begin inhoud volgende terug

Schuld.



Een van de grote dilemma's die de christen overvallen bij ziekte en dood, is de vraag "Waarom!?".

Goed bedoelende mensen hebben dan de stereotype antwoorden zoals:

Zo blijft er niets anders over dan te proberen verder te leven, in de verwachting dat de gestorvene veel beter af is. Eigenlijk vinden maar weinig mensen troost in dit geloof. Heel vaak blijven de naaste familieleden of nabestaanden met een onbewust schuldgevoel achter. De vraag wordt gesteld "Wat hebben we gedaan dat ons zoiets is overkomen?". Precies zoals Job en zijn vrienden deze vraag stelden. Ze stellen bij zichzelf heimelijk ook de vraag: "Waarom staat God zoiets toe?". Waarom heeft God niet ingegrepen om dit te voorkomen? In Zijn almacht had Hij gemakkelijk kunnen ingrijpen. Ook deze vraag stelden Job en zijn vrienden.

Er wordt vaak vanuit gegaan dat ziekte en dood Gods wil zijn. Dit is iets wat heel veel voorkomt tegenwoordig, maar ook in de Oud-Testamentische tijd. In het verhaal in 2 koningen 3, vers 9 en 10, waar Joram, Josafat, en de koning van Edom, ten strijde trekken tegen de koning van Moab, staat een opmerkelijke passage over Gods wil: 

Het leger trekt 7 dagen rond in de woestijn. Kennelijk zonder voorbereiding, en maar een beetje op goed geluk. Na 7 dagen is het drinkwater op, terwijl ze geen water vinden. Gewoon een gebrek aan elementaire militaire planning. Dan zegt Joram die een Baälsdienaar was, "Ach voorzeker heeft de Here deze drie koningen geroepen om hen in de macht van Moab te geven!". Als Joram 'Here' zegt bedoelt hij Baäl, want dat was zijn god. Ze zijn erg onverantwoordelijk geweest door zich niet voor te bereiden op deze veldtocht, maar als het fout gaat is de Here de oorzaak, niet hun eigen nonchalance. Een eigen grove fout wordt verward met Gods voorzienigheid. Ze gaan er vanuit dat de Here hierin de hand heeft, waar uitsluitend onachtzaamheid de oorzaak is. Dit is een typisch heidense houding die we tegenwoordig nog maar al te vaak tegenkomen. De mensen halen een domme of slechte streek uit en daarna is God verantwoordelijk. Dan wordt er gezegd dat Hij het kwade wil en de mensen straft. Dat dit niet waar is wordt in het vervolg van het verhaal verteld. In dit verhaal geeft God een wondere redding, die wordt voorspeld door Elisa.

De gedachte dat ziekte en rampen en dood, Gods wil zijn, is nog steeds actueel. In dit opzicht is er nog niet veel veranderd in de lange periode die verlopen is sinds Joram en Josafat. Als de dood Gods wil is dan vraag ik me af waarom Jezus huilde bij het graf van Lazarus. Als de gangbare gedachte juist is, moest Jezus gelachen hebben, want Lazarus was zo veel beter af; hij was in de hemel; hij vertoefde in Abrahams schoot. Toch komt ook Jezus in opstand bij het graf van de dode Lazarus, en huilt. Daarna wekt Jezus Lazarus op, en iedereen is blij. Ook in het oude Israël liet men zich niet troosten met het geloof in Abrahams schoot te verblijven. Ook daar kwam men in opstand bij het graf van een beminde. Ook Jezus, zoals het verhaal verteld.

Het is de moeite waard om eens te onderzoeken of de gedachte juist is, en of het werkelijk Gods wil is dat mensen sterven, of ziek zijn. Het was Jezus' wil in elk geval niet. Hij huilde en daarna wekte Hij Lazarus op. Hij vond ontegenzeggelijk een op aarde levende Lazarus beter dan een in de hemel levende (dode) Lazarus. Als Lazarus in de hemel was wordt hij plotseling en zonder omhaal weer uit de hemel verwijderd door Jezus. Zo op het eerste gezicht, volgens de gangbare bijbel-interpretatie, een tamelijk onkiese daad van Jezus.


Als er iemand uit onze naaste omgeving erg ziek wordt en de artsen kunnen deze ziekte volkomen genezen, dan vinden we de ziekte en de onkosten misschien ongeriefelijk, maar als de patiënt genezen is zijn we al het ongerief vergeten en ieder is blij met de beterschap. Anders is het als de patiënt niet geneest maar sterft, dan voelen we in de meeste gevallen wrok en schuld. Soms voelen we ook wrok tegen God die niet heeft ingegrepen. Hij is immers almachtig, als zodanig kon Hij best helpen. Toch beweert de Bijbel met vasthoudendheid dat God met ons begaan is en ons liefheeft, en dus is het allemaal, op het eerste gezicht, nogal incoherent als er ingeval van ziekte geen hulp van God komt, of dat de zieke niet geneest op ons gebed.

