Symptomen:
· Pijn
onder in de rug; chronische pijnen
· Verkorting
van de lichaamslengte, kromme houding
· Pols-,
arm- heup-, wervelbreuken
·
Beenvervormingen
4 x zoveel vrouwen als
mannen lijden eraan, blank meer dan zwart; ook Aziatische, Noord-Europese en
tengere mensen lopen meer risico.
Oorzaken:
Verlies aan botmassa door verlies aan mineralen nodig voor de botvorming,
zoals fosfor en vooral calcium.
Onvermogen van de beenderen om de calcium te gebruiken. Hierdoor wordt het skelet meer
breekbaar. Osteoporose brengt een
daling van de levenskwaliteit met zich mee.
Bij type 1 gaat het om vrouwen na de overgang of bij jongere vrouwen bij
wie de eierstokken zijn verwijderd. Hier
speelt de daling in het oestrogeengehalte een belangrijke rol. Hierdoor wordt er minder calcitonine
aangemaakt waardoor de botcellen makkelijker afbreken en het lichaam minder
vitamine D produceert; hierdoor kan er dan weer minder calcium uit de darmen
worden opgenomen. Bovendien leidt minder
oestrogeen tot een grotere activiteit van het parathormoon, dat calcium uit de
botten naar het bloed overbrengt.
Calcitonine en parathormoon zorgen voor de kalkspiegel in het
bloed. Het zijn antagonisten, d.w.z. ze hebben
een tegenovergestelde werking.
Oestrogeen remt de botafbraak.
Bij vrouwen boven de 45 heeft 1 op 4 last van deze vorm, die vooral
optreedt in de eerste tien jaar na de overgang.
Type 2, de ouderdomsosteoporose, treft mannen en vrouwen, meestal boven de
70 jaar. Deze mensen krijgen soms te
weinig calcium binnen via de voeding en nemen het slecht op in de darm. Bij de man zou een tekort aan androgenen ook
een rol spelen. Het vermogen om vitamine
D aan te maken en om calcium, magnesium en andere stoffen op te nemen daalt.
Ontkalking is niet pijnlijk, maar eventuele pijn is het gevolg van
scheurtjes of breuken in het botweefsel.
De rug- en lendenwervels, die het zwaarst belast worden, worden het
sterkst aangetast.
Men stelt vast dat de hoeveelheid calcium die we dagelijks innemen vaak
meer dan voldoende is, terwijl ontkalking van de botten toch een ernstig
probleem is. In de Westerse landen waar
veel melkproducten gebruikt worden, komt meer osteoporose voor dan in landen
waar die niet gebruikt worden.
Beenweefsel wordt naargelang de eisen, continu opgebouwd door de
osteoblasten of beenweefselopbouwende cellen en afgebroken door de osteoclasten
of beenweefselafbrekende cellen. Tot de
leeftijd van 20 jaar groeien de botten en tussen 20 en 30 jaar neemt de
botdichtheid nog verder toe. Tussen 30
en 40 à 45 jaar blijft de hoeveelheid bot hetzelfde, maar daarna wordt er meer
bot afgebroken dan er wordt aangemaakt. De
ideale leeftijd zou dus rond 40-45j liggen om te starten met onderzoek naar
botafbraak, maar de gemiddelde leeftijd waarop men osteoporose ontdekt is 65 à
75j omdat de beeldvormende technieken pas het probleem laten zien als er al een
hoeveelheid botafbraak is. Zo is men dus
altijd te laat. Men kan vroeger beginnen
als men de stoffen pyridinoline en deoxypyridinoline in de urine onderzoekt dmv
de zgn pyrilinks D. Tussen de
bindweefselstrengen in het bot zitten verbindingen van het zgn. pyridinium. Als er verhoogde botafbraak is, worden ook
deze dwarsverbindingen afgebroken. Meer uitleg over deze meting vindt u hier.
Erfelijke aanleg, gezonde voeding en lichaamsbeweging spelen een grote rol
in de aanmaak en het behoud van het botkapitaal.
