Instituut voor Islamitische
Studies en Publicaties

 
 

 

Deze site tot uw startpagina maken? Klik hier!

De Dageraad
Editie januari-februari 2005


Download printversie: RIGHT-CLICK hier --> save target as

In deze editie:

Lees ook:


Oosten getroffen door
TSUNAMI

Gods werk?

Op de tweede kerstdag van 2004 werd de wereld opgeschrikt door het nieuws, dat een vloedgolf in de Indische Oceaan vele tienduizenden levens had geëist. In de dagen die volgden, verschenen diverse meningen in de media omtrent de theologische betekenis, die aan deze ramp moet worden toegekend. Een Joodse theoloog stelt dat het niet waar kan zijn dat God zo’n ramp teweegbrengt; de ramp was er gewoon, zonder dat God daarbij betrokken was. Boeddhisten stellen, dat dit leven is bedoeld om te lijden. Volgens de aartsbisschop van Canterbury, geeft het Christelijke geloof geen eenvoudig antwoord op de kwestie van menselijk lijden. Hindoes en vele Moslims legden zich neer bij de leer van de voorbeschikking. En dan hebben we nog de populaire visie van velen dat deze zeebeving, die aan meer dan 150.000 mensen het leven kostte, een straf was van God, terwijl men zich ook nog afvroeg waarom zo’n ramp niet Europa en de V.S. – door sommigen als de meest zondige landen beschouwd – heeft getroffen. Weer anderen zien de tsunami als een teken, dat het eind van de wereld nabij is. De vraag blijft dus, hoe de mensheid moet aankijken tegen deze catastrofe.

Straf

Heilige Geschriften noemen diverse zondige volkeren, die door God werden vernietigd als gevolg van hun slechte daden. Voorbeelden zijn het volk van Noach, en dat van de Farao ten tijde van Mozes. Kunnen we dienovereenkomstig stellen dat de tsunami een resultaat was van slechte daden van de mensen?
Volgens de Heilige Koran kan een volk pas worden gestraft, indien er een Boodschapper tot hen wordt gezonden en zijn bevelen openlijk worden genegeerd. In het geval van deze ramp gaat dit niet op.

Verder zij vermeld, dat het niet aan ons is om te oordelen over de goedheid of slechtheid van onze medemensen (zie Koran 49:11-12). Oordelen over goed en kwaad is voorbehouden aan de Schepper. Bovendien hoeven niet alle rampen een gevolg te zijn van slechte daden; rampen kunnen ook als beproevingen naar de mensen worden gezonden. Verder moet in de gaten worden gehouden dat geen enkel volk ter wereld als totaal goed of als totaal slecht kan worden aangeduid; alle volkeren hebben zowel goeden als minder goeden onder hun mensen. We kunnen dus niet per definitie stellen dat de recente tsunami een straf was voor de mensen aldaar.

Eindtijd

Hoe zit het met de mening, dat de tsunami van de vorige maand een voorbode is van het eind van de wereld?
Het eind van de wereld is slechts aan God bekend. Indien grote rampen inderdaad het definitieve einde zouden inluiden, zou de wereld al lang vernietigd zijn, gezien de vele rampen die de mensheid reeds hebben getroffen. Enkele voorbeelden: watersnoodramp in Nederland (1421, 100.000 doden); aardbeving in China (1556, 830.000 doden); overstroming van de Gele Rivier in China (1887, 900.000 doden); aardbeving in Tokio (1923, 140.000 doden); cycloon in Bangladesh (1970, 500.000 doden); pestepidemie eind 14e eeuw (bijna 100 miljoen doden)…

Voorbeschikking

Stond de dood van ruim 150.000 mensen op 26 december 2004 nauwkeurig in God’s Boek vermeld?
De gangbare visie op voorbeschikking is, dat God alle handelingen van de mensen, tot zelfs het tijdstip van zijn dood, nauwkeurig heeft vastgesteld. Bij het aanhangen van deze theorie ontstaat echter een onoverkomelijk probleem. Mag God ons wel straffen voor onze ‘voorbeschikte’ slechte daden, indien Hij deze van tevoren nauwkeurig heeft vastgesteld? En hoe zit het dan met onze vrije wil?

