Honing

 

Honing wordt al duizenden jaren gebruikt als zoetstof en als wondhelend middel, o.a. bij de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen, de oude Indische culturen en de Germanen.

Voor elke kg honing hebben de bijen min. 200.000 bloemen bezocht.  Als je weet dat de prijs voor een kg honing ong. 5 à 8 € bedraagt , kun je berekenen tegen welk uurloon de bijen gewerkt hebben…   Het leven van een bij bestaat uit hard werken en duurt slechts 6 weken.

Daarom dient honing als een kostbaar voedsel beschouwd te worden.

 

In bloemen bevindt zich nectar, een zoet sap dat afgescheiden wordt door bepaalde kliercellen.  Deze nectar trekt insecten aan, die zorgen voor de bevruchting van de bloemen. De bij haalt nectar uit bloemen en vermengt deze met speeksel en maagsappen.  Dit wordt opgeslagen in de graten van de bijenkorf, waar de honing rijpt.  De organisatie van de bijenkorf en het bijenvolk is werkelijk een wonder van de natuur.

Bloemen zijn sterk energetisch geladen door de zon.  In de kruidengeneeskunde weten we dat de bloemen de sterkste geneeskrachtige werking hebben, denk maar aan de goudsbloem, de kamillebloem en de passiebloem.  De geneeskracht van honing dient men niet alleen te zoeken in de inhoudsstoffen maar ook in de bio-energie van de bloemen.

De bijen gebruiken de honing als energiebron, om het broed mee te voeden en als wintervoorraad.

De samenstelling van honing kan nogal verschillen naargelang het weer, de grondsoort, de bezochte bloemen, enz.

 

Gemiddeld bestaat de honing uit:

17% water

38% fructose

31% glucose

10% dubbele suikers

4% andere stoffen

 

De verbranding van fructose of vruchtensuiker gebeurt tien keer zo snel als die van glucose of druivensuiker, heeft geen insuline nodig en wordt in de lever omgezet tot glycogeen (reservesuiker).

Honing bevat veel mineralen, oligo-elementen, vitaminen, enzymen, bacterieremmers (o.a. inhibine), zuren, aromatische stoffen en hormonen (de zgn. “andere stoffen”).  Donkere honing bevat meer mineralen dan lichte honing.  Zo bevat woudhoning ong. 30mg ijzer per 100g en bloesemhoning zo’n 15mg.  Heidehoning is rijk aan koper; acaciahoning en dennenhoning rijk aan mangaan.   Ook honing van den, spar of lariks is rijk aan ijzer.

Enzymen in honing zijn invertase, diastasen, katalase, amylase, fosfatasen en ook het bacteriedodende glucose-oxydase. Honing mag niet verhit worden, want enzymen worden vernietigd rond de 40°C.  Als men honing toevoegt aan kruidenthee, kan men dus best deze eerst wat laten afkoelen tot lichaamstemperatuur.

De gunstige invloed van honing op het parasympathische zenuwstelsel en het hart wordt o.a. verklaard door het hormoon acetylcholine, vooral te vinden in bloesemhoning.

 

Door de aanwezigheid van de noodzakelijke vitaminen en mineralen gebeurt de omzetting van de suikers in honig in goede omstandigheden.  Dit kan niet gezegd worden van witte suiker, waaruit alle hulpstoffen verwijderd zijn en die in het lichaam de benodigde vitaminen en mineralen wegrooft, met alle gevolgen vandien (o.a. osteoporose).

Honing is arm aan vitamine C.  Wil men bvb. woudhoning gebruiken bij bloedarmoede, kan men best citroensap toevoegen aan de kruidenthee om de opname van het ijzer te verbeteren.

Volgens Jan Dries bezit de honing ook de geneeskrachtige eigenschappen van de  bloemen waaruit de nectar afkomstig is. Bij Jef Houben vinden we echter:

‘Honing bezit niet de eigenschappen van de bloem waarvan de nectar afkomstig is.  Dit is begrijpelijk omdat de nectar slechts een onderdeeltje is van de bloem.  Lavendelbloemen zijn blauw en hebben een krachtige geur.  Lavendelhoning daarentegen is lichtbruin en heeft een smaak die zeker niet aan lavendel doet denken.’ [1][1][1]

 

Raathoning bevindt zich nog in de natuurlijke raat van bijenwas, is onbewerkt en heeft dan ook de hoogste bio-energetische waarde.  De bijenwas mag mee gegeten worden.

 

Honing is ook geschikt om zelfs slecht genezende wonden te behandelen, zoals brand- en snijwonden.   Men doet honing op een verbrand, dat men op de te behandelen oppervlakte legt, dan legt men er een tweede verband of wikkel bovenop om het uitlekken van de honing uit het eerste verband te vermijden.  Men doet dit meerdere malen per dag.   Manukahoning uit Australië of Nieuw Zeeland is de beste antiseptische honing voor wondbehandeling. Ool lindehoning is hiervoor erg geschikt.   Bovendien kan het gebruik van honing littekenvorming voorkomen.

Verder is honing o.a.  ook nuttig bij:

 

Er bestaat biologische honing, maar Jef Houben schrijft: ‘De honingbij is een zeer gevoelig insect dat niet bestand is tegen milieu-invloeden en landbouwgiften.  Indien de bijen hiermee in aanraking komen, geraken zij niet meer terug in de kort, vertelde ons eens een imker.  Tijdens de bloeiperiode in de boomgaarden, waar de bijen voor de bestuiving zorgen, wordt er nooit gespoten.  We kunnen daaruit besluiten dat honing nog een redelijk zuiver product is.’ [2][2][2]

Het voordeel van biologische honing is echter wel dat ze niet verhit is in tegenstelling tot de gangbare honing in supermarkten.

