begin inhoud volgende terug

De Wet.



De wetten van Mozes hebben altijd een belangrijke plaats ingenomen bij de Joden. In de christelijke wereld wordt er vaak niet zo veel aandacht aan besteed. Het zijn oude wetten en niet meer actueel. Toch waren deze wetten heel bijzonder in hun tijd. Vooral de wetten omtrent hygiëne waren erg belangrijk. In de boeken van Mozes wordt altijd over "rein" gesproken. Ook was er een wetgeving voor de weduwen en wezen en voor de landbouw; er was een wetgeving voor de vreemdeling, en een zesdaagse werkweek, maar de meeste nadruk wordt op de hygiëne gelegd.

Deze wetten werden in een omlijsting van godsdienstig ritueel aangeboden. De Joden begrepen in die tijd absoluut niet dat al deze voor hen vreemde handelingen ziekten voorkwamen, en het welzijn bevorderden. Ze werden uitgevoerd ter ere van Jahweh als een onbegrijpelijk godsdienstig ritueel zoals er bij andere volken ook onbegrijpelijk ritueel was.

In de offerdienst waren de wetten allemaal gericht op hygiëne. Verder moest de verspilling, en versmering, die gewoon was in afgodstempels, tot het uiterste beperkt blijven. Alle afval moest op een 'heilige reine plaats' gestort worden. Op deze 'heilige reine plaats' mocht uiteraard niemand komen, en zo was er ook geen risico van besmetting. Vandaag kunnen wij vermoeden dat deze reine en heilige plaats, deze stortplaats van tempel afval, een vreselijk vieze en besmettingsgevaarlijke plaats was.

In de offerdienst werd enkel in bijzondere gevallen een dier in zijn geheel verbrand. Bijna altijd werden de huid en de poten en het vet verbrand, zodat er geen grote verspilling van voedsel was. Vandaag weten we dat vet in grotere hoeveelheden niet goed is voor de gezondheid, maar toen werd het vet gezien als het beste van een dier, zodat de Joden dachten dat ze het beste aan God gaven, terwijl ze hierdoor misschien minder aan hart- en vaatziekten en aan lever problemen hebben geleden, want vet eten was verboden. Het warme klimaat was hiervoor ook helemaal niet geschikt.

In de wetten van Mozes werd geëist dat de mensen rein waren en met reine kleren liepen en in reine huizen woonden, en reine dieren aten. Allemaal hygiëne wat de klok slaat. In de boeken van Mozes wordt veel aandacht aan de melaatsheid besteed, maar melaatsheid werd hier ook verward met schimmelziektes. De melaatsheid van een huis was typerend voor een vochtig huis, met schimmel in de muur. Verder moesten de melaatsen, of mensen die met doden in aanraking waren geweest, in quarantaine.

Hoewel Mozes onderwezen was in al de wijsheid van de Egyptenaren, is het me niet bekend dat de Egyptenaren kennis hadden van bacteriën, schimmels, wormen, parasieten, en andere mikroörganismen en dat zodoende Mozes, deze kennis omgezet heeft in verstandige wetten. Mozes was bekend met alle wetenschap van die tijd, maar deze wetten zijn niet door hem gemaakt, want deze kennis had hij niet.

In de Middeleeuwen, als er een epidemie was, stierven er altijd veel minder Joden dan andere mensen. Vandaag weten we dat dit kwam van hun godsdienstig ritueel wat ze hadden gekregen bij de verbondssluiting op Sinaï. In die tijd zei men dat ze een verbond met de duivel hadden. Dit was een kleine vergissing van de christenen; de Joden hadden een verbond met God. God en de duivel werden, en worden ook nu nog, vaak met elkaar verward. Toen, evenals nu, werd de Bijbel, zonder al te veel gebruik van de logica door de mensen, gelezen, want er stond duidelijk en herhaaldelijk bij al deze wetten 'Opdat het u wel ga en gij lang leeft in het land dat de Here uw God u geven zal'. Het is niet doorgedrongen tot de mensen dat deze wetten dit lange leven bevorderden.

Ze hebben nooit begrepen dat er precies bedoeld werd wat er stond. Paulus, maar ook de andere apostelen kenden het oude testament terdege. Ze kenden ook deze opmerking die herhaaldelijk voorkomt in de wetten van Mozes. Er heeft altijd een mystiek waas gehangen over alles wat de godsdienst aanging. Toen, evenals vandaag werden, en worden, allerlei uitspraken van de Bijbel niet serieus genomen door de Bijbel uitleggers, of er wordt een onheuse abstracte betekenis aan gegeven waardoor het uitgehold raakt en zonder inhoud.

Als Paulus en Petrus geweten hadden dat de reinigingswetgeving van Mozes, en al de wassingen bij de offerdienst, de volksgezondheid betrof, en al het ritueel in huis, dan waren de besluiten hieromtrent in Antiochië en Jeruzalem anders uitgevallen. Dan hadden ze vast andere adviezen voor de christenen ten opzichte van de reinigingswetten gegeven. Kennelijk was men altijd weer verblind door de mystiek en door de abstracte manier van Bijbel uitleg. Het gevolg, van het rampzalige besluit in Antiochië, de mozaïsche wetten niet te handhaven, zijn al de epidemieën in de Middeleeuwen geweest, in Europa, met hun miljoenen doden. Paulus en Petrus hadden het toen binnen hun vermogen de oorspronkelijke wetten van Mozes aan te bevelen aan de christenen, waardoor Europa min of meer gevrijwaard geweest zou zijn van deze epidemieën. Ook in dit geval waren de discipelen zo ingekapseld in de denkwereld van die tijd dat het niet bij ze op is gekomen om de oorspronkelijke wetten van Mozes in ere te herstellen, met verwerping van de pietluttige farizeïsche wetten, die, zoals in Handelingen 15 gesteld wordt, een onmogelijk zware last waren.