De islamitische visie is anders. De Koran stelt in 25:2 dat Allah alles schept en daarvan de maat (taqdir) bepaalt. Dat houdt niet in dat van ieder mens de daden exact zijn vastgesteld, maar dat van alle mensen bepaalde algemene kenmerken zijn vastgelegd, waarmee zij zelf hun leven dienen in te richten. Ook van de hemellichamen, waaronder de aarde, zijn bepaalde kenmerken vastgelegd, bijvoorbeeld dat het binnenste van de aarde vloeibaar is en dat daarboven drijvende korsten zijn, die zo nu en dan onvermijdelijk tegen elkaar botsen.

Allah stelt in de Koran (33:62 en 35:43) dat Hij Zijn wetten niet verandert. Aan de zojuist vermelde eigenschap van de aarde zal Hij dus niet komen, omdat Hij dit met een bepaald doel heeft ingesteld. Wel heeft Allah de mens bepaalde kennis gegeven van Zijn wetten. Zo is in de loop der jaren gebleken dat het Middellandse Zeegebied een lange historie heeft van vernietigende tsunami. De eerst bekende dateert van omstreeks 1400 v.C. in een stad, Santorini genaamd. Volgens de verslagen lieten toen 10.000 mensen het leven.

Volgens de Nederlandse seismoloog Hein Haak was de recente beving geen verrassing. De Banda-boog staat erom bekend. Hier botst de koeler wordende oceanische korst, die daarmee ook steeds zwaarder wordt, tegen het continent aan, en schuift dan onder de Euraziatische plaat. De enorme bevingen van 1960 in Chili (9,5 op de schaal van Richter) en van 1964 in Alaska (9,2) berustten op eenzelfde mechanisme.

Diverse gebieden op onze planeet staan dus bekend als risicogebieden als het gaat om aard- en zeebevingen en andere natuurrampen. Terwijl bij aardbevingen weinig tijd beschikbaar is om mensen te waarschuwen, ligt dat bij vloedgolven anders. Die hebben tijd nodig om zich over een grote afstand te verplaatsen. Tijd, die gebruikt zou kunnen worden om mensen te alarmeren. Door de wetenschappelijke ontwikkelingen bestaat in het gebied van de Grote Oceaan een dergelijk waarschuwingssysteem al decennialang, en de V.S. en Japan hebben zo’n systeem in werking. De arme landen van de Indische Oceaan beschikken daar helaas niet over.

Volgens de schattingen van de ‘International Action Center’ (V.S.) zou het opzetten van zo’n systeem – dat duizenden overbodige doden had kunnen voorkomen – niet meer kosten dat wat de V.S. uitgeeft aan een oogwenk van bombardementen en vernietiging.

Verder kan vermeld worden, dat in 1998 het toenmalig hoofd van het meteorologisch instituut van Thailand voorspelde dat binnen enkele jaren een aardbeving, gevolgd door een vloedgolf, in zes Thaise provincies schade zou toebrengen. Zijn waarschuwingen werden in de wind geslagen. Al deze provincies werden echter bij de recente tsunami getroffen.

Ook blijkt volgens een wetenschappelijk programma, dat de aardverschuiving wellicht het gevolg zou kunnen zijn van een teveel pompen van olie uit de bodem in de regio Zuidoost–Azië, waardoor het evenwicht dat er was, verstoord werd en de aardlagen of de aardplaten heel diep op de bodem van de zee verschoven, die een zeebeving veroorzaakten met het fatale gevolg.

We kunnen daarom niet zomaar God als de enige schuldige aanwijzen voor het verlies van zovele tienduizenden mensenlevens. In sommige opzichten zijn ook wij mensen wellicht nalatig geweest, bijv. door in dat gebied geen waarschuwingssysteem voor naderende tsunami’s in te stellen, hoewel de kennis en het geld hiervoor in overvloed aanwezig zijn.

Er zijn nu serieuze plannen om in het getroffen gebied een waarschuwingssysteem op te zetten. Als dit inderdaad gebeurt, zal deze tsunami juist een bescherming blijken te zijn voor de miljoenen mensen, die nog in dat gebied leven.