Al eerder in dit stuk schreef ik dat de Bijbel ons duidelijk maakt dat God wil dat we zelfstandig zijn, en dat Hij hierom niet wil ingrijpen in onze samenleving, ja, niet kán ingrijpen zonder onze zelfstandigheid teniet te doen, en zonder ons onze verantwoordelijkheid te ontnemen, welke Hij zo belangrijk acht. Ook in geval van ziekte of ongeluk kan Hij niet ingrijpen, want het is onze verantwoordelijkheid dit te doen. Hierin is de Bijbel ook duidelijk. Hoewel de voorstanders van de gebedsgenezing dit niet inzien.

In Genesis staat: " Ga heen en bebouw de aarde en heers over haar ", en in de gelijkenis van de talenten wordt heel duidelijk gewezen op onze verantwoordelijkheid. Er wordt heel duidelijk gesteld dat wij moeten werken, en dat wij onze gaven niet voor niets hebben gekregen. De man met de ene talent die niets gedaan heeft wordt buiten geworpen. Hij wordt niet buiten geworpen omdat hij een dief, of een slecht mens was. Deze man bracht het talent keurig terug. Hij had niets verkeerds gedaan, maar ook niets goeds. Hij werd buiten geworpen, omdat hij niets deed. Hij werd te licht bevonden. Verder zegt Jezus 'Bidt en werkt'. Waaruit ik versta dat als we niet werken, we ook niet mogen bidden. Buiten de opdracht uit Genesis, heeft God ons ook geschapen met intelligentie, en met nieuwsgierigheid, welke ons drijft om te gaan onderzoeken en dingen uit te proberen. Waarbij de opdracht in Genesis eigenlijk ten overvloede is, evenals de gelijkenis van de talenten.

De opdracht uit Genesis bedoelt niet alleen dat we het land moeten ploegen, of steden moeten bouwen, maar ook dat we kennis moeten verzamelen over haar. We moeten de aarde ontwikkelen in de ruimste zin van het woord. Zo is het ook een opdracht om de wetenschap te ontwikkelen.

Jezus zegt dat we wel mogen bidden, ook om beterschap, of dat een bepaalde ramp ons niet zal treffen, maar we moeten ook zelf werken. We mogen bij ons bidden niet werkeloos blijven zitten en rustig afwachten tot God komt opdraven. Als we blijven afwachten tot God het doet, zullen we ontdekken dat God het niet doet, want Hij wil dat wij het doen. De opdracht hiertoe heeft Hij ons al lang geleden gegeven. Wij zijn immers naar Gods evenbeeld geschapen en dit is niet zomaar voor de grap, een goddelijke grol, maar dit is zo omdat God wil dat wij hier wat mee doen. Dingen die we zelf kunnen doen gaat Hij ons niet uit handen nemen. Als we zelf niet meewerken aan ons eigen welzijn dan mogen  wij Hem er ook niet om bidden dit te doen.

Deze onwil om mee te willen werken aan ons eigen welzijn kunnen we in iedere nieuwsuitzending zien. Er zijn altijd scènes te zien van geweld, vernieling en vervuiling. Als wij onze plicht verzaken, dan mogen we van God niet verlangen dat Hij wel inspringt, om de brokken en de vuilnis op te ruimen die er van gekomen zijn.

Hoe lang het al geleden is dat God de opdracht uit Genesis ons gaf weet ik niet, maar het is op zijn minst wel ettelijke duizenden jaren. Ten tijde van Mozes was deze opdracht er al, en Genesis suggereert dat de opdracht toen al oud was. Al de tijd die sindsdien verlopen is heeft de mensheid verknoeid met achter afgoden aanlopen, magische processen uitdenken vol van bijgeloof en mystiek, oorlogvoeren, roven, moorden, en andere dwaze en tragische bezigheden. De mensheid heeft al deze duizenden jaren niet benut om iets opbouwends te doen, zoals de opdracht was. Als er al sporadisch iets opbouwends is gedaan, zijn er in onze samenleving tenminste heel weinig sporen van achter gebleven.

