De slag om Monte Cassino
Inleiding
De verovering van Italië

De 10 km naar Cassino
De eerste slag: oversteek van de Garigliano
Landing bij Anzio(operatie Shingle)
Eerste slag(2)

De tweede slag en het bombardement op de Abdij
De derde slag
De vierde slag(operatie Diadem)
Verliezen

Inleiding

Na operatie Torch wilden Roosevelt en vooral Churchill Sicilië veroveren. De Britten hadden wel beloofd dat daarna de operaties in de Middelandse zee niet zouden worden uitgebreid. Dus geen invasie van Italië, Griekenland of de balkanstaten. Maar op 16 augustus liep operatie Husky teneinde en de Britten wilden een verlenging van de campagne, Italië lag voor de hand. Dit was zo voor de volgende redenen:

1. De geallieerden moesten maar de straat van Messina(het nauwste deel is maar 4 km breed) oversteken om een nieuwe campagne te starten.
2. Met een landing in Italië zou men de verdedigingsgordels van anti-luchtafweer en gestationneerde vliegtuigen kunnen vermijden die gelegen waren ten Noorden en ten Westen van Duitsland.
3. Ook hoopten de Britten morele schade toe te brengen aan de Duitsers door haar enige bondgenoot in Europa uit te schakelen.
4. Ook wou hij door ergens een campagne in het Middelandse zeegebied te beginnen een afleidingsmanoeuvre scheppen voor de beslissende actie in Normandië*. Hij hoopte zelfs door Italië binnen te vallen verschillende Duitse divisies te vernietigen. Zijn hoogmoed zou hem later nog worden verweten want de vernietiging van een ander gaat gepaard met eigen verlies.

De Amerikanen waren niet overtuigd met al deze argumentaten, ze weerlegden alles met het woord verspilling. Jammer voor hen lieten ze het toch toe.

De verovering van Italië
Met het verlies van Sicilië kreeg de Duce een motie van wantrouwen van de Grote Fascistische Raad.
Hij wou er zich niet bij neerleggen dat hij zijn macht zou moeten afstaan. Maar koning Victor Emmanuel III liet hem arresteren, Pietro Badoglio, een oudgeneraal zou zijn plaats innemen. Hij zou er voor moeten zorgen dat Italië zo snel mogelijk uit de oorlog werd gehaald. Hij sloot daarom op 3 september in het geheim een wapenstilstand met de geallieerden. De dag waar Montgomery landde op de laars van Italië(operatie Avalanche).
5 dagen later was de wapenstilstand officieel. De Duitsers wantrouwden al heel lang de Italianen toen de overgave bekend bezetten ze zo snel mogelijk het land. Een gemakkelijke klus, de Duitsers hadden hun divisies op allerlei strategische plaatsen gezet en er was geen sprake van Italiaanse weerstand. Er werden zelfs direct 716 000 Italiaanse soldaten gevangen genomen en naar Duitsland gestuurd om te werken voor de industrie.

De Amerikanen landden 9 uur na de overgave bij de havenstad Salerno. Generaal Clark van het 5de Amerikaanse leger** had voor de landing de stad niet gebombardeerd. Hij hoopte duidelijk op het verrassingseffect van zijn landing en de choas na de wapenstilstand. Het leek dat hij in zijn opzet was geslaagd want pas na 2 dagen maakte hij contact met de voorwacht van het 10de leger onder Heinrich von Vietinghoff.
Na een paar tegenaanvallen ontdekte de Duitse generaal op 13 september een gapend gat tussen de 36ste divisie van Walker(2de Amerikaanse legerkorps) en het 10de Britse legerkorps onder Mc Creery.

Met 5 Duitse divisies, de 29ste pantsergrenadiersdivisie op kop stootte hij door hun verdediging. De geallieerden werden verdreven maar met de hulp van het scheepsgeschut wer de aanval tot stilstand 5 km gebracht van het strand. Er volgden hierna nog verschillende aanvallen maar zonder veel succes. Op 16 september trokken de Duitsers zich terug door een gebrek aan brandstof.
Tijdens hun aftocht vernielden ze bruggen en bouwden ze mitrailleursnesten die de geallieerden veel kopzorgen bezorgden. Bij de gevechten rond het Salerno bruggenhoofd sneuvelden zo'n 9000 geallieerden en de helft Duitsers.

Op 27 september veroverden Clark' zijn troepen Fogia en het vliegveld in de buurt. Napels werd 4 dagen later veroverd, Clark schonk als grote overwinnaar de stad aan zijn vrouw. Zoveel grootheid moest Clark niet aan de dag leggen, de stad was een ruïne waar vrouwen en meisjes zich prostitueerden voor een beetje eten om hun gezin in leven te houden.

Na de verovering van Naples moest Clark de Volturno oversteken maar door de zware regenval kon hij de rivier maar op 13 oktober oversteken. Voor Albert Kesselring, de Duitse bevelhebber van het Middelandse zeegebied gaven de slechte weersomstandigheden hem de tijd om de Reinhardt linie, een uitstulping van de Gustavlinie te bouwen.

Ondertussen op 27 november kwamen de 3 grote leiders(Churchill, Roosevelt en Stalin) samen in Teheran. Natuurlijk hoe kan het ook anders wordt bij deze conferentie ook goed ruzie gemaakt over het doorzetten van de Italiaanse campagne want het hoofddoel, het uitschakelen van Italië was bereikt. Churchill wou de campagne volhouden tot ze Rome hadden veroverd. Roosevelt voelde zich bedrogen maar liet toch begaan.

