Hiveriaans Kumanga




Algemene informatie
Hiveriaans Kumanga is een autonome regio van het Afrikaanse land Kumanga Yala, ten zuiden van de Yagan-vlakte, grenzend aan het stamgebied van de Wahadi. Het is geen deel van Hiveria maar er woont wel een grote Hiveriaanse minderheid, die hier is komen wonen in de tijd dat Kumanga nog een Hiveriaanse kolonie was. Hierdoor wordt het gebied nog steeds "Hiveriaans Kumanga" genoemd. De officiële naam van het gebied is echter Chavon, een verfransing van het Kumangaanse Nchi Vumbi ("Stoffig Land").
        De regio is ongeveer zo groot als Luxemburg. De kuststrook is relatief vruchtbaar, maar de rest van het gebied behoort tot de zanderige, dorre Yagan-vlakte. Wie Kumanga bezoekt, landt meestal op de nationale luchthaven in Port-de-Vivre, van waaruit kleinere vluchten, trein- en buslijnen naar andere delen van het land leiden.


Bestuur
Het regionale parlement (Conseil Régional of "Regionale Raad") wordt geleid door gouverneur Jean-Baptiste Gaillard. De Conseil Régional is formeel ondergeschikt aan het nationale parlement, maar in de praktijk heeft zij in het gebied veel meer invloed dan de alom gewantrouwde overheid. In het nationale parlement wordt de Hiveriaanse minderheid vertegenwoordigd door de Parti pour le Bien-être de Kumanga Hiverienne ("Partij voor het Welzijn van Hiveriaans Kumanga"). De PBKH is verdeeld tussen een vleugel die de huidige status wil behouden en een vleugel die een hogere mate van zelfstandigheid wil. Een minderheid hiervan is voorstander van aansluiting bij de Republiek Hiveria als overzees gebiedsdeel.
        De regio heeft haar eigen media, rechtspraak en wetten, al zijn deze wel ondergeschikt aan de Kumangaanse grondwet. Ook heeft het haar eigen vlag (Hiveriaans paars gecombineerd met Kumangaans groen, de regenboogcirkel vertegenwoordigt de culturele diversiteit van het gebied) en mag er naast de Kumangaanse Owó ook met de Hiveriaanse Franc worden betaald.

Bevolking
Hiveriaans Kumanga heeft ongeveer 304.000 inwoners (10% van de totale Kumangaanse bevolking) en bestaat uit Hiverianen (40%), mensen van gemengde komaf (25%), Wahadi (30%) en overige bevolkingsgroepen (5%)
        De Hiveriaanse bevolking woont vooral langs de westkust, in het gebied tussen Joubertville en Port-de-Vivre. In de rest van de autonome regio bevinden zich ook grote Hiveriaanse gemeenschappen, maar die vormen daar tegenwoordig een minderheid. Met name in het gebied tussen Badanbasa en Ombwana zijn in de afgelopen decennia veel Wahadi komen wonen. Vooral Christenen, die in het Wahadi stamgebied veel te verduren krijgen van de radicaal-Islamitische Olodumare milities.

Taal en religie
Ongeveer 55% van de bevolking spreekt als eerste taal Kumangaans Frans, 40% Kumangaans (voorn. Wahadi) en 5% overig. Veel kinderen worden tweetalig opgevoed, met Frans als eerste taal en Wahadi als tweede taal (of andersom). Ook in de rest van het land, vooral in de grote steden, wordt het Kumangaans Frans nog vaak gebruikt als universele taal.
        De belangrijkste religies zijn Katholicisme (60%), Islam (20%) en overig (15%). 5% van de bevolking is atheïstisch.

Cultuur
De Hiveriaanse minderheid in Kumanga wordt gekenmerkt door haar nederige opstelling tegenover het verleden. Eens was zij heer en meester van de Hiveriaanse kolonie Kumanga, bedreef zij slavenhandel en woonde zij in luxe villa's met bedienden. Maar in het nieuwe, onafhankelijke Kumanga rest hen slechts een bescheiden rol en veel schaamte over deze periode, die bij veel Kumanganen nog steeds erg gevoelig ligt. Een groot deel van de Hiveriaanse minderheid heeft zich daarom zoveel mogelijk aangepast aan de Kumangaanse cultuur en laat haar Hiveriaanse wortels het liefst voor wat zij zijn. Toch zijn er nog genoeg sporen van de Hiveriaanse cultuur terug te vinden in dit gebied.
        Naast sommige Hiveriaanse feestdagen, wordt op 14 augustus ook Uhuru gevierd, de Kumangaanse onafhankelijkheidsdag. Hoewel deze datum het einde betekende van de Hiveriaanse heerschappij over het eiland, viert de Hiveriaanse minderheid het nu als het begin van een nieuw hoofdstuk in haar bestaan, waarin alle bewoners van Kumanga voortaan vrij en gelijk zijn.
        Typisch Hiveriaans in dit gebied, zijn de café's, wijnproeverijen en restaurants. Ook de muziekstijlen en de plaatselijke keuken hebben een duidelijk Hiveriaanse oorsprong. De stad Nouvelle-Valtrois staat bovendien bekend om haar vele kunstateliers. Bekende Hiveriaans-Kumangaanse schilders zijn onder andere Banambo Valois, Jacqueline Gauthier, Remy Mbulangwe en Jean-Michel Savreux.

