begin inhoud volgende terug

Jezus.



Wie was deze minzame jongeman, die in eenvoud zijn weg ging. Die predikte in Galilea, rond het meer van Genesareth en in Judea, 2000 jaren terug. Tegenwoordig worden rond zijn persoon allerlei vragen gesteld. Men accepteert het getuigenis van de Bijbel over Hem niet meer. Hij is een omstreden mens geworden, deze man, die volgens de Bijbel mensen genas van de meest uiteenlopende kwalen. De Bijbel getuigd dat Hij zelfs drie keer een dode heeft opgewekt. Ook dit wordt niet meer geloofd door veel mensen.

Hij was een levenslustige en opgewekte jongeman. Hij was erg intelligent en snel van begrip, en Hij was aangenaam gezelschap. De discipelen droegen Hem op de handen, niet alleen omdat Hij zieken genas en andere wonderen deed, maar omdat ze van Hem hielden en Hem diep respecteerden.

Wie was deze man? Was Hij Gods zoon? Wat deze term dan ook maar mag betekenen. Hebben wij nog een mogelijkheid om vast te stellen of dit waar is? Of kunnen we alleen maar de schouders ophalen en verder gaan met onze dagelijkse bezigheden.

De Bijbel verteld van de periode dat Hij leerde gedurende ongeveer drie jaar en van Zijn dood. Terloops worden hier soms nog wat opmerkingen gemaakt omtrent Zijn persoon. Van Zijn jeugd en opvoeding weten we eigenlijk niets. Zijn dood en opstanding zijn nauwkeurig omschreven, maar waarschijnlijk alleen maar omdat Zijn discipelen hierdoor erg geschokt en verontwaardigd waren. Het is wel bijna zeker dat Zijn plotselinge en gewelddadige dood, en Zijn opstanding, van doorslaggevende betekenis zijn geweest tot het verspreiden van zijn leer.

Het is opvallend dat alle evangelisten die Hem hebben gekend niets vertellen van zijn geboorte en jeugd, maar ook niet van Zijn verdere leven. Systematisch bijna, wordt in de evangeliën het wedervaren van Jezus verzwegen. De evangelist die het meest vertelt over de jeugd van Jezus is Lucas, die Jezus nooit heeft ontmoet, en die het daardoor waarschijnlijk ontgaan is dat Jezus niet wou dat er over Hem geschreven werd. Er mocht vermoedelijk geen aandacht aan Zijn persoon geschonken worden, omdat dan de woorden van Jezus, welke veel belangrijker waren, op de achtergrond zouden raken. Dit is desondanks heel vaak gebeurd. De kerk heeft altijd veel gepraat en getwist over de persoon Jezus, over zijn geboorte; zijn lijden en over zijn dood. Vooral in de rooms-katholieke kerk, sprak men minder over zijn woorden. Er is veel geruzied en er zijn kerkscheuringen geweest, over zijn geboorte, over de onbevlekte ontvangenis; over of Hij al dan niet van eeuwigheid af al bestaan heeft enz., terwijl de Bijbel, onveranderlijk bijna, al deze zaken verzwijgt. Vermoedelijk omdat dit totaal onbelangrijke onderwerpen zijn.

Er zijn de meest onverantwoorde en ongegronde uitspraken over de persoon Jezus gedaan, allemaal in een entourage van mystiek, magie, heiligheid en verhevenheid. Terwijl Jezus de eenvoud zelf was. Waarbij de kern, de boodschap van Jezus, vooral in de Middeleeuwen totaal aan de kant is gedrongen. De evangeliën laten er geen twijfel over bestaan dat Jezus een uiterst eenvoudig persoon was en een heel eenvoudig leven heeft geleid.

Al de fictieve hoedanigheden die Jezus zijn aangemeten in de loop van de tijd dienden om de persoon Jezus indrukwekkender te maken, de eenvoud paste niet in het straatje van de geestelijkheid. Zo wordt Jezus op afbeeldingen in de rooms- katholieke kerk ook altijd ouder voorgesteld dan Hij in werkelijkheid was. De oude kerkvaders hadden moeite met zo'n eenvoudig jongmens, voornamelijk omdat ze zelf niet eenvoudig en evenmin nederig waren.

Onder de invloed van allerlei heidense gedachten zijn ook de wonderen van Jezus, en zijn dood, overgoten met een halo van mystiek en bovennatuurlijke macht. De bovennatuurlijke en occulte machten, waar de mensen altijd zo bang voor zijn geweest, werden kennelijk beheerst door Jezus, zo dacht men. Bij allerlei groepen van bijgelovige mensen is Hij een gevierde persoon geweest, hier is Hij soms gezien als een soort oppermedicijnman. In zo'n zwoele atmosfeer zijn veel gedachten geboren over de persoon Jezus die nooit enige positieve bijdrage hebben geleverd aan het christendom, maar wel als essentieel werden gezien en het beeld wat de christenen van Jezus hadden, hebben vertroebeld. In het boek Marijntje Gijssen wordt een kort beeld gegeven van wat de mensen allemaal hadden bedacht. Maar de fantasie van de Grieks-Orthodoxen ging veel verder.

Er zijn Jezus allerlei bovennatuurlijke eigenschappen toegedacht, maar de gelijkenis van de talenten, waar Jezus zo duidelijk de nadruk legt op de persoonlijke verantwoordelijkheid die wij hebben ten opzichte van alles wat God ons in beheer heeft gegeven zonder zijn supervisie en controle, maken ons duidelijk dat in de toekomst wij al deze dingen ook kunnen. God stelt hier al Zijn talenten beschikbaar aan de mensen, en houdt er geen achter om er zelf mee te werken. Ook de uitspraak van Johannes 'en zij zullen als koningen heersen' komt overeen met deze interpretatie. De wonderen van Jezus waren toentertijd wonderen, maar in de toekomst zullen het gewone verklaarbare verschijnselen blijken te zijn als we voldoende kennis verkrijgen. De wonderen van Jezus zullen gewone natuurlijke processen blijken te zijn, door God in de natuur ingebedt, en niets bovennatuurlijks hebben. Het zal blijken dat het geen mysteriën zijn en dat het niets met occultisme te maken heeft. Wij zullen in staat zijn ze te begrijpen, en ze te benutten, zoals Jezus dit deed.