De 10 km naar Cassino
Op 5 november bereikte de 78ste Britse div van het 10de korps Monte Camino, een berg die op de Reinhardt linie lag. Ze stuitten daar op een indrukwekkende verdediging maar lieten zich niet overdonderden en veroverden de top. De Duitsers lanceerden direct een tegenaanval en behielden de berg tot 6 december.
Eén dag na de verovering van van Camino viel de 36ste div de stad San Pietro aan. Zoals de Britten stuitte ze op een vastberaden verdediging die pas na een precisiebombardement werd overrompeld. Daarna baanden de geallieerden zich moeizaam langs de SS6 (Stade Statale) door de Mignanopas. Op 6 januari belandde San Vittore na een bitter gevecht in de handen van de 34ste Amerikaanse div. Cervaro werd veroverd op 12 januari gepaard gaande met zware Amerikaanse verliezen. Aan de andere kant van de SS6 veroverden de Britten Monte Trocchio zonder tegenstand te ontmoeten, de Duitsers hadden zich al wijselijk teruggetrokken.

Ten Noorden van Cassino lag het Franse Expeditie korps samen met de 34ste Amerikaanse div en de 45ste Amerikaanse div. Het Franse korps bestond uit 20 000 Corsicanen, 176 000 Fransen en 230 000 Marokkanen, Tunesiërs en Algerijnen.
Normaal gebruikten de geallieerden dit korps maar als reserve of als garnizoen, de Britse en Amerikaanse officieren vertrouwden hen niet. Toch zou dit korps de beste gevechten leveren tijdens de slag om Monte Cassino.

Ten noorden van Monte Cassino lanceerden de 2 Amerikaanse divisies een offensief om Atina te veroveren. Maar na 2 weken van bittere gevechten en zware verliezen waren ze bijna nog geen meter vooruitgekomen. Op 16 december werd het 34ste afgelost door de 2de Marokkaanse div die al na haar eerste echt gevecht een doorbraak forceerde. Ze rukten zo'n 10 km op maar werden op 21 december tot staan gebracht. De Fransen begonnen respect te krijgen van hun bondgenoten. Clark durfde daarom ook de andere Amerikaanse divisie aflossen door de 3de Algerijnse div.

Op 11 januari viel Juin, bevelhebber van het korps met beide divisies de vijandelijke stellingen aan. Het 7de RTA(Régiment de tirailleurs algériens) had de moeilijkste opdracht, Monte Casale veroveren. Waar de Amerikanen zeker zouden worden afgeslacht daar stootten de Fransen door. De berg werd met bovenmenselijke moed, ongekende dapperheid en leiderschap veroverd. De hele Franse aanval stond in het teken van die 3 kenmerken.

Een passage uit Monte Cassino van Matthew Parker beschrijft de verovering:
"Terwijl de machinegeweren op de top het vuur openen, leidt Boutin zijn laatste sectie vooruit, roepend:"jullie zien de top. We moeten hem hebben!" Hij is de eerste die de bergtop aanvalt en hij leidt zijn tirailleurs voort terwijl hij woorden van aanmoediging roept. En het is daar, als hij de overwinning bijna kan ruiken, dat een kogel zijn hart doorboort. Intussen was onderluitenant Vétillard ook gewond door een kogel die de huid rond zijn heup had opengereten. Zijn verwonding was uiters pijnlijk, maar ook hij weigerde op te geven, vertelt het verslag. Hij gaat van groep naar groep, moedigt zijn mannen aan en dringt met hen steeds verder naar voren..."

Jammer dat het korps na 5 dagen van zware gevechten werd gestopt aan de Gustavlinie. Het Franse moreel was onwaarschijnlijk hoog en dit riep om een nieuwe aanval die op 21 januari werd gelanceerd. Maar door de slechte weersomstandigheden konden ze geen doorbraak meer forceren. Juin's was woest dat hij zijn doorbraak niet kon consolideren met Amerikaanse reservetroepen want dan had hij beslist de Gustavlinie kunnen omtrekken. Hiermee zou het bloedbad rond Monte Cassino nooit hebben plaats gevonden .

Het duurde zo'n 7 weken voordat de geallieerden van Napels door de Reinhardt linie de Gustavlinie bereikten. Het was een uitputtingsslag geweest voor de soldaten van het 5de leger. Toen ze de linie eindelijk hadden bereikt stond het moreel op een dieptepunt, er was desertie alom. Alexander moest zelfs terug de doodstraf uitvoeren. En het ergste moest nog komen: de Gustavlinie doorbreken...
De geallieerden begonnen gewaar te worden dat hun enorme overmacht aan tanks, artillerie en vliegtuigen hen geen moer verder zou helpen.

De 1ste slag(1): oversteek van de Garigliano
Ondertussen moest het 10de Britse legerkorps, links van de Amerikanen de Garigliano oversteken. Het zou voor de 3 divisies(het 56ste, het 5de en de 46ste div) een moeilijke klus worden. De Duitsers hadden alle bruggen opgeblazen en hadden een waar mijnenveld aangelegd op de andere oever.

5de div 56ste div 46ste div
17de brig 13de brig 15de brig 167de brig 168de brig 169de brig 128de brig

Op de avond van 17 januari probeerde de 168ste brigade over te steken. In het begin verliep deze chaotisch maar door vooral individuele heldenmoed werd de overkant bereikt. Ze konden zelfs nog snel de Colle Salvatito veroveren voordat het dag werd. Wel moesten ze na hun verovering 3 dagen lang tegenaanvallen weerstaan. Daarna probeerden ze Monte Damiano te veroveren maar alle aanvallen werden afgeslaan zelfs na 9 februari stond de brigade nog altijd op de voet van de berg.
Rechts van hen lag de 169ste brigade deze maakte toch aanzienlijk meer vooruitgang. Jammer dat ze op het einde van het offensief door een tekort aan reserves maar tot de Monte Ornito was geraakt .