Beproeving

De zeebeving was dus een resultaat van de wijze waarop God de aarde heeft geschapen. Zoals bij alle rampen, heeft ook deze ramp een bijzondere betekenis voor de moslims. God stelt in de Koran, 2:155-157:

“En Wij zullen jullie zeker beproeven door iets van vrees en honger en verlies van bezittingen en levens en vruchten. En geef blijde tijdingen aan de geduldigen. Die, wanneer een rampspoed hen overvalt, zeggen: Waarlijk, wij behoren Allah toe en tot Hem zullen wij wederkeren. Dezen zijn degenen over wie de zegeningen en genade van hun Heer zijn; en dezen zijn de volgelingen van de rechte weg.”

De Koran is er dus duidelijk over, dat de mens van tijd tot tijd zal worden beproefd. Deze beproeving kan klein, minder groot of groot zijn. Bij relatief ‘kleine’ beproevingen, zoals het overlijden van een kennis, is men niet zo gauw geneigd het Goddelijke pad te verlaten. Bij grote beproevingen echter, zoals de recente tsunami, vragen velen zich in vertwijfeling af of God wel zo wreed kan zijn om het leven van zoveel onschuldigen te nemen. En hoe groter de beproeving, hoe sterker de mens uiteraard moet zijn op het spiritueel pad om te blijven geloven in God.

In discussieforums blijkt de laatste weken keer op keer dat atheïsten er zeer verheugd over zijn dat zij niet in God geloven, omdat de afgelopen ramp volgens hun aantoont dat God – indien die bestaat – toch maar een wreedaard is. De religieuzen hebben hier geen antwoord op, met als resultaat dat hun geloof kans loopt zwakker te worden. Ook hier is de Heilige Koran duidelijk in, zoals blijkt uit 22:11:

“En onder de mensen is er, die God op de rand dient, zodat indien hem het goede overkomt, hij daarmee tevreden is, maar indien een bezoeking hem treft, keert hij hals over kop terug; hij verliest deze wereld en het hiernamaals ...”

De ‘zwakke’ gelovigen, die het pad van God verlaten als een beproeving hen treft, verliezen dus heel wat aanzien in de ogen van hun Schepper. Ook bij deze tsunami is er een zeer groot aantal mensen, dat zich vertwijfeld afvraagt waarom God dit heeft gedaan. Het antwoord is, dat Hij de goeden van de slechten wenst te onderscheiden. Dat doet Hij niet door de slechten te vernietigen en de goeden te redden, maar door de mens voor een keus te stellen: in probleemsituaties voor God blijven kiezen onder alle omstandigheden, of het pad van God verlaten.

Als we stellen dat bij een ramp de goeden worden gered en de slechten worden vernietigd, is dit waar, maar dan op een heel andere wijze dan normaal wordt begrepen. Bij een ramp worden de goeden, die ondanks alle tegenslagen op Gods pad blijven, in geestelijke zin gered, aangezien zij een hogere status bereiken in Zijn ogen. De overigen, die van Zijn pad afdwalen als een ramp hen treft, vernietigen zichzelf in geestelijke zin, omdat zij niet op de juiste wijze met de beproeving zijn omgegaan.

Het lijden van velen op aarde, zoals ook de getroffenen van de tsunami en de hongerlijdenden in bijv. Afrika, wordt door velen beschouwd als een straf als gevolg van eerdere zondige levens. De Islam ondersteunt deze visie niet, maar stelt dat deze lijdenden in een bijzondere beproeving zitten; zij hebben meer inspanning nodig om zich werelds en geestelijk te ontwikkelen. Zodoende kunnen zij veel meer zegeningen – en dus een hogere geestelijke status – verdienen dan degenen die het gemakkelijk hebben. Denk eraan dat de Profeet Mohammed reeds op jonge leeftijd wees was, dat Jezus aan het kruis moest lijden, dat Noach zijn eigen zoon zag verdrinken in de watervloed, enz. enz. Al dat leed was zeker geen resultaat van vroegere zondigheid van deze heilige figuren, maar een bijzondere beproeving, om hen tot grote hoogten van geestelijke ontwikkeling te leiden.