Er bestaan voor ons geen bovennatuurlijke dingen of gebeurtenissen. Domweg omdat wij geen zintuigen hebben, of apparatuur, om iets buiten onze wereld (de wereld der doden) of buiten ons heelal waar te nemen, zo er een buiten ons heelal is. Dus kunnen we ze ook niet vaststellen. Alles wat wel vastgesteld wordt, en niet wetenschappelijk verklaard kan worden, moet gezien worden als een tekort aan kennis, of als inbeelding, of als een overmaat van fantasie. Als er bovennatuurlijke dingen bestaan, of helderziendheid zoals de parapsychologie beweert, dan maakt God er zeker geen gebruik van om ons iets te leren. Wij, die niet paranormaal zijn kunnen ze immers niet ontwaren. Wij zouden dan afhankelijk en ondergeschikt zijn aan helderzienden in ons godsdienstig leven. Zoals in alle godsdiensten de gelovigen ondergeschikt zijn aan de priesters. De Bijbel, maar vooral Jezus, zeggen dat alle mensen voor God gelijk zijn. Dit wil zeggen dat niemand van iemand anders afhankelijk is ten opzichte van God, want alle mensen hebben gelijke toegang tot God. Daarom kunnen paranormalen geen speciale status hebben in welke zin dan ook binnen het christendom; aangenomen dat ze bijzondere gaven hebben. Ze zouden wel een bijzondere status hebben als God via helderziendheid met ons in contact trad. God doet dit stellig niet, want dit is strijdig met alles wat Jezus ons heeft geleerd.

Wij moeten ons daarom niet verdiepen in deze dubieuze wereld, want ze is van geen enkel belang voor het christendom, en brengt ook geen positieve bijdrage aan enige ontwikkeling. Wel vermoed ik dat mensen die zich bezighouden met helderziendheid de ontwikkeling afremmen, omdat ze de menselijke capaciteit om logisch te denken verminderen. Als wetenschappelijk vastgesteld wordt dat helderziendheid bestaat en als men hiervan opbouwend gebruik kan maken wordt het anders, maar tot het zover is dienen we ons wat sceptisch op te stellen. Ook in de Bijbel maakt God geen gebruik van waarzeggers en tovenaars, hoewel de beschrijving van sommige verschijningen en het optreden van sommige profeten wel deze indruk wekken. Deze indruk wordt gewekt omdat de schrijvers wel geloofden in alle occultisme.

Wij moeten er vanuit gaan dat alle mystiek en alle bovennatuurlijke verschijnselen uitsluitend fantasie zijn. De mens, en vooral de primitieve mens, kan uitermate goed fantaseren. Alle gezichten en verschijningen die op bepaalde plaatsen in de katholieke kerk, en andere oudere christelijke kerken, aan de orde van de dag zijn, berusten voornamelijk op inbeelding en fantasie. Ook de ufo's bevinden zich op dit vlak. Het kan zijn dat bij enkele verschijningen er zich wel iets bijzonders heeft voorgedaan. Misschien is er inderdaad wel een ruimtevaartuig geweest of iets anders, maar welke garantie hebben we dat het geen stunt was om toeristen of bedevaartgangers te trekken? Misschien dat er een bijzonder natuurverschijnsel is geweest, maar het is dan ten onrechte geïnterpreteerd als een verschijning van bijvoorbeeld Maria. Heel vaak zijn verschijningen bedrog, geboren in het brein van onwetende of gewetenloze mensen, en ze hebben altijd een heidense oorsprong. Na mate het katholicisme primitiever is, met meer heidense invloed, zijn er ook meer verschijningen van Maria en allerlei heiligen. Dit is een aanwijzing dat tenminste een groot gedeelte van deze verschijningen verzinsels zijn. Deze bijgelovige mysterieuze ervaringen ontstaan in een heidense omgeving en zijn met dergelijke gedachten en fantasieën doorweven. Dit was ongetwijfeld één van de redenen dat het, het joodse volk, verboden was zich in te laten met waarzeggerij en bezwering.

Zo is er ook over de persoon Jezus veel te veel gefantaseerd. Allerlei gebeurtenissen uit de overlevering zijn zo vaak doorverteld met opmaak en opsmuk, dat er geen peil op te trekken is van wat wel en wat niet waar is. Vaak is er een bepaalde richting aan gegeven die paste bij de destijds in zwang zijnde interpretatie. De dogma's van de kerken, met vaak bizarre uitspraken uit de Middeleeuwen werden in elkaar gezet zonder dat in veel gevallen de theologen zich bekommerden over de juistheid en overeenstemming met de Bijbel. Vaak lijkt het dat de theologen een voorliefde hebben voor obscure en onduidelijke uitspraken, hier kunnen ze de betekenis aan geven welke hun het beste past. Iets waar advocaten ook dol op zijn.


Van de omgeving waarin Jezus leefde en wat Hij geleerd heeft; welke scholing Hij heeft gehad weten we bijna niets. De overlevering verteld dat Hij gereisd moet hebben na zijn achttiende jaar, met karavanen naar India en per boot naar Engeland en misschien naar nog veel meer plaatsen, maar dit is allemaal erg vaag, en of het waar is weten we niet. Het is voor het christendom ook van geen enkel belang.

Als het waar is heeft Hij niet zo lang naar school gegaan. Desondanks was Hij scherp en ad rem in een discussie. De debatten met de Farizeeën en schriftgeleerden, welke vaak tot in details door de evangelisten beschreven zijn, laten ons duidelijk zien dat Hij buitengewoon scherpzinnig was; soms ook fel.

Het is opmerkelijk hoe rationeel en logisch Jezus denken kon. Paulus was bijna zeker een van de meest intelligente en rationeel denkende mensen van zijn tijd. Hij was zo goed dat nu nog alle kerken zijn uitspraken volgen ten nadele van de uitspraken van Jezus, maar Jezus overtreft hem op een overweldigende manier, vooral in het rationele denken.

Hoe kon Jezus zo rationeel denken in een tijd met zoveel bijgeloof. Een tijd waar ieder denken vertroebeld werd door mystiek, bijgeloof en geestenwereld. Het flitsende intellect van Jezus in Zijn debatten, maar ook bij het samenstellen van Zijn gelijkenissen die een volmaakt en afgerond geheel vormen is adembenemend. Een geheel waarvan we nu net een tipje van de sluier hebben opgelicht, en waarvan we vermoedelijk net een glimpje opvangen. We beschikken zelfs nu nog niet over het rationele en logische intellect om het geheel te kunnen overzien.

