UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL: GENESIS EN EXODUS

Archeologische vondsten en geschriften van omliggende volkeren lijken de echtheid van het Oude Testament te bevestigen. De oudste teksten worden meestal gedateerd in de tiende eeuw v.Chr. Op zich hoeft dit niet te betekenen dat het geen kopieen van oudere geschriften zijn. De vroegste teksten zijn onder te verdelen in twee stromingen. In de eerste stroming noemt men God Jahwe en in de tweede noemt men God Elohim. Jahwe heeft letterlijk de betekenis van "Ik ben". Elohim is de meervoudsvorm van El, een in het Midden-Oosten gangbare naam voor God. We kunnen het woord God dus eigenlijk ook vervangen door Goden. Persoonlijk geloof ik niet in de Here God als almachtige supertovenaar. Het is opmerkelijk dat geen enkele godsdienst ter wereld een antwoord geeft op de vraag waar God vandaan komt. Zelf geloof ik dat de evolutietheorie en het scheppingsverhaal in elkaar passen. Misschien is Genesis het verhaal zoals Noach, zijn drie zoons en hun vrouwen dit aan Abraham en zijn tijdgenoten vertelden. Het echte verhaal moet hen zo vreemd in de oren hebben geklonken, dat de geschiedschrijvers van toen er maar een mythologische zwiep aan hebben gegeven. De boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad (en de bijbehorende slang) zijn hiervan het resultaat. Een wat meer voor de hand liggende verklaring is dat het een dictaat van "buitenaardsen" is. Een verhaal vol met symboliek om de toekomst volgens plan te laten verlopen? De wereldgeschiedenis vol wijze lessen zou anders zijn verlopen als iedereen wist hoe het echt zat. Adam en Eva die uit de gratie van een buitenaardse beschaving zijn geraakt en geen deel meer mochten hebben aan miljarden jaren oude technologieen? Adam en Eva die in de ban raakten van kwade buitenaardse kapitalisten, die het opnamen tegen goede intergalactische communisten. Ja, de wereldgeschiedenis zou inderdaad heel anders zijn verlopen! Verder had de even machtige "Moeder in de hemel" (duivels en afgoden) een dergelijk heilig boek echt niet gepikt.

GENESIS EN EXODUS

"En God zei: "Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis" (Gen. 1:26). Dit is in mijn Bijbelvertalingen de enige keer dat God in een meervoudsvorm spreekt. Zou dit een opzettelijke hint of een foutje zijn? "En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen." Met andere woorden: God is man en vrouw en meervoud! "Alzo werden voltooid de hemel en de aarde en al hun heer." (2:1) Met andere woorden: God heeft het leven naar meerdere planeten gebracht. In Genesis 10-15 staat waar het hof van Eden was. Aan de hand van deze namen schieten we daar weinig mee op. Die "rivier Gihon die om Ethiopie stroomt" kan alleen de Nijl zijn. De Tigris en de Eufraat kennen we wel. De hof van Eden besloeg dus geheel Oost-Afrika en het Arabische schiereiland. "In het midden plaatste God de boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad. Is het midden van de hof van Eden Egypte of de omgeving van Mekka? Uit de rib van Adam maakte Hij Eva. Moest het genetisch materiaal van Eva gelijk zijn aan dat van Adam? De slang die Eva voorstelde een hapje van de "verboden vrucht" te nemen staat duidelijk symbool voor het Egyptische godendom. God zei tegen Eva: "Van die vrucht mag je niet eten want anders zul je sterven." De slang zei tegen Eva: "Je zult zeker niet sterven, maar je zult gelijk aan God zijn, kennende goed en kwaad." Op dit moment werd Eva dus volkomen gelijk aan God? God had de informatie over goed en kwaad dus achter willen houden. Het is opvallend dat de oplettende lezer deze informatie ook niet krijgt! Eva viel in ieder geval niet ter plekke dood neer. Het is duidelijk dat de "slang" of $atan niet toe kan staan dat wij deze informatie krijgen. God heeft kennelijk behoorlijk rekening te houden met $atan. Het even lekker uit de doeken doen hoe het nou allemaal zit is er niet bij. Waarom knalt God de Duivel niet gewoon neer? Als het toch maar om een enkel individu gaat? Het is duidelijk dat ik hiermee wil aantonen dat het beeld dat de meeste mensen van de Duivel hebben nergens op slaat. De buitenaardsen die de Bijbel $atan noemt zijn volgens mij even machtig als God. In Genesis 4:3-5 