Winaland




Algemene informatie
Winaland (officieël: Zimagrad Okrug) is een autonome republiek van de Russische Federatie. Het was vroeger een handelspost van het Frilandse bedrijf DWU en een kleine meerderheid van de bevolking is van Frilandse komaf. Het gebied is onderdeel van de Oblast Archangelsk en wordt begrensd door de Witte Zee en de Boven- en Neder Noordelijke Dvina. Het gebied is ongeveer zo groot als het Italiaanse eiland Sicilië, maar dan dunner bevolkt en met een veel minder aangenaam klimaat.
        Winaland ligt niet ver van de poolcirkel en het sneeuwt er meer dan 180 dagen per jaar. De zomers zijn er kort en koel (± 10° tot 15° Celcius), de winters lang en koud (± -10° tot -15° Celcius). De gevoelstemperatuur kan er in de winter dalen tot ver onder de -30° Celcius. Het gebied bestaat uit moerassen, sneeuwvlakten en uitgestrekte naaldwouden (taiga). Hierin leven dieren als de wolf, poolvos, marter, rendier en sneeuwhaas. Wie het gebied wil bezoeken, kan een vlucht boeken naar Archangelsk en van daaruit naar het noordwesten reizen. Warme kleding wordt dringend aanbevolen.


Bestuur
Winaland is een autonome republiek binnen de Russische Federatie. De officiële naam is "Zimagrad Okrug", maar het merendeel van de bevolking gebruikt nog steeds de historische, Frilandse naam. De officiële talen zijn Russisch en Frilands en de republiek mag tot op zekere hoogte haar eigen wetten maken. Ook heeft het haar eigen parlement, het Waldskapsþing ("Volksvergadering van het Domein"), dat wordt geleid door een gouverneur.
        Sinds de politieke hervormingen in 2000 hebben de autonome republieken veel van hun zelfstandigheid verloren, al worden de meeste besluiten in Winaland nog steeds genomen door het Waldskapsþing. Naast de reguliere Russische media, zijn er in Winaland ook enkele Frilandstalige kranten en TV-zenders. Veel mensen luisteren bovendien naar de internationale Frilandse radiozender Alland Utwerp. Het enige betaalmiddel is de Russische roebel. Pogingen om de Frilandse skat als wettig betaalmiddel in te voeren, zijn tot op heden niet gelukt.
        De historische vlag van Winaland is de donkerrode DWU-vlag met bedrijfslogo, met rechtsboven het Frilandse blauw-wit en onderaan de naam "Winaland" in runenschrift. Na de opheffing van de DWU bleef het nog lang in gebruik. Tegenwoordig is de historische vlag omstreden; tegenstanders associëren het met een bedrijf dat zich schuldig maakte aan mensenrechtenschendingen maar voorstanders verdedigen de DWU juist en wijzen erop dat Winaland zonder dit bedrijf nooit zou hebben bestaan. De huidige vlag is blauw-wit-rood, verwijzend naar zowel het Frilandse blauw-wit als het Russische wit-blauw-rood.

Bevolking
Winaland heeft ongeveer 200.000 inwoners, waarvan de meeste in Zimagrad (Wentarburg) wonen. Een kleine meerderheid van de bevolking wordt gevormd door Frilanders (55%), gevolgd door Russen (43%), Oekraïners (1%), Nenetsen (0,6%) en overige bevolkingsgroepen (0,4%).
        Tijdens de Sovjetperiode is een actieve russificatie-politiek gevoerd, waarbij etnische Russen werden gestimuleerd om in het gebied te gaan wonen. Hiermee probeerde men elke vorm van onafhankelijkheidsstreven in de kiem te smoren. Het Frilandse aandeel in de bevolking is hierdoor aanzienlijk kleiner geworden en ook de Frilandse taal en cultuur zijn sindsdien meer naar de achtergrond verdrongen. Ook is het gebruikelijk dat mensen, naast hun Frilandse naam, ook een officiële Russische naam kiezen. Ingwar Waldmerssun zal bijvoorbeeld zijn naam russificeren tot "Igor Vladimirovitsj" en in documenten ook zo worden aangeduid door de overheid.