De 5de div moest nog zwaarder terrein doorlopen, de mijnenvelden werden bewaakt door mitrailleurnesten uitgegraven gelegen op de hellingen van een berg. De Britten wilde een stapje voor zijn op de vijand door de genie op 17 januari paden door de mijnenvelden aan te laten leggen. Ze hadden deze aangeduid met witte vlaggetjes maar als het pikdonker is en er is geen maanlicht dan zie natuurlijk niets. Dit gebeurde tijdens de landing, de landingstroepen werden na hun hachelijke overtocht nog eens getrakteerd op mortier-en geweervuur. De divisie leed zware verliezen maar wist zich toch te hergroeperen. Daarna trokken de 17de en 15de brig naar Minturno waar ze de verzwakte 94ste Duitse div moest terugdringen. Gelukkig had Kesselring deze divisie niet versterkt met de 29ste en 90ste pantsergrenadiersdiv die in de buurt van Rome lagen om een mogelijke amfibische landing te voorkomen.
De Britten trokken moeizaam op naar Monte Natale waar het offensief op 23 januari stil viel. 6 dagen later lanceerden ze nog een offensief maar de Britten veroverden bijna geen terrein, het offensief werd de dag erna stilgelegd.

De 46ste div had ook geprobeerd de overtocht te maken maar deze verliep zodanig choatisch dat maar één companie van de 128ste brig de overkant bereikte. Bij dageraad lanceerden de Duitsers een tegenaanval maar de Britten hielden stand toch trokken ze zich later op de dag terug.

Op 8 februari schakelden de meeste Britten over op een offensieve verdediging hierbij vielen ze nog aan alleen niet meer zo massaal. Het 10de legerkorps verloor in de maand januari zo'n 4000 soldaten.

Nu de 46ste niet in haar objectieven was geslaagd had de 36ste Amerikaanse div geen linkerflankdekking. Zelfs Walker, bevelhebber van de divisie die nog aan de Marne had gevochten gedurende WOI wees deze aanval aan als regelrechte zelfmoord toch liet Clark hem de aanval uitvoeren.

Op 14 januari verzamelden het 141ste en 143ste regiment*** aan de Monte Trocchio om de Rapido over te steken. 's Avonds staken ze de rivier over maar beide regimenten hadden geen geluk. De landingstroepen werden aanhoudend bestookt met kogels en mortieren. Het kleine deel die toch de overkant bereikte groef zich direct in het mijnenveld hopend op versterkingen. Maar toen het dag werd waren hun posities onhoudbaar, de precisie van het vijandelijke mortiervuur verbeterde.
Het 141ste trok zich de voglende avond direct terug, het andere regiment deed dit 10 uur later. De verliezen waren voor deze mislukte aanval zeer hoog, 1330 doden en 770 krijgsgevangenen tegenover 64 Duitse gesneuvelden.

Landing bij Anzio(operatie Shingle)
Zie de landing bij Anzio

Eerste slag(2)

Terug bij Cassino wou Clark er alles aan doen om toch enige vooruitgang te boeken. Hij zette de 34ste Amerikaanse div onder Ryder in tussen het Franse korps en de 36ste div bij het Cassino-massief. Clark noemde het offensief een uitdaging voor de aanvaller, na de Rapido over te steken zouden ze door mijnenvelden, prikkeldraadversperringen,... overwinnen allemaal beschermd door mitrailleursnesten.

Op 24 januari probeerden het 133ste en 135ste reg de rivier over te steken maar ze werden tegengehouden. 3 dagen later deed het 168ste reg de overtocht met succes. De genie had eerst een brug gebouwd en eerst tanks en daarna infanterie naar de overkant gebracht. Tegen 28 januari stonden ze aan de voet van punt 213.

Voor de aanval had Clark Juin opgedragen om de operaties van de Amerikanen te steunen door zijn troepen links op te schuiven zodat ze hun flank konden dekken. Juin was hier niet gelukkig mee, hij had liever de Gustavlinie willen doorbreken langs Atina. In de plaats daarvan moest hij de Colle Belvedere veroveren, een zeer moeilijke klus.

Op 25 januari waren de Fransen aan hun aanval begonnen vooraleerst de Secco overgestoken te hebben. Eenheden van Tunisische regiment veroverden punt 470 na twee keer veranderd te hebben van bezetter. Ondertussen trok het Algerijnse regiment naar Colle Belvedere, ze moesten 800m klimmen voor de top bereikten. Natuurlijk werden ze voortdurend geplaagd door mitrailleurs, dorst, honger en vermoeidheid maar hun beloning was ook groot. Na 8 uur van zwoegen en afzien was de top van de Colle in hun bezit, een bovenmenselijke prestatie.
Ten Zuiden van de Belvedere veroverden de Tunisiërs punt 700 na zware gevechten. Daarna stootten ze op 26 januari door naar het Noorden om de Zuidelijke hellingen van de Belvedere helemaal te zuiveren. 's Avonds waren alle Duitsers van de Belvedere ontruimd. Daarna trok het ene deel naar punt 862 of Piton sans Nom, het andere deel trok naar Colle Abate die ze in de vroege morgen van 27 januari veroverden.

Von Senger die de acties van Juin op de voet had gevolgd lanceerde enkele tegenaanvallen op de Belvedere, ze hadden de heuvel helemaal omsingeld en vielen voortdurend aan. De verdedigers hielden zo'n 5 dagen stand ondersteund door de artilleriesteun. Daarna trok Von Senger zich terug naar Piton sans Nom maar lang bleven ze daar niet, op 29 januari veroverden de Tunisiërs de top.