brengt Kain de Here vruchten van de aarde als offer. Abel bracht de Here een schaap als offer. De Here had kennelijk meer trek in een lamsbout dan in vruchten. Kain werd hierdoor zo kwaad op zijn broer dat hij hem doodde. De Here vertelde Kain dat hij vervloekt was en dat als hij de aardbodem zou bewerken deze niet meer zijn volle opbrengst zou geven. "Zie, U verdrijft. mij heden uit het land en ik zal voor uw aangezicht verborgen zijn, een zwerver en een vluchteling op aarde; ieder die mij aantreft, zal mij doden." Uit deze tekst blijkt dat er toen mensen buiten het hof van Eden woonden. Heel opmerkelijk omdat alleen Adam, Eva en Abel toen nog maar bestonden! Het feit dat als Abel het land zou bewerken, deze niet meer zijn volle opbrengst zou geven is een bewijs dat de mensen buiten Eden niet over bepaalde technologieen beschikten. Abel ging wonen in Nod, ten oosten van Eden. Het huidige Iran, Afghanistan of India? Cherubs met een flikkerend zwaard bewaakten de weg tot de boom des levens. Zijn die cherubs een door God geschapen E.T.-soort? In Gen. 5:21 wandelde (en vloog) Henoch met God. "Na 365 jaar was Henoch niet meer want God had hem opgenomen." Henoch vertrok vermoedelijk per ruimteschip naar hemelse oorden. In Gen. 6:3-4 zei de Here: "Mijn Geest zal niet voor altijd in de mens blijven, nu zij zich misdragen hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen 120 jaar zijn." Mogelijke vertaling: "Mijn technologie en telepathieapparatuur zullen niet altijd bij de mens blijven." De leeftijd zonder buitenaards medisch ingrijpen is (genetisch gezien)inderdaad maximaal 120 jaar. "De reuzen waren in die dagen op aarde, en ook daarna." David krijgt in de tiende eeuw v. Chr. ook nog met zo'n reus te maken. "De aarde was verdorven en vol geweldenarij" (Gen. 6: 11) en God besloot de aarde te verdelgen. Noach kreeg opdracht een ark te bouwen die zo'n 150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog was. Dit gigantische schip had drie verdiepingen. Na 150 dagen bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat. Nadat Noach, Sem, Cham, Jafeth, hun vrouwen en alle beesten de ark hadden verlaten, liet God weten de aarde nooit meer met een zondvloed te verdelgen. "Wanneer Ik dan wolken (lees: ruimteschepen) over de aarde breng en in de wolken verschijnt, zal Ik mijn verbond gedenken met alle levende wezens die op aarde zijn." (Gen. 9:14-16) "De hele aarde sprak een taal. Ze (de nakomelingen van Sem?) besloten een stad te bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt." Heeft dit de symbolische betekenis van vliegen naar de hemel? "Toen daalde de Here uit de hemel neer om de stad en de toren te bekijken. De Here besloot hun taal te verwarren, zodat zij elkaars taal niet verstaan. Hierop staakten zij de bouw van de stad." (Gen. ll:1-9) Toen Abram (de latere Abraham) 75 jaar was sprak de Here: ."Ga met Sara en Lot (z'n neef) naar Kanaan; aan uw nageslacht zal ik dit land geven." Toen er hongersnood uitbrak trokken Abram en Sara naar Egypte. Rond haar tachtigste was Sara nog schoon van uiterlijk. (12:4+11) Abram kreeg van de farao naast vee ook slaven en slavinnen. Toen Sara onvruchtbaar bleek moest een Egyptische slavin maar een kind baren. In Gen. 15:17 komen we een eerste UFO-melding tegen: "Zie, een rokende oven met een vurige fakkel." Dit lijkt op een vliegende schotel waar een lichtbundel uitkomt. God sloot met Abram een eeuwigdurend verbond, met hem en zijn nakomelingen. De nakomelingen van Abram moesten zich vanaf nu laten besnijden. Vermoedelijk had de Here geen trek om een of andere infectie op te lopen en liet de hygiene nogal te wensen over. In Gen. 18 lezen we dat de Here ook maar een "gewone" man is: "Toen Abraham op het heetst van de dag in de ingang van zijn tent zat sloeg hij zijn ogen op, en zie, drie mannen stonden bij hem." Een van deze mannen herkende hij als de Here. Nadat de mannen hun voeten hadden gewassen gingen ze aan de maaltijd. Onder een boom aten ze kalfsvlees, mais en meelkoeken met boter en melk. Na de maaltijd maakte Abraham nog een praatje met de Here. De Here zei: "Het geroep over Sodom en Gomorra is voorwaar groot, en haar zonde is voorwaar zeer zwaar. Ik wil nederdalen om te zien, of zij inderdaad