Taal en religie
Ongeveer 55% van de bevolking spreekt als eerste taal Frilands. 43% Russisch en 3% overig. De voertaal is Russisch, wat vrijwel iedereen kan spreken.
        Oorspronkelijk werd er in het gebied vooral Winalands gesproken, een Frilands dialect dat sterk door het Russisch was beïnvloed. Door de naoorlogse deportatie van een aanzienlijk deel van de bevolking en de daaropvolgende onderdrukking van de Frilandse identiteit, raakte het dialect grotendeels uitgestorven. In de jaren 80 kwam hieraan een einde en mochten kinderen weer in de eigen taal worden opgevoed. Al gebeurde dit meestal in het standaard Frilands, dat identiek is aan wat er in Friland zelf wordt gesproken. Omdat dit ook wordt onderwezen op scholen en gebruikt in de media, heeft het algemeen Frilands de restanten van het Winalandse dialect volledig verdrongen.
        De belangrijkste religies zijn Ferna Sed (30%), Russisch-orthodox (25%), anders Christelijk (6%) en overig (4%). 35% van de bevolking is atheïstisch.

Cultuur
Er is een sterk onderscheid tussen het culturele leven van de Frilandse en Russische bevolking, waardoor er amper sprake is van één Winalandse cultuur en er telkens discussies zijn over de vraag waarom Winaland Russisch, Frilands, allebei of geen van beiden is. De Frilandse bevolking viert vooral de Frilandse feestdagen en neemt geen deel aan Russische feestdagen, de Russische bevolking doet het precies andersom. Op andere gebieden zijn de Frilandse en Russische cultuur juist weer zodanig vermengd geraakt, dat het onderscheid amper nog te maken is. Deze identiteitscrisis wordt wel spottend "splitgaist oþal" (schizofrenie-cultuur) genoemd.
        Eén van de bekendste Winalandse schrijvers is Stanislaw Dmitrissun, die een Frilandse moeder en een Russische vader heeft en op komische wijze schrijft over de cultuurverschillen binnen het gezin waarin hij opgroeide.


Wentarburg in de 18e eeuw

Geschiedenis

Vroegste geschiedenis
Het gebied werd oorspronkelijk bewoond door Fins-Oegrische rendierjagers en werd vanaf de 9e eeuw bezocht door de Vikingen, die het Bjarmaland noemden. Rond de 13e eeuw werd het gebied gekoloniseerd door de Pomoren en werd het onderdeel van de Republiek Novgorod.
        In 1635 kreeg de Frilandse handelsmaatschappij DWU toestemming van tsaar Michaël I Romanov om een versterkte handelspost te stichten aan de kust, die "Wentarburg" (Winterburcht) werd genoemd. In 1640 kocht zij ook het gebied ten zuidoosten daarvan, dat tussen twee vertakkingen van de Noordelijke Dvina lag. Dit werd "Winaland" genoemd, waarschijnlijk afgeleid van “Dvina” of “Viena”, achtereenvolgens de Russische en Finse naam van de rivier. Dit gebied was vooral interessant vanwege de bonthandel, maar ook hout werd er veelvuldig verhandeld.

Goudwinning
Meteen na de aankoop van het gebied werden er goudaders ontdekt op de Witte Vlakte, nabij het huidige Zolotograd (Gulþburg). Vermoedelijk had de DWU dit al eerder ontdekt en was dit de werkelijke reden tot de aankoop van wat nu Winaland is. Er werden goudmijnen aangelegd en de Pomoren, een Slavisch volk dat het gebied bewoonde, werden als dwangarbeiders ingezet om het goud naar boven te halen. De winsten waren enorm, evenals het aantal mensen dat in de mijnen het leven liet door instortingen, bevriezing en honger. In Friland was weinig bekend over de DWU-misdaden in het verre Winaland, en omdat de economie flink mee profiteerde van de goudwinning, stelde ook niemand vragen.

DWU-schepen bij Wentarburg, 17e eeuw

Strafkolonie
In 1680 rapporteerde DWU-gouverneur Aþalwulf Haimrikssun dat "de Pomoren op waren". Om dit op te lossen vroeg de DWU de Frilandse overheid om gevangenen te leveren, zodat deze als "werknemers" konden worden ingezet in de goudmijnen. Over de uitgeroeide Pomoren en de verschrikkelijke werkomstandigheden in de Winalandse mijnen werd met geen woord gerept. De overheid zag een mooie kans om van een heleboel tuig af te komen en besloot mee te werken aan het plan. Hele scheepsladingen gevangenen werden afgeleverd in de haven van Wentarburg, dat inmiddels was uitgegroeid tot een grote nederzetting. Eenmaal aangekomen, werden de gevangenen rechtstreeks doorgestuurd naar de mijnen.
        Degenen die de lange tocht door sneeuw en ijs overleefden en na een jaar werken nog steeds niet waren bezweken, konden worden geselecteerd voor de Waldskapshar ("Domeinleger"), de brutale, koloniale troepenmacht van de DWU. Zij kregen elk een vrouwelijke gevangene "cadeau" en mochten als volwaardig Winalands burger de nieuwe nederzettingen gaan bevolken. Het eindresultaat was een ruige bevolking, die net zo keihard, ijskoud en meedogenloos was als het klimaat waarin zij woonde. De Frilanders noemen hun afstammelingen in Winaland dan ook "het gevaarlijkste dat Frilands bloed ooit heeft voortgebracht."

