NETTY LE BLANC - APRIL 2002
Toen Columbus in 1502 zijn mannen het bos instuurde voor proviand, kwamen ze terug met een wel heel merkwaardige buit: een bont, felgekleurd soort kippen. Ze smaakten niet slecht, maar er zat wel een beetje weinig vlees aan. Een paar zeelieden namen zo�n vogel mee terug naar huis, want die stond wel aardig bij hun ooglap en houten been.

Na Columbus volgden de legers, op jacht naar het goud van de indianen. Na de soldaten volgden de kolonisten, die huishielden in de tropische jungle. Het bos werd opgeofferd aan landbouw en veeteelt. Costa Rica is nu voor ruim 70% ontbost en dat is nog lang niet het eind van het verhaal. Hoe ecologisch bewust het land zich ook presenteert, altijd is er die moeilijke afweging tussen ecologie en economie. En ja, vaak wint de laatste.

Met het verdwijnen van het bos verdwijnt ook de leefomgeving van vele dieren, waaronder de kwetsbare ara�s. De hoge bomen waarin ze nestelen worden gekapt, de vruchten waarmee ze zich voeden zijn er niet meer. En alsof dat nog niet erg genoeg is, vallen deze prachtige vogels ook nog eens ten prooi aan stropers. Een jonge vogel brengt een aantal maandinkomens op, dus leg maar eens uit aan iemand aan de onderkant van de economische ladder dat stropen slecht is. En mensen overtuigen dat ze met het kopen van gestroopte vogels een neergaande spiraal sponsoren, is minstens zo moeilijk. Wie houdt er nu niet van een koopje?

In Costa Rica zijn er nog maar een paar gebieden waar de inheemse ara�s vrij rondvliegen. In het dorp Tarcoles kun je luidschreeuwende paartjes rode ara�s rondjes boven het dorp zien vliegen. Wat een schouwspel, wanneer de zon de felle kleuren rood, geel en blauw nog eens extra oplicht! Een heel eind verder naar het zuiden, in Corcovado, leven ze ook nog vrij en blij. De grote groene ara is te vinden in het bos ten noorden van Boca Tapada. Hij is wat minder bontgekleurd, maar heeft toch ook wel een erg mooi verenkleed. Er zouden veel meer van die vogels in het wild te bewonderen moeten zijn�

Laat dat nou net het levenswerk zijn van Margot en Richard Frisius: het fokken van rode en groene ara�s om ze in het wild uit te zetten. Al 12 jaar werkt het inmiddels hoogbejaarde echtpaar dag in dag uit om dit doel te bereiken. Met zo�n 150 vogels is het inmiddels een hele onderneming geworden. Qua omvang dan, want ze betalen het allemaal uit eigen zak, met dank aan een enkele sponsor. Het is allemaal liefdewerk.

Het fokken van de vogels gaat voorspoedig. Na een jaar zijn ze volwassen. De ideale leeftijd om ze los te laten is tussen de ��n en drie jaar. Dan zijn ze nog nieuwsgierig en flexibel genoeg om zich aan te passen aan een totaal ander leven. Maar voor het zover is, krijgt de geselecteerde groep een opleiding �Wennen in het Wild� op de lokatie waar ze zullen worden losgelaten. De in gevangenschap opgegroeide vogels kennen voedsel dat, keurig in stukjes gesneden, in bakjes wordt geserveerd. De eerste taak van de �trainer� is ze de plaatselijk groeiende, voor ara�s eetbare vruchten te leren kennen.

Als ze dat een beetje doorhebben, worden er eerst twee losgelaten. Dat paar blijft in de buurt van de kooi. Waarom gaan ze er niet meteen vandoor? Misschien bangigheid, maar er zijn andere redenen: door het leven in gevangenschap hebben ze geen groot uithoudingsvermogen, verder zitten al hun vrienden in de kooi, en ze komen naar huis om te eten! Gaandeweg gaan ze wat verder van huis en leren ze �buiten de deur� te eten. Gaat dat goed, dan wordt er nog een paar in vrijheid gesteld. De nieuwelingen leren heel snel van hun ervaren maten. Zo gaat het door, totdat de hele groep vrij rondvliegt. Gedurende enkele maanden zullen de vogels bij de voederplaats terugkomen. De begeleider kan ze dus goed in de gaten houden: zijn ze er allemaal nog, zijn ze gezond, hoe gedragen ze zich, vormen ze paren. Dat laatste is van levensbelang. Op de rijpe leeftijd van drie jaar zullen de vogels zich willen voortplanten. En als d�t lukt, is het project pas echt succesvol!

Heel belangrijk bij zo�n vrijlaatproject is de medewerking van de lokale bevolking. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat zij de arajongen uit het nest halen en voor veel geld verkopen. Een van de taken van de begeleider, en van de eigenaar van de vrijlaatlokatie, is dan ook uitgebreide voorlichting aan de buren. De ouderen zullen zich nog wel herinneren dat, toen ze zelf klein waren, de kleurige vogels nog voorkwamen. Met een beetje geluk zullen de tico�s de ara�s gaan beschouwen als h�n vogels, en zich er verantwoordelijk voor voelen.

Op enkele vrijlaatlocaties zijn er jongen gesignaleerd. Het is dus mogelijk dat in gevangenschap geboren en door mensen grootgebrachte vogels in het wild kunnen overleven en zich voortplanten. Costa Rica wordt er mooier op, wat heel belangrijk is
met het oog op de toeristenindustrie, die verantwoordelijk is voor een groot deel van
het nationale inkomen. Het is dan ook onbegrijpelijk waarom de Costaricaanse
bureaucratie niet meewerkt. Zo is het vrijwel onmogelijk vergunningen los te krijgen
voor het vrijlaten van de ara�s, met als gevolg dat de vogels te oud worden om nog
los te laten. En waarom? Als we dat eens wisten�
naar huis
bezoek  Amigos de las Aves
rode ara (Ara macao)
GEKKE KIPPEN
BERICHT UIT COSTA RICA
grote groene ara (Ara ambigua)
lees ook: Vogelvrienden
Hosted by www.Geocities.ws

1