Hebben Jozef en Maria Jezus zo'n opvoeding kunnen geven? Het is wel zeker van niet. Hoewel de brief van Jacobus, Jezus' oudere broer, ons duidelijk maakt dat Jezus uit een goed nest kwam. Jezus is ook in de woestijn geweest en op het eind van het verhaal van de verzoekingen staat er: "En engelen dienden Hem". Vele Joden gingen naar de woestijn voor studie; Jezus bijna zeker ook. Misschien heeft Jezus opleiding en onderwijs van deze engelen genoten. Waarmee zouden engelen Jezus meer kunnen dienen, dan door Hem voor te bereiden op zijn onmetelijk grote taak?

Als we de gelijkenissen van Jezus bij elkaar leggen vormen ze een geheel als een heel ingewikkelde legpuzzel. Ieder stukje past in een ander, en het geheel biedt een kompleet beeld van het koninkrijk Gods. Ook een compleet beeld omtrent onze verantwoordelijkheid wordt hierin duidelijk gegeven, maar de meeste christenen verkiezen alles te verminken in mystiek en heiligheid, waarbij ze dan onze verantwoordelijkheid gewoon verdonkeremanen. God is verantwoordelijk! Onze verantwoordelijkheid is niet eenmaal, maar meerdere malen in gelijkenissen heel duidelijk omschreven.

Zo is Jezus een enigmatische figuur die we moeilijk kunnen plaatsen in die tijd. Hiermee wordt wel meer inhoud gegeven aan het adjectief 'Zoon van God', want zijn uitzonderlijkheid is enerverend. Alleen al qua logisch intellect, kunnen we Hem niet zonder meer onder het vloerkleed vegen. Het geheel van Jezus uitspraken, wat Hij gezegd heeft en wat Hij nagelaten heeft te zeggen, vormen een uiterst ingewikkeld patroon. Verder heeft Jezus veel zaken zo subtiel gezegd en is alles zo nauw verweven met de menselijke natuur en de menselijke manier van reageren, dat het eigenlijk onmogelijk is vast te stellen of een bepaalde trend of richting in het christendom en onze maatschappij door de menselijke natuur en intuïtie, of door de uitspraken van Jezus en door de invloed van de Bijbel is ontstaan.

Het lijkt me erg veilig om er vanuit te gaan dat alle reacties in het christendom op de uitspraken van Jezus en van de Bijbel, al waren ingecalculeerd door Jahweh en zijn helpers die Jezus hebben geïnstrueerd. Zodoende worden veel ontwikkelingen in onze maatschappij op de rekening van de menselijke natuurlijke reactie geschoven, of komen voor rekening van bepaalde stromingen in de maatschappij, terwijl in de grond der zaak het christendom, en de christelijke leer, de oorzaak zijn. De ontwikkeling van het socialisme is hier een voorbeeld van.


Als Jezus de Farizeeën en schriftgeleerden belachelijk maakt in het debat wat volgde op de genezing op sabbat van een vrouw in Kafarnaüm, moeten we wel bedenken dat hierna een goede verhouding met de schriftgeleerden onmogelijk was. De Farizeeën en andere schriftgeleerden hebben Hem dit betaald gezet. Ze lieten het er niet bij zitten, en Hij heeft het met de dood moeten bekopen. Het is zeker dat dit de bedoeling van Jezus was. Hij had opdracht zich zo op te stellen ten opzichte van de schriftgeleerden. Ten eerste om later veroordeeld te worden, maar ook omdat de schriftgeleerden alleen uit waren op eigen eer en eigen macht, zoals altijd, alles, iedereen en overal gebeurdt in de wereld; ook in de christelijke wereld. Het is hierom verstandig de farizeën niet te veroordelen, want dan veroordelen we onszelf.

Na de verheerlijking op de berg begon Jezus over Zijn dood te spreken. Hij wist dat Hij zou moeten lijden zoals blijkt uit Zijn gesprekken met de discipelen. Jezus wist waar zijn debatten met de leiders van het joodse volk toe zouden leiden. Vooral na de intocht in Jeruzalem waren de leden van het Sanhedrin radeloos, en na Zijn actie van het verdrijven van de geldwisselaars en handelaars uit de tempel, ook nog redeloos van woede, want de bankiers van Jeruzalem waren de priesters. Toen Hij al deze acties ondernam wist Hij terdege wat de gevolgen zouden zijn. De evangelisten vertellen dat met Zijn verheerlijking op de berg Hij sprak over Zijn uitgang te Jeruzalem. Zijn laatste nacht in Gethsémane maakt duidelijk dat de daarop volgende gebeurtenissen niet toevallig waren, waar Hij bidt of deze beker niet aan Hem kon voorbijgaan. Jezus zelf heeft de omstandigheden geschapen waardoor Hij gekruisigd werd. Eerst door de leiders belachelijk te maken. Maar ook toen, in het huis van Kajafas, de overpriesters geen aanklacht konden vinden, verschafte Jezus er hun één, en bevestigde de Zoon van God te zijn. Anders had het Sanhedrin Hem niet kunnen veroordelen, en dan was Hij ook niet veroordeeld, want ondanks alles waren ze rechtzinnig.

De vraag 'wie is deze man' is niet nieuw. Johannes de Doper stelde deze vraag ook al toen hij in de gevangenis zat, en gedurende de eeuwen hebben vele mensen zich deze vraag gesteld. Deze mensen leefden in andere omstandigheden dan wij. Als zij antwoorden hebben gevonden, zullen die anders geweest zijn dan de antwoorden die we vandaag vinden. Ook zullen de argumenten, waarom Hij niet geacht werd Gods zoon te zijn, anders geweest zijn.

Het zoonschap Gods en Zijn lijden ten bate van onze zonden schijnt vandaag het grootste probleem te zijn, want een ander argument zoals de opstanding uit de doden, waar de Grieken over vielen, ligt vandaag al wat gemakkelijker. Hoewel allerlei congressen van grote theologen vandaag zijn sterven en opstanding doorlichten en in dubio stellen, waarbij ze net doen alsof het christendom valt of staat met de dood en opstanding van Jezus. Hier getuigen deze theologen er van, maar een zeer beperkte visie te hebben omtrent het christendom.