De Fransen hadden een prachtprestatie geleverd ondanks hun bevoorradingsproblemen en het menig aantal artilleriegranaten dat ze op hun kop kregen. Ook hadden de Fransen, de flank van de Amerikanen meer terrein veroverd dan de hoofdaanval. Juin eistte daarom dat Clark zijn troepen zo snel mogelijk liet optrekken of anders zou hij de Belvedere opgeven. De Amerikaan gaf hier gehoor aan, Caïra werd op 30 januari veroverd. Ondertussen dirigeerde Von Senger 2 bataljons van de 90ste pantsergrenadiersdiv van de Garigliano naar het Cassinomassief.

Het 133ste reg die ook de Rapido was overgestoken veroverde op 1 februari de kazerne. De volgende dag nam ze het bezit over van punt 324 en 175 terwijl een andere eenheid langs het massief trok om de rand van de stad Cassino te bereiken. Het 135ste reg(ook van de 34ste div) veroverde diezelfde dag Colle Maiola en de Monte Castellone. De troepen die de Maiola hadden veroverd probeerden punt 601 op de beruchte Slangenkopkam te veroveren maar ze kregen problemen toen de vijand een tegenaanval lanceerde.op punt 481. De situatie werd hersteld en op 3 februari was punt 601 en 706 in Amerikaanse handen. De eenheden die punt 706 veroverd had probeerden het beruchte punt 593 te veroveren maar vielen 200m van de top stil. De volgende dag lanceerden de Duitsers een tegenaanval vanaf de Sant' Angelo die de geallieerden van punt 706 verdrong. Op 6 februari na een hevige aanval van het 135ste werd de heuvel weer de hunne, ze veroverden daarna direct de Sant' Angelo maar werden door een nachtelijke tegenaanval weer verdrongen.
Beide partijen hadden enorme verliezen geleden en het moreel was laag(men spreekt zelfs van opstandigheid.

Tijdens de campagne hadden de Amerikanen zoals de Fransen veel bevoorradingsproblemen, alles werd vervoerd door muilezels. Ook leden de meeste soldaten aan vreselijke kwalen. Een voorbeeld zijn loopgraafvoeten, door koude en vochtigheid raakten de voeten pijnlijk opgezwollen, na hard vriesweer kon men ze zelfs verliezen. Ook gangreen(weefsel dat afsterft van allerlei lichaamsdelen) en longonsteking waren dagdagelijkse kost.

Op 10 februari verving het 141ste en het 142ste reg van de 36ste div de restanten van het 135ste reg op de Fantoomkam. De volgende dag veroverde het 141ste punt 593. Spijtig genoeg werden ze weer door een tegenaanval verdreven die ook hen bijna punt 601 had gekost. Het regiment had 90% van haar sterkte verloren en bestond nu grotendeels uit koks, chauffeurs, verkenners,...
Het 142ste had ook geen geluk door een tegenaanval op 12 februari verloor ze de Monte Castellone.

Het 141ste en 142ste reg werden vervangen door Britse troepen, zij lanceerden direct een uitval(operatie Michael) om de Castellone te heroveren. Na een bittere strijd verlieten de Duitsers de top, ze hadden 150 man verloren. De volgende dag werd er een staakt-het-vuren afgekondigd om de doden te begraven.

Ondanks ze de Rapido over waren geraakt en maar 1km van de abdij, de sleutel van de Gustavlinie waren verwijderd was de eerste slag een grote mislukking voor de geallieerden.
Door deze acties waren er 4 divisies uitgeschakeld, 2 Amerikaanse(34ste en 36ste), 2 Britse(5de en en alle brigades van het 56ste behalve het 168ste die bij Anzio zou worden ingezet) en nog de 3de Algerijnse div en Anzio was nog altijd niet ontzet.
De publieke opinie begon zich tegen de beloften van de grote generaals(in het boek leunstoelgeneraals van Matthew parker) te keren.

De tweede slag en het bombardement op de abdij
Het verlies van de 5 divisies betekende niet veel voor het totale troepenarsenaal van de geallieerden. Alexander zou nu de 4de Indiase div, de 2de Nieuwzeelandse div en de 78ste Britse div samen het Nieuw-Zeelandse korps gebruiken om af te rekenen met Monte Cassino. Hiermee had het 5de leger 5 legerkorpsen waarvan 2 Amerikaans die zich dan nog in Anzio bevonden

De 3 divisies hadden veel ervaring opgedaan tijdens de woestijnoorlog. De 4de Indiase div bestond grotendeels uit vrijwilligers, ze hadden een zware training achter de rug en waren experten in het leggen van nachtelijke hinderlagen. De Nieuwzeelanders onder divisiecommandant Kippenberger waren het kruim van de 3 divisies(dat was volgens Rommel ook zo). De 2de div was de beste divisie omwille van haar mobiliteit, ze hadden 4600 voertuigen dat is het dubbele van een gewone divisie. Het was ook de enige divisie die geen onderscheid maakte tussen officieren en soldaten.

Clark's plan voor de komende aanval was de verderzetting van de campagne en een aanval van de 7de brig gevolgd door de 5de brig van de Indiase div tegen de abdij. De Nieuw-Zeelanders zou vanuit de Santo Angelo het Liridal proberen binnen te trekken. Daarna zou de 1ste Amerikaanse pantserdiv vanuit het dal de troepen bij Anzio te ontzetten. Juin en Tuker, de bevelhebber van de 4de Indiase div waren tegen, zij verkozen nog altijd een omtrekking van Monte Cassino en geen frontale aanval.

