Gezonde opvoeding

 

Omdat deze tekst ook aandacht besteed aan de rol van opvoeding bij hooggevoeligen, werd om praktische reden hooggevoeligheid afgekort als HG.

Een juiste opvoeding is voor HG zeer belangrijk, veel belangrijker dan voor niet-HG gezien hun grotere kwetsbaarheid en gevoeligheid.

Daarom introduceren we de begrippen symbiose en autonomie, aansluitend op de tekst over eigenwaarde want een gezonde symbiose is de basis voor het existentiële concept van eigenwaarde en voor een psychisch gezonde persoonlijkheid.  Symbiose betekent één zijn, samen leven.  Er zijn drie vormen van symbiose: gezonde, bindende en afwijzende symbiose.

 

In de moederschoot en de eerste maanden is het kind met heel zijn wezen nog totaal verweven met de moeder.  Tot zo’n 8 maanden ervaart het kind een emotionele en biologische symbiose met de moeder.  Hij ervaart geen “ik” maar “wij”.  Ook de moeder voelt een intense verbondenheid, verwevenheid met het kind.  Beide indentificeren zich met elkaar.  Vanuit deze noodzakelijke voeling reageert ze op de behoeften van het kind, ze beschermt hem.  Het kind krijgt het gevoel er te mogen zijn, erkenning en waardering, genegenheid, warmte, tederheid, liefde.  Het voelt zich veilig.  Vanuit deze veiligheid en het gevoel terecht te kunnen bij de moeder, kan het kind beginnen de grote en chaotische wereld te ontdekken en verkennen op zijn eigen tempo en het kan en mag ook zichzelf ontdekken.  De moeder vormt een veilige thuisbasis of achtergrond waartegen het kind de wereld kan onderzoeken.  Zo kan het kind een basisvertrouwen opbouwen.

Ook als het kind meer en meer een eigen persoonlijkheid begint te ontwikkelen en er meer afstand komt tov de ouders, moet het kind nog gedurende de tienerjaren bij hen terecht kunnen.  Afstand nemen wordt ervaren als een noodzakelijk verlies.  Het kan gepaard gaan met verdriet en angst, maar ook met dankbaarheid en respect.  We spreken in dit geval van een gezonde symbiose.

 

De eerste levensjaren ervaart het kind als veilig of onveilig.  Het is van het grootste belang of het kind op de juiste manier wordt opgevoed.  Een gezonde symbiose is de start voor een gezond losmakingsproces en individuatie en een voorwaarde voor een gezonde autonomie.

Wordt het juist opgevoed, dan zal het kind zich ontwikkelen tot een autonome, zelfstandige, creatieve, nieuwsgierige, initiatiefnemende, optimistische, vrije, open volwassene met zelfvertrouwen en die zijn mogelijkheden en beperkingen kent, zijn plaats in de maatschappij vindt, enz.  Voor een meer uitvoerige beschrijving van de psychisch gezonde persoonlijkheid, zie de tekst over eigenwaarde.

Met autonomie bedoelt Arno Gruen de ervaring om zelf te kunnen en mogen voelen en denken wat je wil.  Het is onafhankelijkheid in doen en laten, beleven en denken.  Er wordt ook mee bedoeld het durven nemen van risico’s en kunnen toelaten van en goed omgaan met  onaangename gevoelens, zonder ervan weg te vluchten.

De ouders van dergelijke kinderen zijn geduldig, standvastig, motiverend, steunend, begripvol, respectvol, panikeren niet, stellen grenzen, leggen uit waarom ze iets doen, luisteren, stralen warmte, aanvaarding, vertrouwen en geborgenheid uit, durven zichzelf in vraag stellen.  Omdat ze zelf autonoom zijn, kunnen ze ook de autonomie van het kind toelaten zonder zichzelf bedreigd te voelen.

Wordt het kind onjuist opgevoed, dan kan het last hebben van bvb  minderwaardigheids-gevoelens, gebrek aan zelfvertrouwen en initiatief, angst, perfectionisme, rebellie, agressie, depressie, schaamte, voelt het zich bvb ongelukkig, gekwetst, niet erkend, verlaten, in de steek gelaten, afgewezen, droevig, eenzaam, bedreigd, wantrouwend, schuw, geblokkeerd, schuldig, onzeker, pessimistisch, onveilig, afhankelijk enz.   Omdat het jonge kind geen kwaad kan zien in zijn ouders, gaat het bovendien zichzelf de schuld geven van van alles en nog wat.

