St. Gérard




Kaart

Klik op onderstaande kaart om het te vergroten.


(opent in nieuw venster)

Belangrijke plaatsen
Belangrijke plaatsen zijn op de kaart aangegeven met een nummer, hieronder staan deze plaatsen met hun nummer en de coördinaten waaronder ze te vinden zijn op de kaart.

1. La Cathedrale Saint Gérard (C2/C3)
De grootste kathedraal van Hiveria, daterend uit de 15e eeuw en gebouwd in laatgotische stijl.

2. Stade de Hiveria (D3)
Het beroemdste stadion van Hiveria, dat wordt gebruikt voor uiteenlopende doeleinden. Zo worden er elke week voetbalwedstrijden, markten en stierengevechten gehouden, afgewisseld door optredens van het Cirque Acrobatique.

3. Canal Collignon (D4)
Het hoofdkantoor van Canal Collignon, het mediabedrijf dat de meeste kranten, radio- en televisiezenders in het land bezit.

4. Palais Vitré (E1)
De overblijfselen van Palais Vitré ("het Glazen Paleis"), dat tijdens de Hiveriaanse Revolutie (1794) gedeeltelijk werd verwoest. De westelijke vleugel ging hierbij verloren en een groot deel van de paleistuinen is in de eeuwen na de revolutie volgebouwd met huizen. Tegenwoordig is het een museum.

5. Stadhuis (C3)
Het stadhuis van de gemeente St. Gérard. Het oorspronkelijke gebouw stamt uit de 17e eeuw maar in 1983 is het complex uitgebreid met een moderne aanbouw.

6. Place d’Hiveria (C3)
Een van de bekendste pleinen van St. Gérard. Tijdens de revolutie kwam op deze plaats een einde aan de Hiveriaanse monarchie toen koning Charles Concarneau en een groot deel van zijn familie hier werden vermoord.

7. Place de la Gare (C2)
Het Stationsplein met haar vele cafés en restaurants.

8. Place du Sénat (D2)
Het Senaatsplein, het grootste plein van St. Gérard en het hart van de Hiveriaanse regering. In het midden van het plein staat een obelisk ter herinnering aan de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1881).

9. Place du Palais (E1)
Het voormalige voorplein van het Palais Vitré.

10. Le Sénat (D1/D2)
De regeringsgebouwen van Le Sénat, het Hiveriaanse parlement.

11. Ambtswoning van de president (C3)
De ambtswoning van de Hiveriaanse president, daterend uit het begin van de 19e eeuw.

12. Graftombe van Frederic Alvare (E3)
Het graf van Frederic Alvare, de 19e eeuwse president, veldheer en nationale held die in de drie jaar dat hij regeerde een vrijwel absolute macht verwierf.



La Cathedrale Saint Gérard

13. l'Église Saint Pierre Apôtre (C1)
De Sint Peter Apostelkerk uit 1893.

14. Monastère de Saint François d'Assise (D4)
Het 12e eeuwse Klooster van Sint Franciscus van Assisi, dat tegenwoordig een kerk is in de wijk Valmoulin maar vroeger een klooster was dat buiten de stad lag.

15. Sacré Maria (E1/F1)
De Heilige Mariakerk.

16. l'Église de Garde (F4)
De Wachterskerk van La Citadelle, zo genoemd omdat de bouw ervan werd gefinancierd door de poortwachters van de stad.

17. Al-Hajj moskee (D2)
Deze moskee is in 1988 gebouwd als een geschenk van de president aan de Islamitische inwoners van St. Gérard.

18. Sahaba moskee (E3)
Gefinancierd door Jemenitische geldschieters en vernoemd naar de metgezellen van de profeet Mohammed.

19. Gare de l'Ouest (B2)
Station West, vooral gebruikt door forensen die in het industriegebied Usine de Fer werken.

20. Gare de Gaudin (C2)
Het Centraal Station van St. Gérard, dat is vernoemd naar Guillaume Gaudin, de eerste president van Hiveria.

21. Gare de Champmétier (D4)
Station Champmétier, dat 's avonds zo onveilig is dat de meeste burgers na het donker de bus nemen als ze in het zuiden van de stad moeten zijn.

22. Hooggerechtshof (D2)
Het hooggerechtshof van Hiveria, dat is gevestigd in een ovalen gebouw dat uit louter glas lijkt te bestaan. Een aanrader voor liefhebbers van moderne bouwkunst.