Om het offensief meer vaart te geven wou Freyberg, bevelhebber van het Nieuw-Zeelandse korps de abdij bombarderen, Clark vond dit niet belangrijk. Geoffrey Keyes, bevelhebber van 2de legerkorps was hier volledig tegen, hij zei zelfs dat een bombardement de militaire waarde van het complex zou vergroten tot de mogelijkheid om een guerrillaoorlog te voeren. Aan de andere kant konden de geallieerden zich niet voorstellen dat de Duitsers de abdij zouden links liggen als ze werden verdreven. Daarbij kwam op 13 februari Maitland Wilson, de vervanger van Eisenhower met het absolute bewijs dat de abdij werd gebruikt voor militaire doeleinden. Maar wat hij had gezien dat weet niemand daarom werd dit na de oorlog gezien als valse argumentatie.
Clark die eigenlijk de beslissing moest nemen gaf toch toe toen Freyberg een hoop stenen met mensenlevens vergeleek.
Op 14 februari strooiden de geallieerden boven de abdij uit dat de bewoners moesten worden geëvacueerd. De Duitsers hechtten geen geloof aan deze waarschuwing maar op 15 februari werd het historische complex gebouwd 529 na Christus en herbouwd in 1071 nu volledig in de as gelegd.

Het bombardement was verschrikkelijk hevig, de eerste golf bestond uit 142 B-17's die 253 ton dropten daarna kwam er nog een golf met 47 Mitchell's en 40 Marauders die zo'n 100 ton lieten neervallen. Maar alsof dit al genoeg was volgde er ook nog een artilleriebeschieting. De Duitsers blij met het geschenk van de geallieerden bezetten de ruïnes onmiddelijk.

Op 16 februari viel één compagnie van de 4de div punt 593 aan maar ze mislukten in hun opdracht. Freyberg had gehoopt tijdens deze aanval dat je met één compagnie hetzelfde kon bereiken zoals met één brigade want er was soms niet genoeg plaats om een volledig brigade te laten aanvallen. Op 17 februari lanceerden Kippenberger een aanval in het dal van de Rapido. De Nieuw-Zeelanders trokken een heel eind op gepaard gaande met hevige gevechten, ze waren zodanig ver gevorderd dat ze eindelijk tanks konden gebruiken in het Liridal maar werden aan een greppel gestopt. Toen hun posities door de Duitsers werden ontdekt kregen ze machinevuur en mortieren over zich heen. Ze vroegen om terug te trekken maar mochten niet. Wanneer de Duitsers zelf een tegenaanval met tanks inzetten mochten ze zich terugtrekken. Dit ging natuurlijk samen met grote verliezen, op een compagnie van 200 man waren er soms maar 70 over.

De aanval door de Indiërs op punt 593 mislukte volkomen, ze leden zware verliezen. Dit overkwam ook het Royal Sussex bataljon(4de Ind div), deze had geprobeerd punt 444 en 445 te nemen maar ze werden gestopt door een magnifieke Duitse verdediging. De aanvallers hadden meer succes gehad als ze juist na het bombardement en tegelijkertijd in de aanval waren gegaan.

Ondertussen was het 14de Duitse leger bij Anzio aan de winnende hand. Op 16 februari brak het 14de Duitse leger door de geallieerde linies maar werd daarna op het nippertje tegengehouden door massa's artilleriegranaten en bommen.

Het weer tijdens de tweede slag was zoals bij de eerste: miserabel. Regen, sneeuw en koude teisterden de soldaat elke dag, door dit slechte weer ondervonden ze ook geen luchtsteun. Dysenterie, diarre, luizen, slechte bevoorrading waren normale zaken voor beide partijen.

De derde slag
De plannen voor deze slag werden grondig herzien. Zo moest nu de 2de Nieuw-Zeelandse div de stad Cassino en de burchtheuvel proberen te veroveren. Men verlangde ook dat ze daarna het Liridal zouden ontsluiten voor de tanks van de 78ste Britse div die dan naar Anzio zouden trekken. De vorige posities van de Nieuw-Zeelanders werden nu ingenomen door de eenheden van de 78ste Britse div. Ondertussen zou de 5de brig punt 435 of de Galgenheuvel proberen te veroveren, de 7de brig werd ondertussen in reserve gehouden.

De geallieerden waren deze keer van plan om te wachten op beter weer voordat ze zouden aanvallen. Na lang wachten voorspelde men vanaf 14 maart een weersverbetering. De Nieuw-Zeelanders konden vol met nieuwe hoop de aanval beginnen. Jammer dat hun superieuren de zelfde fout maakten zoals bij de abdij. Ze lieten de stad platbombarderen door 575 middel - en zware bommenwerpers beschermd door 200 jachtbommenwerpers. Samen dropten ze zo'n 1000 ton brisantbommen(hoge explosieve bommen). Deze werd daarna volgden nog eens 1000 ton artilleriegranaten en dat allemaal voor 300 para's van de 1ste Duitse valschermdiv, de stad zouden verdedigen.

Na het bombardement trokken het 25ste bataljon en het 19de pantserregiment(beide van de 2de Nieuw-Zeelandse div) naar Cassino en de burchtheuvel. De burchtheuvel en punt 165 werden die dag samen met het 1ste/4de Essex bat(2de Nieuw-Zeelandse div) door een plotse regenval moeizaam veroverd. 3 dagen later trokken 2 compagnieën van het Essex bataljon naar de Galgenheuvel of punt 435 die al vanaf de eerste dag werd belegerd door het 1ste/9de Gurkha's bat, de rest bleef op de burchtheuvel.

