Ik wou zoals Orpheus zingen
die eens zo mooi zong
dat zelfs stenen huilen gingen
als zijn stem weerklonk
Wilde dieren omringden hem
en luisterden mee
bij het horen van zijn stem
zwegend de wind en de zee
Maar mijn liederen klinken naar wiin
en m'n stem klinkt naar rook
laat mijn naam geen Orpheus
zijn
de mijne bevalt mij ook
Ik breng mijn lier naar 't pandjeshuis
maar hij is niet veel waard
toch hal ik hem weer gauw thuis
over liefde en eeuwigheid
maar wat ik je werkelijk bied
is middelmatigheid
Geen zee heeft voor mij gezwegen
en er huilde geen kei
Geen zee heeft voor mij gezwegen
en er huilde geen kei
maar Jou heb ik ermee gekregen