HINDOEISME, BOEDDHISME, CONFUSIANISME EN TAOISME

HET HINDOEISME

Het Hindoeisme is een vrolijke warboel van geschriften, goden, stromingen en sekten. Zowel monotheisme als polytheisme komen voor. De heilige geschriften vallen onder te verdelen in "openbaring" (sruti) en "traditie" (smrti). Tot de eerste groep behoren de Veda's, Brahmana's en Upanishaden. De eeuwige waarheid geopenbaard aan de Rsi's (wijzen) en voor het gewone volk vaak onbegrijpelijk. Deze zijn voorbehouden aan geletterden en brahmanen die ze als ingewijden bestuderen en becommentarieren. De tweede groep bestaat uit de Purana's (legendes) en andere geschriften die gaan over zaken die van generatie op generatie zijn overgeleverd. De Upanishaden zoeken de oplossing van een fysiologisch en kosmologisch probleem, en raken zodoende aan de begrippen Atman ("het Zelf") en Brahman ("de geest van het universum"). Deze geschriften spreken over reincarnatie die afhangt van het Karma (het gewicht van onze handelingen). Mensen die zich in dit leven niet goed gedragen hebben worden in een volgend leven bijv. een hond of een invalide. Het uiteindelijke doel is eenwording van het Atman van het individu met de wereldziel Brahman. Een logisch gevolg van deze leer is het kastenstelsel. De belangrijkste kasten zijn: priesters, krijgers, handelaars en slaven. Huwelijken tussen de verschillende kasten zijn verboden. Dit systeem vond duizenden jaren geleden zijn oorsprong. De dodengod Yama leerde dat de weg tot het Brahman de dood en de leer van de Yoga is. Door geestelijke en lichamelijke oefeningen dient de Yogi in staat te zijn om contact te krijgen met het Brahman. Overigens kent niet elke hindoestroming een kastenstelsel. De Bhagavadgida bestaat uit zevenhonderd verzen van Khrishna, de wagenmenner, maar ook een incarnatie van Visnu. Het gaat o.a. over de fundamentele gedragscode waaronder valt: onbaatzuchtigheid, eerlijkheid, liefde en het niet gehecht zijn aan het aardse. Krishna openbaart zich als de hoogste god en zijn lichaam dient slechts als begunstiging van de persoonlijke relatie tussen de gelovige en zijn god. Visnu, de redder en beschermer van de wereld, heeft een lijst van ongeveer tweeendertig incarnaties waaronder die van Rama en Krishna. In het hindoeisme worden Siva en Visnu als de belangrijkste goden gezien. De Trimurti (een soort drieeenheid) bestaat uit Brahman (de geest van het universum, transcedent en inherent), Siva (vernieteger en redder tegelijk, die de bevruchtende kracht is) en Visnu (de god die de kosmos aan het begin van elke periode (kalpa) tot nieuw leven wekt en van tijd tot tijd op aarde afdaalt). In de dagelijkse eredienst zijn Siva, Visnu, Surya (de zon), Ganesha (de wijsheid) en Durga de hoofdgoden. In de Mahabharata wordt ondermeer verteld hoe Brahma (de verpersoonlijking van het Brahman) in een gedaante van een vis voor Manu (de vader van de mensheid) verscheen om hem te waarschuwen voor de zondvloed. Hij gaf hem bevel een schip te bouwen en de zeven Rsi's (wijzen) samen met de door Brahma opgesomde zaden aan boord te brengen. Samen voeren ze jarenlang over het woeste water totdat het schip in de Himalaya landde. Het zaad diende als ravitaillering voor de overlevenden. In de oude geschriften komen vimana's (discusvormige vliegende toestellen) regelmatig voor. Tegenwoordig spreken we van vliegende schotels en UFO's. In de Visnu Purana staat: "De gehele stad, die ontoegankelijk was voor de goden, was aldus door de discus van Hari in vlammen gehuld en was totaal vernield. Toen ging de discus, zeer vertoornd en hevig opvlammend, terug naar de hand van Visnu." "De god Pushan zeilt in een gouden schip over de hemeloceaan." "Garuda, de hemelse vogel draagt de oppergod Visnu door de kosmos." De Surya Siddhanta, het oudste astronomische geschrift, vertelt over "de Siddhas, de volmaakte mensen, en de Vidhyaharas, de bezitters van kennis die rond de wereld reizen, onder de maan en boven de wolken". In de Veda's valt te lezen "dat er leven is op andere hemellichamen die zeer ver van de aarde zijn verwijdert." De Ramayana bevat gedetailleerde beschrijvingen van een vimana. "De voortstuwing geschiedde door een geelachtig witte vloeistof. De afmetingen waren opmerkelijk: het had twee verdiepingen, raampjes en een koepel met een torentje. Het kon met de snelheid van de wind vliegen en maakte een melodieus geluid. De vimana kon door de lucht reizen of stoppen en stilhangen. De vimana-griha waren vimana hangars. "De oceaan leek net een meertje" en de vlieger zag "de landen rond de oceaan en de mondingen van de rivieren die in zee stroomden." In de Samarangana Sutradhara staat: "Door middel van deze machines kunnen mensen in de lucht vliegen en hemelse schepselen kunnen naar de aarde komen." Volgens mij kunnen we de Bijbelse engelen ook zien als de goden (goede en slechte) van het hindoeisme. Het is opmerkelijk dat de zondvloed ook in de Mahabharata voorkomt. "De wolk" van de Heer en Zijn Engelen lijkt wel erg veel op zo'n vimana.

