Die wand'ling langs de Schelde-dijk is iets dat ik nimmer vergeet 't Was toen dat jij in die oude eik verliefd ons hartje sneed. (Refrein:) Dat hartje met onze namen ziet men nog in die boom Het blijft na zovele jaren getuige van onze droom Bij 't hartje met onze namen zwoer jij eden van trouw (*|:) Zoals mijn eigen hart, zo wacht het nog steeds op jou (*:|) Al ben jij nu bij mij niet meer, toch ga ik nog vaak langs die weg Ik voel je kussen dan nog eens weer Och God, was het maar echt! Refrein*
*Leider nur die Kurzfassung, bei der die 1. Strophe an die Stelle der traurigen 2. Strophe rückt und letztere entfällt.