Van bijvoorbeeld het jaar duizend tot eind veertienhonderd, al in een enigszins christelijk en een iets minder bloeddorstig Europa, is er niet veel anders gebeurd dan de wanordelijke en zinloze kruistochten houden. Waar de wraaklust, wreedheid en wellust van de 'vrome' Richard Leeuwenhart niet onder deden voor deze zelfde eigenschappen van de koerd Saladin. In deze tijd hield men zich in Nederland ledig met de hoekse en kabeljauwse twisten. Deze twisten hadden edele en nobele doelstellingen volgens historici, maar beperkten zich vaak tot het houden van rooftochten in een naburig gebied. Ook was Engeland bezig Frankrijk leeg te roven in de honderdjarige oorlog. Met als officiële reden de aanspraak op enkele Franse gebieden, maar de voornaamste reden was domweg roof. Tussen de bedrijven door werd er af en toe nog een oorlogje georganiseerd met de Schotten of de Ieren om in de vorm te blijven. De Fransen en de Duitsers en de rest van Europa gedroeg zich niet beter dan de Nederlanders en de Engelsen. Dit was niet een speciaal ruwe tijd, want het is altijd overal ter wereld zo geweest. Dit was de mentaliteit op politiek gebied, maar ook op het persoonlijke vlak waren de mensen zo.

Tijdens de Renaissance en de kerkhervorming is het een beetje beter geworden, maar de eerste wereldoorlog had ondermeer als reden dat Engeland en Frankrijk bang waren voor de technologische ontwikkeling van Duitsland. Ze waren bang achter te blijven bij Duitsland, en in plaats van allerlei activiteiten te ontplooien om de achterstand in te halen, verkozen ze een oorlog. Verder was "De Keizer"; keizer Wilhelm een dermate onaanspreekbare en arrogante figuur, dat daar ook een flinke hoeveelheid schuld verwacht mag worden. Men mag gevoegelijk aannemen dat ook de regeringsleiders van Frankrijk en Engeland niet minder arrogant en onaanspreekbaar waren. Geen groot verschil met de nobele motieven voor de honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk, of de hoekse en kabeljauwse twisten.

Met deze mentaliteit van de mensheid gedurende al deze duizenden jaren is het niet verwonderlijk dat er niet veel gecreëerd is, en dat er eigenlijk geen wetenschap is beoefend. Dit is niet mogelijk geweest. Het weinige wat ontdekt is, en opgebouwd, is heel vaak kort daarna weer vernield en zoekgeraakt in een oorlog. Ook werden heel vaak allerlei vindingen geheim gehouden in de oudheid. Vaak werden kennis en wetenschap niet publiek bekend gemaakt zoals tegenwoordig. Met het gevolg dat als de weinige ingewijden stierven, de kennis was verdwenen. Zoals de kennis van de Griekse wijsgeren ook op een haartje na was verdwenen. Deze kennis werd ook vaak misbruikt door de houders ervan, om macht te hebben over hun medemensen, in een entourage van magie. Een grote slag voor de wetenschap is wel de vernieling van de bibliotheek van Alexandrië, door de Mammelukken, geweest. Maar ook dit was niet een unieke en ongewone gebeurtenis.

Pas sinds de Middeleeuwen is er wetenschappelijke ontwikkeling geweest, en systematisch navorsen van de natuur om het zijn geheimen te ontfutselen. Pas enkele honderden jaren geleden zijn de mensen uiteindelijk begonnen met het uitvoeren van de opdracht uit Genesis; een opdracht die in werkelijkheid al zo oud als de mensheid is. Hoewel de Joden deze pas geruime tijd na Mozes schriftelijk op papier kregen. Sinds de Middeleeuwen is er enige samenwerking geweest tussen allerlei geleerden en landen, terwijl de oorlogen niet dusdanig vele waren dat alles weer verloren is gegaan. Het gevolg is, dat we door al deze nalatigheid en door al deze agressie en dit egoïsme, eigenlijk nog maar weinig kennis hebben van alles wat zich roert in het heelal. Ook van het menselijk lichaam weten we nog maar bitter weinig, en dit is de oorzaak dat de artsen zo vaak onmachtig zijn als een zieke of gewonde bij hen wordt gebracht.

Is het een wonder dat God niet komt om de mensen uit allerlei problemen te redden? De mensen hebben wel altijd gejammerd over allerlei ongelukken die ieder overkwam, maar de mensheid heeft er nooit iets aan gedaan. Nu kun je zeggen dat ze er niets aan gedaan hebben door onkunde. Dit is gedeeltelijk waar, maar de mensen, ook niet christenen, wisten best dat oorlog dood en verderf brengt, en dat je een ander mens niet mag beroven. Verder heeft niemand ooit iets gedaan om een oorlog te voorkomen. Zelfs aan het begin van de eerste wereldoorlog waren de mensen nog erg enthousiast over de oorlog. Daar kon je je eigen heldhaftigheid en je nobele vaderlandsliefde tonen, zo vond men. Pas de laatste vijftig jaar begint het door te dringen dat oorlog iets ongewenst is, waar niemand wel bij vaart. In een oorlog plegen de meest heldhaftigen het meeste geweld. De mensen wisten ook wel dat het niet goed is dat je elkaar bedot en besteelt, toch gebeurt dit nog iedere dag op de hele wereld.