Na de verovering van punt 165 trokken de 1ste/6de Rajputana Rifles bat naar punt 236. Ze moesten 3 zware aanvallen lanceren om het punt eindelijk te nemen. Het ongeluk wil dat ze later die dag weer verdreven werden. Een andere compagnie van het Rifles bataljon had ondertussen samen met eenheden van het 24ste Nieuw-Zeelandse bat punt 202 veroverd.

Het 25ste en 26ste Nieuw-Zeelandse bat die de linkerhelft van de stad zouden veroveren hadden al na de eerste dag de SS6 bereikt. Daarna trok het 26ste samen met het 19de pantserregiment naar het station, dit bolwerk werd op 17 maart veroverd.
Het 24ste bat kende veel moeilijkheden met haar opmars, veelal lag het bombardement aan de basis. Er lag overal puin en er waren diepe kraters, de tanks moesten ondersteund worden door de genie die zelf hevig onder vuur lag door scherpschutters. Na één dag was Cassino bijna helemaal veroverd behalve 2 weerstandsnesten: Hotel des Roses en Hotel Continental. Deze twee vestigen waren zeer bekwaam ingericht met booby-traps, mijnen, mitrailleursnesten,... De omstandigheden staan in vergelijkig met deze van Stalingrad.

Aan de andere kant van het massief had de genie een weg voltooid van Caïra naar de Slangenkopkam. Op 19 maart hadden zich daar heel wat tanks en kanonnen(78ste div) verzameld. Het zag er slecht uit voor de Duitsers met deze mogelijkheden konden ze beslist afrekenen met de Gustavlinie. Maar de geallieerden lieten hun kans schieten toen ze de abdij aanvielen(na punt 593 te omtrekken) zonder genie of infanterie. De Duitsers hadden genoeg anti-tankwapens en schakelden 10 tanks uit vooraleerst de tanks zich terugtrokken.

Nog een positie om een aanval op de abdij te doen was de Galgenheuvel maar deze was toen nog altijd niet veroverd. Op 19 maart veroverden de Duitse para's punt 165, nu zagen ze pas hun kans schoon om de burchtheuvel te heroveren. Zo konden ze 2 vliegen in één klap slaan, de belegeraars van de Galgenheuvel zaten gevangen en ze konden vanaf de burcht de hele stad bestrijken met mortieren en kogels.
Op 19 maart lanceerden ze hun eerste aanval, ze was hevig, de para's werden één meter van de burchtheuvel tot staan gebracht. De volgende dag vielen ze nog eens aan maar nu beschermd door een rookgordijn maar terug werden ze net tegengehouden. Eén uur later volgde er nog één maar deze draaide weer uit op een mislukking. De Nieuw-Zeelanders mochten dan wel standgehouden hebben op deze heuvel hun verliezen zeggen genoeg, van de 2 overige compagnieën van het Essex bat waren er nog 34 man over. Ook de para's hadden zware verliezen geleden, van de 200 waren er maar 40 overgebleven.

In de nacht van 20 maart verving de 78ste div de restanten van het Essex bat op de heuvel. Ze lanceerden de volgende dag nog een aanval op punt 165 maar deze mislukte. Freyburg liet 3 dagen na de vervanging van het Essex bat ook de troepen bij de Galgenheuvel en punt 202 terugtrekken om ze dan bij het station en de burchtheuvel te stationneren. Zijn soldaten waren totaal uitgehongerd, ontmoedigd en futloos, Freyburg gaf toe dat zijn troepen uitgeput waren. Toch wilden sommige officieren, vooral bureaucraten nog een laatste aanval maar Freyburg weigerde verstandig. Op 24 maart waren alle troepen geëvacueerd.

De 3de slag was voorbij en wat had ze allemaal opgebracht? De geallieerden hadden nog altijd niet Cassino en het massief handen.
De 2de Nieuw-Zeelandse div en de 4de Indiase div hadden verschrikkelijke verliezen geleden en waren eigenlijk uitgeteld voor verdere deelneming aan de oorlog. De 1ste valschermdiv had ook een zware prijs betaald, tijdens het bombardement verloren ze 150 para's, zo'n 60% van hun garnizoen. Maar daarna verweerden de overige soldaten met versterkingen vanaf de abdij zich bijzonder succesvol. Hotel des Roses en Hotel Continental waren nog altijd in Duitse handen, van hieruit konden ze de SS6 controleren die naar Rome en Anzio leidde.

In het algemeen hadden de para's met een vierde van een divisie 2 divisies tegengehouden. Hun oversten waren zich bewust van deze bovenmenselijke prestatie en decoreerden elke para die 2 weken in Cassino vocht met het ijzeren kruis. De enige verklaring waarom de para's stand hielden was hun één voor allen, allen voor één ingesteldheid. Daarbij voelden ze zich niet afhankelijk van hun bevelhebber Richard Heidrich, ze ondernamen zelf aanvallen. Dit succes had de Duitsers weer moed om de oorlog alsnog te winnen.

Toch moet gezegd worden dat de geallieerden de para's een handje hebben geholpen. De fouten van de derde slag waren de overschatting van het luchtwapen: de ruïnes gaven de verdedigers nieuwe defensieve mogelijkheden. Op het Cassino-massief was de mislukking vooral te wijten aan de dwaasheid van Alexander om altijd de versterkte punten in een verdediging aan te vallen. Ook hadden de geallieerden hun aanval gelanceerd bij een plotse opklaring, ze dachten direct dat ze voortaan beter weer zouden krijgen maar de volgende dag begon het weer te regenen.
Vanaf eind maart klaarde de hemel op, de Duitse bevoorradingswegen waren nu een gemakkelijk prooi voor de vijandelijke vliegtuigen.