 

Er zijn moeders die hun kind niet kunnen loslaten, zich overal mee bemoeien, nooit gerust zijn.  We hebben hier te maken met de bindende symbiose. 

Als het kind zelfstandiger wil worden, krijgt hij eerder afkeuring en al dan niet subtiele tegenwerking.  Hij krijgt geen steun om zich buiten het moederlijk toezicht te bewegen, eigen voorkeuren te hebben, eigen beslissingen te nemen, fouten te mogen maken en eruit te leren enz.  Soms zal het kind conformeren, soms zal hij rebelleren.  Het rebelleren is dan de gezondste houding van het kind.  Ook dit gedrag kan door de ouder die slimmer, sterker en machtiger is, onderdrukt worden.

Als het kind zich conformeert naar de wensen van de moeder, kan het gebeuren dat hij niet de kans krijgt zijn eigen temperament en persoonlijkheid te ontwikkelen, zijn eigen ruimte verliest en dat die ruimte wordt ingenomen door de moeder, vader, en anderen.  Hierdoor blijft de binding met de moeder behouden, en kan hij niet leren een eigen houvast, een eigen basis in het leven te ontwikkelen, en dreigt hij braaf altijd te doen wat werkgevers, overheid, leerkrachten enz. verlangen dat hij doet.  Deze situatie kan aanleiding geven tot allerlei ernstige moeilijkheden.

Zo wordt hier bvb de basis gelegd van eetstoornissen.  Het is mogelijk dat de tiener alleen nog zijn eigen voedsel als het enige ervaart waarover hij nog wat zeggenschap heeft. 

Daar het kind geen eigen basis heeft kunnen leggen, kan het deze gaan zoeken bij een ander, aan wie hij dan zijn zelfvertrouwen, waardering, zelfbeeld, geborgenheid, bescherming ontleent.  Dit is een dubieuze gehechtheid met onderliggende emoties als wantrouwen, jaloezie, angst voor verlies, te grote aanhankelijkheid na de aanvankelijke idee van de ware en eeuwige gevonden te hebben met wie men alles zal delen bij voor- en tegenspoed...   Dit zal echter maar al te vaak leiden tot het onvermijdelijke.

De tiener of volwassenen zal dit patroon steeds opnieuw meemaken in diverse relaties tot hij inzicht krijgt in dit mechanisme en de oorsprong ervan.  Daarna kan hij bij een nieuwe gelegenheid een bewuste keuze maken en goed letten op wat hij voelt en denkt en bekijken of hij handelt vanuit een nieuwe bewuste keuze of vanuit onbewuste motieven uit het verleden.

De moeder in dergelijke ouder-kind relatie heeft zich vaak zelf geconformeerd naar de verlangens van haar eigen ouders, van de heersende cultuur, de gangbare normen, eigen verlangens en behoeften opzij gezet, en meent dat het kind dit ook moet doen.

 

Er is een verschil tussen zorg en bezorgdheid, tussen moederen en bemoederen.  Zorg gaat uit van het kind zelf, van diens behoeften die hij vertoont.  Bezorgdheid of bemoederen gaat uit van de ouder, die zijn eigen gevoelens en behoeften nog niet verwerkt heeft, die angst heeft dat het kind iets zal gebeuren.  Dit kan leiden tot overbescherming waarbij de vrijheid van het kind bekneld wordt en diens ruimte wordt afgenomen, en waarbij het kind niet of onvoldoende de kans krijgt met onaangename gebeurtenissen en gevoelens te leren omgaan, omdat de ouder dit vaak zelf ook niet goed kan. 

Hier ligt een reëel risico voor de hooggevoelige moeder.  Omdat zij maar al te goed weet wat pijn en teleurstelling en andere onaangename gevoelens zijn, kan zij bewust of onbewust proberen haar kind dergelijke gevoelens en gebeurtenissen zoveel mogelijk te besparen.  Zeker als ze aanvoelt dat haar eigen kind ook HG is...!

