Nieuw Zeeland - 1997

17 januari 1997

Eindelijk is het zover en gaat de reis naar Nieuw-Zeeland beginnen. Om 6 uur 's morgens is het nog donker en zo'n 5�C, maar er ligt nog steeds sneeuw op het gras en gisteren ontdekte ik de eerste sneeuwklokjes. De intercity brengt ons stipt op tijd op Schiphol en dan is ons groepje compleet (9 man). We checken in bij Singapore Airlines en kijken nog wat rond voor we boarden voor onze eerste etappe naar Singapore. We hebben een beeldschermpje in de stoel voor ons met videokanalen, vluchtinformatie, spelletjes en radio. Dan het ronddelen van de gadgets zoals koptelefoon, slofjes, tandenborstel, handdoekje en lunch. Diner slaan we over want het wordt nu snel nacht. Het gaat dan toch wel lang duren. Het stuk over Europa gaat snel, maar voordat we na Oostenrijk, Hongarije, Roemeni�, Turkije, Iran, Pakistan en India de Bengaalse Golf over gevlogen zijn, vinden we het wel genoeg. Na wat turbulentie aldaar landen we volgens planning rond 7 uur 's morgens op Singapore. Hier is het al 25�C. We gaan naar ons hotel op terminal 1 waar we voor 6 uur een kamer gereserveerd hebben: even zwemmen om de spieren wat los te krijgen, slapen en douchen. 's Middags gaan we met de gratis citytour de stad wat verkennen. Singapore bestaat voornamelijk uit hoogbouw met veel groen ertussen. We zien een ijsvogeltje in een park en bekijken de tegenstelling van oude, lage huizen tegen een achtergrond van wolkenkrabbers. 's Avonds is het vertrek voor onze tweede etappe wat vertraagd. Deze vlucht is korter: 'slechts' 10 uur; je leert snel relativeren. We dommelen wat en zien Australi� liggen als het weer wat lichter wordt. Dan de laatste 2000 kilometer over de Tasmanzee en dan zien we het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland liggen, waar we een tussenstop in Christchurch maken. We zien bergen met sneeuw, rivieren, grote stukken kaal berglandschap, alles heerlijk ruig. In Auckland is het prachtig weer als we aankomen. Burningtime is vandaag 10 minuten (de tijd die je zonder bescherming in de middagzon kunt doorbrengen zonder huidschade op te lopen). We rijden eerst naar Mount Eden waar we kunnen genieten van een mooi uitzicht over Auckland, de baai en de haven. Dan rijden we door naar Orewa, iets ten noorden van Auckland, waar ons eerste backpackers hostel ligt. Na een wandelingetje langs het strand eten we in een eetcaf� waar we enorme porties krijgen, maar we hebben nog geen honger. Onze bio-klok moet nog even wennen aan het tijdsverschil van 12 uur. Toch slapen we goed.

Orewa - Paihia 'Bay of islands'
Nadat we ons ontbijt gemaakt hebben, wordt alles weer ingepakt (ik blijk mijn wanten uit Nederland nog in mijn jaszakken te hebben). We rijden naar Goat Island waar snorkelspullen en wetsuits voor ons klaarliggen. Jan, de baas van het hostel laat zien wat we zoals kunnen verwachten in zee. We zien inderdaad veel: veel vissen, ook heel grote, blauwe vissen en vissen met blauwe stippen. Een prachtig gezicht en het is heerlijk weer.

We rijden dan verder naar Paihia waar we naar Lodge Eleven rijden, nadat we bij een groenten- en fruitwinkel inkopen gedaan hebben. In Paihia kun je zoveel doen dat we zorgvuldig moeten kiezen wat we het beste kunnen doen. 's Middags wandelen we de trail naar de Haruru falls. Een prachtig pad door het bos langs het water en dwars door de mangrove via bruggetjes, langs nesten van jonge aalscholvers die gevoerd worden. Mooie moerasplanten en zelfs papyrus. We zijn net voor het donker bij de falls en eten dan in het restaurant Twin Pines met een goeie fles wijn en laten ons door een taxi weer afzetten bij onze lodge. Nog even een praatje in de keuken en dan naar bed.
's Morgens om half zeven staan we op de steiger voor onze boottocht met 'dolfijnzwemmen'. Het is nog goed fris zo vroeg op het water.

We zien al snel een groep dolfijnen die vlak bij en onder de boot (catamaran) mee zwemt als of het een wedstrijd is. Af en toe springen ze geheel uit het water.

Dan duiken ook wij het water in, maar de dolfijnen zijn dan toch vrij snel weer weg. Maar het is een mooie boottocht door de baai met idyllische eilandjes, kleine baaitjes en strandjes. 's Middags terug in Paihia bekijken we wat winkeltjes en proberen het ons aanbevolen Nieuw-Zeelandse ijs (honkey-ponkey met krokante honingbolletjes er is). Heerlijk! Als de zon wat lager staat en dus minder brandt op onze nog witte huidjes, maken we een wandeling door het bos naar een hoger gelegen uitzichtspunt. Het lijkt net een tropisch woud met veel mosbegroeiing, varens, bromelia's. De korte klim wordt beloond met een mooi uitzicht over de baai, bootjes en dorpjes.