Oost-Walamark




Oost-Walamark (Fri: Aust-Walamark / Hiv: Solaria) is een betwist gebied dat door zowel Friland als Hiveria wordt opgeëist. Sinds 1881 staat het gebied de facto onder Hiveriaans bestuur, daarvoor was het onderdeel van de Frilandse gouw Walamark, waarvan de grens tot aan de rivier Riþar (Ruisseau) reikte.


Geschiedenis
De eerste Hiveriaanse inval in Walamark vond plaats tijdens de Tweede Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1142). De aanvankelijk succesvolle opmars werd gestuit door een opstand in Oost-Walamark. In de daaropvolgende Slag bij Storlau (het huidige Grand Forêt) behaalden Frilandse versterkingen een onverwachte zege op het veel sterkere invasieleger. Walamark bleef hierdoor geheel in Frilandse handen.
        In 1386 slaagde Hiveria er alsnog in geheel Walamark te annexeren, dankzij verraad van de Walamarkse hertog Fulkmer Karskung Þeudmanssun en met steun van Frankrijk en Engeland. Tijdens de Derde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1448) werd Walamark echter door Friland heroverd.
        Tijdens de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1881) werden grote verwoestingen aangericht in Oost-Walamark. Het Britse Rijk kwam tussenbeide en forceerde een vrede uti possidetis ("zoals in bezit is"); de frontlijn, die op dat moment dwars door Walamark en de stad Runsburg liep, werd zo de nieuwe grens tussen Friland en Hiveria. Oost-Walamark raakte gescheiden van de rest van Walamark en werd een Hiveriaanse provincie, genaamd Solaria. De nieuwe grens is sindsdien niet meer gewijzigd en is tot op heden één van de grootste redenen voor de vijandige relatie tussen Friland en Hiveria, die beiden geheel Walamark als het hunne beschouwen: Friland op basis van historisch en cultureel verwantschap en Hiveria op basis van het annexatieverdrag van 1386, dat niet door Friland wordt erkend.
        In 1964 werd in Deuxchâteau (Twaiburg) een demonstratie tegen de bezetting op gewelddadige wijze beëindigd door het Hiveriaanse gezag, waarbij bijna tweehonderd doden vielen.
        Tijdens de Vijfde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (2009) werd Oost-Walamark korte tijd heroverd door Friland, dat het gebied echter opnieuw aan Hiveria moest laten na zware internationale druk en een frauduleus verlopen referendum. Van 2012 tot 2014 waren er VN-waarnemers actief in Oost-Walamark na meerdere zware geweldsincidenten tussen etnische Frilanders en Hiveriaanse kolonisten.

Demografie
Over de demografie van Oost-Walamark zijn weinig betrouwbare cijfers beschikbaar doordat Friland en Hiveria uit politieke motieven verschillende statistieken hanteren. Bovendien woedt er een demografische strijd, waarin migratie, geboortecijfers en het over en weer wegpesten van bevolkingsgroepen de cijfers vaak doet schommelen.
        Volgens de meest accurate schattingen heeft Oost-Walamark 784.760 inwoners, waarvan 580.723 Frilanders (74% van de bevolking) en 204.037 Hiverianen (26% van de bevolking). De bevolking is verdeeld over de volgende gemeenten:

Hiveriaanse naam:

Bois-de-Saint
Château l'Est
Deuxchâteau
Grand Forêt
Hautville
Loger Blanc
Petit Colline
Pierrecité
Runsbourg-Est
Solaria
Frilandse naam:

Raginlau
Austanburg
Twaiburg
Storlau
Haustad
Hwithus
Lutilberg
Stainþurp
Aust-Runsburg
Sugila
Inwoners:

1.600
12.870
80.450
35.790
12.500
69.300
21.560
71.640
152.110
326.940

De autochtone bevolking van het gebied identificeert zich vrijwel volledig als Frilands. Onder de mensen die zich als Hiveriaans identificeren bevindt zich een klein aantal etnische Frilanders, die zich om politieke of opportunistische redenen als Hiveriaans hebben laten registreren. Het merendeel van de Hiveriaanse bevolking in Oost-Walamark bestaat echter uit kolonisten, die door de overheid worden gestimuleerd zich er te vestigen in de hoop een demografische verschuiving in het voordeel van Hiveria te laten plaatsvinden. Ook immigranten worden bij voorkeur in Oost-Walamark ondergebracht en daarna meegeteld als Hiveriaans, de meerderheid van hen komt uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
        De belangrijkste religie in Oost-Walamark is het Christendom (43%, waarvan 36% Katholiek, 5% Protestant en 2% overige denominaties). Daarna volgen atheïsme (30%), Ferna Sed (19%) en Islam (8%).
        Opmerkelijk is dat slechts een kwart van de etnische Frilanders aanhanger is van Ferna Sed, terwijl dit in Friland zelf bijna de helft is. Dit komt deels doordat de bevolking van Walamark (inclusief het Frilandse deel) door eeuwenlange Hiveriaanse bekeringspogingen een relatief hoog aantal Christenen kent, maar ook door de onderdrukking van het Ferna Sed geloof in Oost-Walamark, waardoor veel aanhangers ervoor kiezen hun geloof in het geheim te belijden en zich, om problemen te voorkomen, als atheïst of Christen laten registreren.