HET BOEDDHISME

Gautama was de zoon van een Indische vorst uit het noorden van India (het huidige Nepal). Zijn vader vond dat hij slechts de positieve kanten van het leven mocht meemaken. Toen hij een keer uit het paleis wist te ontsnappen raakte hij onder de indruk van het lijden als gevolg van ziekte, ouderdom en dood. Toen hij negentien was besloot hij hiervoor een "oplossing" te vinden. Hij kwam tot de conclusie dat de oplossing niet te vinden was bij de brahmanen (hindoe-priesters), de Yoga-leer en ascese. Door meditatie ontdekte hij de "vier edele waarheden" over het lijden: 1. het lijden, 2. de oorsprong van het lijden, 3. de overwinning van het lijden, 4. de opheffing van het lijden. De oorsprong van het lijden is de begeerte en daarvoor gelden deze hoofdgeboden: a. het afzien van vernietiging van levende wezens, b. het afzien van nemen wat niet gegeven wordt, c. het afzien van onwettig en onnatuurlijk sexueel genot, d. het afzien van onwaarheid en onwaarachtigheid, e. het afzien van het gebruik van verdovende middelen. Na de oorsprong van het lijden overwonnen te hebben dient men over te gaan naar de opheffing van het lijden. Het is de achtvoudige weg van: alomvattend geloof, denken, spreken en handelen, leven en sterven, bewustzijn en concentratie. Langs deze weg komt langzamerhand, na iedere wedergeboorte, het nirvana dichterbij. Het nirvana is de absolute vrede, een bovenaardse harmonie, waarin de mens weer terugvloeit in zijn oorsprong. Een opneming in het geestelijk universum en waarbij men gelijk wordt aan het goddelijke. Deze inzichten verwierven Siddharta Gautama in de zesde eeuw v. Chr. de naam Boeddha, de Verlichte. In het jaar 35 v. Chr. werd op Ceylon de Canon der Boeddhistische geschriften opgesteld. Het Boeddhisme is een levensleer en levenswijze en niet zo zeer een religie. In de praktijk blijken het boeddhisme en het hindoeisme nog het best samen te gaan.

HET CONFUSIANISME EN HET TAOISME

In de vijfde eeuw v. Chr. begon de filosoof en leraar Confucius oude teksten te verzamelen. De oudste Chinese geschriften zijn zo'n 4000 jaar oud. In het jaar 213 v. Chr. gaf de Tjin-dynastie opdracht tot de grootste boekverbranding uit de geschiedenis. Enkele jaren later gaf de Han-dynastie opdracht de zes klassieke bundels van Confusius uit het geheugen te reconstrueren. De leer van Confusius werd vanaf die tijd op alle scholen onderwezen. Deze leer bestaat onder meer uit: leefregels, heiligenlevens, hemelse mandaten, getallenleer, geschiedenis, geneeskunst, landbouw, poezie, filosofie etc. Het hemelse mandaat kon alleen verkregen worden door grote deugdzaameid. De keizer werd gezien als "de Zoon des Hemels" die garant stond voor de harmonie tussen hemel en aarde. In het boek Shu Jing is te lezen dat de Keizer van de Goddelijke Dynastie opdracht gaf "elke verbinding tussen de hemel en de aarde te verbreken omdat er geen deugdzaamheid meer onder de mensheid was. Sindsdien vonden er geen nederdalingen en opstijgingen plaats." De vliegende strijdwagens uit het hindoeisme komen ook weer voor in oude Chinese geschriften. Keizer Tchen Tang gaf opdracht om zo'n vliegende wagen te bouwen en weer te vernietigen, omdat hij bang was dat deze techniek in de verkeerde handen zou vallen. De Tchen Jen (volmaakte mensen) vlogen op "de vleugelen van de wind" en zij "reizen langs de wolken van de ene wereld naar de andere en leven op de sterren". Net als in het hindoeisme was het vliegen met "vliegende wagens" slechts voorbehouden aan keizers, koningen, geleerden en priesters. In het boek I Tsjing staat dat de "hemelse genieen" de landbouw op aarde hebben geintroduceerd voor het welzijn van de mensheid. Van alle Chinese geschriften is (jammer genoeg) de I Tsjing (Boek der veranderingen) het bekendste. Door middel van onderbroken en ononderbroken streepjes (resp. nee en ja) kan men trigrammen en hexagrammen vormen. Met takjes of muntjes moet het op deze manier mogelijk zijn de toekomst te voorspellen. Confusius probeerde traditie en de nieuwe sociale omstandigheden met elkaar te verzoenen. Mo-tzu (ca. 480-420 v. Chr.) propageerde echter sociale gelijkheid. Het was Lao tze (Oude Meester) die het eerste Taoistische boek (Tao-te Tsjing) reconstrueerde en kalligrafeerde. Het Taoisme staat voor het niet hechten aan goederen of opvattingen, werkelijkheden en leerstellingen, macht en eer, leven en dood. In het Taoisme staan het streven naar de leegte en de vernietiging van persoonlijkheid centraal. Net als in Egypte en Midden-Amerika vinden we ook piramides in China. Deze piramides bestaan echter voor het grootste gedeelte uit aarde en zand. De Chinese regering blijft elk onderzoek naar de tientallen piramides streng verbieden. Is men bang voor de vloek van de Farao of die van de Keizer?