Blaasinstrumenten

 

  De koperen blaasinstrumenten

Koperen blaasinstrumenten kun je herkennen aan:
1. Ze zijn uit koper vervaardigd (legering van verschillende metalen)
2. Je moet er op blazen
3. De klank wordt verkregen door het trillen van de lippen van de bespeler
4. De toonhoogte wordt gewijzigd met behulp van ventielen (uitzondering: de trombone)

Een koperen blaasinstrument is niets anders dan een metalen buis die de trillingen van de lippen versterkt. Door de buis langer te maken met behulp van ventielen, kun je de toon verlagen. Van hoog naar laag worden het meest gebruikt: de trompet,de hoorn, de trombone en de tuba. In het militaire orkest worden ook nog een cornet, een bugel en een bariton gebruikt. De laatste instrumenten zijn varianten van de trompet en tuba.


vooraan: trompet met demper

achteraan: trompet zonder demper

De trompet

De trompet is het korste en hoogste instrument van de kopers. De oorspronkelijke trompet had geen ventielen (klaroen) en was zeer geliefd in het leger wegens zijn luide stem. Door de uitvinding van ventielen in het begin van de negentiende eeuw, kan de trompettist alle tonen spelen binnen zijn natuurtonen. We vinden de trompet niet alleen in de klassieke muziek terug maar vooral in de jazz en de amuzementsmuziek. Om de klankleur te wijzigen wordt gebruik gemaakt van allerlei dempers of sourdines.

ventielen van een trompet

De hoorn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De hoorn hoorn


De hoorn of Franse hoorn genaamd om niet te verwarren met de Engelse hoorn, heeft een lengte van 2,75 tot 6 meter. In tegenstelling tot de trompet is de buis rond. Daardoor is de klankkleur zacht en warm. De hoorn heeft een erg uitgebreide tessituur. Vermits de klank hoofdzakelijk door de lippen van de bespeler worden gemaakt, vergt het bespelen van de hoorn zeer veel oefening. De hoornist kan de klank vervormen door de hoorn af te stoppen met de hand of met een demper.

 

klik hier om verder te gaan met de trombone en tuba

  

 

De houten blaasinstrumenten

Tot de houten blaasinstrumenten behoren de dwarsfluit, de hobo, de klarinet, de fagot en de saxofoon.
Houten blazers hebben 4 specifieke kenmerken:

·        uit hout vervaardigd

·        je moet erop blazen

·        ze hebben een rietblad

·        ze hebben kleppen

Uitzonderingen:
1. de dwarsfluit: heeft geen rietblad en is meestal uit metaal
2. de saxofoon: is altijd uit metaal

 

1. De dwarsfluit en piccolo

De dwarsfluit behoort tot de houten blazers alhoewel het volledig uit metaal vervaardigd is. Vroeger werd het instrument echter uit hout vervaardigd en had geen kleppen. De traverso uit het midden van de 18de eeuw had één klep. De hedendaagse dwarsfluit heeft boven alle gaatjes kleppen en is meestal uit metaal vervaardigd. Daardoor klinkt de dwarsfluit luider en zuiverder dan de traverso. De dwarsfluit is een lange metalen buis die recht en cilindrisch verloopt. Hoe meer kleppen je sluit, hoe lager de klank.

links: de dwarsfluit              rechts: de piccolo

De piccolo is maar half zo groot als de dwarsfluit en speelt een octaaf hoger als de dwarsfluit. Door de scherpe en doordringende klank kan je de piccolo boven een orkest van 70 man uit horen spelen. De piccolo is het kleinste en hoogste instrument van het orkest en wordt spaarzaam gebruikt. Het zou te vermoeiend worden voor de toehoorder indien de piccolo van het begin tot het einde zou meespelen.

klik hier om verder te gaan met de hobo en de fagot

 

Hosted by www.Geocities.ws

1