De liefde, die 'k me tussen ons had voorgesteld,
was eeuwig, jij mijn ridder op het witte paard,
trouw tot in de dood, het was me zoveel waard
Weet zelfs niet of je leeft, je hebt niet opgebeld.
Het zullen weer je vrienden zijn of autopech,
of dat je had gebeld maar ik was weer in gesprek
Het nog een keer proberen vind ik echt niet gek
Ik zie het in je ogen, je wilt weg, goed luister:
(Refrein:)
'k Wil niet dat je liegt
Ik wil niet dat je me bedriegt
Ik hoor de [twijfel/*tranen/**tranen] in je stem
Je houdt van mij, maar ook van hem
Ik wil nu dat je eindelijk kiest,
Ik wil nu weten, wie verliest,
en wie je kiest, ik leg me [**daar bij] neer
Ik wil alleen |: geen leugens meer :|
Na na na...
Vanmorgen ben ik m'n eentje opgestaan,
het bed was leeg, je bent vannacht niet hier geweest
Je zal wel weer zijn blijven hangen op een feest
Zo gaat het al een tijd, ik wen er langzaam aan.
De reden die je hebt voor je afwezigheid,
is meestal ondoordacht en dertien in 't dozijn
Ik slik ze elke keer weer en doorsta de pijn,
en heb zo'n voorgevoel ik raak je kwijt, dus vraag je:
Refrein*
De smoes van gun me tijd is nu voorbij
De keuze is aan jou
En als je bij me blijft, blijf dan van mij,
geen spijt of geen berouw, geen sorry.
Refrein** (bis)