Is het een wonder dat God niet komt om in te grijpen, in zo'n heidense bende die we er met elkaar van maken? Als Hij wel kwam om bijvoorbeeld ongeneeslijke zieken te genezen, of om doden op te wekken vermoed ik dat het niet lang duurde of er zouden demonstraties gehouden worden omdat Hij bepaalde dingen niet naar algemeen genoegen had aangepakt. Of omdat men van mening was dat Hij ook andere problemen moest oplossen. De Joden hebben een spreekwoord, waarin ze zoiets zeggen als: "Als God bij ons woonde werden Zijn ruiten heel snel ingegooid". Dit vindt u misschien een vreemd idee, maar de dolste situaties en standpunten hebben we al kunnen waarnemen op de televisie. Zo hebben we immers ook al demonstraties gezien tegen de AIDS. Waarbij allerlei stoere mensen verklaarden hiervoor niet bang te zijn, en ook, dat ze hun levensgewoonten er niet om zouden veranderen. En dat AIDS ze er nooit onder zou krijgen; een waarlijk heroïsche verklaring.

De mensen die zo optreden draaien zichzelf een rad voor de ogen, en gaan ten onder in autosuggestie, precies zoals dit altijd het geval was met primitieve heidenen. Want het kwade van het heidendom is niet het vereren van afgoden, of het offeren aan goden, maar het zichzelf verblinden in zelfsuggestie. Dit zichzelf iets wijsmaken, het vluchten in een illusie, is altijd een van de meest geliefde bezigheden van de mensheid geweest.


Bij voetbalkampioenschappen, voor de televisie, kunnen we het gedrag van de supporters zien.  De supporters van de winnende groep gillen en brullen dat ze gewonnen hebben. Wat hebben die supporters gewonnen? Dat de groep winnende spelers enthousiast is begrijp ik. Ze hebben het goed gedaan; een premie of betere salarissen in het vooruitzicht, maar wat hebben de supporters gekregen? Een schorre keel en beschadigde stembanden en waarschijnlijk  de volgende dag een knots van een kater, want ze zullen zich wel te buiten gaan aan drank en eten. De supporters hebben het risico dat ze een slechte gezondheid krijgen van dergelijke uitspattingen. Is dit misschien hun winst?

Dit is de zelfde autosuggestie als die van die oude egyptenaren en die baälsdienaars. Het gedrag van voetbal supporters gaat veel verder terug dan de middeleeuwen. Het gaat terug naar de tijd waarin de godsdienst ontstaan is; de verblinding in een illusie. Het schijnt dat de mensheid niet evolueert, tenminste niet als je naar de voetbal kijkt. Met deze supporters als voorbeeld is het ook gemakkelijker te begrijpen waarom vroeger de regeringen nooit moeite hadden om een leger uit de grond te stampen als ze een oorlog georganiseerd hadden. Ik stel me voor als je in een stadion wapens uitdeelt, zoals de regeringen vroeger deden in een oorlog, dat je in minder dan geen tijd een echte veldslag hebt met duizenden doden. Een autentiek middeleeuws schouwspel. De Maias deden het ook ongeveer zo met hun sport evenementen. Echt sportieve mensen die Maias; ze hadden ook wat eigenschappen van hooligans. Zodra er een tijdmachine wordt uitgevonden, kunnen we de hooligans en de agressieve supporters misschien wel terug transporteren in de tijd naar hun broeders de Maias en de Azteken; ze voelen zich daar vast erg op hun gemak.

De joden deden het beter dan de grieken met hun olympische spelen. Ze hadden de voorgeschreven rituele feesten, welke dezelfde funktie hadden als de griekse olympische spelen. In de griekse sport vierde alleen de winnende partij feest. Bij de joden, daarentegen, vierde iedereen feest, niemand was uitgesloten. En de joodse feesten werden niet ontsiert door hooligans en ze voelden ook nooit behoefte aan een revanche; wel aan een herhaling. Misschien is het een goed idee de sport evenementen wat te laten rusten en gewoon een mooi feest voor iedereen te organiseren. Dat verbroedert de wereld veel beter.


Als we zien dat alle grote en machtige rijken na een bepaalde tijd zijn ten ondergegaan, en we zoeken naar de oorzaak hiervan, dan komen we altijd weer tot de diagnose dat dit vanwege het verslappen van de samenleving was. Dit verslappen en verleppen van een samenleving wordt veroorzaakt door weelde, rijkdom en daardoor het gemakkelijke leven; met daardoor overmoed. Als God ons allerlei dingen uit handen zou nemen, zou het niet lang duren of, vanwege het gemakkelijke en geriefelijke leven, zouden we op God gaan leunen en verslappen. Hierdoor zou de tegenwoordige ontwikkeling heel snel tot staan komen. Ik ben er absoluut van overtuigd dat het niet lang zou duren of iedereen rustte op zijn lauweren. Dan gebeurde er weer helemaal niets, en spande zich weer niemand ergens voor in, want hiertoe was dan geen enkele noodzaak meer. De mensheid heeft nooit anders gedaan dan op kosten, en ten koste, van de ander leven, tot vergroting van het eigen gemak. Heidense volken doen dit, maar helaas, niet alleen heidense volken.