23. Markt (B3/C3)
De markt is ontstaan na het droogleggen van een deel van de oude stadsgracht.

24. Château Gournay (B2/B3)
Kasteel Gournay was eens het eigendom van de adellijke familie Gournay maar werd tijdens de revolutie onteigend en achtereenvolgens gebruikt als paardenstal, opslagplaats, ministerswoning en tegenwoordig museum.



De markt in Bayt Jadid

25. Universiteit (D4)
De universiteit van St. Gérard.

26. Voetbalstadion (B1)
Het stadion van Rapide St. Gérard, een van de populairste clubs van het land.

27. Ziekenhuis (D3)
Het Hôpital de Saint Camille.

28. Rouxville (C5)
Het dorp Rouxville hoort bij de gemeente St. Gérard en is in 1971 gebouwd om aan de stijgende vraag naar woonruimte te voldoen. Het dorp is vernoemd naar haar ontwerper; architect Lucas Roux.

29. La Citadelle (F4)
Dit dorpje was oorspronkelijk bedoeld als verdedigingswerk maar dat project werd wegens geldgebrek stilgelegd, waarna er op die plaats een nederzetting ontstond (zie de geschiedenis onderaan deze pagina voor meer informatie).

30. Hoofdkantoor Groupe Devereux (C1/C2)
Het hoofdkantoor van de bank Groupe Devereux, dat is gebouwd in deconstructivistische stijl maar door critici vooral wordt vergeleken met een gekreukeld stuk tapijt.

31. Rue de Tanneurs (C2)
De Rue de Tanneurs staat bekend om haar vele goede restaurants en is daarom een aanrader voor fijnproevers.

32. Boulevard Jaquin (E2/E3)
De langste boulevard van de stad, vernoemd naar voormalig president Maurice Jaquin.

33. Bayt Jadid (E2)
De Arabische wijk Bayt Jadid ('Nieuw Huis'), waar zich in de jaren 80 en 90 veel Islamitische immigranten hebben gevestigd. De oorspronkelijke naam van deze buurt was Quartier Tonnelier ("Kuiperswijk"), maar in 2003 werd in een referendum voor een nieuwe, Arabische naam gekozen. Mensen die graag kennismaken met andere culturen zullen hier niet teleurgesteld worden.

34. Quartier de l’Etat (D1)
Hier wonen veel ambtenaren en ook de meeste regeringsgebouwen zijn hier te vinden. De architectuur van deze wijk kenmerkt zich door strakke, zakelijke gebouwen.

35. Champmétier (D4/E4)
Champmétier is een zogeheten "probleemwijk"; het wordt geplaagd door armoede en criminaliteit maar staat ook bekend om haar rijke culturele diversiteit en bruisende muziekscène. Toeristen wordt aangeraden deze wijk alleen te betreden met een ervaren gids.

36. Gevangenis (E3)
De Pénitentiaire Fournier is vernoemd naar Alfredo Fournier, voormalig minister van justitie.



Flats in Champmétier



Wijken
Hieronder vindt u een lijst van alle wijken in St. Gérard met daarachter hun coördinaten op de kaart. De kaart op deze pagina geeft alleen de hoofdwegen weer.

Barbacane (C3/C4)
Bayt Jadid (E2)
Bois Nord (C1/C2)
Champmétier (D4/E4)
Courderoi (E1)
Le Château (B2/B3)
l’Esplanade (E3)
Frobourg (C2/C3)
Grand Parc (D2/D3)
Le Jardin (E3)
Lunette (C3)
Quartier de l’Etat (D1/D2)
Usine de Fer (B1/B2)
Valmoulin (C4/D4)