gedaan hebben naar het geroep, dat tot Mij gekomen is." Het is duidelijk dat uit deze tekst blijkt dat hier sprake is van observatie op afstand. Het "geroep" kwam tot de mannen via telepathie of door daadwerkelijk afluisteren. Het "nederdalen" is een direkt gevolg van vliegen. Of de Here en de mannen vleugels op hun rug hadden of vlogen met een ruimteschip is een onzinnige vraag. De Here en de twee mannen hadden kennelijk twee ruimteschepen tot hun beschikking. "En de twee engelen kwamen in de avond te So-dom." (Gen. 19) Hier valt op dat engelen ook gewoon mannen zijn. Lot (de neef van Abraham) zat in de poort van Sodom en vroeg de engelen bij hem te overnachten. "Maar zij zeiden: Nee wij zullen de nacht op het plein doorbrengen." Wilden de heren hun ruimteschip niet onbeheerd achterlaten? Na sterk aandringen namen zij hun intrek in het huis van Lot. Ze hadden net gegeten en hadden zich ter ruste gelegd. Engelen hebben hun slaap dus ook nodig. De twee engelen waren vermoedelijk nogal aantrekkelijk om te zien. De mannelijke bevolking van Sodom vroeg aan Lot de twee mannen bij hen te brengen omdat "ze gemeenschap met hen wilde hebben". Lot vond het een beter idee zijn twee maagdelijke dochters aan te bieden. De mannen hadden echter alleen belangstelling voor die bloedmooie engelen. De engelen sloegen de mannen die Lot's deur hadden opengebroken met blindheid. De engelen waren dus niet ongewapend. Na Lot, zijn vrouw en twee dochters in veiligheid te hebben gebracht, namen de twee engelen weer plaats in hun ruimteschip. De Here was inmiddels ook aangekomen met zijn verwoestende wolk. "Toen liet de Here zwavel en vuur op Sodom en Gomorra regenen, van de Here, uit de hemel; en Hij keerde die steden om." Arromog en Modos voor de kenners van Engel-s. Tol of Lot z'n vrouw zag om en werd een zoutpilaar. Zag ze dingen die wij niet mogen weten? In Gen. 19:30-38 staat dat de dochters van Lot een zoon en een broer in een keer wilden. Ze voerden hun vader dronken en gingen om beurten met hem naar bed. Leve de Bijbelse moraal! In Gen. 20:18 lezen we: "De Here had elke moederschoot in Abimelechs huis toegesloten ter oorzake van Sara." De Here heeft vanaf een afstand operaties uitgevoerd. Gen. 21:17 is weer een geval van telepathie: "En God hoorde de stem van de jongen, en de Engel Gods riep van de hemel tot Hagar." Dat deze Engel niet vanaf de maan stond te schreeuwen zal duidelijk zijn. In Gen. 25:19 komen we een nogal naar ventje tegen in de persoon van Jakob. De Here zegende hem zodat hij zeer rijk was en een talrijke slavenstoet had. Dit valt maar moeilijk te rijmen met de boodschap van Jezus. In Gen. 26:36 zei Esau, Jakobs broer: "Noemt men hem niet terecht Jakob (Jesus, alfa key oh be), omdat hij mij nu al twee keer bedrogen heeft?" Jakob had zijn eerstgeboorterecht en zijn zegen weggenomen. In Gen. 30:3+16 ging Jakob vreemd, en in Gen. 31:1 staat dat hij alle rijkdom van zijn vader had ingepikt. In Gen. 31:20 nog een geval van misleiding. In Gen. 35:10 vescheen God aan Jakob, zegende hem en gaf Jakob een nieuwe naam: Is-Ra-El. Gen. 31:10-13 is een opmerkelijke tekst: "Het gebeurde eens dat ik mijn ogen opsloeg...En de Engel Gods zei tot mij in een droom...Ik ben de God van Bethel." Vermoedelijk is Jakob dus de schrijver van dit Bijbelgedeelte (en het scheppingsverhaal?). Verder stelt de Engel dat hij God is. In Gen. 32:1-2 staat: "En Engelen Gods ontmoetten hem. Toen hij hen zag zei Jakob: Dit is een leger Gods." In Gen. 37:1-2 vinden we nog een aanwijzing dat Jakob de schrijver van Genesis is: "Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud"..etc. We moeten bedenken dat we op dit punt in Genesis al in het Bijbeljaar 2238 zitten. Sem stierf in 2156, zodat Isaak (Jakobs vader) Sem vermoedelijk nog heeft gesproken. Jakob kende het vreemde verhaal van Sem en heeft het vermoedelijk wat zitten mythologiseren. De tekst "Dit is de geschiedenis van Jakob" is vreemd omdat Genesis verder eigenlijk over Jozef in Egypte gaat. De enige verklaring is dat Jakob dit verhaal (de geschiedenis) heeft geschreven. Tot nu toe werd meestal aangenomen dat Mozes de schrijver van Genesis was. De reden dat de Here dat vervelende ventje (Jakob=Israel) zegende en een verbond met