Het Westen

Bij velen rees ook de vraag, waarom God niet de Westerse wereld heeft getroffen met zo’n ramp. Is het Westen niet al eeuwenlang verkeerd bezig, zoals indertijd met de slavernij en slavenhandel, tijdens de kruistochten, aan de moord op 6 miljoen Joden tijdens de Holocaust, aan de introductie van atoombommen in de Tweede Wereldoorlog, aan de moord op tienduizenden onschuldigen in Afghanistan en Irak, aan moreel verval, enz. enz.? Waarom is het Westen niet beproefd geworden, in plaats van de landen rond de Indische Oceaan?
Het Westen lijkt vaak genoeg een paradijs, maar volgens de Islamitische visie zit de Westerse wereld ook in een beproeving, en zelfs een grotere dan die van de Tsunami slachtoffers. Net zoals tegenslagen en rampen middelen zijn om de verborgen deugden van de mens duidelijk te maken, vormen voorspoed en overvloed ook middelen voor hetzelfde doel:

“Jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving, en Allah is het bij Wie er een grote beloning is.” (64:15)

En ook: “O gelovigen! Laten jullie rijkdom en jullie kinderen jullie God niet doen vergeten.” (Koran 63:9)

Voorspoed en overvloed hebben misschien wel een sterkere invloed om iemand van God te doen wegkeren dan tegenspoed. Deze geven hem een gevoel van zekerheid en zelfgenoegzaamheid. Voorspoed en overvloed zijn dus, evenals tegenslagen, niets anders dan mogelijkheden voor het duidelijk maken van de verschillende kwaliteiten van de menselijke ziel, die anders verborgen zouden blijven. Beide zijn uitsluitend bedoeld voor de spirituele vorming van de mens. Echter worden de middelen, zoals rijkdom en macht, vaak genoeg verkeerdelijk beschouwd als levensdoel, waardoor men steeds verder afdwaalt van Gods pad.

De rijken hebben vaak genoeg niet in de gaten dat, juist door hun macht en rijkdom, zij een grotere verantwoordelijkheid hebben dan degenen die deze gunsten niet bezitten. Indien men zich dit niet realiseert, zal in geestelijk opzicht verlies worden geleden. Zoals de Heilige Koran zegt in 2:200:

“Er zijn mensen die zeggen: Geef ons goed in deze wereld, en zij zullen geen aandeel hebben in het Hiernamaals.”

De juiste levenshouding moet zijn, zoals de Heilige Koran ons leert in 2:201:

“Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld en het goede in het Hiernamaals.”

Dat houdt in, dat men een evenwicht moet zien te bereiken tussen het werelds en het geestelijk leven. Men moet ervoor zorgen zijn/haar leven op deze wereld goed door te komen, maar daarbij niet vergeten dat men er ook aan werkt om in het Hiernamaals een goede plaats te bereiken. En dat kan o.a. bereikt worden, door oprecht hulpvaardig te zijn tegenover de medemensen.

De tekenen

De Heilige Koran stelt in verschillende verzen (2:164 e.a.) dat er in de natuurverschijnselen tekenen zijn voor de mensen die begrijpen. Zo ook in dit geval.

• Het moment van de tsunami is heel bijzonder; ten eerste tijdens kerst, ten tweede kort na de herverkiezing van George Bush als V.S.-president en ten derde kort vóór de Islamitische bedevaart en het offerfeest. Het kerstfeest is één van de grootste feesten in de Westerse wereld, waardoor wij kunnen stellen dat de tsunami vooral voor het Westen van bijzondere betekenis is, en we hebben het dan voornamelijk over het gebruik van rijkdommen. Ga bijv. eens na wat de Bush-regering niet aan middelen heeft vergooid in oorlogen, in vergelijking met de verleende hulp aan arme landen! Om een voorbeeld te geven: de V.S.-overheid heeft tot nu toe US$ 350 miljoen aan hulp toegezegd aan de tsunami slachtoffers. In de afgelopen twee jaar heeft de V.S. US$ 148 miljard uitgegeven aan de oorlog in Irak. Dat houdt in, dat de hulp van de V.S. aan de tsunami slachtoffers niet meer is dan de kosten van twee dagen oorlog voeren. Een onevenredig laag bedrag! Nu is de tijd aangebroken dat de wereld zich gaat bezinnen over herverdeling van hun rijkdommen.