Beïnvloedende
factoren :
1.
Erfelijkheid
2.
Onderliggende aandoening :
hyperthyreoïdie, vroegtijdige menopauze (<45j), chronische longziekten,
ziekte van Cushing, reumatoïde artritis, suikerziekte,
malabsorptie,
anorexia nervosa, maag-/darmziekten zoals de ziekte van Crohn e.a.
3.
Langdurig gebruik van corticosteroïden of heparine
4.
Daling van de oestrogeenspiegel na menopauze. Dit is een natuurlijk verschijnsel maar de
vele andere factoren hebben echter een grotere invloed.
5.
Onvoldoende calcium in de voeding
6.
Gebrek aan lichaamsbeweging. Een bedlegerig persoon verliest 1% botmassa
per week. Regelmatige matige tot
intensieve lichaamsbeweging verhoogt de
botdichtheid met gemiddeld 30%.
7.
Langdurige behandeling met urinedrijvende middelen.
8.
Alcohol, koffie,
suiker, frisdranken:
werken demineraliserend en verzurend
9.
Roken: tabak veroorzaakt een daling van de botaanmaak,
een snellere afbraak van oestrogenen, en kan de menopauze vervroegen
10. Ondergewicht
11.
Er is een verband tussen
Calcium, Magnesium en Fosfor. Een hoge
consumptie van vlees en zuivel brengt veel eiwitten, verzadigde vetten en
fosfor aan.
Verzadigde
vetten hebben een remmende werking op de opname van Calcium en Magnesium. Een hoge eiwitopname verhoogt de
Calciumuitscheiding; dit geldt
ook
voor fosfor, dat ook voorkomt in frisdranken.
12. Als de
kalkspiegel daalt, verhoogt de kans op infecties (verkoudheden e.d.)
12.
Verstoord zuur-basenevenwicht
in de voeding. Een eiwitrijke voeding
scheidt niet alleen teveel Ca uit via de urine maar verstoort ook het
zuur-basenevenwicht.
Eiwithoudende
voedingsmiddelen zijn rijk aan niet-metalen die zich tijdens de stofwisseling
omzetten in metabole zuren, die de zuurgraad (pH) van het bloed bedreigen. Als tegenreactie gaat het organisme op zoek
naar Ca en haalt die dan uit het bot en de tanden. Deze ontzurende werking van calcium is ook
bekend in de land- en tuinbouw.
14. Homeopathie
: mogelijks tuberculinisch miasma
15. Een
deel van het calcium is door industriële bewerking en bereiding in de keuken
inactief geworden. Inactieve mineralen
kunnen wel teruggevonden worden
in het
bloed maar kunnen niet deelnemen aan biochemische of energetische processen.
16. Een
aantal voedingsfouten zorgt voor een te grote uitscheiding van calcium via de
urine:
· teveel
eiwit in de dagelijkse voeding:
· zoutrijke voeding :
Natrium verhoogt de Ca-uitscheiding via de urine.
· koffie;
1 kopje koffie scheidt zo’n 8 à 10mg Ca uit via de urine
· alcohol
verhoogt de calciumuitscheiding via de
urine, door verlaging van de reabsorptie door de nieren; alcohol stimuleert de
bijnier en verhoogt de
productie van cortisol. Corticosteroïden verlagen de
calciumabsorptie.
· oxaalzuur
(in rabarber, zuring, raap, spinazie, postelein, rode biet, cacao) bindt Ca aan
zich, waardoor er onoplosbare calciumoxalaten worden gevormd die
met de stoelgang uitgescheiden worden, of
waarvan de kristallen zich in de nieren ophopen en nierstenen kunnen
veroorzaken.
· fytinezuur
(in brood,
volle granen) bindt Ca aan zich zodat er onoplosbare fytaten worden gevormd,
zodat het Ca niet kan worden opgenomen.
Fytinezuur
belemmert eveneens de opname van
magnesium, ijzer en zink.