hem sloot is duidelijk; Jakob kon schrijven! In die tijd kon maar een klein selekt groepje schrijven. Mozes kon door zijn opvoeding als pleegzoon van een farao-dochter natuurlijk ook schrijven. Exodus t/m Deuteronomium is meer dan waarschijnlijk door Mozes geschreven. In Exodus 3:14 lezen hoe de Here aan zijn naam kwam: "Toen zei God tot Mozes: Ik ben die Ik ben"(Jahwe). In Ex. 3:2-5 staat: "Daar verscheen hem de Engel des Heren als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de struik stond in brand, maar werd niet verteerd. Mozes dacht: Laat ik kijken waarom de braamstruik niet verbrandt. Toen riep God hem uit de braamstruik toe: Kom niet dichterbij, want de plaats waarop je staat is heilige grond. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen." Hier lijken de Engel en God een en dezelfde persoon te zijn. Mozes mocht niet dichterbij komen omdat dat gevaarlijk was. Hier was namelijk een materialisatie aan de gang (of teleportatie). Het lichtverschijnsel kon Mozes alleen verklaren als vuurvlam. Het valt aan te nemen dat Mozes nooit eerder elektrisch licht heeft gezien. In Ex. 6:29-7:3 krijgen we een uitleg van het begrip profeet. Mozes en zijn broer Aaron moesten van de Here naar de farao, met het verzoek het volk van Israel uit Egypte te laten gaan. "Mozes zei voor het aangezicht des Heren: Ik ben slecht in mijn talen; hoe moet de farao dan naar mij luisteren? De Here echter zei tegen Mozes: Zie, ik stel u als God voor Farao; en uw broer Aaron zal uw profeet zijn. U zult alles zeggen wat ik u gebied, en uw broer Aaron zal bij Farao het woord voeren." Mozes mocht hier (ook) even voor God spelen. Profeet zijn wil zoveel zeggen als "het telepatisch toegesproken worden". Eenmaal voor de farao gooide Aaron zijn staf neer. Deze veranderde in een slang. In Ex. 7:11 lezen we ": Daarop riep de Farao van zijn kant de wijzen en de tovenaars en ook zij, de Egyptische geleerden, deden door hun toverkunsten hetzelfde. Ieder wierp zijn staf neer en deze werden slangen; de staf van Aaron echter verslond hun staven." Geleerden, wijzen en tovenaars van nu heb ik nog nooit zoiets zien doen. Is het niet duidelijk dat hier Egyptische goden aan het werk zijn? Door de Bijbel hebben deze nu de naam van Duivel, Satan, afgoden en duivels. We hebben te maken met buitenaardsen die dezelfde technieken beheersen als God en "de Heer en zijn Engelen." Nog een keer of zeven bewijzen de Egyptische geleerden, wijzen en tovenaars over dezelfde technieken te beschikken. Ex. 12:12 is een bevestiging van mijn vermoeden: "Aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen." Een van de grootste raadsels van onze tijd is nog steeds hoe koningin Hatsjepsoets obelisken rechtop zijn neergezet. Deze obelisken hebben een gewicht van naar schatting 400000 kg. Misschien moeten we toch maar eens toegeven dat dit godenwerk is. Toen op een morgen alle eerstgeborenen van Egypte dood waren vond de Farao het kennelijk genoeg. Alle 600000 Joden mochten Egypte verlaten. In Ex. 13:2 laat de Here weten dat alle eerstgeborenen van mens en dier vanaf nu Zijn eigendom zijn. In Ex. 13:21-22 lezen we: "De Here ging voor hen uit, overdag in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en in de nacht in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom overdag en de vuurkolom in de nacht aan de spits van het volk." Het is logisch dat een door de woestijn vliegend ruimteschip zandwolken te zien geeft. Het valt ook niet uit te sluiten dat het een stoom- of condensspoor was. Het is aannemelijk dat die vuurkolom een lichtkolom was. De Egyptenaren en de farao achtervolgden hen met paarden, ruiters en 600 wagens. "Toen verliet de Engel Gods, die voor het leger van Israel uitging, zijn plaats en ging achter hen aan; ook verliet de wolkkolom haar plaats aan hun spits en ging achter hen staan. Zo kwam zij tussen het leger van de Egyptenaren en dat van de Israelieten in. En de wolk was duisternis, maar tegelijk verlichtte zij de nacht. Zodoende kon de een de ander niet naderen, de hele nacht. Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de Here deed de zee de hele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en de wateren werden gespleten. Zo gingen de Israelieten door het midden van de zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur."(Ex. 14) De Egyptenaren achtervolgen hen de zee in. "De volgende morgen zag de Here in vuurkolom en wolk het leger van de Egyptenaren en bracht hen in verwarring." Toen de Egyptenaren midden in de zee waren vloeide het water terug. Van de Egyptenaren bleef er niet een over. Dit is toch niet helemaal waar. De mummies van alle farao's uit die tijd (rond 1440 v. Chr.) zijn later teruggevonden. Uit deze tekst blijkt dat de wolk zelf geen licht gaf, maar dat er wel licht uitkwam. Ook blijkt uit deze tekst dat de Here "in de wolk zat", en we kunnen concluderen dat de Bijbelse "wolk" een ruimteschip was. Wat voor woord moesten de mensen uit die tijd anders gebruiken? Het woord wolk zal de hele Bijbel door als vervoermiddel van de Here dienen. Men zag de astronaut of gezagvoerder van deze wolken kennelijk aan voor de Here. Het is een boeiende vraag of er meerdere Heren waren.

Een verhaal over "watermuren" is ook te vinden in de Berlijnse Papyrus 3033. Deze duizenden jaren oude geschriften gaan over de grote "tovenaars" uit het oude Egypte. Het nu volgende verhaal is afkomstig van Baufre. Dit was de zoon van de befaamde piramidebouwer farao Cheops (ca. 2550 v. Chr.). Farao Snofroe (bouwer van de piramide's van Medoem en Dasjoer) zat zich te vervelen en riep zijn voorlezer-priester Djada-em-ankh bij zich. Deze stelde de farao voor een boottocht te maken over het paleismeer. Twintig kinderloze haremmeisjes gekleed in kralenkettingnetten mochten mee. De slagroeister liet een kostbare haarspeld van turkoois in het meer vallen. Toen het meisje ophield met roeien vroeg de farao wat er aan de hand was. Hij stelde de roeister voor haar haarspeld te vervangen voor een andere als ze zou doorroeien. Het meisje vond dat de haarspeld van buitengewone kwaliteit was en niet vervangen kon worden. Snofroe vond dat Djada-em-ankh het probleem maar moest oplossen omdat dit uitje zijn idee was. Deze sprak een toverformule uit en er vormde zich een watermuur van twaalf meter hoog. De bodem van het meer en de haarspeld werden zichtbaar. Djada-em-ankh pakte de speld en gaf die terug aan het meisje. Met een volgende toverspreuk bracht hij het meer in zijn oorspronkelijke staat terug. Alle opwinding bezorgde de farao een onvergetelijk dagje en een goed excuus voor een groot feest. Het volgende verhaal gaat over prins Hordedef, broer van Baufre en zoon van Cheops. Hordedef vertelde zijn vader over de "tovenaar" Djedi. Deze zou weten waar de geheime vertrekken in het heiligdom van Thot (god van de wijsheid) te vinden waren. Cheops liet Djedi overkomen naar zijn koninklijke residentie. De 110 jaar oude Djedi kon behoorlijk eten: 500 broden, honderd kruiken bier en een halve os per dag. Zouden we hier met een god of een groepje buitenaardsen te maken hebben? Zijn kennis over de geheime vertrekken van Thot, zijn eetlust en het vervolg van dit verhaal doen het ernstigste vermoeden. Cheops was behoorlijk nieuwsgierig naar de toverkunsten van zijn gast. Djedi zou zelfs in staat zijn stukgehakte lichamen weer samen te voegen. Cheops liet een gevangene opdraven om als "assistent" te fungeren. Djedi weigerde een mens te gebruiken omdat "de mensen het verlichte vee van de goden zijn". Een gans werd zijn kop afgehakt. Na een toverspreuk van Djedi scharrelden het lichaam en de kop naar elkaar toe, voegden zich aaneen en de gans kwam weer tot leven. Een flamingo en een os moesten er ook aan geloven. Nu wilde Cheops natuurlijk weten wear de geheime kamers in het heiligdom van Thot zich bevonden. Djedi liet hem weten dat het antwoord op deze vraag gevonden kon worden in een kist, in een voorraadkamer van het heiligdom van de zonnegod in Heliopolis. Djedi vertelde Cheops dat de kist later in de toekomst gevonden zou worden door de vrouw van een priester van de zonnegod. Deze vrouw zou drie door Ra zelf verwekte kinderen baren. Na de zoon en kleinzoon van Cheops zouden zij later de troon van Egypte overnemen. Twee farao's later zou deze profetie inderdaad uitkomen. Als dank voor zijn profetie en toverkracht kreeg Djedi een plaats in de koninklijke huishouding en verdubbelde voedselrantsoenen (dus 1000 broden, een os etc. per dag).