Een feit is wel dat Paulus het in deze termen gesteld heeft, maar Jezus zelf zegt dat het allerbelangrijkste is 'Het doen van de wil van de Vader', en Hij noemt hierbij niet zijn opstanding, en ook niet zijn dood. Ook in Zijn uitspraak: "Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden", noemt Hij niet Zijn dood of opstanding. Terwijl uit Zijn gesprekken met de discipelen blijkt dat Hij wist dat Hem de dood wachtte. Als dus zijn dood net zo belangrijk was als Zijn boodschap, voor onze redding, dan had Hij dit erbij gezegd. Dat Hij het er niet bij gezegd heeft houdt in, dat de theologen de betekenis van zijn dood en opstanding overtrokken hebben. Ze hebben er een mystieke en occulte betekenis aan toegevoegd, welke in elk geval niet door Jezus is genoemd. Deze toevoeging moet als een onchristelijke gekenmerkt worden.

Een open vraag is dus of Paulus gelijk had met zijn bewering. Dat Paulus niet onfeilbaar was blijkt uit zijn opmerkingen over en adviezen aan de vrouw. Zelf heeft hij nooit gezegd onfeilbaar te zijn. Als zijn vrienden partijen gaan vormen van Apollos en van Paulus is hij onverbiddelijk in zijn oordeel, dat niet Apollos en niet Paulus, maar Jezus de belangrijke persoon is. In feite was hij net zo eenvoudig als Jezus. Het zou niet bij zijn persoonlijkheid gepast hebben, te beweren onfeilbaar te zijn. Vermoedelijk zou hij diep geschokt geweest zijn als hij had geweten dat zijn woorden later onfeilbaar geacht zouden worden. Woorden die bestemd waren voor zijn gemeenten en gericht waren aan persoonlijke vrienden. Hij had er geen vermoeden van dat zijn brieven na enkele eeuwen door de christenen in een boek zouden worden opgenomen samen met de wet en de profeten. Waarschijnlijk had hij de moed niet meer gehad nog iets te zeggen of te schrijven.

De onfeilbaarheid van Paulus was het werk van theologen uit de Middeleeuwen, waarbij politiek en de wens van de paus en de geestelijkheid om hun macht te vergroten een rol speelde. Zonder onfeilbaarheid van Paulus, kon de paus ook niet onfeilbaar zijn, en stond het wat raar om 'ex cathedra' te spreken. Evenmin als vandaag waren vroeger de mensen ooit foutloos. Mensen maken altijd fouten, vroeger, maar nu ook. We worden ons hiervan bewust als we met een computer gaan werken. Dit apparaat is genadeloos als we iets fout doen. Geen mens is onfeilbaar, dus Paulus ook niet.

Als we de geschiedenis van het christendom bekijken kunnen we gemakkelijk vaststellen dat de leer van Jezus het belangrijkste was, zoals Hijzelf meermalen met nadruk gezegd heeft, terwijl eigenlijk geen enkel christen dit accepteerd. Het was deze leer die onze samenleving heeft veranderd; niet zijn dood of opstanding. In de geschiedenis komen de gevolgen van Jezus' leer overeen met wat Jezus over Zijn leer gezegd heeft. Nergens spreekt Jezus over Zijn dood als zijnde van essentieel belang. Als Zijn dood zo belangrijk was als Paulus stelt, dan had Jezus in Gethsémane niet gebeden of deze beker aan Hem kon voorbijgaan. Dat Jezus dit bidt maakt duidelijk dat Hij het belangrijke werk volbracht had. Alleen had de Vader beslist dat Hij ook nog moest sterven, om als aanzet tot de verspreiding van het christendom te dienen. Hij had dus toen eigenlijk al Zijn werk volbracht, maar niet Zijn opdracht, want deze hield in dat Hij ook nog moest sterven. De uitspraak "Het is volbracht!", deed Jezus ook voor Hij stierf; niet na Zijn dood. Alles was volbracht vóórdat Jezus stierf. Dus heeft Zijn dood echt niet die betekenis die men er altijd aan gegeven heeft. De magische inhoud van Zijn dood, die door zoveel christenen als essentieel wordt gezien, is er gewoon niet.

De kerk heeft altijd geleerd dat wij gered worden door Zijn lijden en sterven, de dogmas en de catechismus zeggen dit. Paulus was hier de inspiratie. Als we er vanuitgaan dat de dood van Jezus niet dermate belangrijk is als Paulus stelt, dan is het nodig meer nadruk op Zijn leer te leggen. Deze leer was ook van Jezus. Door, en met deze leer redt Hij ons, verder was alles wat Hij op aarde gedaan heeft ten bate van onze redding, hieronder valt ook Zijn lijden en dood. Toch redt Hij ons hoofdzakelijk door Zijn leer en veel minder door Zijn dood. Hij zegt dit op vele plaatsen in de evangeliëen letterlijk. Ondermeer in de uitspraak die voor de zoveelste keer weer eens was overgeslagen door de dogmatici: "Niet door kracht nog door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden". De Geest doet het en over Zijn lijden en dood praat Hij niet. De geest van Jezus leer; de geest van eenvoud, de geest van recht, de geest van trouw, de geest van naastenliefde, de geest van verantwoordelijkheid en de geest der waarheid. Dit  zijn verschillende namen voor een en dezelfde geest, die bezit van ons moet nemen onder invloed van Zijn leer. Nu ik, in het zweet mijns aanschijns dit formuleer, ontdek ik met een schok dat ik de Heilige Geest zuiver heb omschreven. Ik sta oog in oog met de derde persoon van de drieëenheid. Dit is de geest die Jezus heeft gedreven om onze redder te zijn. Dit is ook de geest van Jahweh, en deze geest moet ook de onze worden en ons aanzetten tot de daad, anders zijn we verloren.