Geschiedenis

De oudste geschiedenis
In de oudheid was het huidige St. Gérard een dorpje genaamd Froburg, dat in de Frilandse gouw Hamulga ("Steengouw") lag. Het huidige centrum heet daarom nog steeds Frobourg en onder de Rue de Tanneurs zijn de restanten gevonden van boerderijen uit die periode.
        In 1078 viel een Normandisch leger onder leiding van Guy le Breton Friland binnen; het oosten van Hamulga, tegenwoordig Heunia geheten, werd hierbij onder de voet gelopen. In Froburg vernielde Guy le Breton de tempel van de godin Fro en stichtte op die plaats een kerk, die hij noemde naar sint Gérard Etretat, een heilige die tijdens een mislukte bekeringspoging door Frilandse krijgers werd onthoofd en daarna door engelen ten hemel zou zijn gedragen.
        De oorspronkelijke bevolking van Froburg werd bekeerd tot het Christendom en degenen die weigerden werden gedood of verdreven. Froburg werd voortaan St. Gérard genoemd en nog datzelfde jaar werd het de hoofdstad van het nieuwe hertogdom Hiveria. In de jaren daarna vestigden zich er veel Normandische burgers uit Frankrijk en de Britse eilanden. Omdat de strijd tegen de Frilanders voortduurde, werd St. Gérard voorzien van een aarden wal met gracht.

Oorlog en religieuze spanningen
In 1139 werd Hiveria een onafhankelijk land met Lothaire d’Alençon als de eerste koning. St. Gérard groeide uit tot een grote stad en bleef bloeien tot de 14e eeuw, waarna de uitbraak van de pest in Europa leidde tot grote armoede door het stilvallen van de handel.
        Net toen het weer beter ging met St. Gérard, brak de Derde Frilands-Hiveriaanse Oorlog uit. De strijd verliep rampzalig voor Hiveria en in 1448 verscheen de Frilandse koning Bloþwulf voor de poorten. Ten zuidwesten van de stad werd een batterij kanonnen geplaatst om geheel St. Gérard mee plat te bombarderen, doch de vernietiging van de stad werd op het laatste nippertje voorkomen doordat koning Anfroi Concarneau de vrede van Liousville tekende.
        In de 15e eeuw brandde de kerk van St. Gérard af na een blikseminslag. Om de gekrenkte nationale trots een beetje op te vijzelen, werd besloten de afgebrande kerk te vervangen door een grote cathedraal; de huidige Cathedrale Saint Gérard. Ondanks deze oppepper voor het religieuze leven in de stad, zorgde de Reformatie in de 16e eeuw voor veel onrust; Protestanten, Joden en andere niet-Katholieken werden genadeloos vervolgd. Ook werden er nieuwe vestingwerken aangelegd om bedreigingen van buitenaf te kunnen weerstaan.



De cathedraal, gezien vanuit het zuiden

Vestingbouw
In de 17e eeuw braken er door armoede en onderdrukking hevige rellen uit in de arme wijken van St. Gérard. De woede richtte zich vooral tegen de adel en de monarchie en op verschillende plaatsen in de stad wierp de bevolking barricades op. Pas na enkele dagen slaagde de Gendarmerie erin om de opstand te beteugelen.
        Om de stad in de toekomst beter onder controle te kunnen houden en bovendien de verdediging te verbeteren, werd besloten ten zuidoosten van de stad een stervormige citadel te bouwen met bastions en zwaar geschut. Tussen de bestaande bebouwing en de citadel zou een nieuwe wijk worden aangelegd. De geplande uitbreiding van de stad ging echter niet door wegens een stagnerende bevolkingsgroei. De al in aanbouw zijnde citadel werd hierdoor nutteloos en het project had bovendien te kampen met geldgebrek. Het werd daarom verbouwd tot een kazerne en alleen voorzien van een simpele, ronde gracht met aarden wal. Enkele decennia later werd "de Citadel" vrijgegeven voor bewoning, waarna het uitgroeide tot een dorpje met het uiterlijk van een vesting; het huidige La Citadelle.

Revolutie
Tijdens de 18e eeuw werden er op de velden rond St. Gérard veel slaven uit de Hiveriaanse koloniën te werk gesteld. Een geschatte 15% van de bevolking bestond in die tijd uit slaven, vooral uit Kumanga.
        In 1794 brak de Hiveriaanse revolutie uit; in St. Gérard ontstonden zware gevechten tussen opstandelingen en regeringstroepen, waarbij enkele honderden doden vielen. Koning Charles Concarneau en zijn familie werden uit het Palais Vitré gesleurd en naar het plein voor het stadhuis gebracht, waar ze werden gelyncht door een woedende menigte. Ook de meeste andere edelen in de stad werden vermoord. Beide kastelen van St. Gérard werden belegerd; Château Lisieux, dat op de plaats van de huidige Sahaba moskee stond, werd hierbij vernietigd en Château Gournay, dat nog steeds bestaat, werd ingenomen nadat de eigenaars het via een ondergrondse tunnel waren ontvlucht. Ook Palais Vitré, het koninklijk paleis, werd gedeeltelijk verwoest. De koningsgezinde troepen trokken zich terug en staken daarbij uit wraak de stad in brand; het zuidwestelijke deel van St. Gérard, aan de overzijde van de Brille, ging hierdoor grotendeels verloren. Na de dood van de koning nam de Conceil Révolutionnaire (Revolutionaire Raad) de macht over in Hiveria en bouwde het in het noordoosten van St. Gérard het huidige Senaatsgebouw.