Politiek en bestuur
Oost-Walamark wordt door Hiveria bestuurd als de provincie Solaria, vernoemd naar de gelijknamige provinciehoofdstad, die in het Frilands Sugila wordt genoemd. In de stad Solaria bevindt zich het provinciaal parlement (Conseil Provincial), dat wordt geleid door de gouverneur. De provincie is officieel een autonome regio, maar de mate van autonomie heeft sinds het begin van de bezetting nogal gefluctueerd. Ook heeft de Frilandse meerderheid op papier vaak meer rechten dan in de praktijk.
        De officiele munteenheid is de Hiveriaanse franc, maar het Frilandse deel van de bevolking gebruikt vooral de Frilandse skat. Ook is er een omvangrijke schaduweconomie om zo weinig mogelijk Hiveriaanse belastingen te hoeven betalen en om ongezien de afscheidingsbeweging te kunnen financieren.
        De meeste etnische Frilanders in Oost-Walamark bezitten zowel de Frilandse als de Hiveriaanse nationaliteit; de Frilandse verkrijgt men automatisch wanneer beide ouders deze al bezitten en de Hiveriaanse door hun geboorte op Hiveriaans grondgebied. Er is een Frilands consulaat-generaal in de provinciehoofdstad Solaria, waar men terecht kan voor hulp en ondersteuning.