• Verder is het significant, dat de tsunami zo kort vóór de Islamitische bedevaart (hadj) plaatsvond. De hadj staat voor eenheid en vrede van moslims wereldwijd, en het is nu de tijd dat de hele wereld in eenheid en vrede verder gaat om het leed van zovelen te verzachten. Het is de afgelopen weken mogelijk gebleken dat de gehele wereld samenkomt om in nood hulp te verlenen, en de rijke landen moeten vanaf nu in grotere mate voortgaan om in noodsituaties en –gebieden te helpen. Vooral ook bij rampen, die ons door hun lange duur als “normaal” lijken, zoals de hongersnood in Afrika, waar miljoenen met de dood worden bedreigd. Het is niet God, Die de mensen in arme gebieden laat lijden. Hij heeft zulke condities geschapen, zodat de armen zich in de beproeving geestelijk kunnen sterken en de rijken in de gelegenheid worden gesteld hulp te verlenen, zoals Hij dat van hen verlangt.

• Ook het Islamitische offerfeest, een onderdeel van de hadj, heeft in deze periode een speciale betekenis. Dit feest wordt overal ter wereld door de moslims gevierd, wat erop wijst dat de gehele wereld de handen ineen moet slaan en offers moet brengen, om het leed van de getroffenen te helpen verzachten. Inderdaad zien we nu van overal ter wereld hulp binnenstromen voor de getroffenen; een goede zaak, die vooral voor andere lijdenden op de wereld continuïteit moet blijven hebben.

• Een ander significant punt is, dat het meest getroffen gebied Atjeh is, in Indonesië gelegen. Atjeh staat algemeen bekend als het ‘terroristisch centrum’ van Indonesië. Zoals al gesteld, kunnen we niet per definitie stellen dat God met de ramp de getroffenen heeft gestraft, doch er zit wel een teken in, dat terrorisme niet de weg van God is. Hiermee wordt dan ook gewezen op de moslimgroeperingen, die op vredelievende wijze de religie verkondigen en in goede verstandhouding met hun medemensen trachten te leven. In het bijzonder de Ahmadiyya Beweging, omdat de stichter, Mirza Ghulam Ahmad, de Beweging aanduidde als een spirituele “Ark van Noach”. De Ark van Noach staat algemeen bekend om het redden van de rechtschapenen uit een watervloed, en het is ook water, die bij de recente tsunami een cruciale rol heeft gespeeld. Vandaar de gelijkenis.

• Voorts worden we er door deze ramp eens te meer op geattendeerd dat alles eindig is. De macht, rijkdom en arrogantie van zovelen maakt hen blind voor de spirituele kant van het leven en men gaat voort, alsof men deze van God gekregen gunsten voor eeuwig zal blijven behouden. Men moet zich er echter van bewust zijn, dat alles hier op aarde eindig is. Deze houding brengt nederigheid teweeg; we zien in dat, wat wij hier ook op aarde bereiken, God in staat is dat alles in één oogwenk teniet te doen. Zodoende zien we ook in, dat wij vooral moeten werken aan datgene wat niet door externe factoren kan worden vernietigd, namelijk ons spiritueel welzijn.

• Tenslotte leren degenen, die niet getroffen zijn, de Schepper dankbaar te zijn voor de gunsten die Hij hen heeft gegeven. Het leven is gebaseerd op tegenstellingen. Als er bijv. geen kwaad zou zijn, zouden we niet weten wat goed is. Als er geen duisternis zou zijn, zouden we niet weten wat licht is. En als er geen rampen zouden zijn, zouden wij Gods gunsten niet herkennen en er dus ook niet dankbaar voor kunnen zijn.

Conclusie

We zien dat de tsunami van 26 december 2004 op een bijzonder moment kwam, namelijk tijdens kerst, en tussen de herverkiezing van Bush als V.S.-president en de Islamitische bedevaart en het offerfeest in. We kunnen niet per definitie stellen dat de ramp een straf was voor de getroffenen of dat het een voorbode is van het eind van de wereld, en het is zeker niet zo dat het noodlot van de mens exact in God’s Boeken vermeld staat. Wel is het zeker dat de ramp een zware beproeving is voor de getroffenen, en door de omvang ervan zelfs voor de gehele wereld. Verder zagen we dat ook het rijke Westen in een beproeving zit, aangezien vaak genoeg een verkeerde bestemming wordt gegeven aan de beschikbare rijkdommen. Het plaatsvinden van de tsunami op tweede kerstdag is daarom vooral voor de Westerse wereld van speciale betekenis. En tenslotte zagen we dat deze ramp vele significante tekenen met zich meebracht; tekenen, met behulp waarvan de gehele wereld de gelegenheid aangereikt wordt om op vele punten een positieve wending te geven aan het wereldgebeuren. Het ligt aan ons of wij deze tekenen al dan niet ter harte wensen te nemen.