De vierde slag(operatie Diadem)
Het plan voor de volgende slag was identiek aan het vorige. Men wou de abdij veroveren en Anzio ontzetten om dan naar Rome te trekken. Alexander zou hiervoor juist geen 8 divisies nodig hebben. Omdat hij niet beschikte over zoveel nieuwe troepen verschoof hij de scheidingslijn tussen het 8ste Britse leger en het 5de Amerikaanse leger naar links zodat Clark een kleiner front had om zijn troepen te concentreren.

Om dit wel doordachte plan zoveel mogelijk te ondersteunen liet Alexander een misleidingsplan opmaken. Ze wilden de Duitsers wijsmaken dat ze Rome zouden proberen aanvallen langs een amfibische landing wat ze al bij Anzio hadden geprobeerd.
De geallieerden wisten dat er een heleboel spionnen in Napels waren daarom werd er daar zeer opzichtelijk getraind. Albert Kesselring die deze berichten ernstig nam dirigeerden zijn 2 sterkste divisies, de 29ste en 90ste pantsergrenadiers naar Rome. Hij verwachtte zeker geen vierde aanval bij Cassino toch nam hij zijn voorzorgen, mocht de Gustavlinie ineenstorten dan zouden ze kunnen terugvallen op de Hitler-of Sengerlinie.
Ze waren al vanaf december aan deze linie begonnen, Kesselring had niet zoveel hoop in de weerbaarheid van de linie, ze was peanuts tegenover de Gustavlinie.

Het 8ste leger onder generaal Leese bestond uit

13de Britse korps      
4de Britse div 6de pantserdiv 26ste pantserbrig 8ste Indiase div
1ste Canadese korps    
1ste Canadese div 5de Canadese pantserdiv  
Poolse korps      
3de Karpatische div 5de Kresowa brig 2de Poolse pantserbrig 6de Zuid-Afrikaanse pantserdiv (reserve)

De Britten zouden de stad binnentrekken terwijl de Polen onder Wadysaw Anders de abdij moesten veroveren. Links van hen lag het 5de leger die het Garigliano bruggenhoofd zouden uitdiepen. Dit leger bestond nu uit

2de Amerikaanse korps      
85ste div 88ste div    
Frans expeditiekorps      
2de Marokkanse infanteriediv 3de Algerijnse div 4de Marokkanse bergdiv Goumiers
(Marokkaanse bergtroepen)

Met deze troepen had Alexander een numeriek overwicht van 1 op 3. Ook hadden ze zo'n 1600 kanonnen, 2000 tanks(terwijl de Dui 540) en 3000 vliegtuigen tot hun beschikking, aantallen waar de Duitsers op dit moment van de oorlog maar konden van dromen.

Buiten hun overwicht konden de geallieerden ook profiteren van het verlof van Von Senger bevelhebber van het 14de pantserkorps. Ook werden de Duitse troepen al vele weken geteisterd door luchtaanvallen op hun bevoorradingskonvooien.

De moeilijkste opdracht van operatie Diadem was beslist voor het 13de korps met als speerpunt de 4de Britse div. Deze moesten de Rapido oversteken waar de 36ste Amerikaanse in januari niet was in geslaagd. Om ervoor te zorgen dat deze operatie zeker niet in het honderd liep had men beslist meer gebruik te maken van de genie om toch een brug over de rivier te slaan.

Op de avond van 10 mei lanceerden de geallieerden hun laatste aanval op de Gustavlinie. Ze hadden daarvoor een ferme artilleriebarrage ontketend die dan zelf een tegenbeschieting uitlokte.
Dan probeerden de 4de div de Rapido over te steken maar toen er een dichte mist kwam opzetten viel het plan bijna in duigen. De meeste eenheden verdwaalden in de heersende choas, 250 man van de 28ste brig bereikten maar de overkant. Hun situatie verslechterde nog meer toen het opklaarde, ze kwamen tot de constatie dat de meeste mitrailleursnesten en bunkers haveloos uit het bombardement waren gekomen. Het vuur was te hevig, ze trokken zich terug. De 10de brig had meer succes deze kon zich aan de overkant ingraven zonder een tegenaanval te moeten afslaan. De artillerie had zeer bekwaam een rookgordijn aangelegd.

De Amerikanen raakten de eerste dag van het offensief moeizaam vooruit. Vooral door de hevige weerstand en de onervarenheid van het 88ste. De Marokkanen aan hun rechterkant hadden meer succes, ze veroverden snel de Monte Faito. De Duitsers lanceerden hierna enkele tegenaanvallen, ze konden deze ternauwernood afslaan, Juin liet daarna de berg onmiddelijk versterken. De Tunisiërs die maar op 12 mei moesten aanvallen werden tijdens hun aanval na één kilometer direct gestopt door hevig anti-tankvuur.

De 50 000 Polen die volledig nieuw waren in deze oorlog zouden door de abdij proberen te veroveren hun steentje bij te dragen. Hun grootste drijfveer om te vechten was de Sovjets bewijzen dat ze hun bondgenoot waren en daarmee misschien hun land weer vrij te krijgen zoals voor 1939. De Britten waren bang van hen, ze zeiden dat de Polen zoveel mogelijk Duitsers wilden vermoordden geen rekening houdend met strategie of tactiek.

Op 11 mei trok de 3de Karpatische div naar het beruchte punt 593. Deze opmars ging natuurlijk gepaard met enorme artilleriebarrages en tegenbeschietingen. Ze konden op de avond van 12 mei naar zware verliezen punt 593 veroveren. Ze probeerden hun verovering uit te buiten door het dichtgelegen punt 569 te veroveren maar dit mislukte. De Duitsers beschoten de Polen voortdurend op hun pas veroverde posities daarna lanceerden ze 5 tegenaanvallen voordat punt 593 weer in Duitse handen was.
Ook die dag trok de 2de Karpatische div naar het gebied tussen de Fantoomkam en de Slangenkopkam. Ze leden zware verliezen door mortieren, sluipschutters en mitrailleurs gelegerd op één van de twee kammen, ze staakten hun offensief. Op de eerste dag van het offensief hadden 800 para's 2 Poolse divisies tot staan gebracht.