· gebruik
van zemelen bvb. bij constipatie :
door het fytinezuur en een te sterke faecale uitscheiding van
vit.D-metabolieten
· magere
zuivelproducten: het eiwit wordt slechter verteerd dan bij volle
zuivelproducten en daardoor wordt het calcium moeilijker geabsorbeerd. Er is een
duidelijke relatie tussen eiwitabsorptie
en calciumabsorptie.
· suiker
in snoep, gebak, confituur, choco, enz. is een echte vitaminen- en
mineralenrover, o.a. van Ca.
·
te weinig magnesium door
gebruik van geraffineerde koolhydraten, koffie, alcohol, en een te lage opname
in de voeding. Een te laag Mg-gehalte
leidt ook tot een verhoging van het parathormoongehalte wat een versnelde
afbraak van calcium uit de botten induceert.
17. Medicijnen
voor maag- en darmklachten bevatten vrij veel magnesium- of aluminiumzouten die
de opname van calcium verminderen.
18. Onvoldoende
maagzuurafscheiding door het maagslijmvlies vertraagt een efficiënte opname.
19. Een
tekort aan vit.D door te weinig buitenlucht of in de voeding kan ook de
calciumstofwisseling verstoren.
20. Een verstoorde Ca-fosforverhouding is steeds nadelig. Een teveel aan fosfor doet de behoefte aan Mg
stijgen, verstoort de Ca-huishouding en zorgt voor Ca-
gebrek. Tegenover 2 delen Ca staat 1 deel
fosfor. Het toevoegen van fosfor aan
vlees, conserven en frisdranken is schadelijk.
Bovendien belemmert het ook de
opname
van zink en koper.
21. Zuivelproducten en Ca : een discussiepunt.
Zuivelproducten worden traditioneel aangeraden als
kalkleveranciers. Er bestaan echter ook
andere geluiden
hieromtrent. Het Calcium zou moeilijk opneembaar zijn door
de caseïne, door de sterilisatie of pasteurisatie. Voor een aantal mensen met aanleg voor
slijmvorming (astma, mucovicidose,…) kunnen zuivelproducten slijmvormend
werken, wat dan weer leidt tot absorptieproblemen. Andere mensen hebben dan weer een allergie of
intolerantie voor melkproducten. Een
andere verklaring voor de povere calciumopname uit melkproducten is de
verkeerde verhouding tussen calcium, mangesium en fosfor; het feit dat het
grootste gedeelte calcium in melk gebonden is als het slecht opneembare
calciumcarbonaat; het dierlijke eiwit; de verzadigde vetten; het binden van
maagzuur door melk.
22. Om osteoporose te voorkomen is een calciumrijk dieet vooral belangrijk in
de kinder- en tienerjaren en op jongvolwassen leeftijd wanneer de botmassa nog
toeneemt. Een fastfood- en suiker/snoepdieet op jonge leeftijd
zorgt ervoor dat de botten niet de optimale dichtheid bereiken en dat men kans
loopt later reeds vroeg aan osteoporose te beginnen.
23. Stress
verhoogt de behoefte aan mineralen.
24. Betrokken bij de botvorming: vitamine A, B6, B12, C, D, K, foliumzuur; en
mineralen: calcium, magnesium, fosfor, zink, mangaan, koper, silicium, borium;
en verder essentiële vetzuren.
25. Betrokken bij de opname van calcium uit de darm: vitamine C, D, K; magnesium,
borium
26. Betrokken hormonen: somatomedine, bepaald door het groeihormoon; thyroxine
uit de schildklier; geslachtshormonen; parathormoon gevormd door de
bijschildklieren; calcitonine.door de schildklier
27.
Onvoldoende vitamine K uit de
voeding, te vinden in groene bladgroenten zoals sla, broccoli, kool en ook
luzerne, eiderdooier, kelp, chlorella.
Deze vitamine bevordert de opname van Ca in de beenderen.
Behandeling:
Naast de
klassieke behandeling die u kunt volgen onder begeleiding van uw arts, zetten
we hier enkele aanvullende adviezen uit de natuurgeneeskunde op een rijtje:
1.
