hiveria voor reparaties. Friland had weliswaar haar doel bereikt, maar leed daarbij zulk zwaar verlies dat Hiveria kon worden beschouwd als de winnaar van de Slag om de Golf.

    La belle époque
    Aan het einde van de 19e eeuw kwam het culturele leven van Esrayette tot bloei en er waren grote ontwikkelingen op het gebied van muziek, theater, sport en kunst. Europese jugendstil vermengde zich met Maghreb-architectuur en in Port Gaudin ontstond een bruisend uitgaansleven. Ook schafte Hiveria in deze periode de slavernij af. In 1904 werd Mauritanië een Franse kolonie, wat zorgde voor onenigheid tussen Hiveria en Frankrijk over de exacte grens tussen Esrayette en Mauritanië. De uiteindelijk overeengekomen grens is tot op heden blijven bestaan.

    Dekolonisatie
    In 1961 stond president Lejeune alle Hiveriaanse koloniën toe hun eigen weg te gaan. Esrayette organiseerde een volksraadpleging over de toekomst van het gebied; 58% van de bevolking wilde bij Hiveria blijven, 37% was voor onafhankelijkheid en 5% voor aansluiting bij Mauritanië. De meeste Jaunes wilden bij Hiveria blijven en de meeste Tamaxluk wilden onafhankelijkheid. Bovendien toonde de uitslag een groot verschil tussen de westelijke eilanden (voor Hiveria) en het schiereiland Serrat (voor onafhankelijkheid).
            Door de opgelopen spanningen ontstonden gewelddadige groeperingen; Esrayette Libre (EL) wilde een onafhankelijke staat afdwingen voor de Tamaxluk en het Islamitisch Front voor de Bevrijding van al-Asra, dat financieel werd gesteund door Islamitische en antikoloniale regimes in Afrika en het Midden-Oosten, wilde van Esrayette een kalifaat maken. Ook Marokko en Mauritanië bemoeiden zich met de kwestie en eisten dat Hiveria zich zou terugtrekken uit Esrayette.
            Tamaxluk-politicus Samir Ibn Mazdali kwam met een voorstel waarin de eilanden Vetillan en Dalitte bij Hiveria zouden blijven en Serrat onafhankelijk zou worden. Al snel bleek echter dat een onafhankelijk Serrat niet economisch levensvatbaar zou zijn. Aansluiting bij Mauritanië zou niet worden geaccepteerd door de grotendeels Katholieke Tamaxluk, waardoor bij Hiveria blijven als enige optie overbleef. Er volgde een voorstel van Jaune-politicus Albert Laurent, dat de Tamaxluk tegemoet kwam: geheel Esrayette zou bij Hiveria blijven, maar Serrat kreeg meer autonomie en er zou volledige erkenning komen voor de taal, cultuur en rechten van de Tamaxluk. Een commissie, geleid door Ibn Mazdali, zou hierop toezien. In een tweede volksraadpleging stemde 72% van de bevolking in met het voorstel, waarna dit de nieuwe situatie werd. De voormalige kolonie Esrayette werd een overzees gebiedsdeel met gelijke rechten voor iedereen.

    Recente geschiedenis
    De machtsgreep van Jean Collignon in 2007 zorgde in Esrayette voor grote onvrede; meerdere politieke partijen werden verboden en oppositieleider Auguste Lenoir verdween in de gevangenis. Met name de conservatieve Jaunes voelden zich niet langer vertegenwoordigd en er werd op meerdere plaatsen gedemonstreerd. President Collignon verving de hoogste politiefunctionaris in Esrayette door één van zijn getrouwen, die de demonstraties met geweld de kop in drukte. Als reactie hierop ontstond Esrayette Démocratique (ED); een organisatie van boze burgers die nieuwe, eerlijke verkiezingen eist en gewelddadige acties tegen Collignon-aanhangers niet uit de weg gaat.
            Tijdens de Vijfde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (2009) concentreerde de strijd zich grotendeels op het Europese slagveld. Wel hebben patrouilleboten van Esrayette aan het begin van de oorlog twee Frilandse vrachtschepen geënterd. De schepen en hun lading werden in beslag genomen, de bemanning na de oorlog vrijgelaten.
            Vanaf 2013 is er een explosieve toename van illegale immigratie via de grens met Mauritanië, de Baai van Arguin en de Baai van Tidra. Het doel van de migranten is een beter leven in Esrayette of, na het verkrijgen van een Hiveriaans paspoort, Europa. De toestroom zorgt voor etnische en religieuze spanningen en is een belangrijk politiek thema in Esrayette.


