Namibië 2001

We vertrokken in de stromende regen uit Margraten met bus en trein naar Schiphol. We zijn ruim voor de vertrektijd van 17.15 uur aanwezig. Een niet al te grote airbus brengt ons dan met een broodje en een mini brosreepje naar London. Hier ontmoeten we de rest van de groep en checken we opnieuw in voor het stuk naar Johannesburg en Windhoek. Na een lange nacht wordt de landing op Jo'burg ingezet. Een vlak, vrij kaal landschap met beperkt groen. Het is hier tenslotte winter en met 12°C lekker fris. Dan volgen de laatste twee uur naar Windhoek. Ook hier vlak land met af en toe kaarsrechte wegen, weinig groen, wel een breed scala van aardkleuren. In Windhoek is het 19°C en de zon schijnt aan de wolkenloze blauwe lucht. Een heel rustige luchthaven, weinig mensen, nauwelijks verkeer; het ligt dan ook ongeveer 30 km van de stad zelf af.

Windhoek zelf is een klein stadje. Hier kunnen we geld pinnen en voor de liefhebbers warme kleding kopen want het zal de eerste week 's nachts goed koud zijn. Na het boodschappen doen rijden we door naar het Daan Viljoen National Park. Nog een kwartier rijden door mooi landschap: geel gras, struiken en heuveltjes. Onderweg zien we onze eerste wrattenzwijnen, gnoes en zebra's. In dit park slapen we in rondavels die mooi gelegen zijn aan een meertje met volop vogels: we zien een visarend, aalscholvers, allerlei eenden en ganzen.

We maken nog een kleine wandeling een heuveltje op waar we koedoes, gnoes en in de verte zebra's zien. We eten bij het onderste huisje bij het kampvuur dat ons niet warm kan houden. We zijn nu toch wel moe en hongerig, maar vooral koud. De sterrenhemel is prachtig. We zien Mars in Schorpioen staan en het Zuiderkruis met de typerende twee pointers er naast. In ons huisje kruipen we snel in de slaapzakken en met de capuchon op slapen we goed.
Het is net licht als we opstaan. We lopen langs het meertje naar het restaurant van het park waar we uitgebreid ontbijten met uitzicht op de heuvels en de eerste gemsbokken. Daarna rijden we naar het zuiden. In Mariental worden boodschappen gedaan en lunchen we. Via Keetmanshoop rijden we verder, maar zijn pas laat bij het Kokerbomenbos, waar we onze tenten opzetten. Na zonsondergang wordt het weer goed koud en we pakken ons warm in. We eten weer bij kampvuur onder een prachtige sterrenhemel. Het warme dons van de slaapzakken lokt ons vroeg.
Als we met het ochtendschemer wakker worden ligt de rijp op de tent. De kokerbomen staan prachtig in de opkomende zon. We maken foto's en lopen tussen de bomen door in dit bizarre landschap.

Vervolgens wordt alles weer in de truck geladen en vervolgen we onze weg naar Zuid-Afrika. Het landschap is mooi: gele graspollen, grote struiken, af en toe een boom en nu komen ook de zandduinen met een mooie rode gloed. We zien geregeld de Kori bustard. We rijden door naar Tweeriveren, de zuidelijkste grens van het Kalahari Gemsbok National Park, waar we tegen lunchtijd onze tent weer opzetten. In de zon is het warm, maar in de schaduw blijft het fris. Op de campsite lopen tal van eekhoorntjes en mangoesten. Om 5 uur maken we een korte rit door het park. We zien een caracal die mooi in het laatste zonlicht poseert.

Verder gnoes, gemsbokken en springbokken. Zodra de zon ondergaat, daalt de temperatuur weer.

Ook vannacht heeft het weer gevroren in de tent en het brood moet 's morgens eerst ontdooit worden. We gaan vroeg op weg naar Mara Mata, één van de noordelijkste puntjes van het park, zo'n 70 km van ons kamp. We zien veel onderweg: hartebeesten, gnoes, gemsbokken, springbokken, jakhalzen.

Het landschap is soms erg rood door het ijzerhoudende zand, veel gras en doornstruiken en een enkele boom. We rijden voornamelijk door de rivierbedding. Af en toe een waterdrinkplaats. En dan op de terugweg eindelijk onze eerste twee cheeta's bij een grote boom. Prachtig, wat een gracieuze dieren.

Terug op de campsite nog even wat tijd om te schrijven met een Windhoek Lager en dan om 5 uur staan we weer klaar voor de night drive. Een ranger van het park rijdt ons in een open truck (met dekens) door het park en vertelt allerlei wetenswaardigheden over de planten, dieren en watervoorziening. Het avondrood geeft een prachtige extra rode gloed aan de zandduinen van de Kalahari. Als de zon onder is, wordt met schijnwerpers gezocht naar oplichtende oogjes van dieren. We zien een aantal Cape foxen, springhazen (de Afrikaanse kangoeroe), jakhalzen en vogels. De sterrenhemel is weer ongelooflijk mooi. We zijn om 8 uur terug op de campsite waar we direct kunnen eten.

Bij het kampvuur is het nog even uit te houden voordat we toch het warme dons maar weer opzoeken. 's Nachts vriest het weer.