Hiveriaanse ontdekkingsreiziger op expeditie
langs de Djouvindo rivier (19e eeuw)

Politie en militietroepen
Door de politieke instabiliteit en grootschalige corruptie binnen de politie en het leger, mag de regio sinds 2008 een eigen politiemacht bezitten; de gendarmerie local ("plaatselijke politie"). Deze staat onder directe controle van het Conseil Régional in Port-de-Vivre.
        De bescherming van de Hiveriaanse autonome regio is een taak van het Kumangaanse regeringsleger. Omdat deze er echter niet in slaagt de aanvallen van Ogunti en Olodumare rebellen te stoppen, hebben burgers de Milice Régionale de Kumanga Hiverienne ("Regionale Militie van Hiveriaans Kumanga") opgericht. De MRKH werkt soms samen met het Kumangaanse regeringsleger, maar staat niet formeel onder gezag van het nationale of regionale parlement. Haar eenheden opereren meestal naar eigen inzicht en gehoorzamen alleen aan Alexander Lacroix, bijgenaamd "Le Commandant". Deze voormalige officier van het Kumangaanse regeringsleger is berucht om zijn brute optreden tegen de rebellen die het gebied onveilig maken, waardoor hij gezocht wordt door de autoriteiten maar geliefd is bij het volk.
        De MRKH bestaat uit groepen burgers en paramilitairen met een uiteenlopende training, discipline en bewapening, van boeren met jachtgeweren tot ex-militairen. Hoewel de troepen van "Le Commandant" de beschikking hebben over enkele helikopters en pantserwagens, maken zij vooral gebruik van terreinwagens, motoren en voetpatrouilles.

Geschiedenis
In 1634 kreeg Hiveria toestemming van de Wahadi om in hun gebied, aan de zuidoostkust van het eiland, een handelspost te bouwen. Hiveria bouwde hierop een fort, genaamd Port-de-Vivre, dat naast een handelspost ook een uitvalsbasis werd, van waaruit de rest van Kumanga onder Hiveriaans gezag zou worden gebracht. In de daaropvolgende jaren werden nieuwe nederzettingen gesticht, waaronder Terrejaune, Nouvelle-Valtrois en Bon Espoir. Bestaande Wahadi dorpen zoals Badanbasa en Ombwana werden ook onder Hiveriaanse controle gebracht. Het grondgebied van deze vroege Hiveriaanse kolonie kwam grotendeels overeen met dat van de huidige Hiveriaanse autonome regio. Het gebied trok veel kolonisten aan en werd actief tot het Christendom bekeerd, waarbij de missionarissen zich niet beperkten tot de kolonie zelf, maar ook in het gebied van de Wahadi en de Siba gingen preken. Vooral in het gebied van de Siba slaagden zij erin veel bekeerlingen te maken.
        De Hiveriaanse invloed in het Wahadi en Siba gebied groeide zodanig, dat het land deze gebieden als haar eigendom ging beschouwen en er belasting begon te heffen. Dit leidde tot de zogenoemde Belastingopstand, waarin de Siba en Wahadi een gezamenlijke aanval deden op de Hiveriaanse kolonie en Ombwana en Bon Espoir plunderden. Het fort Port-de-Vivre, dat inmiddels was uitgegroeid tot een grote, versterkte stad, wist echter stand te houden. Hiveria stuurde daarop versterkingen uit Europa, die de Belastingopstand aangrepen om het grootste deel van Kumanga te veroveren. In 1661 werd het gehele eiland formeel een Hiveriaanse kolonie, al bleef het daadwerkelijke gezag van Hiveria beperkt tot gebied van de Siba en de Wahadi, terwijl in het noorden de Frilandse handelspost en het gebied van de Bombutu grotendeels zelfstandig bleven.
        Port-de-Vivre, inmiddels de hoofdstad van de Hiveriaanse kolonie Kumanga, ontwikkelde zich tot een belangrijke haven en slavenmarkt. Afgezien van de Hiveriaanse Revolutie (1794) en de Vierde Frilands-Hiveriaanse Oorlog (1881), heerste er drie eeuwen lang een relatieve rust in de kolonie. Op 14 augustus 1961 verleende de Hiveriaanse president Lejeune Kumanga de onafhankelijkheid. In het nieuwe, democratische Kumanga, werd het grotendeels door Hiverianen bewoonde zuidoosten een autonoom gebied.
        De Eerste Kumangaanse Burgeroorlog (1969-1970) maakte een einde aan de democratie en de hoofdstad werd verplaatst van Port-de-Vivre naar Malibe. De burgeroorlog bracht grote verwoestingen in het gebied en veel burgers van Hiveriaanse komaf werden vermoord of ontvluchtten het land, waardoor het percentage Hiverianen in de regio tegenwoordig een stuk lager ligt. In 2001 werd de democratie hersteld, maar door de constante dreiging van Ogunti en Olodumare milities, blijft de situatie in het land zeer gespannen.

