Nieuw Zeeland - 1997

De volgende dag gaan we met 8 man voor een dagexcursie naar het noorden. Bij de eerste stop wandelen we door het bos naar de beroemde, enorme kauri bomen.

Ze staan in drassige grond waar ook kiwi's leven. Het zijn indrukwekkende bomen met pas op grote hoogte zijtakken en bladeren in toefjes. Ergens hebben ze wat weg van een Baobab boom. We picknicken bij een prachtig gelegen baai waar we ook even zwemmen.

Daarna gaat het over onverharde weg verder naar Cape Reinga met het bekende vuurtorentje, waarin een 1000 W lamp zit die zo'n 48 km ver te zien is.

Op dit punt komen de Pacific en de Tasmanzee bij elkaar wat een vreemd ruitjespatroon in de golven te zien geeft. Op de steile hellingen van de kaap groeit pampasgras met grote pluimen. Dan rijden we weer zuidwaarts door duinlandschap en waterstroompjes. Bij een hoog zandduin kunnen we zandsurfen. Met onze boards moeten we eerst door bloedheet zand naar boven klauteren en kunnen dan liggend naar beneden glijden. Heerlijk.

We rijden naar de 90 mile beach (ca. 90 km lang): een immens lang en leeg strand met af en toe meeuwen die op strandpissers vissen. We zien ook de wilde paarden in de duinen, die we behoorlijk dicht kunnen naderen. Bij het einde van het strand rijden we (mede dankzij de 4x4) het duin weer vlot over. We rijden door heuvellandschap verder naar het zuiden en eten bij 'the world's famous fish & chips tent' een enorme portie (verse) vis en friet op het terras aan het water. Dan is het niet ver meer naar Paihia.