Conflicten
Naast het feit dat Oost-Walamark door twee landen wordt opgeëist, bestaan er ook conflicten op de volgende gebieden:
  • Bewegingsvrijheid: de grenzen van Oost-Walamark worden bewaakt met land-, zee- en luchtpatrouilles, prikkeldraad, elektrische draadversperringen, mijnenvelden, tankgrachten en andere blokkades. Tussen Oost- en West-Runsburg is bovendien een muur gebouwd. Het betreden of verlaten van Oost-Walamark gaat gepaard met excessieve controles. Vooral aan de Frilands-Hiveriaanse grens, maar vaak ook bij het overschrijden van de Hiveriaanse binnengrenzen met de provincies Heunia en Danab. Politie en leger zijn overal aanwezig en mensen kunnen te allen tijde staande worden gehouden voor identificatie en fouillering. Veel inwoners van Frilandse afkomst ervaren intimidatie, pesterijen en inperking van hun bewegingsvrijheid.
  • Politiek: vertegenwoordigers van de Frilandse bevolking ervaren dat zij worden tegengewerkt en geen eerlijke kans maken bij verkiezingen. Politici en leden van de Frilandse afscheidingspartij PF krijgen regelmatig te maken met verdachtmakingen, arrestaties, intimidatie en geweld.
  • Demografie: Hiveria wordt beschuldigd van pogingen het gebied te "Hiverianiseren" door haar eigen bevolking in Oost-Walamark neer te planten. Deze kolonisten krijgen van de overheid subsidie en gratis huizen. Frilandse families worden hiervoor soms uit hun huizen weg gepest, zonder ingrijpen van de politie. Vanuit de Frilandse bevolking leidt dit vaak tot tegenreacties of zelfs geweld tegen de kolonisten, wat de Hiveriaanse overheid vervolgens gebruikt voor propagandadoeleinden of als rechtvaardiging voor represailles. Ook Friland wordt ervan beschuldigd de demografie van het gebied te beïnvloeden met subsidies voor kinderrijke gezinnen.
  • Taal: officieel gebruik van de Frilandse taal is verboden in Oost-Walamark. Frilands spreken op straat en het gebruik van Frilandse persoonsnamen wordt getolereerd, maar bij overheidsinstanties weigert men Frilands te spreken of te schrijven en ook plaatsen, straten, gebouwen en organisaties mogen geen Frilandse naam hebben.
  • Cultuur: voor Frilandse feestdagen en evenementen wordt doorgaans geen vergunning verleend. Historische gebouwen met een duidelijk herkenbare Frilandse architectuur worden regelmatig afgebroken omdat ze niet meer aan moderne veiligheidseisen zouden voldoen. Het standbeeld van koning Þeudrik in Solaria (Sugila) werd na ophef over zijn rol in de Derde Frilands-Hiveriaanse Oorlog omver getrokken door de actiegroep MDCS en het monument voor de Slag bij Storlau in Grand Forêt (Storlau) werd "gestolen". Ook uit Frilandse hoek zijn er soms aanvallen op Hiveriaans cultureel erfgoed; zo werd het standbeeld van de Hiveriaanse president Collignon in Château l'Est (Austanburg) opgeblazen door de Skadhar.
  • Religie: hoewel officieel toegestaan, wordt het praktiseren van het Ferna Sed geloof in de praktijk zeer moeilijk gemaakt. Voor het houden van openbare ceremonies wordt zelden een vergunning afgegeven en voor de bouw van nieuwe tempels evenmin. Ferna Sed aanhangers worden door de Hiveriaanse overheid gewantrouwd omdat het vrijwel altijd etnische Frilanders betreft, die bovendien een sterkere loyaliteit hebben aan het Ferna Sed-vriendelijke Friland dan aan het grotendeels Katholieke Hiveria.
  • Onderwijs: het onderwijs is gericht op assimilatie in de Hiveriaanse cultuur en het uitdragen van pro-Hiveriaanse standpunten. Onderwijs in de Frilandse taal is verboden en thuis lesgeven ook. Critici spreken van "hersenspoeling" en veel ouders sturen hun kinderen daarom naar privaatonderwijs. Het is een publiek geheim dat deze scholen subsidie ontvangen uit Friland en dat er heimelijk wordt onderwezen in het Frilands. Zodra de inspectie verschijnt, schakelt men tijdelijk over op het Frans en wordt het verplichte, pro-Hiveriaanse lesmateriaal vanonder het stof tevoorschijn gehaald. Hoger onderwijs wordt vaak gevolgd in het buitenland; vooral de universiteiten van Spirdung en Tillau in Friland zijn populair onder Oost-Walamarkse studenten.
  • Media: pro-Frilandse en Frilandstalige media zijn verboden. Het internet in Hiveria heeft veel restricties en staat onder strenge censuur. Er zijn wel manieren om de censuur te omzeilen en nieuws van buitenaf te ontvangen, maar daarmee begeeft men zich in een voortdurend kat-en-muisspel met de politie. Er zijn echter Frilandse nieuwspagina's die zich speciaal op Oost-Walamark richten, zoals Haimstem.fl en AWN (Aust-Walamarkisk Neujas); deze pagina's vinden telkens nieuwe manieren om vanuit Hiveria bereikbaar te zijn en zodra de toegang wordt geblokkeerd, zijn ze vaak binnen een halfuur alweer via een andere weg te bereiken. Ook zijn er op sociale media groepen waar men elkaar op de hoogte houdt.
  • Verzuiling: de Frilandse en Hiveriaanse bevolking leven grotendeels binnen hun eigen zuil of bubbel. Sociale omgang of zelfs romantische betrekkingen met de andere groep worden amper getolereerd en soms zelfs beschouwd als "verraad". Ook doet men bij voorkeur geen zaken met elkaar en wordt er alleen gekocht in winkels van zuilgenoten. In de Frilandse zuil wordt de Hiveriaanse dienstplicht massaal ontdoken. Inwoners met de Frilandse nationaliteit ontvangen ook een oproep voor de Frilandse dienstplicht, maar het Hiveriaanse gezag verbiedt hen hierop te reageren. Velen vervullen echter in het geheim hun dienstplicht in Friland of volgen een alternatieve militaire opleiding bij de separatisten.