Vernieuwing
In 1840 werden Heunia, St. Gérard en La Rade door middel van een spoorlijn met elkaar verbonden. De spoorrails werden aangelegd op de oude verdedigingswal en lopen daardoor met een lus rondom de oude binnenstad. Op 18 april arriveerde de eerste locomotief van de Hiveriaanse spoorwegmaatschappij Chemins de Fer Hiverienne (CFH) op het station van St. Gérard.
        In 1880 werd Frederic Alvare president van Hiveria. Niet lang na zijn aantreden wist hij alle macht naar zich toe te trekken en werd de Conceil Révolutionnaire gedegradeerd tot een marionettenclub. De herbouw van het afgebrande zuidwestelijke deel van de stad werd stilgelegd en de al herstelde gebouwen liet hij weer afbreken omdat het uitzicht vanuit zijn ambtswoning erdoor werd verpest. Na Alvare's dood in 1883 werd Hiveria wederom een democratie.
        Tijdens de 19e eeuw werd naar het voorbeeld van de Parijse stadsarchitect Georges-Eugène Hausmann besloten grote delen van St. Gérard af te breken en in moderne stijl te herbouwen. Er werden brede boulevards aangelegd die bij elkaar kwamen in stervormige pleinen. Omdat hiervoor veel huizen moesten worden afgebroken, leidde dit tot een ware volksoproer.

Slavernij en immigratie
In 1884 ontstond er opnieuw onrust na geruchten dat de senaat de slavernij wilde afschaffen. Voor- en tegenstanders gingen met elkaar op de vuist en de vele Afrikaanse slaven die rond St. Gérard werden ingezet in de landbouw weigerden nog langer te werken. Uiteindelijk besloot president Jaquin de slavernij af te schaffen, waardoor alle slaven in het land vrije burgers werden.
        Vanaf de jaren 70 kwamen er grote aantallen immigranten naar Hiveria, waarvan velen zich in de grote steden vestigden. In St. Gérard bestaat zelfs de meerderheid van de bevolking uit immigranten en staan vooral de wijken Champmétier, l'Esplanade en Bayt Jadid bekend om hun multiculturele karakter.
        Op 6 november 2005 werd St. Gérard opgeschrikt door twee aanslagen op een politiebureau en een kerk. Omdat de daders radicale moslims bleken te zijn, ontstond er in de stad onrust tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Na enige weken van spanning slaagde de burgemeester erin een dialoog tot stand te brengen en zo de gemoederen wat te bedaren.



De aanslagen van 2005

Een nieuwe president
Op 3 februari 2007 werd mediamagnaat Jean Collignon na dubieuze verkiezingen tot president gekozen. De dag erna werd hiertegen geprotesteerd in St. Gérard maar de betoging werd vrij snel uiteen geslagen door de Gendarmerie. Later genoot president Collignon juist een ongekende populariteit in St. Gérard; of dit kwam door zijn uitstekende bestuur of door zijn sterke propagandamachine en geheime dienst, was onderwerp van discussie.
        Tijdens de Vijfde Frilands-Hiveriaanse Oorlog van februari 2009 bleef St. Gérard gespaard. Het enige incident vond plaats op 19 februari, toen Frilandse straaljagers over de stad vlogen en een aantal radarstations vernietigden. Tot een grootscheepse luchtaanval is het echter niet gekomen, omdat twee dagen later een wapenstilstand werd afgekondigd.
        Tegenwoordig zijn vooral de spanningen in probleemwijken als Champmétier in het nieuws, waar de situatie zodanig uit de hand is gelopen dat de gendarme er te voet patrouilleert omdat hun auto's aan de lopende band worden gestolen.