We zijn dan verloren in de meest brede en absolute zin. Verloren als persoon; als mensheid; verloren geestelijk en lichamelijk. Zonder deze leer zullen we terugvallen naar de instelling  van de mohammedanen. In deze maatschappij zijn alle mensen kleine despootjes. Ieder heeft zijn gebied waar hij als despoot regeert. Het resultaat kunnen we voorbeeldig zien in Irak. (deze aanvulling schrijf ik in 2004). Deze maatschappij is al bezig zichzelf uit te roeien. Als we de geest van Jezus niet in de praktijk brengen, zullen ook wij onszelf uitroeien. Het is dus echt geen luxe, maar een overlevings noodzaak.

Jahweh gebruikt de zelfstandige naamwoorden God en Koning als bijvoegelijke naamwoorden voor zichzelf. Jezus gebruikt de naam Heilige Geest als bijvoegelijk naamwoord voor Zijn leer. Jahweh neemt de naam God aan om de absolute oorlog aan de afgoden te verklaren; Hij neemt ook de naam koning aan om de absolute oorlog te verklaren aan alle koningen, heersers en aan alle arrogantie. Jezus gebruikt de naam Heilige Geest voor het resultaat van Zijn leer op ons, om de absolute oorlog te verklaren aan de geestenwereld, aan alle mystiek en bijgeloof. Hij verklaart de absolute oorlog aan alle illusie waarmee we ons hoofd vertroebelen. Het is dezelfde soort illusie waarmee roddelaars en voetbal-supporters hun hoofd vertroebelen. Ik ontdek nu, dat ik door het gebruik van een mystieke taal voor de samenvatting van Jezus leer, zonder opzet de Heilige Geest nauwkeurig heb omschreven. Jezus maakt oneigenlijk gebruik van het woord geest als Hij de naam 'Heilige Geest' gebruikt. Precies als Jahweh oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van de woorden God en Koning. Het woord geest wordt hier van zijn bijgelovige en mystieke betekenis ontdaan; het wordt systematisch uitgehold. Er blijft alleen de betekenis 'mentaliteit' of 'levensvisie' over en de dreiging wordt de geestenwereld ontnomen. De geestenwereld krijgt een goede klank door het woord 'Heilige Geest' en we hebben plotseling een bondgenoot in de geesten wereld.

Zo kunnen we de geesten wereld objectief beoordelen en tot het besef komen dat zoiets niet bestaat. Hiermee stuurt Jezus alle mystiek en alle geesten naar de verdwijning, zoals Jahweh de goden en de koningen naar de verdwijning tracht te sturen. Ik weet niet of u, lieve lezer, hebt opgevangen wat ik daarnet opving. De subtiliteit en de ongelofelijke slimheid en het sublime intellect wat achter het gebruik van het woordje 'Heilige Geest' schuil gaat. Het is hetzelfde intellect dat achter het woord 'God' en het woord 'koning' zit. Toch is dit intellect voor mij bij het woord 'Heilige Geest' veel moeilijker te ontwaren. De uitdrukking " het mes snijdt van twee kanten' kent u wel. Bij het hanteren van grootheden en termen in de Bijbel door Jahweh en Jezus, snijdt het mes wel van 5, 6 of 7 kanten tegelijk.

Nu pas ontdek ik dat de wartaal van de catechesaties, over de Heilige Geest, veel meer nuchtere waarheid bevatte dan ik vermoedde. De Heilige Geest is inderdaad één met Jahweh en één met Jezus, en hij moet één zijn met ons, in precies dezelfde vorm als hij één is met Jezus en Jahweh. Maar het is geen persoon. Het is ook geen wezen uit de geestenwereld of uit de godenwereld. De Heilige Geest heeft niet het verst gezochte verband daarmee.

Als u twijfelt aan Jahweh's almacht is dit een goede gelegenheid om de twijfel weg te nemen. Onze sociologen en psychologen zijn schonkige grofsmeden in de psychologie, vergeleken met dit verfijnde psychologische horlogemakers werk.  God, koning en geest, dit zijn de kenmerken die Jahweh associeerd met zichzelf. Hij gebruikt deze kenmerken om deze eigenschappen bij ons uit te roeien. Koning staat voor hetzelfde als priester, want deze instanties hebben nooit anders gedaan (en doen dat nog), dan de mensheid te onderdrukken en uit te zuigen. De Bijbel geeft een onzachtzinnige opinie hierover. Het lijkt erop dat dit de negatiefste kenmerken van onze maatschappij zijn. Dit is de  conclusie die ik trek uit de drieëenheid.

Ik weet niet of Jahweh almachtig is, ik bezit niet het IQ om dit te beoordelen. Het ligt ver achter mijn  horizon, maar de Bijbel zegt het. Ieder die meent een gebrek aan almacht bij God waar te nemen is alleen maar arrogant en dom. Niet alleen ik, maar ieder mens is hiertoe niet in staat. We zien hier een topje van het IQ van Jahweh. De Bijbel zegt terecht dat Gods gedachten hoger zijn dan onze gedachten.


En dan de opstanding uit de doden. Met de opstanding ligt het vandaag al wat gemakkelijker vanwege de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen. Vooral de ontwikkeling van de medische wetenschap, geeft ons een idee van de mogelijkheden die in het verschiet liggen, wat ons leven betreft. We worden ouder dan vroeger. Vele ziekten die vroeger fataal waren boezemen ons geen angst meer in. We zijn bezig met het catalogiseren van onze genen, waarbij ieder die zich hier enigszins in verdiept heeft, kan weten wat voor vergaande gevolgen dit zal hebben. Er zijn veel mensen die er van overtuigd zijn, en ikzelf behoor daar ook toe, dat we onszelf helemaal zullen kunnen repareren, wat er ook maar aan ons mocht mankeren. Het is goed mogelijk dat, met de huidige ontwikkeling, er nog wel 500 of 1000 jaren verstrijken voor het zover is, maar de mogelijkheden zijn werkelijk zonder grens.

We zullen de slijtage van het ouder worden kunnen verhinderen. Eventueel, als we over de gegevens beschikken, zullen we ook dode mensen levend maken. Het opstaan uit de doden van Jezus is vandaag, tenminste voor een aantal mensen, dus niet meer het grootste probleem. Als het in de toekomst zal kunnen, zoals zowel de Bijbel als de wetenschap ons laten weten, waarom toen dan niet? Ik zelf zie het als een belofte voor het komende vrederijk waar Jezus zo vaak over spreekt.

