Frilandse feestdagen




Overzicht

1 februari: Landseganung
31 maart: Sumerfenŝan
April: Austar
21 juni: Medsumer
21 september: Harbist
14 - 17 oktober: Wentarnahtan
20 december: Modernaht
21 december - 2 januari Medwentar


Details

Landseganung ("Landzegening")
Vruchtbaarheidsfeest ter ere van de god Ing. Boeren vragen Ing om een goede oogst voor het komende jaar en het zegenen van hun ploeg en veld.

Sumerfenŝan ("Zomervinden")
Vroeger werd in Friland de lente gelijkgesteld aan de zomer, vandaar de naam "Zomervinden". Het Zomervinden werd oorspronkelijk gevierd bij het vinden van de eerste tekenen van de lente: degene die de eerste krokussen of vogeleieren vond, nam ze mee naar zijn dorp als bewijs. Het beschilderen, verstoppen en zoeken van paaseieren is hier in veel landen nog een overblijfsel van, evenals het zoeken naar kievitseieren. Omdat het zoeken naar eieren in Friland zulke grote vormen aan begon te nemen dat het schade aan de natuur toebracht, is in 1870 besloten dat het Zomervinden voortaan op een vaste datum wordt gehouden waarop symbolisch één kievitsei aan de koning wordt aangeboden. Het zoeken van eieren in het veld werd vervangen door het verstoppen en zoeken van beschilderde kippeneieren.

Austar ("Ooster")
Tijdens Austar viert men de overwinning van de zomer op de winter en de terugkeer van het licht. In het buitenland vierde men vroeger hetzelfde feest onder de naam Ostara of Eostre, dat tegenwoordig in gekerstende vorm voortleeft als het Paasfeest, Walpurgisnacht en Meidag.
        Austar is vernoemd naar de gelijknamige lentegodin, die wordt geassocieerd met hazen, konijnen en kippen. In andere landen is de paashaas hier nog een overblijfsel van. Ook is het in deze tijd gebruikelijk om vuren te ontsteken: deze vuren brengen geluk en vruchtbaarheid en daarom moeten ze zo groot mogelijk zijn. Om deze reden is het ook gebruikelijk dat mensen over het vuur springen en hun gezichten zwart maken met houtskool van het vuur.
        Op veel plaatsen wordt ook een boom of versierde paal opgezet, waar de mensen vervolgens omheen dansen. Deze dansen sluiten aan bij het volksgeloof dat de Alban ("Elven") tijdens Austar dansen uitvoeren op open plekken in het bos om zo de aarde vruchtbaarheid te schenken.
        Aan het begin van Austar worden er 's nachts lantaarn- en fakkeloptochten gehouden. De dag erna is er een optocht waarin kinderen versierde stokken meedragen. Tijdens deze optocht wordt een schip op wielen meegevoerd ter ere van de godin Fri, ook lopen er in de stoet wildemannen, mensen verkleed als dieren en mannen in vrouwenkleding mee. Als hoogtepunt wordt een symbolisch huwelijk gesloten tussen een jongen en een meisje uit de gemeenschap, die de god Ing en zijn bruid voorstellen. Ook worden er broodjes gebakken in allerlei vormen, symbolen en dierfiguren.

Medsumer ("Midzomer")
Het feest van de Zomerzonnewende is gewijd aan de goden Ŝunar en Ing en aan de Elven. Op de dag voor de zonnewende neemt men een bad in een heilige bron: dit geeft kracht voor de rest van het jaar. Veel jonge mensen plukken die dag bloemen, dansen ermee door de straten en werpen ze in vreugdevuren om zo onheil af te weren.
        Tijdens de zonnewende zelf wordt er een groot vuur ontstoken, daarna is er een rondgang met fakkels en vervolgens worden er brandende raderen van een heuvel gerold. Deze grote, houten wielen zijn gevuld met stro en symboliseren de baan van de zon door de hemel.

Harbist ("Herfst")
Tijdens Harbist wordt het einde van de oogsttijd gevierd. De Elven ("Alban") en de Wanen ("Wenan") worden met offers bedankt voor de oogst en van de laatste korenhalm die van het veld komt wordt een oogstpop gemaakt die "de oude" wordt genoemd. De pop wordt versierd en feestelijk het dorp binnengehaald, waarna men er omheen danst.
        's Nachts wordt er een groot feest gehouden. Dit feest neemt soms zeer uitbundige vormen aan en de nuchtere Frilanders geven zich dan over aan wilde dansen en grote hoeveelheden alcohol. Een veel gehoorde grap in Friland is dan ook dat de meeste kinderen negen maanden na Harbist worden geboren.

Wentarnahtan ("Winternachten")
Tijdens de drie winternachten vraagt men om een milde winter en worden er offers gebracht aan de disan (vrouwelijke voorouders) en de wihtan (natuurgeesten). Vooral vrouwen spelen een belangrijke rol in dit feest en mannen worden daarom geacht tijdens deze periode het volledige huishouden van hun vrouwen over te nemen.