Als een gewiekst zakenman of politicus in harde onderhandelingen, met allerlei slimme trucjes, een voordeeltje in de wacht sleept, dan gaat dit ten koste van de tegenpartij, en ten koste van het wederzijds vertrouwen. Het gevolg hiervan is moeilijker verstandhoudingen, waardoor een vertrouwelijk gesprek onmogelijk wordt, en daarmee ook samenwerking. Gewoonlijk is het enige wat de verliezende partij nog wil, de andere partij eenzelfde loer draaien. De samenwerking en het vertrouwen zijn weg en daarmee ook de mogelijkheid om de gezamenlijke kennis samen te bundelen en te vergroten. Zo zijn de te slimme mensen ook vaak een belemmering voor de ontwikkeling.

Er zouden, na een eventuele hulp van God, prompt een aantal gewiekste mensen deze hulp uitbuiten in eigen voordeel, en ten nadele van hun medemensen. Er is nog nooit een menselijke uitvinding geweest die niet onmiddellijk werd misbruikt om andere mensen te intimideren en te benadelen. Ook nu kunnen we de hackers en de virus-fabrikanten te keer zien gaan op het internet. De mensheid heeft nog nooit anders gedaan dan zijn eigen ellende en dwaasheid breeduit etaleren. Zo zou ook Gods hulp misbruikt worden, als Hij de mensheid hiertoe de kans zou geven. God had het kennelijk al heel gauw ontdekt dat de enige manier waarop de mensheid kan leren, via het vallen van builen is. Alleen als we lik op stuk krijgen leren we, en alleen als we een koekje van eigen deeg krijgen.

Het is niet te rechtvaardigen dat zoveel theologen stellen dat God ons niet helpt omdat Hij niet kan, waarbij ze dan direct zijn almacht in twijfel trekken. Deze theologen hebben gewoon een beetje te weinig gevoel van hoe de vork wel in de steel zit. Ze hebben zich geen goed beeld gevormd van de werkelijke maatschappij. Of soms weten ze het misschien wel, maar het is een onsympathieke boodschap en daar kun je beter maar niet mee aankomen. De werkelijke oorzaak is dat God ons niet kan helpen omdat wij een hardnekkig geslacht zijn. Wij zijn niet in staat de hulp die God ons biedt op een volwassen manier te assimileren.

Rabbi Harold Kushner uit ook de mening dat God niet almachtig genoeg is om ons te helpen, in zijn boek "When Bad Things Happen to Good People". Het is typerend de schuld op de ander 'God' schuiven, zoals iedereen bijna altijd doet. Als je deze titel leest dan rijst onmiddellijk de vraag: Wie zijn die goede mensen waar hij het over heeft? Het is logisch dat dit zijn lezers zijn. Ieder die zijn boek leest rangschikt zichzelf ongetwijfeld bij de goede mensen. Verkoop-technisch gezien briljant.

Wat nu, als een aantal lezers van hem in Warchau woont? Het zal de rabbi wel bekend zijn dat in de oorlog bijna alle inwoners van Warchau het ghetto hebben goedgekeurd. Ook nu nog zijn de Polen anti-semitisch. Het is de rabbi ook wel bekend dat bijna niemand, ook niet de Joden, iets hebben ondernomen om het ghetto te voorkomen. Waar eerlijkheidshalve gesteld moet worden dat de Joden weinig mogelijkheden hadden. Toch bleek tegen het eind van het getto, door de felle weerstand die de Joden wisten op te brengen met weinig middelen en een handjevol mensen, dat de Joden, vooral in het begin ook zonder hulp van de Polen, het getto hadden kunnen voorkomen. Als ze maar vanaf het begin allemaal zo fel waren geweest. Dat dus het getto er is geweest, is niet alleen de schuld van de Duitsers, die de agressors waren, maar het was ook de schuld van de Polen, die het goedkeurden. En ten langen leste was het ook de schuld van de Joden zelf, welke, door foute interpretatie van hun Bijbel, meenden niet te mogen terug vechten, bovendien waren ze, wel begrijpelijk, bang en nalatig.