Het lijkt mij nuttig en leerzaam om eens in de rol van advocaat van de Duivel te kruipen. In tegenstelling tot Bijbelvertalers (en schrijvers) blijf ik Satan en Duivel met hoofdletters schrijven. We hebben te maken met eigennamen en bovendien is haat jegens de Duivel zelfs gevaarlijk. Lees Openbaringen er nog maar eens op na! In tegenstelling tot wat de Bijbel ons wil doen geloven was slavernij zeker niet gebruikelijk in Egypte. Er zijn tenminste nooit bewijzen voor gevonden, en evenmin hebben er ooit mensenoffers plaatsgevonden. De volgende tekst is afkomstig van farao Amenemhet 1 (1991-1962 v. Chr.): "Ik heb de armen gul geschonken en de wezen opgevoed. Ik liet hem die niets bezat, hetzelfde bereiken als degeen die wel over iets beschikte." Over het algemeen gedroegen de farao's zich zeker niet slechter dan figuren als Abraham, Isaak, Jakob etc.

Uit het vervolg van de uittocht uit Egypte blijkt dat de Israelieten tegen wil en dank buitenaardse leiding kregen. In Ex. 16:3 lezen we: "U heeft ons in deze woestijn geleid om deze hele gemeente van honger te doen omkomen?" Behalve honger hadden ze nog dorst ook: "En zij kwamen in Mara, maar zij konden het water van Mara niet drinken omdat het bitter was (Ex. 15:23-25). Daarom noemde men die plaats Ma-Ra. Toen morde het volk tegen Mozes en vroeg: Wat moeten wij drinken? En hij riep luid tot de Here, en de Here wees hem een stuk hout; hij wierp het in het water; toen werd het water zoet." Op zich is het een koud kunstje om bedorven water weer steriel te krijgen. Dat stuk hout is slechts een vreemd soort mystificatie. Deze buitenaardsen waren er kennelijk op uit de waarheid enigzins te verbloemen. De enige reden die ik kan bedenken is dat ze er vooral op uit waren om te imponeren. Vervolgens regende het kwakkels en brood. In het verhaal over de oorlog tegen Amalek (Ex. 17:8-15) komen we weer zo'n mystificatie tegen. "En wanneer Mozes zijn hand ophief had Israel de overhand, maar wanneer hij zijn hand liet zakken had Amalek de overhand." Het was wel de bedoeling dat alles nauwkeurig werd opgeschreven: "En de Here zei tot Mozes: Schrijf dit ter nagedachtenis in een boek." Vermoedelijk was ook hier telepathie in het spel. Na drie maanden kwamen de Israelieten aan in de Sinai-woestijn. De Here bevond zich al op de berg (de huidige Djebel Moesa of Mozesberg). Een opmerkelijke tekst uit Ex. 19 is: "U heeft gezien wat ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat ik u op arendsvleugelen gedragen en tot mij gebracht heb." Wat voor symboliek moeten we ons bij die arendsvleugelen voorstellen? "Daarna zei de Here tot Mozes: Zie ik kom tot u in een donkere wolk, zodat het volk kan horen, wanneer ik met u spreek, en zij ook voor altijd in u geloven." Uit deze tekst blijkt dat de wolk geen licht gaf of daadwerkelijk donker van kleur was. Verder maakte de wolk geluid. Vliegende schotels maken het geluid van een krachtige wind in een bos of bladerdek. De omschrijving in Openbaringen is "als het geruis van vele wateren". Ook deze omschrijving geeft het geluid goed weer. De Israelieten krijgen de opdracht hun klederen te wassen en de waarschuwing dat ieder die de berg aanraakt ter dood zal worden gebracht. "En het gebeurde op de derde dag dat er donderslagen en bliksemstralen en een zware wolk op de berg waren en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was beefde. En de berg Sinai stond geheel in rook, omdat de Here daarop nederdaalde in vuur; de rook daarvan steeg op als de rook van een oven, en de hele berg beefde zeer. Toen daalde de Here neder op de berg Sinai, op de bergtop, en de Here riep Mozes naar de bergtop, en Mozes klom naar boven. De priesters en het volk mogen niet doordringen om tot de Here op te klimmen, zodat Hij niet tegen hen losbreekt."(Ex. 19). Het voortbrengen van welk soort geluid dan ook is voor hedendaagse mensen echt geen wonder. Die rook valt eenvoudig te verklaren als opvliegend stof. "De Here daalde neder in vuur" wil zeggen dat er veel (voor hen onbekend) licht was. Die vergelijking met een oven kwamen we al eerder tegen. Het volk mocht niet tot de Here opklimmen. Vermoedelijk was de Here bang dat ze Zijn ruimteschip zouden inpikken. De aandrijving van het schip zou misschien ook gevaar op hebben kunnen leveren.