Meer informatie: algemene geschiedenis van Kumanga.


Nederzettingen:

Port-de-Vivre ("Levendige Haven", Kumangaans: Kwilabango)
De voormalige hoofdstad van Kumanga. Gesticht als fort, haven en handelspost, maar tegenwoordig één van de grootste steden van het land.

Terrejaune ("Gele Aarde", Kumangaans: Kumala)
Hier bevinden zich de nationale olievoorraad, een grote haven en een belangrijke marinebasis.

Nouvelle-Valtrois ("Nieuw-Valtrois", Kumangaans: Mboulowa)
In 1794 werd het Hiveriaanse revolutionaire leger hier verslagen door de koloniale troepenmacht van de koningsgezinde gouverneur Joubert.

Badanbasa
Van oorsprong een Wahadi stad, die door Hiveria werd ingelijfd en tegenwoordig een grote Hiveriaanse minderheid herbergt.

Bon Espoir ("Goede Hoop", Kumangaans: Banakisi)
Bekend om haar vele bonbon-ateliers en levendige muziekscène, met Hiveriaanse chansons en Kumangaanse Mbiliwimbo-muziek.

Ombwana
Deze Wahadi stad stond lang onder Hiveriaanse invloed, maar sinds de Eerste Kumangaanse Burgeroorlog zijn de Hiveriaanse bevolking en cultuur er vrijwel verdwenen.

Joubertville ("Joubertstad", Kumangaans: Mabouko)
Dit grensstadje is vernoemd naar de populaire gouverneur Raoul Joubert. Tussen 1794 en 1926 heette het plaatsje Gaudinville, naar de eerste Hiveriaanse president. Dit omdat het na de Hiveriaanse revolutie gebruikelijk was om alle verwijzingen naar de voormalige adel uit te wissen.

Pays de Louis ("Land van Louis", Kumangaans: Bibonga)
Vernoemd naar koning Louis I Concarneau. Tussen 1794 en 1926 heette het dorp Pays de Peuple ("Land van het Volk").

Librechamps ("Vrije Velden", Kumangaans: Mashamba Huru)
Dit dorpje ligt in de onherbergzame Yagan-vlakte. Er wonen vooral arbeiders die bij de olievelden van Shamba Mafuta werken.

Hautbourg ("Hogenburg", Kumangaans: Kilima Ngome)
In dit vissersdorpje liggen rotslagen uit het Precambrium aan de oppervlakte, waardoor er interessante fossielen zijn te vinden.

Kitongoji
Dit grensdorpje was lange tijd een buitenpost van het Hiveriaanse koloniale leger. Omdat er veel mooie Wahadi vrouwen in het dorpje woonden, bekeerden veel soldaten zich tot de Islam om met hen te kunnen trouwen.


Overige locaties:

Aéroport National de Port-de-Vivre (Kumangaans: Kwilabango Uwanja wa Ndege)
De grootste en belangrijkste luchthaven van Kumanga.

Shamba Mafuta olievelden
De olieindustrie bij Shamba Mafuta is één van de pijlers onder de Kumangaanse economie en zorgt voor veel werkgelegenheid in de Hiveriaanse autonome regio.

Fort de Concarneau
Dit fort stamt uit de vroege 18e eeuw en is tegenwoordig een museum.

Giza Mapango
Giza Mapango ("Donkere Grotten" in het Kumangaans) is een grottenstelsel van vele kilometers in omvang. Er leven niet alleen boeiende dieren, maar er zijn ook sporen aangetroffen van menselijke aanwezigheid uit de prehistorie. Ook worden de grotten soms door smokkelaars gebruikt.

Yagan-vlakte
Deze dorre vlakte beslaat meer dan een derde van Kumanga en is het thuisland van de Wahadi stam.

Barra (Kum. Agbara: "Vloeden")
(rivier)

Eaume (Kum. Omi: "Water")
(rivier)

Profondeur (Fr. "Diepte", Kum. Ijinle)
(rivier)

Sisanne (Kum. Sisan: "Stromen")
(rivier)