De Bijbel zegt dat Jezus de Zoon van God is. Is het belangrijk voor Hem om deze status te dragen? Wat betekend dit eigenlijk 'Zoon van God'? Wil dat zeggen dat Hij arrogant was, tiranniek, of overheersend zoals goden altijd geweest zijn in de oudheid, en overigens nog zijn, bij de primitieve mensen van vandaag? Jesaja zegt van Hem 'Hij had gestalte noch luister; veracht; van de mensen verlaten; een geslagene'. Het beeld wat Jesaja schept van Jezus is niet erg goddelijk. Een god werd vroeger altijd als een luisterrijke persoonlijkheid gezien. Jezus is geen luisterrijke persoonlijkheid, maar Jezus is dan ook niet gods zoon, maar Gods zoon. Het is uiterst belangrijk dat we dit onderscheid maken, want de woorden god en God hebben eigenlijk niets met elkaar gemeen. We zouden het woord God moeten vervangen door Jahweh of Yahoe of hoe deze naam ook maar geklonken zal hebben. Hiermee ruimen we heel veel misverstanden uit de weg.

In de Bijbel staat herhaaldelijk dat God geen god is. Jahweh heeft immers ook niets gemeen met een god. Jezus zegt dat zijn Vader in de hemelen precies zo is als hijzelf, en dat Hij en zijn Vader één zijn, d.w.z. gelijk in voorkomen en in streven; ze hebben ook hetzelfde doel. Jahweh is dus net zo eenvoudig en nederig als Jezus, en dit kunnen we in het oude testament herhaaldelijk vaststellen.

Waaraan kunnen we Jezus vandaag nog herkennen als de Messias; de verlosser van de wereld en van de mensheid? Zijn persoonlijkheid was niet overweldigend. De evangelisten schrijven dat de mensen Jezus opzochten om genezen te worden, of om Hem te horen, maar niet om een koning te ontmoeten.

Kunnen we Jezus als Messias en Redder der wereld herkennen aan zijn genezingen? We moeten er dan natuurlijk wel van uitgaan dat de Bijbel de waarheid spreekt, want daar staat, of valt, alles dan mee. Erg overtuigend zijn genezingen in het algemeen niet. We hebben in de loop van de tijd al zo veel genezers gehad waarvan de mensen wonderen vertelden, maar in werkelijkheid viel dat vaak nogal tegen. Aan de wonderen van Jezus hebben we dus eigenlijk niet zoveel houvast.

Over Zijn dood zegt de Bijbel dat Jezus vanwege onze zonden gestorven is en voor onze zonden gestorven is. Dat dit waar is lijdt geen twijfel. Hij is veroordeeld op een onrechtvaardige manier, door een onrechtvaardige rechter. Dit kwam omdat de maatschappij toen, en nu ook nog, absoluut onrechtvaardig is. Dat de maatschappij toen onrechtvaardig was kunnen we niets aan doen, maar dat diezelfde maatschappij nu nog onrechtvaardig is, daar hadden we wel wat aan kunnen doen. We hebben er misschien wel wat aan gedaan, maar niet voldoende want hij is nog steeds onrechtvaardig, en onze inspanning is onvoldoende geweest, en we hebben dus schuld aan Zijn dood.

Jezus is voor ons gestorven. Hij moest zich opofferen, en het moest een schokeffect geven, anders waren de discipelen er waarschijnlijk niet toe gekomen de wereld in te gaan om de boodschap van Jezus te verspreiden. Jezus werd door de discipelen Rabbi genoemd, Hij was hun meester en in hun groep een overheersende persoonlijkheid. Met de voetwassing bij het laatste avondmaal heeft Jezus heel duidelijk gemaakt dat in het christendom geen overheersende persoonlijkheden passen. Hij zei:"de eerste onder u worde als de jongste en de leider als de dienaar." Dit was nodig voor de zelfstandigheid die de mensen zich moesten aanleren. Ze moesten ook leren als gelijken met elkaar om te gaan. Met Jezus bij hen was dit onmogelijk. Hij moest eerst van het toneel verdwijnen voordat de discipelen de wereld in konden gaan, anders had Jezus direct een positie als van een oosterse guru, of de dalai lama of als de paus bekleed. Dit zou totaal strijdig geweest zijn met zijn leer. Dit zou ook Gods project van het zelfstandig worden van de mensen geannuleerd hebben. Want guru's en andere grote geestelijke leiders houden van hun macht en van hun aanzien en ze tolereren niemand naast zich.

De dood van Jezus moet niet in een omlijsting van mystiek, magie en het bovennatuurlijke gezet worden, zoals dit altijd gedaan is door het christendom, en de kerk. Hij is voor ons gestorven om ons te redden van de zonden door zijn boodschap. Het moet ook niet te sentimenteel gezien worden. Hij zei tegen de bekenden die Hem volgden naar Golgotha: "Ween niet om Mij, maar ween om uzelf". Terecht! Jezus heeft er waarschijnlijk wel een vermoeden van gehad hoelang het zou duren voordat zijn leer zou doorwerken in de maatschappij. Hij vermoedde wel hoeveel leed de mensheid zichzelf nog zou aandoen en hoelang oorlog; misdaad en het elkaar benadelen nog zou doorgaan. Hij had ook de ondergang van Jeruzalem al voorspeld. Terwijl Zijn lijden, hoewel verschrikkelijk, maar kort zou zijn. Hij wist dat Hij daarna uit de doden zou opstaan. Daarbij heeft Hij abnormaal kort, levend, aan het kruis gehangen. Daardoor heeft Hij ook korter geleden. Zijn dood was dus anders dan andere doden; alleen maar 3 dagen.

Maar bewijst zijn dood dat Hij de Messias was? Kunnen we uit Zijn dood vaststellen dat Hij het was die komen zou? Ik vrees van niet. Er zijn zoveel mensen gekruisigd onder de Romeinen. Er zijn zoveel mensen ten onrechte gekruisigd, dat de dood van Jezus daartussen absoluut niet opvalt, en eigenlijk helemaal niets bijzonders is. Hij is alleen maar nóg een geval van onrechtmatige justitie erbij. Waaraan nog toegevoegd kan worden dat de Romeinen het eerlijkste recht van hun tijd beoefenden. Dus onder andere heersers was Jezus niet eerlijker berecht dan onder de Romeinen.