“Onze Heer, straf ons niet wanneer wij (iets) vergeten of een fout maken.
Onze Heer, leg ons geen last op zoals U (die) degenen vóór ons oplegde.
Onze Heer, leg ons geen (kwellingen) op
waarvoor wij de kracht niet hebben ze te dragen.
En vergeef ons!
En schenk ons bescherming!
En heb genade met ons!
U bent onze Beschermheer, dus sta ons bij
tegen de ongelovige mensen.”

De Heilige Koran, hoofdstuk 2, vers 286

Bronnen:

  • De Heilige Koran
  • The Four Questions Answered (Mirza Ghulam Ahmad)
  • Vrijdagspreek van maulana M.K. Hydal (Trinidad, 31 december 2004)
  • Vrijdagsspeech van Drs K. Ghafoerkhan (Paramaribo, 14 januari 2004)
  • Guardian Unlimited (www.guardian.co.uk)
  • Beliefnet (www.beliefnet.com)
  • Islam Online (www.islam-online.net)
  • De Telegraaf (www.telegraaf.nl)
  • Nederlands Dagblad (www.nd.nl)
  • Trouw (www.trouw.nl)
  • RK nieuws (www.rknieuws.net)


Oud-voorzitter S.I.V. overleden

Op donderdag 6 januari 2005 overleed de heer Abdoel Habiebkhan Niamut te Amsterdam in Nederland op de leeftijd van 86 jaar. Hij werd geboren op 4 februari 1918 in Paramaribo, Suriname. Hij was getrouwd met Maijdan Moenne en vader van 4 zonen en 6 dochters.

In zijn werkzame leven was hij inspecteur van politie in Suriname. Zijn laatste functie vóór zijn pensionering was districts-commandant van het district Commewijne.

Hij was ook bestuurder en voorzitter van de Surinaamse Politiebond. Gedurende zijn bestuursperiode heeft hij zich ingezet om de belangen van de politieagenten in Suriname te verbeteren.

De heer Niamut is een vooraanstaand lid geweest van de Ahmadiyya Beweging in Suriname en Nederland. Toen er in 1978 een beroep op hem werd gedaan zich kandidaat te stellen als voorzitter van de S.I.V., heeft hij de vraag opgevat als een vraag van Allah. Hij leidde de vereniging van 1978 tot 1985. In deze periode heeft hij samen met zijn bestuur de eenheid binnen de Ahmadiyya Beweging hersteld.

Ook lukte het in zijn periode om, met behulp van zijn medebestuursleden en de hele djamaat, de afbouw van de moskee aan de Keizerstraat te realiseren. De moskee is een parel in de binnenstad van Paramaribo en tevens de grootste moskee van de Ahmadiyya Beweging in het Caribisch gebied.

Nadat zijn missie vervuld was, verhuisde de heer Niamut met zijn echtgenote in 1986 naar Nederland, waar de meeste van hun kinderen en kleinkinderen wonen. Zijn opvolger werd dhr. M.R. Pierkhan, die tot heden de S.I.V. leidt.

Voor de Ahmadiyya Beweging in Nederland is de heer Niamut altijd een raadgever geweest voor besturen, imams en leden van verscheidene djamaats.
Met het overlijden van de heer Niamut verliezen wij een belangrijk voorvechter van de Ahmadiyyat. Wij wensen zijn echtgenote, mw. Majidan Niamut-Moenne en hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen veel sterkte toe.


COLOFON

Redactie
:

  • Riaz Ahmadali
  • Reza Ghafoerkhan
  • drs. Sharda Ahmadali-Doekhie
  • Irshaad Djoemai

Abonnementen / reacties / inzendingen:

Internet:

Overname uit De Dageraad is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

De Dageraad is een uitgave van het Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties (I.V.I.S.E.P.).

De Dageraad is een voortzetting van:

  • Hakikatoel Islam (1934-1960), redacteur: moulvi Shekh Ahmadali
  • Al Haq (1971-1980), redacteur: mr. Basharat Ahmadali

 

 
   

 

Hosted by www.Geocities.ws

1