Waren al deze mensen, goede mensen, voor zover ze kans hebben gehad dit boek van Harold Kushner te lezen? Ook de Nederlanders, hoewel niet zozeer anti-semitisch, hebben niet de holocaust van de Nederlandse Joden voorkomen. Ook in Nederland was het gemakkelijk geweest te voorkomen dat de Joden naar de concentratiekampen afgevoerd werden. Als in Nederland dezelfde houding was aangenomen als in Denemarken of als in Frankrijk, waren er veel meer Joden ontsnapt. Ook de Nederlander en de Nederlandse Joden hebben schuld aan de holocaust. De Nederlander was nalatig en niet bereid enig risico te nemen. De Joden hebben de Nederlanders geen enkele aanleiding gegeven voor enige actie, want ze renden meestal als hazen naar de slachtbanken van de nazi's. Het is meerdere malen voorgekomen dat Joden om het minste of geringste hun helpers verrieden. Als al deze mensen ook bij de goede mensen van de titel horen, dan is de vraag gerechtvaardigd: "Zijn die goede mensen wel goed?". De Bijbel geeft als antwoord "Neen!". Allen zijn, in het gunstigste geval, op zijn minst nalatig geweest, en Jezus zegt in zijn gelijkenis van de talenten dat nalatige mensen uitgeworpen worden.

De goede mensen uit het boek van Kushner zijn in deze eeuw niet zo 'goed' geweest dat ze de beide wereldoorlogen en de koude oorlog hebben voorkomen. Ook in voorgaande tijden is het 'goede' volk niet indrukwekkend actief geweest met het verhinderen van oorlogen, en het bevorderen van de vrede en de wetenschap. Waardoor echt goede mensen genezen hadden kunnen worden van het kwaad dat ze is overkomen, zoals de titel stelt.

Als er gesproken wordt over goede mensen die het eigenlijk niet verdienen door het kwaad getroffen te worden en dat God niet kan helpen bij gebrek aan almacht, moeten we besluiten dat de schrijver een fundamentele fout maakt. Deze schrijver draait zichzelf en zijn lezers een rad voor ogen als hij stelt dat God de goede mensen niet kan helpen. God helpt ons wel, maar wij zien het niet, en bovendien nemen wij Zijn hulp niet aan. Dit komt allemaal omdat wij niet 'goed' zijn.

God heeft ons alles verschaft. Een ideale aarde, een paradijs voor zover wij er, uiteraard, geen hel van maken. Waar alles wat we nodig hebben voorhanden is. Een natuur die door mensen gemanipuleerd kan worden. Hij heeft ons intelligentie gegeven en wetten, waardoor onze samenleving goed zou kunnen worden, als we ons er maar aan houden. Wetten waardoor ook de wetenschap kan ontwikkelen. Hij heeft ons, door de intelligentie die Hij ons heeft toebedeeld, de hele natuur opengesteld om die te bestuderen.  Hij zegt notabene dat wij naar zijn evenbeeld zijn geschapen! Alle noodzakelijke dingen, waarmee wij mensen kunnen genezen, en eventueel opwekken, die wij niet kunnen beïnvloeden en waarover wij geen macht hebben, zijn voorhanden. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan aardolie, waar onze wereld op draait en allerlei ertsen die gemakkelijk te winnen zijn. Stel je voor dat ijzer gewonnen moest worden zoals goud. In de gelijkenis van de talenten geeft de heer alle talenten af aan zijn knechten, hij hield er geen achter. Alles wat we nodig hebben is door God ons ter beschikking gesteld. Maar het probleem is dat we onze intelligentie vaak alleen gebruiken om onszelf te bevoordelen en heel vaak om anderen te benadelen. Aan Zijn wetten houden we ons niet. Ook zijn specifieke opdracht de wereld te ontwikkelen hebben we maar heel gebrekkig uitgevoerd tot dusver. Het is de dwaasheid van de mensheid dat de situatie is, zoals ze is. Het is de dwaasheid van onszelf dat we om zieken en doden jammeren. De mensheid krijgt van de Bijbel, op gedrag, een grote nul op het rapport.

Met al deze overwegingen komt het er op neer dat er eigenlijk niet erg veel opbeurends te zeggen is aan alle mensen die een ongeluk overkomt, en alle mensen die rampen overkomen, waarbij mensen verongelukken of blijvend invalide worden. De schuld ligt bij de mensen, niet bij God. De Bijbel zegt bekeert u! Dit is een hard antwoord. We kunnen helaas niet een ander, God, de schuld geven. Het antwoord is net zo hardvochtig als de mensheid zelf. Met dit antwoord kunnen we geen mensen troosten die familieleden verloren hebben. Het is absoluut niet het soort antwoord dat de geestelijke zoekt om als troost te dienen. Toch is het mijns inziens het enig juiste antwoord. Verschillende boeken die ik over het onderwerp gelezen heb, hadden helemaal geen antwoord; de schrijvers waren alleen maar boos op God die zijn almacht niet had willen inzetten, of die niet almachtig was volgens hun mening. Echte troost boden ze in feite ook niet. Eigenlijk was hun antwoord veel slechter dan het antwoord van het boek Job.