In Ex. 20 vinden we de tien geboden: 1. Geen andere goden aanbidden. 2. Geen beelden maken en aanbidden. 3. De naam van God niet ijdel gebruiken/ misbruiken. 4. Gedenk de Sabbat. Een dag rust. 5. Eer uw vader en moeder. 6. Niet doodslaan. 7. Niet echtbreken. 8. Niet stelen. 9. Niet liegen. 10. Niet afgunstig zijn. De geboden van Jezus betreffende hebzucht, egoisme, haat, oorlogszucht, vals gepredik, gewoeker etc, ontbreken. Dat is vreemd als we er van uit gaan met dezelfde buitenaardsen te maken te hebben. Dat de Here toen ook al niets moest hebben van winstbejag blijkt echter wel uit Ex. 18:21. Oversten en leiders moesten winstbejag haten. Zouden we misschien met een regeerakkoord van God en $atan te maken hebben als het gaat om de tien geboden? Die arendsvleugelen van Ex. 19:4 vertrouw ik niet helemaal. De arend of adelaar is de hele geschiedenis door het symbool van enge regimes geweest. Denk maar eens aan de Romeinen, Napoleon, Hitler, tsaren, vorstenhuizen, de Verenigde Staten en andere dromers van de wereldheerschappij. Mozes moet een verbazingwekkende ontdekking hebben gedaan "in de donkerheid waarin God was". In plaats van God of de Here schreef hij een aantal keren goden. Na de term goden begon hij ineens met Here Here. In Ex. 21:6, 22:8+9 en 22:28 komen we de term goden tegen in teksten waar eigenlijk God had moeten staan. Een andere verklaring is dat de afgoden en duivels ook hun geboden bekend maakten. Ik hoop dat iedereen het belang inziet van dit "foutje" van Mozes! Voor de zoveelste keer heb ik bewezen dat God meervoud is. Dames en heren schriftgeleerden waar zijn jullie nou toch mee bezig? In Ex. 22:28 staat: "De goden zult gij niet vervloeken." Zou dit op de afgoden, duivels en $atan slaan? In Ex. 24:18 lezen we dat Mozes de wolk in ging en de berg besteeg. Hij bleef maar liefst veertig dagen en nachten op de berg. De goden hadden heel wat met hem te bespreken. Vermoedelijk kreeg hij een uitleg over de hoogwaardige technologie waarmee hij moest werken. Ufologen en schriftgeleerden hebben zich vaak beziggehouden met de vraag wat de tabernakel nou eigenlijk moest voorstellen. Het antwoord waar ik mee op de proppen kom is even humoristisch als voor de hand liggend. We hebben te maken met restaurant "Chez E.T."! De tabernakel of "tent der samenkomst" bestond uit twee gedeeltes: een eetgedeelte en een kookgedeelte. De ark was een draagkist voor de schriftrollen, kandelaar, schotels, kommen, kannen en het overige keukengerei. Het reukofferaltaar was om de etensluchtjes en stank te verdrijven. Het brandofferaltaar was een barbecue met traliewerk en koperen netwerk om het vlees op te roosteren. Het wasvat was een afwasbak waarin je ook je handen kon wassen. Verder moesten de hogepriesters of koks speciale kleding dragen. Het opperkleed was voorzien van belletjes om de goden te laten weten waar ze zich niet konden materialiseren. Het verzoendeksel was een hoogwaardig technologisch doorgeefluikje. Op deze plaats werd het voedsel gedematerialiseerd. In Ex. 25:22 lezen we over het verzoendeksel: "En Ik zal daar met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis, over alles met u spreken wat ik u voor de Israelieten gebieden zal." Was dit ook een materialisatieplaats voor de Here? Bevond zich daar een soort van intercom? In Ex. 31:18 kreeg Mozes de twee "tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven door de vinger Gods." Mozes bleef zo lang op de berg dat zijn broer Aaron niet wist wat er van hem geworden was. Hij liet het volk goud inzamelen om er een gouden kalf van te gieten. Dit moest vermoedelijk de Egyptische Apis-stier voorstellen. Zij bogen zich neer en offerden aan het gouden kalf. De Here besloot hen van de aardbodem te vernietigen. Mozes was in staat de Here op andere gedachten te brengen. In Ex. 32:14 staat: "En de Here kreeg berouw over het kwaad, dat Hij gezegd had Zijn volk te zullen aandoen." Met de Here valt dus best redelijk te praten en te onderhandelen. In Ex. 33:11 staat: "En de Here sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend." Het is dus heel vreemd dat in Ex. 33:20-23 staat: "Hij zei: U zult mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven. De Here zei (tegen Mozes): Zie bij Mij is een plaats, waar u op de rots kunt staan; wanneer Mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal ik u in de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken, totdat Ik voorbij ben gegaan. Dan zal Ik mijn hand wegnemen en u zult Mij van achteren zien, maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden." Volgens mij kan dit alleen verklaard worden door het feit dat er meerdere Heren waren. In Ex. 40:34-38 staat: "En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid des Heren vervulde de tabernakel, zodat Mozes de tent der samenkomst niet kon binnengaan. Wanneer de wolk zich verhief van boven de tabernakel, broken de Israelieten op, op al hun tochten. Maar indien de wolk zich niet verhief, dan braken zij niet op tot de dag, dat zij zich verhief. Want op de tabernakel rustte overdag de wolk des Heren, en in de nacht was er een vuur in voor de ogen van het gehele huis Israel, op al zijn tochten." De tabernakel kon niet vertrekken zolang de Heren zaten te eten. De wolk of het ruimteschip van de Heren gaf dus behoorlijk wat licht.

TERUG

1. SYNOPSIS VAN MIJN HOMEPAGES 2. CONCLUSIE VAN HET CHRONOLOGISCH OVERZICHT 3. WETENSCHAP VERSUS RELIGIE EN BOVENMENSELIJKE SPOREN 4. VERSCHILLENDE UFO-WAARNEMINGEN EN GODSWONDEREN 5. EX-STASIHOOFD SPREEKT, ONTVOERINGEN EN VEEVERMINKINGEN 6. ALLE MOGELIJKE VERKLARINGEN VOOR HET FENOMEEN UFO'S EN BUITENAARDSEN 7. ZOEKEN OP HET WWW 8. HET OUDE EGYPTE 9. HET MAZDEISME EN MIDDEN-AMERIKA 10. HET HINDOEISME, BOEDDHISME, CONFUSIANISME EN TAOISME 11. DE VERSCHILLEN TUSSEN DE BIJBEL EN DE KORAN 12. UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL: GENESIS EN EXODUS 13. UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL: LEVITICUS T/M MALEACHI 14. UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL: HET NIEUWE TESTAMENT 15. UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL ZONDER COMMENTAAR DEEL 1 16. UFO'S EN BUITENAARDSEN IN DE BIJBEL ZONDER COMMENTAAR DEEL 2 17. DE VERKLARING VAN OPENBARING 17 18. OPENBARING MET AANTEKENINGEN TOT HOOFDSTUK 13 19. OPENBARING MET AANTEKENINGEN VANAF HOOFDSTUK 13 20. MIJN EIGEN VREEMDE VERHAAL 21. SATANISME EN DE NIEUWE WERELDORDE 22. INTERVIEW MET M. W. COOPER 23. REACTIES EN AANVULLINGEN 24. REACTIES EN AANVULLINGEN DEEL 2 25. REACTIES EN AANVULLINGEN DEEL 3 26. REACTIES EN AANVULLINGEN DEEL 4 27. REACTIES EN AANVULLINGEN DEEL 5 28. REACTIES EN AANVULLINGEN DEEL 6 29. ENGELSTALIGE SITE VOOR DE OVERIGE DOCUMENTEN (O.A. FOTO-, MIDI- EN GELUIDSARCHIEVEN) 30. LINKS

Hosted by www.Geocities.ws

1