Modernaht ("Moedernacht")
Moedernacht wordt gevierd op de avond voor het Midwinterfeest begint. Tijdens dit feest worden offers gebracht aan de "moeders", waarmee de disan, oftewel de vrouwelijke voorouders worden bedoeld.

Medwentar ("Midwinter")
Medwentar, ook wel Jehwal ("Joel") genoemd, is het belangrijkste feest van het jaar. De viering begint tijdens de winterzonnewende en duurt twaalf nachten, die symbool staan voor de twaalf maanden van het jaar en een graadmeter zijn voor wat er het komende jaar gaat gebeuren. Het nieuwe jaar begint meestal in de laatste dagen van de viering.
        Tijdens Midwinter zetten mensen een dennenboom in de tuin of de huiskamer en versieren deze met lichtjes en appels, ook wordt er vaak snoep in gehangen en bakken mensen brood in allerlei vormen. Tijdens het "Medwentarmel" (Midwintermaal), de Frilandse versie van het Kerstdiner, wordt er vaak vlees gegeten van een varken dat aan de god Ing is geofferd. Ook drinkt men speciaal gebrouwd "Jehwalaluŝ" (Joelbier) met een hoog alcoholpercentage, waarmee een minnedronk op de voorouders wordt uitgebracht.

Op veel plaatsen worden zwaarddansen gehouden: mannen met zwaarden gaan dan in een kring staan en daarbinnen dansen naakte mannen in het rond, daarbij de zwaarden ontwijkend. Het is nu een sport maar van oudsher was het een krijgersritueel waarin mannen hun moed toonden. Aan het einde van de dans wordt de winnaar symbolisch "gedood" als offer aan de god Wodan.


Volgens het volksgeloof zijn tijdens de twaalf nachten van Midwinter de grenzen tussen de negen werelden dunner, waardoor geesten uit het hiernamaals makkelijker op aarde kunnen komen. Omdat hier ook boze geesten tussen zitten wordt getracht deze geesten te verjagen. Dit gebeurt door het luiden van klokken, wat tegenwoordig als een Christelijk gebruik wordt gezien maar eigenlijk een heidense oorsprong heeft. Ook worden geesten verjaagd door te blazen op Midwinterhoorns, het rinkelen van belletjes, het slaan op potten en pannen en natuurlijk met vuurwerk.
        's Avonds hullen jongemannen zich in witte lakens of pelzen van beren en wolven en dragen ze demonenmaskers of maken ze hun gezichten zwart, hiermee beelden zij geesten uit. Ook dragen ze een gordel met belletjes eraan en soms een ketting aan hun enkel. Ze dansen door de straten, stampen op de grond en maken veel lawaai om zo de boze geesten weg te jagen. Ook brengen ze vruchtbaarheid voor het komende jaar: iedereen die zij tegenkomen "slaan" zij met roeden en takkenbossen om hen vruchtbaarheid te schenken. Als ze meisjes tegenkomen proberen zij deze te verleiden tot een dans, een kus, of meer... Ook bellen ze overal aan om een flesje bier te "stelen", wat de mensen voor hen klaar zetten omdat het geluk brengt als ze aan de deur komen. In ruil voor het bier dat ze krijgen, galopperen ze te paard over de akkers om ze vruchtbaar te maken en/of "vegen" zij de straten schoon met bezems, om zo symbolisch de boze geesten te verdrijven.

Veel mensen geloven dat tijdens de twaalf nachten van Midwinter het "Wodanŝa Har" (Woedende Heer) door de lucht rijdt. In het buitenland staat dit ook wel bekend als de Wilde Jacht. Dit "woedende leger" wordt aangevoerd door de god Wodan en bestaat uit de Ainharjars, de gestorven helden uit het Walhalla. Ze rijden op zwarte paarden en worden vergezeld door Walküren, wolven, honden en raven. Wie het Woedende Heer tegenkomt dient hen respect te betonen, wie dat niet doet wordt vastgegrepen en kilometers door de lucht meegevoerd, of erger. Hetzelfde geldt voor de "Ŝunarwagan" (Donderwagen), de bokkenwagen van de god Ŝunar waarop hij in die tijd door de lucht rijdt.
        Een afspiegeling van dit volksgeloof is de "Skimalridar" (Schimmelruiter), een man met een grijze baard en een ooglapje die wordt vergezeld door twee mannen die zijn verkleed als ooievaar en als bok. De schimmelruiter stelt Wodan voor, de ooievaar wordt geassocieerd met Ing en de bok met Ŝunar. Kinderen leggen voedsel en hooi bij de schouw als offer aan de Schimmelruiter en zijn paard, in ruil daarvoor krijgen ze snoep, appels, gebak in de vorm van een hoefijzer en andere lekkernijen. In de meeste andere landen is het feest van de Schimmelruiter later veranderd in de Kerstman en Sinterklaas. De mensen die hun gezichten zwart maken en voor boze geesten spelen zijn daar bewaard gebleven als Elven en Zwarte Pieten. In Friland heeft men echter de oudste en meest oorspronkelijke versie van dit gebruik in ere gehouden.