Hier zien we weer hoe efficiënt Jahweh is. De Joden krijgen een offer ritueel, maar tegelijkertijd een volksgezondheidspakket. Jahweh is een God die van doen en uitvoeren houdt. Hij is doortastend en praktisch ingesteld om zo te zeggen. Hij spreekt nooit abstract, zoals de theologen zo vaak doen, en Hij doet altijd de dingen heel concreet, in tegenstelling tot theologen, die vaak wat afzijdig, en soms stuntelig, staan ten opzichte van de realiteit van het gewone dagelijkse leven.

In de wetten van Mozes staat vaak dat het joodse volk een uitverkoren volk was en we kunnen vandaag constateren dat dit waar was. Ze waren erg bevoorrecht. De gezondheid onder de Joden in de periode tussen Mozes en Ezra moet veel beter geweest zijn dan van de omringende volken. Hoewel bij tijden de Joden deze voorschriften erg verwaarloosd hebben. Uit verschillende gegevens wordt duidelijk dat de bevolkingsdichtheid erg groot is geweest in de richterentijd, en ook nog onder David. Dit kwam van het vruchtbare land, maar ook omdat ze gezonder leefden dan de andere volken.

Op het gebied van de sociale wetgeving was er alleen maar een weduwen en wezenwet, en een armenwet. Het is me niet bekend of er verder nog een volk in de oudheid is geweest waar zulk een wetgeving bestond; waarschijnlijk niet. Één van de zwagers, of andere naaste familie, van een weduwe was verplicht haar te verzorgen en te onderhouden, maar niet alleen financieel zoals we vandaag zouden doen. Neen, hij was verplicht, als ze geen kinderen had, met haar te trouwen. De Joden en hun God zijn nooit grote voorstanders van het celibaat geweest.

De armen- en vreemdelingenwet voorzag in de mogelijkheid om aan voedsel te komen, ze moesten overigens wel gedeeltelijk zelf bij elkaar halen. Deze wetgeving viel niet in de fout die er vandaag is met de werkloosheidswet. Waar de werklozen uitgenodigd worden om beroepswerkloze te worden, en zo de maatschappij parasiteren en daarbij zelf totaal onbruikbaar worden. In het oude Israël waren geen beroeps armen, of beroeps vreemdelingen, en ook geen beroepswerkloze en andere leeglopers. Wie weet kunnen de wetgevers van nu uit deze oude wetten nog lering trekken.

De landbouw had ook een bijzondere wet. De Joden hebben nooit geweten welk praktisch nut het sabbatsjaar had. Nu weten we dat als het bouwland rust krijgt en als er iets op groeit wat er niet afgehaald wordt, dit erg goed is voor het organische stof gehalte, en voor de algemene vruchtbaarheid. Ook de cycli van insecten en ziektes worden gebroken. Het is er wel bijgezegd, maar evenals het 'Opdat het u wel ga en gij lang leeft', is deze opmerking niet begrepen. Ze hebben er zich ook niet aan gehouden.

Deze opmerkelijke wetgeving van Mozes is in de oudheid uniek geweest. Als Mozes deze wetten niet direct van God heeft gekregen, waar kwam dan de technologische, de wetenschappelijke, en de sociologische achtergrondkennis vandaan? Ook het bezit van grond had een bijzondere status. De speciale manier waarop de Israëlieten grond bezaten, met de teruggave van het gekochte land, voorkwam dat er blijvend arme mensen waren, of beperkte het aantal armen. Deze wetten zijn erg eenvoudig bij de complexe wetgeving van tegenwoordig vergeleken, maar ze leed niet aan over reglementering zoals de wetgevingen van tegenwoordig, die soms onmogelijke bureaucratie vereisen. Het was een eenvoudige en sobere wetgeving, efficiënt en doelmatig.

Dubbelzinnige invloed van allerlei politieke richtingen, of van lobbies is er niet in te vinden. Hoewel de gebezigde taal het idee geeft van een oude achterhaalde wetgeving, is het geheel een logisch pakket ter maatschappij verbetering. Wat ervan uitgaat dat ieder hieraan positief meewerkt, zoals de tien geboden beginnen met: 'God lief te hebben boven alles en de naaste als jezelf'. Het is geen dorre onpersoonlijke wetmatigheid maar een warm menselijk geheel. Er wordt niet, zoals in de tegenwoordige wetten van alle westelijke wereld landen, over allerlei mensen achteloos heengelopen, waar, ingeval van een juridisch proces, de mensen in de bureaucratische justitiële molen vermalen worden. Heel bijzonder is ook dat er staat dat van de rijke geen geschenken mogen worden aangenomen, en dat de arme niet mag worden voorgetrokken. Vooral dat voortrekken van de arme is tot vandaag toe aan de orde van de dag in rechtszaken, in bijna alle landen ter wereld.

De wetgevers van nu kunnen er vast wel lering uit trekken. Bureaucratie was er niet in aanwezig, en veel fouten in de tegenwoordige wetgeving zijn er afwezig, maar deze wetten staan dan ook in de Bijbel.



inhoud volgende terug eind
Hosted by www.Geocities.ws

1