    Separatisme en loyalisme
    De Frilandse meerderheid in Oost-Walamark komt met regelmaat in verzet tegen de, in hun ogen, Hiveriaanse bezetting. De Hiveriaanse minderheid pleit juist voor eenheid en tegen separatisme. De acties van beide groepen variëren van geweldloze demonstraties tot gewapende strijd.
  • Parti du Frilandais (PF): het geweldloze verzet komt van de Frilandse onafhankelijkheidspartij PF, die regelmatig vreedzame protesten organiseert en via de politieke weg verandering probeert te bewerkstelligen. De PF wordt in de Hiveriaanse politiek echter stelselmatig buitenspel gehouden en haar demonstraties op gewelddadige wijze beëindigd.
    Geheime training van de Skadhar
  • Skadhar: Frilandse separatisten die niet (meer) geloven in een vreedzame oplossing hebben zich verenigd in de Skadhar ("het Schaduwleger"), dat in 1964 werd opgericht als reactie op het bloedbad van Deuxchâteau. Hiveria beschouwt de Skadhar als een door Friland gefinancierde terreurorganisatie. Ook zouden de separatisten worden getraind in guerilla-tactieken door specialisten van het Frilandse leger en de inlichtingendienst en zouden zij worden bevoorraad via geheime tunnels, onderzeeboten en vanuit de lucht. Friland bevestigt noch ontkent dat zij de Skadhar van geld, training en wapens voorziet.
            Leden van de Skadhar zijn niet als zodanig te herkennen doordat zij geen uniformen of andere herkenningstekens dragen. Zij maken gebruik van gewone burgervoertuigen en zijn doorgaans licht bewapend, al beschikken zij ook over kalashnikovs, explosieven en draagbare luchtdoel- en anti-tankraketten. Veel van hun wapens zijn verkregen op de zwarte markt, buitgemaakt op het Hiveriaanse leger of, naar verluid, geleverd door Friland. De Skadhar houdt zich bezig met sabotage, wraakacties en aanvallen op de "bezettingsmacht" (het Hiveriaanse leger en de politie). Hiveriaanse burgers worden ontzien, mits zij geen geweld gebruiken tegen de Frilandse bevolking. De acties van de Skadhar zijn zo effectief, dat Hiveria in veel delen van Oost-Walamark slechts met moeite haar gezag kan uitoefenen.
  • Mouvement pour les droits civiques en Solaria (MDCS): de "Burgerrechtenbeweging in Solaria" is een vreedzame protestbeweging tegen het separatisme en voor "een tolerant, divers en inclusief Hiveria". De MDCS staat bekend om ludieke acties, het besmeuren van separatisten met rode verf, het bezetten van pleinen en het blokkeren van "pro-Frilandse" winkels en bedrijven.
  • Force d'Autodéfense (FA): de "Zelfverdedigingsmacht" is pro-Hiveriaans en anti-separatistisch. Haar doel is het verdedigen van de Hiveriaanse bevolking tegen "Frilandse terreur". Friland beschouwt de FA als een door Hiveria gefinancierde terreurorganisatie voor "de vuile klusjes waaraan Hiveria haar handen niet zelf durft te branden." De FA heeft geen duidelijke organisatiestructuur maar lijkt eerder een paraplu waaronder allerhande anti-Frilandse acties kunnen worden geschaard. Zo handelen pro-Hiveriaanse activisten uit naam van de FA, maar kunnen hangjongeren, straatbendes en criminelen ook hun gang gaan uit naam van de FA, mits zij hun acties beperken tot etnische Frilanders. Ook de Hiveriaanse politie en het leger worden er regelmatig van beschuldigd dat zij zich voor ongrondwettelijke acties vermommen als FA-strijders. De belangrijkste bezigheden van de FA zijn het bestrijden van Frilands separatisme, het wegpesten van de Frilandse bevolking en het intimideren, mishandelen of doden van separatistische kopstukken.


    Château l'Est (Austanburg).

    Toerisme
    Het bezoeken van Oost-Walamark wordt in veel landen ontraden wegens de spanningen in het gebied en het verhoogde geweldsrisico. Wie er toch naartoe wil, wordt aangeraden zich zo neutraal mogelijk op te stellen. Oost-Walamark kan het best worden bezocht via Hiveria, dus door vanuit het oosten (de provincie Heunia) de rivier Ruisseau (Riþar) over te steken. De controles zijn hier minder streng dan bij de zwaarbewaakte grens met Friland. Tijdens uw verblijf kunt u worden ondervraagd en gefouilleerd door de Hiveriaanse politie en het leger.
            Hoewel veel van de schoonheid van Oost-Walamark is verwoest door oorlogen en opzettelijke vernieling van cultureel erfgoed, zijn bepaalde plaatsen zeker een bezoekje waard: in Runsbourg-Est (Aust-Runsburg) zijn zowel de muur tussen oost- en west als het winkelgebied in de wijk Louisienne (Hludwigshaim) veelbezochte plaatsen. In Petit Colline (Lutilberg) bevindt zich een openluchtmuseum met gereconstrueerd heuvelfort, elders zijn er de kastelen Château l'Est (Austanburg), Quicleau (Kwiklau) en Venoumbourg (Wenumburg) en wat betreft natuurschoon zijn er de Mont Élevé (Haupik), het Bois Noir (Swarta Wid) en de stranden aan de Mer Dedans (Innansai) en Grand Canal (Haringferþ).