Als wij beter Gods opdracht hadden uitgevoerd dan wisten we duizenden malen meer van het heelal, en van ons lichaam, dan nu. Dan konden we alle gezondheidsproblemen oplossen en alle mensen genezen. Ook doden zouden we ongetwijfeld kunnen opwekken. Een ramp was dan niet onherroepelijk, en ongeluk en dood was dan niet meer dan een ongemak. De Bijbel geeft ons dit toekomstbeeld, waar geen pijn zal zijn, en geen dood, en waar geen tranen meer zullen vloeien. Dit is de troost die de Bijbel biedt. De Bijbel zegt ook dat we sterven vanwege onze zonden; dit is waar in de meest letterlijke zin. Het wordt precies zo bedoeld zoals het er staat, zoals zo vaak in de Bijbel. Deze uitspraak is, zoals zoveel andere, óók nooit begrepen door de mensen en is altijd abstract of figuurlijk uitgelegd. Deze uitspraak letterlijk uitleggen is veel te beschuldigend en veel te schokkend en onaangenaam; daarom is dit nooit gedaan.

De vragen die aan het begin van dit hoofdstuk gesteld zijn kunnen we beantwoorden door te zeggen dat bij dood en ongeluk altijd wij de schuldigen zijn. Een natuurramp is onze schuld. Dat de de natuur onstuimig was en dat alles vernield werd is niet onze schuld. Wel is het onze schuld dat de heel ernstige gewonden onherstelbaar zijn, want we hebben niet de kennis en de technologie om ze te genezen. Dat de doden dood blijven is ook onze schuld, want we kunnen ze niet opwekken, eveneens door gebrek aan technologie. De schuld die we hebben bij rampen of ongelukken is het ontbreken van technologie, en onze schuld is onze onkunde en onze nalatigheid. Het is een gevolg van de ongehoorzaamheid aan de opdracht "Ga heen en bebouw de aarde en wordt talrijk en heers over haar".

Het is niet Gods wil dat de mensen sterven, maar Hij kan ons nog maar steeds niet bijbrengen en overtuigen dat wijzelf de schuldigen zijn. Het staat keihard in de Bijbel dat:" God zich niet verheugt in de dood van de zondaar, maar veeleer daarin dat hij zich bekeert en leeft". Want als we ons bekeren zullen we leven; eeuwig wel te verstaan.


Het schuldgevoel is een groot probleem voor christenen. We hebben schuld, heel veel zelfs, maar niet alle schuld is onze persoonlijke schuld. Het schuldgevoel waar veel christenen mee tobben vloeit vaak voort uit een overmaat van verantwoordelijkheidsgevoel, wat vooral veel calvinisten hebben. Niet-calvinisten hebben vaak wat minder problemen hiermee, en niet-christenen hebben in het algemeen helemaal geen probleem.

Het grote verschil tussen het christendom- jodendom en andere godsdiensten is de verantwoordelijkheid die de gelovigen hebben ten opzichte van de medemens. Doordat de christen zich bewust is niet aan de eisen van de Bijbel te kunnen voldoen, heeft hij problemen met een schuldgevoel. Bij sommige mensen kan dit schuldgevoel diepe depressies veroorzaken. Een voorbeeld zijn de vreselijke moorden, begaan door krankzinnig geworden Viet-Nam veteranen, die volgens deskundigen hun zinnen verloren vanwege schuldgevoel.

Sommige christelijke theologen menen dat het schuldgevoel het grootste probleem van de mensheid is. Hierbij gaan ze uit van de gedachte dat alle mensen een schuldgevoel hebben. Dit is niet waar. In Viet-nam heb ik niet gehoord van oorlogsveteranen die gek werden. Kennelijk hebben deze oorlogsveteranen, die dezelfde, of nog erger belevenissen meegemaakt hebben dan de Amerikanen, hiermee geen problemen. In elk geval niet in die mate dat ze hun verstand verliezen. Ook hebben zware misdadigers die in koelen bloede en vanwege een maar kleine aanleiding mensen vermoorden, maar zelden last van schuldgevoel.

Hoewel er enkele Rooms-Katholieke en Protestantse kerken zijn in Viet-Nam, kunnen we niet zeggen dat Viet-Nam een christelijk land met een christelijke moraal is. Het schuldgevoel is er kennelijk minder dan in de Verenigde Staten, waar niet alle mensen christelijk zijn maar wel het grootste deel. Er is daar duidelijk wél een christelijke moraal waarneembaar in de samenleving, ook onder de niet christelijke mensen.

Viet-nam heeft maar een heel geringe christelijke invloed ondergaan, en heidenen kennen geen schuldgevoel. Waarom zouden ze? Ze worden immers ook niet verantwoordelijk gesteld, zoals de christenen, door een rechtlievend God. Een heiden bekommert zich alleen maar om zichzelf. Hierom is het schuldgevoel niet het grootste probleem van de mensheid. Schuld is misschien wél het grootste probleem waar de christenen mee worstelen.

