Instituut
voor Islamitische
|
||||||||||||||
|
TARBIYYAH (OPVOEDING) Meestal
wordt er gesproken over de verplichtingen die de kinderen ten opzichte
van hun ouders hebben. Maar kinderen hebben, behalve verplichtingen, ook
rechten ten opzichte van hun ouders. Onze
kinderen zijn onze verantwoordelijkheid. Onze Profeet Mohammed
(s.a.w.) heeft eens het volgende gezegd: “Elk
kind wordt van nature goed geboren. Het zijn de ouders, die hem / haar
tot een jood, christen of vuuraanbidder maken.” In
de Heilige Qur’ân 8:28 staat: “En
weet, dat uw bezittingen en uw kinderen een beproeving zijn, en dat Allâh
Hij is, bij Wie een machtige beloning is.” Onze
beproeving is dus om onze kind(eren) tot ware Muslims te maken. Vele
ouders op hogere leeftijd klagen: “Ik heb zoveel kinderen, maar geen enkele
kijkt naar mij om.” Denken ze daarbij ook na, op welke manier zij hun
kinderen opgevoed hebben? Of waren zij zelf de hele tijd bezig om wereldse
bezittingen te vergaren? Of hebben zij alleen maar gehamerd op: je moet
je best doen op school en iets worden in de maatschappij, en godsdienst
is voor later, dat kan altijd nog? Beste
ouders, we moeten één ding goed onthouden: de eerste mensen met wie onze
kinderen in aanraking komen, zijn wijzelf. Ze zijn helemaal geneigd
het voorbeeld aan te nemen dat wij ze geven. Niet voor niets zegt men:
“Jong geleerd is oud gedaan.” Allâh
zegt in de Heilige Qur’ân 17:31: “En
doodt niet uw kinderen uit vrees voor armoede; Wij geven hun onderhoud
en u ook; waarlijk, hen doden is een grote zonde.” Een
uitleg hiervan zou kunnen zijn, dat wij onze kinderen de juiste kennis
moeten geven om in dit leven en in het hiernamaals een goede plaats
te verwerven. Door teveel de nadruk te leggen op dit leven (bijv. studie
en carriére) uit vrees dat zij anders niet goed terecht zullen komen (dus:
vrees voor armoede), houdt u uw kinderen als het ware “geestelijk dood”. Allâh
zegt ons in bovengenoemd vers, dat Hij ons en onze kinderen onderhoudt.
Waarom moeten wij dan zo hard voor wereldse zaken vechten dat wij het
geestelijke verwaarlozen? Nu
hoor ik mensen zeggen: “maar van alleen maar bidden gaan mijn kinderen
niet eten.” Daar ben ik het helemaal mee eens, want de Islâm leert ons
dat ook niet. Allâh
zegt op verschillende plaatsen in de Heilige Qur’ân: “Verricht
de salât en betaal de zakât.” Dit
kunnen we vrij vertalen als: Bid en werk, want zonder te werken kunnen
we geen zakât betalen. Bovendien zegt Allâh op verschillende plaatsen
in de Heilige Qur’ân (bijv. 67:3) dat wij Zijn schepping moeten bestuderen.
Dus: studie, en daaruit eventueel volgend een carriére als dokter, ingenieur,
apotheker, meteoroloog, enz. Wat ik hiermee wil zeggen is, dat het aanbidden
van Allâh niet alleen inhoudt het verrichten van de salât (gebed), vasten
e.d., maar ook wereldse zaken kunnen onder aanbidding vallen, als die
maar als doel hebben Allâh te behagen. Nu
rijst natuurlijk de vraag: Hoe moeten wij gedaan krijgen dat onze kinderen
zowel hier als in het Hiernamaals een goede plaats kunnen bereiken? Allereerst moeten wij zelf het Islamitische voorbeeld geven. Velen zeggen: Lâ ilâha ill Allâh (er is geen god behalve Allâh, maar ze leven niet volgens de regels van Allâh. Allâh is niet een theorie, maar een levende aanwezigheid, die popelt om ons bij te staan, als wij het alleen maar willen en ernaar leven.
Volgens
de Islamitische leer is het aanbevolen de kinderen vanaf ongeveer
hun zevende jaar met de plichten van de Islâm vertrouwd te maken. Dit
is namelijk de periode, dat kinderen het makkelijkst onthouden. Vanaf
de jaren des onderscheids (ongeveer hun tiende jaar), zijn kinderen verplicht
hun plichten als Muslim te vervullen. Dit is ook de leeftijd waarin
de kinderen de puberteit ingaan. U kunt hen daarom het beste ruim vóór
deze tijd de liefde voor de Islâm inprenten; hen in elk geval de basis
geven, zodat ze later, naar hun behoefte, de Qur’ân verder kunnen bestuderen.
U weet zelf hoe onhandelbaar kinderen in de puberteit kunnen zijn! Geef
hun daarom de nodige religieuze normen en waarden zo vroeg mogelijk
mee. Het kan wel gebeuren, dat uw kind op latere leeftijd besluit om deze kennis te negeren en een ander pad te bewandelen. Uw kind is dan zelf verantwoordelijk voor dit besluit. Als u echter niet geprobeerd heeft om uw kind op de juiste wijze op te voeden, bent u verantwoordelijk, want Allâh zegt in soerah Yâ-sîn vers 12: “Waarlijk,
Wij zullen leven aan de doden geven, en Wij schrijven op wat zij vooruit
hebben gezonden en hun voetsporen, en Wij hebben elk ding in een duidelijk
geschrift bewaard.” Met
“voetsporen” wordt hier bedoeld de indrukken die u voor anderen achterlaat
om te volgen. Met de juiste opvoeding leert u uw kind trouwens ook, dat hij plichten ten opzichte van zijn ouders heeft (bijv. Heilige Qur’ân 17:23, 24). En dan krijgt u waarschijnlijk minder kans op het probleem, “dat uw kinderen niet naar u willen omkijken.” Beste
broeders en zusters in de Islâm, ik kan u niet met genoeg nadruk verzoeken
om te proberen zo jong mogelijk een relatie tussen Allâh en uw kind aan
te moedigen.
Laten we even nagaan: tegenwoordig
gebeuren er zoveel rampen in de wereld. De criminaliteit is hoog. U weet
niet of u er morgen nog bent. Stel daarom dit soort dingen niet uit tot
morgen. Mocht uw kind een keer eenzaam en alleen in de wereld komen te
staan, of er is iets aan de hand wat hij / zij met de ouders of omgeving
niet kan bespreken, dan weet hij dat hij alles met Allâh, zijn beste Vriend,
in zijn gebed kan bespreken. Leer hem dus, dat hij eigenlijk nooit alleen
is. En neemt u van mij aan, dat wie dit koord heeft vastgepakt, daadwerkelijk
het sterkste koord vasthoudt. De
Islâm leert ons namelijk de meest praktische weg, het rechte pad (sirâtal
mustaqîm), die zowel lichamelijk als geestelijk goed is voor ons om ons
te handhaven in deze niet-Islamitische, materialistische wereld. Wij
mogen er trots op zijn, dat Allâh ons de volmaakte leiding heeft gegeven
in de vom van de Heilige Qur’ân, die nooit en te nimmer zal veranderen.
Dit is de Waarheid. Daarom is het belangrijk dat wij onze kinderen deze
Waarheid leren, dat we hun de respect en liefde ervoor meegeven, die ze
later inshâ-Allâh zullen uitdragen. S. Ahmadali-Doekhie Lees ook: Opvoeding door Religie
|
|