 

Honing is goed voor ‘zwangere vrouwen, zuigelingen, kinderen, sportmensen, zwakke en zieke mensen, ouderlingen, leverpatiënten, hartpatiënten, nier- en blaaspatiënten, mensen met verzwakte zenuwen, bij huidziekten, bij oogziekte, bij suikerziekten, voor verbetering van het bloed, bij kanker, bij maagzweren, bij inheemse spruw en verder bij wondbehandelingen en ernstige infectieziekten.’ [3][3][3]

 

In verband met zuigelingen citeer ik hier echter:

“Het ministerie van volksgezondheid geeft het dringende advies om zuigelingen jonger dan één jaar geen honing te geven. Dit in verband met het gevaar voor besmetting met de bacterie die botulisme veroorzaakt.

Jonge zuigelingen lopen risico op deze ziekte door onrijpheid van de darmen. Vooral doordat de samenstelling van de bacteriën in de dikke darm is nog niet goed ontwikkeld. Hierdoor kunnen bij besmetting, schadelijke stoffen ontstaan. Deze stoffen kunnen een verminderde eetlust, aanhoudend huilen, sloomheid en verstopping ontstaan. De baby kan hierdoor zelfs overlijden.

Ouders geven soms honing aan hun baby om te troosten of om de speen in te dopen. Voorheen werd al afgeraden om dit te doen omdat het niet goed is voor de smaakontwikkeling.
Voor zover bekend levert het geven van honing aan kinderen van een jaar of ouder geen extra risico op.”


Bron: Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport

 

 

Stuifmeelpollen

 

zijn de mannelijke kiemcellen van bloemen, die door de bijen samen met nectar naar de bijenkorf wordt gebracht.  De pollen worden via een traliewerkje voor de ingang van de kast waar de bij juist door kan, opgevangen in een kistje.  De pollen leveren voor de bijen eiwit voor het opkweken van het broed en zorgen voor de instandhouding van de klierfuncties van de bijen.

 

De reden dat men zo moeilijk een analyse van pollen kan vinden, is dat er grote  schommelingen zijn in de samenstelling ervan.  Stuifmeelpollen bevatten zo’n 25 à 50 % koolhydraten, 10 tot 30% eiwitten, 2 tot 15 % vetten. 

Vitaminen aanwezig in stuifmeelpollen:

·        vitamine A (retinol)

·         vitamine B1 (thiamine)

·         vitamine B2 (riboflavine)

·         vitamine B3 (nicotinamide)

·        vitamine B5 (panthotheenzuur)

·         vitamine B6 (pyridoxide)

·         vitamine B8 (biotine)

·         vitamine B9 (foliumzuur)

·         vitamine B12 (kobalamine)

·         vitamine C (ascorbinezuur)

·         vitamine D (ergosterol)

·         vitamine E (tocoferol)

·         vitamine K (fytomenadion)

·         rutine

·        choline

·        insoitol

 

Verder bevatten ze ook mineralen zoals zink, selenium, magnesium, calcium fosfor, ijzer, koper, kalium, mangaan, silicium, enz.…; enzymen zoals catalase, amylase, pectase, cozymase, enz.; pigmenten, vetzuren, bioflavonoïden, quercetine, tot 15% lecithine, resine, steroïden, groeifactoren, antibiotische stoffen, lycopeen, enz.

 

Ze zijn geschikt bij:

 

Ze zijn niet geschikt voor mensen met een hoge bloeddruk en voor mensen die er allergisch op reageren, tenzij in een desensibilisatieprogramma.

 

Stuifmeelpollen is zowat het beste natuurlijke zenuwversterkende voedingsmiddel, meer nog dan honing en tarwekiemen.  Dagelijks ingenomen verlengen ze ook het leven met vele jaren, zoals uit de geriatrische studies van dr. Tsitsin blijkt.  Men kan ze op een lepeltje puur innemen, langzaam inspeekselen en  doorslikken.  Ze kunnen ook opgelost worden in kruidenthee, op voorwaarde dat deze afgekoeld is tot lichaamstemperatuur zodat de waardevolle enzymen niet verloren gaan.

Sommige mensen voegen ze toe aan yoghurt of fruitsap of aan kruidenthee met honing.  Ze lokken zelden vervelende reacties uit.

Zo’n 20 gram per dag kan men zien als een onderhoudsdosis, 40 gram per dag is een therapeutische dosis.

 

 

Bron:

 

De Wever, S., Honing, stuifmeel & koninginnebrij, Groene Dag/Infonat, Ninove, 2004

Houben, J., Voedingsmiddelenleer, Arinus, Genk, s.d.

Sharon, M., Alles wat je moet weten over voeding en gezondheid, Zuidnederlandse Uitgeverij, Aartselaar, 2001

Weyn’s honing, brochure, Weyn’s Honingbedrijf NV, Beveren

www.weyns-honing.com

http://www.imkerij.nl/index_netscape.html

 

 

© [email protected]

www.geocities.com/lucasvo



[1][1][1] Houben, J., Voedingsmiddelenleer, p.329

[2][2][2] o.c., p.333

[3][3][3] o.c., p.330

Hosted by www.Geocities.ws

1