Schuld is een groot probleem dat knaagt aan het geweten van christenen, maar schuld en schuldgevoel zijn gevolgen van iets belangrijkers. Dat is het niet kunnen opbrengen van de noodzakelijke persoonlijke discipline en volmaaktheid, welke zouden kunnen voorkomen dat de christen fouten maakt of zijn doel mist, waardoor hij schuldig staat. Het komt hierop neer dat het grootste probleem van de christen, en van heel de menselijke samenleving, het gebrek aan discipline is. Als diepste oorzaak moeten we de indiscipline noemen. Als we al lang geleden de discipline hadden gehad welke de, laten we zeggen, westerse samenleving nu heeft dan hadden we ook geen schuld aan onze onkunde. Want we zijn, hoewel niet met alle kracht, toch hard bezig ons gebrek aan kennis te herstellen en bij te werken, vooral in de westerse wereld.

Als de mensheid zich niet al zoveel duizenden jaren had verloren in illusie, magie en apathie, dan beschikten we wel over genoeg zelfdiscipline, dan waren we gedwongen door onze uitvindingen om in het gareel te blijven, en hadden we de schuld voorkomen. Dan zou de wereld nu misschien bijna volmaakt zijn, dan hadden we geen van de eerder genoemde problemen meer; ook geen problemen met schuldgevoel.


Interessant is het te zien dat er in de science-fiction films altijd een boeman is die op zeer kwaadaardige manier de helden, of wil doden, of in elk geval machteloos maken. Science-fiction houd zich altijd bezig met een heel hoog ontwikkelde maatschappij; veel hoger ontwikkeld dan de onze. Nu is het onmogelijk dat in een heel hoog ontwikkelde maatschappij zulke kwaadaardige personen voorkomen. Ze zouden hun maatschappij vernietigen voordat deze zo hoog, met zoveel technologische kennis, ontwikkelt. Dit is ook het gevaar wat ons bedreigt.

Onze maatschappij kent nog een heel hoog percentage erg kwaadaardige mensen. Met alle technologie die we hebben kan een kwaadaardig mens eigenlijk betrekkelijk gemakkelijk de hele mensheid uitroeien, met of zonder de aarde te vernietigen. Nu al, kan iedere goede veearts een biologisch wapen maken. Nu zijn er al heel veel mensen die de technologie beheersen om een atoombom te maken. Over vijftig of honderd jaar kan ieder willekeurig mens dit, in zijn achtertuintje. De filmmakers hebben niet goed nagedacht over hun personages. Hoewel, zonder zulke boze mensen is de film voor heel veel mensen saai. Misschien is het boze element er ingelegd om beter te verkopen, en moeten we geen diepere psychologische drijfveren zoeken. Films in het algemeen maken duidelijk dat de mens erg gehecht is aan uiterste gewelddadigheid. Ook dit aspect van de mens is niet hoopvol voor de toekomst, maar het is niet voor niets dat de Bijbel zegt dat de mensheid zichzelf bijna zal uitroeien. Ook hier zien we dat de Bijbel een zeer diepgaande kennis van de mensheid heeft. Veel groter dan de kennis van de beste psychologen of sociologen, en de Bijbel geeft niet de schuld aan God, maar aan de mensen.


Zelf moet ik altijd glimlachen als ik lees dat de kosmologen en andere geleerden proberen contact te leggen met buitenaardse wezens, via radio, televisie, grote telescoopantennes en andere middelen; de beroemde ET's. Komt het nu bij niemand op dat een hoog beschaafde buitenaardse maatschappij misschien geen contact met ons wil? Een zo hoog ontwikkelde maatschappij kan niet misdadig zijn, want dan was ze allang vernietigd door zichzelf, zoals al zoveel rijken in de geschiedenis zichzelf vernietigd hebben. Komt het bij niemand op dat, zolang wij niet fatsoenlijk en vredelievend worden, een dergelijke beschaving nooit of te nimmer contact met ons zal willen? Waar we door het drugverbod een bloeiende, onmetelijk rijke, maffia-onderwereld opbouwen, welke ons in de toekomst misschien onder de voet gaat lopen. Waar banken, beurzen en multinationals en allerlei sindicaten (advocaten, en makelaars) en andere slimmerikken op allerlei fatsoenlijke en onfatsoenlijke manieren proberen iedereen te slim af zijn en proberen iedereen te bedriegen, en erg veel financieel onheil stichten. De kosmologen kunnen beter eerst maar zorgen dat we fatsoenlijker worden, dan hoeven zij niet te zoeken; dan zoeken de E.T.'s ons wel op, want ze weten ongetwijfeld alles van ons, en zij zullen geen moeite hebben om met ons in contact te treden. Waarschijnlijk is dit contact er al heel lange tijd, maar wij hebben geen middelen om het te ontdekken!



inhoud volgende terug eind
Hosted by www.Geocities.ws

1