Russische annexatie
Rusland verlangde een groter deel van de winst van de Winalandse goudmijnen en probeerde meer invloed op het gebied te verkrijgen. In 1718 liet tsaar Peter de Grote zelfs vijfhonderd Russische soldaten het gebied intrekken "om het bevriende Winaland te beschermen tegen Zweedse agressie". Het legertje werd bij Blakmar (Tsjernozersk) prompt aangevallen door de Waldskapshar, die er korte metten mee maakte. Tsaar Peter was woedend, maar omdat hij zijn handen vol had aan de Grote Noordse Oorlog, had de verovering van Winaland weinig prioriteit. Het gebied wist daardoor semi-onafhankelijk te blijven.
        In 1788 maakte tsarina Catharina de Grote nieuwe voorbereidingen om Winaland te annexeren, maar door het uitbreken van de Russisch-Zweedse Oorlog werd hiervan afgezien. Door te dreigen de DWU bepaalde handelsvoordelen af te nemen, wist zij echter wel af te dwingen dat Winaland voortaan een groter deel van haar winst aan het Russische Rijk afstond als "beschermingsgeld."
        In 1800 ging de DWU failliet en nam Friland haar koloniën niet over, waardoor Winaland er alleen voor stond. De economie stortte volledig in en de Waldskapshar werd ontbonden. Gouverneur Kunrad Harmanssun besefte hoe zwak zijn land er voor stond en zocht haastig bescherming bij machtige landen, om zo een Russische annexatie te verhinderen. Het mocht echter niet baten: nog datzelfde jaar liep het Russische leger het kleine Winaland onder de voet en werd het gebied onderdeel van het Russische Rijk.

Soldaten van het Rode Leger

Revolutie
Na de annexatie van Winaland bleef het gebied meer dan een eeuw lang relatief zelfstandig. Zolang er maar genoeg goud naar de Russische schatkist bleef vloeien, bemoeide de tsaar zich nergens mee. Ook voor de bevolking maakte het weinig verschil door welke hand de zweep werd vastgehouden.
        In 1917 maakte de Russische Revolutie een einde aan het keizerrijk en er brak een burgeroorlog uit. De Winalanders grepen hun kans en verklaarden zichzelf onafhankelijk. De burgeroorlog verliep in het voordeel van de Bolsjewieken, die op 20 februari 1920 Archangelsk veroverden. Nu het Rode Leger aan de poorten van Winaland stond, besloot gouverneur Stainar Hludwigssun met de Bolsjewieken te gaan onderhandelen over een vriendschapsverdrag en officiële erkenning van de onafhankelijkheid van Winaland. In plaats daarvan werd hij gevangen gezet en later opgehangen.

De Winalandse Oorlog
Op 23 februari 1920 opende het Rode Leger de aanval op Winaland. De heropgerichte Waldskapshar was geen partij voor de Bolsjewistische overmacht, maar bood desondanks fel verzet bij de vesting Harwulfsburg en wist daar twee weken lang stand te houden. Op 9 maart viel de vesting in handen van het Rode Leger. Tweehonderd krijgsgevangenen van de Waldskapshar werden daarna levend onder het ijs van de Noordelijke Dvina geschoven. De dorpen Snaiburg (Snezjnji Zamok) en Blakmar (Tsjernozersk) werden geplunderd. Hrainlegar (Olenej lagerja) verzette zich en werd daarom volledig uitgeroeid en vernietigd.
        Na het bloedbad in Hrainlegar trokken de Bolsjewieken westwaarts. Widgard (Borgorod) gaf zich op 14 maart zonder strijd over en bleef daarom gespaard. De Waldskapshar had zich intussen verschansd bij de strategisch belangrijke brug over de zijtak van de Dvina, ten zuiden van Wimar (Svjatojvodsk). Dit was het laatste obstakel tussen het Rode Leger en Wentarburg (Zimagrad), de Winalandse hoofdstad. Op 17 maart braken hier zware gevechten uit, waarbij vele slachtoffers vielen. De Waldskapshar weigerde terug te trekken, omdat de val van Wentarburg het einde van Winaland zou betekenen. Pas op 26 maart stortte de verdediging in en werd de Waldskapshar tot de laatste man vernietigd. Wimar werd platgebrand en het gedeelte van de bevolking dat nog niet was gevlucht, werd doodgeschoten en in een massagraf gedumpt.
        Hierna marcheerde het Rode Leger naar Wentarburg, haar volgende doelwit. Het Winalandse parlement besloot dit niet af te wachten en tekende op 9 april een onvoorwaardelijke overgave, om zo de stad en haar bevolking te sparen. Winaland werd hiermee wederom deel van Rusland.