Er blijft ons alleen nog de leer van Jezus over, en deze hebben we nog helemaal. Omtrent Zijn leer hebben we geen twijfels. Het enige wat de evangelisten uitputtend omschreven hebben was zijn leer, ook Lucas. Over zijn leer hebben de evangelisten zoveel geschreven dat we in staat zijn deze leer te beoordelen op zijn waarde. Kennelijk is voor de evangelisten de leer van Jezus het belangrijkste, en Jezus zelf schijnt hun dat goed duidelijk gemaakt te hebben. Dit wordt niet apart vermeld in de evangeliën, maar uit de inhoud kunnen we dit wel vermoeden. De kerk mag dit nooit goed begrepen hebben, de discipelen kennelijk wel. Belangrijker dan Jezus, dan zijn wonderen, zijn geboorte en zijn dood, is de leer van Jezus want daar hebben ze voornamelijk over gesproken in de evangeliën en in de brieven, en Jezus als persoon is verwaarloosd, helemaal in overeenstemming met Zijn houding en Zijn leer.

Jezus zegt zelf ook herhaaldelijk dat Hij niet belangrijk is en dat wat Hem overkomt is ook niet belangrijk, maar de leer, die de wil van de Vader is, die Hij heeft te brengen, dié is belangrijk. "Niet ieder die tot mij zegt Here, Here zal ingaan in het koninkrijk, maar die daar doet de wil van de Vader die in de hemelen is". Het doen van de wil van de Vader is van essentieel belang. Aan het brengen van die leer is bij Jezus alles ondergeschikt. De wonderen die Hij deed waren om een voorproefje te geven van het komende koninkrijk, maar ook om de mensen bij elkaar te krijgen, want alleen zo hoorden voldoende mensen van de boodschap van Hem. Ook toen was er een show nodig om de mensen te verzamelen.

Is Zijn boodschap dan zo bijzonder? Ik twijfel hieraan niet. Met Zijn samenvatting 'God lief te hebben boven alles en de naaste als jezelf' en met bijvoorbeeld de Bergrede geeft Hij als het ware een toelichting op vroegere beloften van God aan Adam, Abraham, aan Mozes en aan het volk Israël in het algemeen. Al deze beloften, wetten en voorschriften hebben betrekking op onze maatschappij. Niet één is er die eist dat wij iets voor God doen, behalve Hem lief te hebben, en God liefhebben kunnen we alleen door de naaste lief te hebben. Alle eisen van God, zelfs het liefhebben van God heeft betrekking op onze maatschappij. Deze wetten en voorschriften eisen geen bijzondere aandacht voor, en speciaal eerbetoon aan, God. Het speciale eerbetoon wat geëist wordt is het zich gedisciplineerd gedragen in onze maatschappij, het niet alleen aan onszelf denken en niet alles wat we doen, uitsluitend voor onszelf doen, zoals vooral in de niet christelijke wereld gewoon is.

Deze boodschap was in Jezus' tijd ook al zéér bijzonder. Als we bijvoorbeeld de romeinse en Griekse samenleving bekijken kunnen we gemakkelijk de cynische en meedogenloze mentaliteit van die tijd vaststellen. Als iemand in moeilijkheden zat, was vaak het meeste wat men deed hem adviseren zijn aderen door te snijden en zelfmoord te plegen. Men was elkaar ter wille zolang het aangenaam was en zolang het ieder paste.

Van andere hoge beschavingen zoals de Incas; Mayas en de Azteken weten we dat ze de grootste minachting hadden voor de medemens, wat zich uitte in afgrijselijke offerrituelen, met een wreedheid waar de Assiriërs en Alexander de Grote maar beginnelingen bij waren. In de Chinese maatschappij was het ook niet beter dan bij de Romeinen en de Grieken. Van lager ontwikkelde volken weten we dat er vaak kannibalisme was dus ook hier kunnen we niet veel verkwikkends vinden.

Vast staat wel dat "Hebt God lief boven alles en uw naaste als uzelf" een unieke boodschap is. Er is nooit een godsdienst of stroming geweest die zei dat de mensen voor elkaar moesten zorgen. Dat de mens eenvoudig moet wezen, dus niet hoogmoedig, en dat de mens niet naar macht mag streven, en dat de mens eerst de fout bij zichzelf moet zoeken. Nergens heeft een godsdienstig leider zoals Boeddha of Mohammed, of iemand anders, zoiets gezegd; zelfs de zo geprezen franse revolutionairen hebben dit niet gedaan. Het boeddhisme verdiept zich, net als alle andere oosterse godsdiensten, alleen in de vraag: 'Hoe kan ík zalig worden en hoe is míjn verhouding tot de goden'; bij de mohammedanen is het niet beter. En de zaligheid van de ander wordt aan de ander overgelaten.

Er zijn hoge beschavingen geweest op de wereld. Vage verhalen van de Griek Solon over Atlantis, andere vage verhalen over machtige rijken in India aan de Indus. Archeologen vinden restanten van indrukwekkende gebouwen op eilanden in de Stille Oceaan, in Australië, in het zuiden van Afrika en eigenlijk overal ter wereld. Van sommige rijken is het bekend dat ze in natuurlijke catastrofes ten onder gegaan zijn, maar van veel rijken staat het vast dat ze, zoals de Mayas, aan zichzelf ten onder zijn gegaan. Het is altijd geweest: opgaan, blinken en verzinken. Aan het toppunt van hun macht werden de mensen overmoedig en veroorzaakten dan hun eigen val.

De woorden van Jezus zijn in de christelijke wereld niet erg nauwgezet opgevolgd, of liever, erg slecht opgevolgd, maar toch, bij tijd en wijle hebben de mensen er naar geluisterd, en door de eeuwen heen heeft het christendom aan invloed gewonnen. Geleidelijk is de maatschappij veranderd. Deze verandering is sinds de kerkhervormingen in 1500, in een stroomversnelling gekomen, in een soort lawine effect.

De Europese maatschappij is rechtlievend geworden; het is normaal geworden dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn daden. Leugen en misdaad worden hier veracht, maar in de Middeleeuwen was dat niet zo, en dit is nog niet zo in de ontwikkelingslanden.