Verhoging van de betrokken vitaminen en mineralen in de
voeding, zeker van calcium en vit.D.
2.
Lichaamsbeweging: yoga, wandelen, zwemmen, fysiotherapie,
enz. Lichaamsbeweging stimuleert de
opname van Calcium door de beenderen.
Een zittend leven
of bedlegerigheid leidt tot bot- en
spierafbraak.
3.
Breng een paar keer per week een half uur door in het
zonlicht, dit maakt vitamine D aan in het lichaam.
4.
Suppletie met de vermelde vitaminen en mineralen in een
juiste dosis.
5.
Ontspanningsoefeningen en voedingstherapie
kunnen ertoe bijdragen dat er geen teveel aan maagzuur wordt afgescheiden.
6.
Kruiden : heermoes, rijk aan
silicium; verse of gedroogde brandnetel of Urticalcintabletten van Dr. Vogel; brandnetelpoeder toevoegen aan soep, sap,
groente.
Brandnetel is rijk
aan ijzer, calcium.
7.
Een goed zuur-basenevenwicht in
de voeding is doorslaggevend voor een goede opname van Calcium : 80%
voedingsmiddelen met basenoverschot (fruit, groenten,
aardappelen, melk, karnemelk, yoghurt, room, honing) en 20% met
zuuroverschot (kaas, kwark, vlees, vis, granen, olie, boter, noten,
peulvruchten, soja).
8.
Voedingsmiddelen en kruiden
rijk aan calcium : zuurkool, sesamzaad, noten, peterselie, groene kool, prei,
broccoli, venkel, waterkers, tuinkers, bieslook, chlorella, brandnetel,
paardebloemblad, heermoes…
9.
Natuurlijke, zo weinig mogelijk bewerkte voeding. Meer
groente en fruit eten, meer noten en
sesamzaad. Gebruik ook honing in plaats van
suiker.
9.
Beperken of vermijden van
fastfood, suiker en zijn variaties, alcohol, zout, koffie, zwarte thee,
frisdrank, te veel eiwitrijke voeding, voedingsmiddelen rijk aan
oxaalzuur of fytinezuur.
10.
Probeer rauwe melk te
gebruiken, vooral geitenmelk
of schapenmelk; het Ca hierin zou beter opneembaar zijn. Met rauwe kaas dient men op te letten voor
bacteriële
besmetting ervan. Zeker als men
gebruikt maakt van zuurremmende medicatie; maagzuur doodt immers een groot deel
van de kiemen.
11.
Maak geen gebruik van
mineraalrijk (o.a. kalkrijk) water; de anorganische mineralen zijn alleen door
een plant opneembaar, niet door de mens.
De mineralen in het
water zijn eerder een belasting voor het lichaam, o.a. voor de nieren. Als de mens mineralen wil opnemen, moet hij
dit doen in organische vorm, dwz via groente,
fruit, enz. Drink mineraalarm water
zoals Spa Reine, Montcalm, Volvic, Mont Roucous.
12.
De huisarts kan
calciumsupplementen voorschrijven of een hormonale substitutietherapie. Zorg ervoor dat het calcium in een organische
verbinding zit zoals citraat,
orotaat,
gluconaat, picolinaat enz.
13.
Ipriflavon is een derivaat van
soja-isoflavonen. Het heeft een
fyto-oestrogene werking, gaat botontkalking tegen en doet de botdichtheid
toenemen, zelfs bij
vrouwen
na de overgang. Fyto-oestrogenen hebben
een chemische structuur die hetzelfde als die van de vrouwelijke oestrogenen,
maar zijn zachter van werking; ze hebben een antioxidante werking, zijn
cholesterolverlagend, ontstekingsremmend, tumorgroeiremmend. Vers fruit, groenten, soja, hop, honing,
zaden, noten, gedroogde vruchten, alfalfa of luzernescheuten
bevatten eveneens fyto-oestrogenen.
14.
Kruiden nuttig bij de overgang:
15.