Winalandse vrijwilligers in de Waffen-SS

De Tweede Wereldoorlog
Toen Duitsland in juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel, zagen veel Winalanders dit als een kans om hun vrijheid te herwinnen. Met de slachtingen door het Rode Leger nog in het geheugen, beschouwde men de Duitsers als het minste van de twee kwaden. Hoewel gouverneur Wulfgar Aigilssun zich voordeed als pro-Russisch, had hij in het geheim contact met zowel Duitsland als de Frilandse nazipartij ÞMA. In december 1941 naderden de Duitsers het Ladogameer en waren de Finnen in Karelië en bij het Onegameer. Voor Winaland was dit het moment om in actie te komen.
        In de nacht van 18 op 19 december 1941 passeerden enkele honderden Winalanders ongezien de frontlijn om zich bij de Duitsers aan te melden als vrijwilliger. Zij werden ingedeeld bij de 5e Divisie van de Waffen-SS, samen met andere vrijwilligers uit de Lage Landen, Scandinavië en de Baltische Staten. In Winaland zelf werden in het geheim voorbereidingen getroffen voor een geplande opstand tegen de Sovjets. Dit gebeurde in overleg met de nazi's en Duitse onderzeeboten leverden hiervoor de benodigde wapens af.
        Voordat het plan kon worden uitgevoerd, werd het echter ontdekt door Russische spionnen. Winaland werd vliegensvlug bezet door eenheden van het Rode Leger, die uit wraak grote verwoestingen aanrichtten en zich vervolgens uitleefden op de bevolking van Wentarburg, waarbij honderden mensen om het leven kwamen. Hierna liet Stalin een groot deel van de Winalandse bevolking deporteren naar de goelags.

Russificatie
Na de oorlog was er niet veel meer van Winaland over: bijna elke nederzetting was zwaar beschadigd en vooral Wentarburg lag grotendeels in puin. Driekwart van de inwoners was omgekomen of gedeporteerd. Een gedeelte hiervan kwam aan het begin van de jaren 50 levend terug uit de goelags, maar de bloeiende stad die Wentarburg eens was, bestond niet meer. Om elke herinnering aan Winaland uit te wissen, liet Stalin alle plaatsnamen vervangen door Russische vertalingen en werden de Frilandse taal en cultuur zoveel mogelijk onderdrukt.
        In de jaren 60 werden er in Zimagrad, het voormalige Wentarburg, scheepswerven gebouwd voor de productie van marineschepen en onderzeeboten. De Winalandse economie en werkgelegenheid konden zich hierdoor weer herstellen. De verwoeste delen van Zimagrad werden herbouwd in de kenmerkende Sovjet-architectuur en de overheid stimuleerde etnische Russen om zich in Winaland te vestigen. Dit leverde niet alleen extra arbeidskrachten op voor de werven, maar zorgde er bovendien voor dat het gebied Russischer werd. De Winalanders werden immers nog steeds gewantrouwd door hun rol tijdens de oorlog.

Autonome republiek
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kreeg Winaland ruimte voor meer zelfstandigheid. Hoewel het merendeel van de bevolking voorstander was van volledige onafhankelijkheid, stond de Russische overheid dit niet toe. Wel werd Winaland op 4 juni 1992 een autonome republiek.


Nederzettingen:

Zimagrad (Зимаград, "Winterburcht" / Frilands: Wentarburg)
Van oudsher de hoofdstad van Winaland. Meer dan 80% van de bevolking woont hier, de rest van Winaland is zeer dun bevolkt. Zimagrad staat bekend om haar haven en scheepswerven. De bekendste plek is de Zonnelaan (Russisch: Solnetsjnim Prospekt / Frilands: Sowilgat), een luxe winkelstraat waar het, ondanks haar naam, meestal stervenskoud is.