    Nederzettingen:

    Adèche (Tam: t-áddek = kamp): ontstaan als herderskamp, later een piratenbolwerk en tegenwoordig bekend om haar natuurschoon.
    Bayenne (Tam: i-debay-en = dorp): het agrarisch centrum van Dalitte.
    Bougitte (Tam: i-bògi-ten = hut): ooit een verlaten hut in de woestijn, tegenwoordig een groene oase waar het welvarende deel der bevolking woont.
    Cadais (Tam: t-e-kedey-t = steen): visserdorp dat is gebouwd op een rots.
    Casouar (Tam: t-i-kaswar-en = heuvel): bekend om haar boerenmarkt en mooie uitzichten.
    Enouan (Tam: ènw-an = waterbron): toeristenplaatsje dat excursies in de woestijn aanbiedt.
    Essédan (Tam: i-m-ess-edan = grasland): slaapstadje voor mensen die in Port Gaudin werken.
    Essouc (Tam: essuk-an = marktplaats): hier wonen vooral Sahrawi, die hier ooit kwamen als vissers en kooplieden, maar ook recente vluchtelingen uit de Westelijke Sahara.
    Ètran (Tam: ètr-an = ster): de naam van deze plaats verwijst naar haar vuurtoren, die bij het naderen leek te rijzen als een ster vanuit de oceaan.
    Fort Louisville: vernoemd naar het Hiveriaanse Louisville. Het 17e eeuwse fort is als ruïne te bezichtigen en het plaatsje is nu vooral een overstapplaats tussen meerdere veerlijnen.
    Jambonne (Tam: jembu = veld): bekend door de productie van palmsiroop.
    Lebdas (Tam: i-lebdas = fijn zand): bekend om haar visserij, natuurschoon en oude bibliotheek, waarin historische manuscripten en religieuze werken worden bewaard.
    Lemette (Tam: lemméd-en = zacht): het agrarisch centrum van Vetillan.
    Manais (Tam: e-mey-nej = oostelijk): grensplaatsje waar vooral Imraguen wonen.
    Marignac: de naam verwijst naar Sint-Maarten/Martinus, voor wie hier ooit een kerk werd gebouwd.
    Port d'Afrique (Afrikahaven): gebouwd in de 19e eeuw wegens behoefte aan een grote haven en administratief centrum voor het schiereiland Serrat.
    Port Gaudin (Gaudinhaven): vernoemd naar Guillaume Gaudin. Hoofdstad van Esrayette en zetel van de gouverneur. De stad staat bekend om haar haven, industrie, zakenleven, horeca, toerisme, kunstscène, hoogbouw, rode trams en botanische tuinen.
    Ségoudan (Tam: i-sekkud-en = top): volgens de overlevering vond een visser hier een fles in zijn netten, waarin een geest zat opgesloten. Als dank voor zijn bevrijding toverde deze op een nabije heuveltop een huis voor de visser en diens gezin; het begin van Ségoudan.


    Bijzondere locaties:

    Aérodrome d'Esrayette (Vliegveld Esrayette)
    Base aérienne de Serrat (Vliegbasis Serrat)
    Cardivan (Tam: t-i-kàrdiw-en = geschriften): Tamaxluk rotstekeningen uit de 3e eeuw.
    Cimetière de bateaux (scheepskerkhof): locatie van de Slag om de Golf.
    Essédan olieveld
    Méduse scheepswrak: locatie waar in 1816 het Franse schip Méduse zonk.
    Serrat zonnepark


    Overige locaties:

    (eilanden)
    Dalitte (Tam: teddalit = het blauwe eiland): het op-één-na grootste eiland, bekend om haar blauwe gesteenten.
    Débaran (Tam: deber-en = het grijze eiland)
    Esray (Tam: esrey = het nieuwe eiland)
    Île de Chameaux (kameleneiland)
    Quiblette (Tam: elqiblet = noordoostelijk eiland)
    Sarasse (Tam: sàras-en = spinneneiland): onbewoond eiland waar talrijke duivelspinnen leven.
    Serrat (Tam: t-àsejrat = het lange land): eigenlijk een schiereiland, grenzend aan Mauritanië.
    Vetillan (Tam: i-wetl-an = het eiland): het grootste en dichtstbevolkte eiland van Esrayette, daarom ook wel kortweg "het eiland" genoemd.

    (wateren)
    Baie d'Arguin (Baai van Arguin)
    Baie de Tidra (Baai van Tidra)
    Baie St.Jean (St.Jansbaai)
    Golfe d'Esrayette (Golf van Esrayette)
    Oued Chibka (Wadi Chibka): droge rivierbedding, waar slechts sporadisch water door stroomt.