Aanpassen van de
woninginrichting om het risico op vallen te verminderen: matten, traplopers
verwijderen; betere verlichting,…
16.
Gebruik van natuurlijke
voedingssupplementen zoals chlorella is zeker
aan te raden, naast bvb. brandnetel, heermoes, blaaswier, gedroogd alfalfablad,
stuifmeelpollen
(niet bij hoge bloeddruk), enz.
17.
Gebruik van lijnzaadolie
voor de omega-3-vetzuren en GLA, werkt preventief voor osteoporose maar ook
verbeterend eens men osteoporose heeft; het verbetert de calciumopname en de
hormonale balans, en werkt ook goed bij P.M.S., hoge bloeddruk, enz. Essential Woman Oil kunt u vinden in de
natuurvoedingswinkel.
18.
Het supplement MSM bevordert de
aanmaak van collageen bindweefsel in beenderen.
19.
Verhogen de oestrogeenspiegel
bij de vrouw: GLA (teunisbloemolie), bioflavonoïden, stuifmeelpollen, vitamine
B3, B5, B9
20.
Uit onderzoek blijkt dat
foliumzuur en vitamine B12 het risico op osteoporose en heupfracturen verkleint
met een factor 5 door verlaging van de homocysteïnespiegel. Foliumzuur wordt nl. in de lever omgezet in
methyltetrafolaat en dit draagt dan weer bij tot de omzetting van homocysteïne
in methionine in het plasma in aanwezigheid van vitamine B12. Een combinatie van foliumzuur, vitamine B6 en
B12 werkt synergistisch op de daling van de homocysteïnespiegel.
Bronnen
:
Atrium Geneeswijzer,
Wellness bv, Laren, 1997 (ISBN 90 218
3682 3)
Belgische Vereniging voor
Osteoporosepatiënten vzw, Brochure “Geef osteoporose geen kans”
CM, Folder “Osteoporose,
Dienst GVO CM, Brussel
De liberale mutualiteit,
jan/febr. 2000, Osteoporose
Diamond, H. & M.,
Een leven lang fit
Dries, J.,
Bio-energetische voedingsleer, Arinus, Genk, 1999
Dries, J.,
Voedingstherapie, deel 1 en 2, Arinus, Genk, 2000
Energetica News, januari
2006
Franckaert, D.,
Pathologie, Arinus, Genk, s.a.
Koninklijke
Apothekersvereniging van Antwerpen, Folder “Kalk in het skelet”
Lagae, C., Osteoporose,
Eindwerk ingediend tot het behalen van het diploma van Herborist, Europese
Academie voor Complementaire Gezondheidszorg, 2003
Margodt, J.,
Fytotherapie, Arinus, Genk, s.a.
Merck
Sharp & Dohme, Brochure over osteoporose
Petrioni, P., De
complete familiegids voor alternatieve geneeskunde, Terra/Lannoo,
Warnsveld/Tielt, 1996 (ISBN 90 209 2996
1)
Reader’s Digest, Gids
voor geneeswijzen, Uitgeversmaatschappij The Reader’s Digest,
Amsterdam/Brussel, 1999 (ISBN 90 6407
529 8)
Reader’s Digest NV,
Gezond leven, Natuurlijk genezen, Natuurlijke remedies, Uitgeversmaatschappij
The Reader’s Digest NV, Amsterdam/Brussel, 1999
(ISBN 90 6407 559 X)
Reader’s Digest NV, Pijn
te lijf, Uitgeversmaatschappij The Reader’s Digest, Amsterdam/Brussel,
2000 (ISBN 90 6407 557 3)
S.n., Osteoporose,
natuurlijke preventie en aanpak, in: BioGezond, II, nr.6, dec. 2005, pp.8-10
Vogel, A. De Kleine
Dokter, Sijthof/UGN, Elburg/Amsterdam, 1987
(ISBN 90 218 3682 3)
Belgische Vereniging voor Osteoporosepatiënten
vzw, Langstraat 8, 2140 Antwerpen,
tel. 03/2725227, fax 03/2722193.