De overbeschermende moeder heeft vaak zelf weinig inhoud in haar leven, mist een actieve interesse in eigen vrijetijdsbesteding zoals hobby’s, sport, cultuur enz. zodat het kind een overheersende plaats in haar leven inneemt.  Een dergelijke moeder is ook vaak overgevoelig voor wat andere mensen denken van haar en haar kinderen: “Wat moeten de buren wel denken?”  De moeder is bereid alles ervoor te doen om te vermijden dat er over haar of haar kind(eren) gepraat wordt...

Zelfs als het kind volwassen is, probeert de moeder zich nog te mengen met het leven van de kinderen: kleren kopen, poetsen, de was doen, zorgen voor de kleinkinderen, hun  administratie regelen, boodschappen meebrengen, enz.  Het beeld van de gevreesde schoonmoeder die zich overal mee bemoeit...

Als de volwassen zoon of dochter tot het inzicht komt dat er iets niet in orde is, zal hij of zij  vaak een harde strijd moeten leveren voor een beetje vrijheid en zelfstandigheid, en om zichzelf te leren kennen en los te maken van de moeder.

 

Een andere mogelijkheid waar het mis loopt is de afwijzende symbiose.

Deze moeder voelt zich ongemakkelijk bij gevoelens van intimiteit, afhankelijkheid, heeft nauwelijks koestering gekend en gaat het kind zo vroeg mogelijk zelfstandig maken, hij mag niet huilen of kinderachtig doen, gevoelens tonen of dingen nodig hebben, hangerig of afhankelijk doen.  Hij moet leren competent zijn en zorgen voor anderen, verantwoordelijkheden op zich nemen terwijl hij er nog niet rijp voor is en staat niet toe dat iemand anders hem helpt of iets voor hem doet.  Ondanks het feit dat deze mensen zeer goed voor een ander kunnen zorgen, kunnen ze niet goed voor zichzelf zorgen; ze kunnen heel moelijk liefde, hulp, steun van anderen aannemen.

Deze moeder kan ook een moeder zijn die een erg bindende symbiose gekend heeft, waardoor ze dit ten koste van alles wil vermijden bij haar eigen kinderen en zo terechtkomt in het andere uitsterste en haar kind op afstand houdt.

Het is ook mogelijk dat een dergelijke moeder in opstand wil komen tegen het culturele beeld van de zwakke, afhankelijke moeder. 

Het kan ook gebeuren dat de moeder het gemis aan een gevoelsmatige band gaat compenseren door een verstandelijke benadering.  Ze weet dat ze verantwoordelijk is en dat ze een taak tot een goed einde moet brengen maar gevoelsmatig zit ze niet op de juiste golflengte van het kind.

 

 

Een aantal psychoanalytici menen dat het levenslange verlangen naar eenwording haar oorsprong vindt in de symbiose met de moeder als foetus en als zuigeling.  We voelen het aan als een paradijs dat er ooit was, waarin harmonie, veiligheid, onvoorwaardelijke liefde, heelheid, eenheid heerste.  Dit gevoel en dit verlangen ernaar wordt weergegeven in godsdiensten, mythes, sprookjes, fantasieën, kunst, drugs, seks, meditatie, joggen, de melancholie enz.  

We weten dat er ooit een eenheid was, dat we het kwijt zijn en ook dat het er ooit terug zal zijn...  Het trachten bereiken van eenheid in vriendschappen, partnerrelaties e.d. zal dus gedoemd zijn tot teleurstelling, mislukking, halve compromissen en tijdelijke oplossingen...

Mensen die een gezonde symbiose hebben gehad als kind, accepteren dit en zijn er niet zo mee bezig.  Mensen die een gezonde symbiose gemist hebben, kunnen een heel leven lang onbewust op zoek zijn naar iets dat ze gemist hebben en ook een heel leven lang ongelukkig zijn omdat ze het niet vinden, of alleen tijdelijke ervaringen van eenheid.  Dit is natuurlijk erg, maar het is zo mogelijk nog erger dat er een grote kans bestaat dat het met de symbiose met  hun eigen kinderen ook misloopt... zodat de vicieuze cirkel wordt verdergezet en de kinderen het kind van de rekening zijn.

 

 

© [email protected]

www.geocities.com/lucasvo

Hosted by www.Geocities.ws

1