De 10de brig mocht dan wel de Rapido met succes overgestoken te hebben, tegen 12 mei was er nog altijd geen brug voltooid die het bruggenhoofd zou kunnen verbreden. Daarom bouwde men zo snel mogelijk de Amazonebrug. Deze werd om 5 uur 's morgens onder zeer moeilijke omstandigheden geïmproviseerd te water gelaten. 83 van de 200 ingezette geniesoldaten sneuvelden maar de prestatie was geleverd, al vlug rolden de eerste tanks over de Rapido profiterend van de ochtendmist. Die dag verdreef de 12de brig de Duitsers zo'n 3 km verder.

Aan haar linkerkant had de 8ste Indiase div al lang de Rapido overgestoken maar werden gestopt aan de Santo Angelo met grote verliezen. De Fransen wilden ondertussen hun succes op de Monte Faito uitbuitten naar de Monte Maio. Na een korte artilleriebarrage veroverden ze de berg, de Fransen hadden de Gustavlinie doorbroken. Het Amerikaanse 2de legerkorps die na vele pogingen nog altijd niet de Sante Maria Infante had veroverd had geluk met de Franse doorbraak. De volgende dag trokken de Duitsers zich onherroepelijk terug, ze hadden geen reserves meer om de strijd vol te houden.

Dus op 14 mei werd Sante Maria Infante veroverd, de Duitsers waren al vertrokken. Om de Duitse aftocht tegen te houden gaf Leese, bevelhebber van het 8ste leger het bevel aan de 78ste div om de SS6 achter Cassino af te snijden. Deze aanval zou worden ondersteund door een Poolse aanval op de abdij en op punt 593. De aanval bij de abdij werd afgeslagen door 200 para's, de rest was verplaatst naar het Liridal. De Poolse aanval mislukte hoofdzakelijk door het munitietekort, sommige verslagen schreven zelfs dat men met stenen naar de Duitsers wierp om zich toch maar te kunnen verweren. De aanval op punt 593 kende wel succes, de impasse bij Monte Cassino was voorbij. Sant' Angelo werd ook die dag veroverd

Op de avond van 17 mei was de 4de div de SS6 overgestoken terwijl de 78ste div deze aan de achterkant van Cassino had afgesloten. Op 17 mei gaf Albert Kesselring het bevel om Cassino en de abdij op te geven. de 1ste valschermjagerdiv wou eigenlijk nog langer blijven maar de meesten gaven gehoor aan dit bevel en trokken zich terug, de gewonden werden achtergelaten. De Polen trokken de volgende dag de abdij binnen. Daarna trokken de geallieerden zo snel mogelijk naar de Hitlerlinie die op 23 mei werd doorbroken door de Canadezen tussen Aquino en Pontecorvo.

Nu kon Clark zich richtten op zijn begeerd doel: Rome. Het betekende veel voor hem als je de Britse eenheden onder je daarvoor een andere kant opstuurt zodat ze het omsingelde 10de Duitse leger lieten lopen. Zelfs de Fransen die verder waren doorgestoten moesten wachten van Clark. Na al deze maatregelen kon Clark niets anders hebben dan zijn zin, op 5 juni werd Rome veroverd door de 88ste div.

Verliezen

Duitsers Geallieerden
20 000 54 000 waarvan 4 000 Polen

Velen hebben de noodzakelijkheid van deze campagne in vraag gesteld. J.F.C Fuller schrijft in zijn boek Second Worldwar

"Een campagne die vanwege het gebrek aan strategisch inzicht en tactische voorstellingskracht een unieke plaats in de militaire geschiedenis inneemt."

De overwinning bij Monte Cassino was gewoon te danken aan het kwantitatief overwicht van de geallieerden. De enige conclusie dat ik bij deze 4 verschrikkelijke slagen kan vormen is dat Churchill's zijn afleidingsmanoeuvre enorm veel slachtoffers heeft gekost. Was dit het wel eigenlijk waard?

*De Britten noemden dit de perifere strategie
**Het 5de Amerikaanse leger was een multicultureel leger die bestond uit een Britten, Amerikanen, Fransen, Tunisiërs, Marokkanen,....
***Regiment(Amerikaans) is hetzelfde als een Brigade(Brits).

Gemaakt door Laurens Snauwaert

Met dank aan

c

BLUMENSON, Martin,"de geallieerde landing op Sicilië", standaard uitgeverij

Auteur onbekend,"Casablanca conference communiqué",'internet',(http://www.ibiblio.org/pha/policy/1943/430124a.html)

Auteur onbekend,"Messina",'internet',(http://nl.wikipedia.org/wiki/Messina)

Auteur onbekend,"1943: Allied troops invade Italy",'internet',(http://news.bbc.co.uk/onthisday/hi/dates/stories/september/3
/newsid_3585000/3585719.stm)

Dr. BROWNING, Robert M. Jr.,"OPERATION AVALANCHE",'internet',(http://www.uscg.mil/hq/g-cp/history/OperationAvalanche.html)

Auteur onbekend,"Historical background",'internet', (http://www.iwm.org.uk/upload/package/9/ardizzone/september/10-16-septhist.htm)

Auteur onbekend,"Battle of Monte Cassino",'internet',(http://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Monte_Cassino)

 
Hosted by www.Geocities.ws

1