Tsjernozersk (Чернозерск, "Zwartmeer" / Frilands: Blakmar)
Dit dorp ligt in een moeras, waarin alleen de bewoners de weg kennen. Bezoekers worden aangeraden niet van de gebaande paden af te wijken.

Svjatojvodsk (Святойводск, "Heilige plaats aan het water" / Frilands: Wimar)
Vroeger stond hier een tempel aan een klein meertje. Later groeide deze plek uit tot een visserdorp.

Severnjipol (Северныйпол, "Noordstad" / Frilands: Nurþstad)
Bekend om haar vuurtoren en luxe visrestaurant, waar de vis zo vers is, dat gasten hun maaltijd vaak eerst moeten doodslaan voordat ze het kunnen opeten.

Borgorod (Боргород, "Woudstad" / Frilands: Widgard)
Een welkome tussenstop op de snelweg van Archangelsk naar Zimagrad. Vooral bekend om haar ruige striptent "Þa Lihtrauda Muskul" ("De Roze Mossel"), waar Winalandse meisjes paaldansen en andere "diensten" verlenen aan dronken Russische vrachtwagenchauffeurs.

Krasnji led (Красный лед, "Rood ijs" / Frilands: Raudis)
In 1720 werd hier een nieuwe goudmijn gegraven door een groep van tweehonderd gevangenen. Toen zij klaagden dat ze te weinig voedsel kregen, liet de DWU-opzichter dertig gevangenen doodslaan en door de anderen opeten. Volgens de legenden kleurde het ijs hierna bloedrood, uit protest tegen deze misdaad.

Snezjnji Zamok (Снежный Замок, "Sneeuwburcht" / Frilands: Snaiburg)
Hier stond vroeger een vesting, dat zo vaak ingesneeuwd raakte, dat de bewoners er soms dagenlang in gevangen zaten.

Zolotograd (Золотоград, "Goudburcht" / Frilands: Gulþburg)
De koudste en meest afgelegen plaats van Winaland. Hier bevinden zich de meeste goudmijnen en het dorp is dan ook ontstaan als kamp voor de dwangarbeiders die daar werkten.

Novaja Frilandija (Новая Фриландия, "Nieuw-Friland" / Frilands: Neu-Friland)
Het dorp met het grootste drankprobleem van heel Winaland. Bijna elke maand wordt er wel ergens een doodgevroren dronkaard aangetroffen, die vaak zo stijf bevroren is, dat hij eerst van de straat moet worden losgebikt.


Overige locaties:

Arvulfsburg (Арвулфсбург, "Harwulf's burcht" / Frilands: Harwulfsburg)
Dit fort werd gebouwd in 1734 en vernoemd naar de toenmalige Frilandse koning Harwulf (1733 - 1768). Tijdens de Winalandse Oorlog (1920) is hier zwaar gevochten tussen de Waldskapshar en het Rode Leger. Tegenwoordig is het een museum.

Olenej lagerja (Оленей лагеря, "Rendierkamp" / Frilands: Hrainlegar)
De ruïnes van het dorp Hrainlegar, waar tijdens de Winalandse Oorlog een bloedbad werd aangericht door het Rode Leger. Sinds 1980 wordt hier elk jaar een herdenking gehouden, waarbij extreem-rechtse demonstranten anti-Russische toespraken houden en tegendemonstranten juist oproepen tot verzoening.

Belaja Ravnina (Белая Равнина, "Witte Vlakte" / Frilands: Hwita Sliht)
Dit ruige gebied beslaat meer dan driekwart van Winaland. Het bestaat uit sneeuwvlakten en naaldwouden (taiga) en is één van de mooiste, maar ook gevaarlijkste bezienswaardigheden van Winaland. Toeristen wordt aangeraden dit gebied alleen te betreden met een ervaren gids.

Beloje More (Белое Море, "Witte Zee" / Frilands: Hwita Sai)
(zee)

Verchnjaja Severnaja Dvina (Верхняя Северная Двина, "Boven Noordelijke Dvina" / Frilands: Ubarwina)
(rivier)

Nizjnij Severnaja Dvina (Нижний Северная Двина, "Neder Noordelijke Dvina" / Frilands: Niþarwina)
(rivier)