De landen met sterke protestantse invloed zijn belangrijk geworden, ze hebben macht gekregen, en zijn rijk geworden. De wetenschappelijke ontwikkeling is voornamelijk in de protestantse landen geweest. Andere christelijke landen hebben soms bijna niet, of in veel mindere mate, meegedaan aan de wetenschappelijke ontdekkingen, en hebben ook altijd veel minder economische en militaire macht gehad. En de mate waarin, is altijd proportioneel geweest aan de mate van het opvolgen van de woorden van de Bijbel. Dit is heel eenvoudig in de geschiedenis vast te stellen. Voor de maatschappelijke ontwikkeling en democratie geldt hetzelfde.

Geleidelijk is zo een samenleving ontstaan die men de westelijke wereld is gaan noemen. Hitler sprak van de Germaanse übermensch. Hij zag dat alle landen met noord Europese invloed: de USA; Zuid-Afrika; Australië en Nieuw Zeeland, snel ontwikkelden en georganiseerd waren. Alle andere landen waren arm, ongeorganiseerd en ellendig. Zijn conclusie was, en vele anderen met hem, dat dit een speciaal ras was, beter dan alle andere rassen. Hij vergat alleen, en wou dit ook niet erkennen, dat al deze mensen sterke protestantse invloed hadden ondergaan.

Als het Germaanse ras zo bijzonder is, waar waren dan de Germanen ten tijde van de Pharao's, of ten tijde van de Grieken en de Romeinen?

Hitler zelf heeft bewezen dat de Germanen net zo beestachtig kunnen zijn als welk ander volk ook, als ze alleen maar de Bijbel niet meer in acht nemen. In de oorlog waren de über-germanen unter-menschen. Een Germaan met een Bijbel is nogal gauw een über-germaan, en een Germaan zonder Bijbel glijdt heel gemakkelijk af naar de unter-germanen.

Tot ongeveer 1500 waren de Germanen net zo ongeorganiseerd als alle andere volken. Denk maar aan de hoekse en kabeljauwse twisten. De Spanjaarden waren veel ontwikkelder omstreeks deze tijd en de Italianen ook. Met de kerkhervorming van Maarten Luther is dit plotseling veranderd.

Buiten het feit dat de christelijke landen het rijkste en machtigste waren, waren ze vaak ook het meest menslievende, hoewel men hier zichzelf beslist niet vergat, en vaak de naaste wel.

Vandaag hebben we een beschaving die vermoedelijk nooit is overtroffen door enig andere. Kennelijk is van het 'opgaan blinken en verzinken', het verzinken weggedrukt door het christendom, niet op een glorieuze manier door übermenschen of zo, maar met vallen en opstaan. Uiteindelijk zijn we mensen, en blijven we mensen, en de Bijbel waarschuwt ons dat er nog een grote oorlog zal komen, waar de mensen elkaar bijna zullen uitroeien. Zo is er geen reden om ons op de borst te slaan en te doen of we de ideale wereld hebben bereikt. We kunnen alleen maar in alle eenvoud wijzen op de woorden van de man van Nazareth.

De boodschap van Jezus is uniek, en voor mensen ongehoord. Hiermee is een totale omwenteling in de wereld tot stand gekomen. Geen ander mens heeft geleerd zoals Jezus leerde. Een boodschap als deze heeft geen mens kunnen samenstellen. Ook Zijn houding van het zichzelf wegcijferen is uniek en niet menselijk. Geen mens is in staat zoiets te doen in de vorm en de mate waarin Jezus dit gedaan heeft. Hiermee kunnen we overigens nog niet tot een slotsom komen of Hij nu wel of niet Gods zoon is. Temeer omdat we niet precies weten wat deze term 'Gods zoon' inhoud. Het meeste waar we toe in staat zijn is vast te stellen dat Hij enkele eigenschappen had die geen ander mens bezit, of bezeten heeft. Maar als we het effect van zijn woorden in de maatschappij nu na 2000 jaar bezien, dan kunnen we, denk ik, gemakkelijk tot de overtuiging komen dat de Bijbel gelijk heeft.

De wereld is op weg naar het komende koninkrijk waarvan eerst Jesaja en Daniël, en daarna Jezus gesproken heeft. Het is, net als met de Farizeeën, anders dan we gedacht hadden. Het is niet een mystiek en bovennatuurlijk koninkrijk in de hemelen, in het hiernamaals. Het is het koninkrijk der hemelen, maar hier op aarde, zoals Jezus dat heel duidelijk gezegd heeft. Een koninkrijk van vrede, en recht, waar alle mensen gezond zullen zijn zoals Jezus de mensen gezond maakte. Waar de doden opgewekt zullen worden zoals Jezus de doden opwekte.

Vandaag gaan de woorden van Jezus ook buiten de kerk om door de wereld. Ze zijn begonnen een eigen leven te leiden in die zin dat ze niet meer alleen door de christenen en de kerk verbreidt worden. De economen hebben ontdekt dat de misdaad de economische groei stagneert, zoals in Japan, en oefenen druk uit om hier iets aan te doen, ze moeten eerlijk worden in Japan. Ook in andere landen, ontwikkelingslanden, is een soortgelijk proces aan de gang. In het boek prediker staat dat er niets nieuws onder de zon is, maar ik geloof dat het in dit geval niet opgaat. Ik geloof dat dit wel iets nieuws is.

De wereld zelf begint te roepen om recht, en de mens komt voor het eerst in de geschiedenis tot de slotsom dat misdaad niet loont. Ook dit is nog nooit voorgekomen in de wereld, tenminste voor zover onze herinnering teruggaat. De westelijke wereld, welke door de christelijke wereld gevormd is, wordt in de hele wereld als norm gebruikt. Zo worden deze christelijke normen niet meer alleen door de kerk verspreid. Vele van deze normen zijn een direct gevolg van de prediking van Jezus, de eenvoudige en minzame man van Nazareth.

Deze jongeman die enthousiast uitriep 'Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen'. Deze man die er alles voor over heeft gehad om zijn woorden kracht bij te zetten en ze naar de voorgrond te duwen. Hij heeft de westelijke maatschappij indringend veranderd. Op een andere manier dan de Joden dachten, en op een andere manier dan wij dachten en denken. Zijn koninkrijk is niet van deze wereld, maar wel op deze wereld. Wie kan Hij anders zijn dan de door de Bijbel beloofde Messias, Gods zoon?



inhoud volgende terug eind
Hosted by www.Geocities.ws

1