Sagen




Het is uiteraard onmogelijk de rijke Frilandse mythologie op één pagina samen te vatten, daarom zullen hier alleen de twee belangrijkste sagen worden behandeld: het scheppingsverhaal en de wereldondergang.

Het scheppingsverhaal ("Skapungsag")
Aan het begin der tijden bestond er niets anders dan een lege ruimte, met daarin de oerreus Twider ("Hermafrodiet"). Deze "reus" wordt niet gezien als een wezen zoals wij, maar als een entiteit die uit energie bestond. De oerreus Twider schiep uit zichzelf een aantal kinderen, dit werden de reuzen. De oudste van deze reuzen heette Twaița ("Tweede"), samen met een van zijn zusters kreeg deze een zoon genaamd Man ("Mens"). Man was anders dan de andere reuzen; hij had hun macht maar was "menselijker", hoewel de mensen in die tijd natuurlijk nog niet bestonden. De drie zonen die Man kreeg heetten Wodan, Wil en Wi. Zij stamden af van de reuzen maar hadden hetzelfde karakter als hun vader; ze waren rustiger en vriendelijker, niet zo destructief en onvoorspelbaar als de andere reuzen.
        Al snel ontstonden er conflicten tussen de reuzen en de zonen van Man. Wodan, Wil en Wi besloten een einde te maken aan de overheersing van de gevaarlijke reuzen en hun leider Twider; in een hevig gevecht wisten zij de oerreus te doden. Van de energie waaruit zijn lichaam bestond schiepen zij negen werelden: naar de buitenste van deze werelden (Utgard) verjoegen zij de reuzen, de middelste wereld (Medgard) werd het heelal waarin wij leven. Medgard bracht vele wezens voort, waaronder uiteindelijk de mens. Wodan, Wil en We leefden zelf ook in een van de negen werelden, die later door de mensen Ansgard ("Godenwereld") werd genoemd.
        Alles in de negen werelden die de zonen van Man hadden geschapen had een ziel, van de levende wezens tot de stenen, de sterren en de planeten. De meeste van deze zielen wilden alleen maar bestaan en overleven, maar sommigen van hen waren zo goed van aard dat zij de andere zielen beschermden en voor hen zorgden. In de Frilandse mythologie worden deze zielen Alban ("Alven/Natuurgeesten") genoemd: zij brengen vruchtbaarheid en helpen iedereen die hun hulp nodig heeft. De machtigsten onder de Alban waren even sterk als de goden en werden door de mensen ook als zodanig beschouwd: zij noemden de Alban en hun leiders Wenan ("Wanen/Vrienden") en brachten aan hen dezelfde offers als zij aan de Ansan ("Asen/Goden") brachten. De Ansan, die toentertijd alleen nog uit Wodan, Wil en We bestonden, voelden zich bedreigd door de groeiende macht van de Wenan en er kwam een oorlog tussen beide goddelijke families. Na een lange strijd sloten zij echter vrede en verbonden zij zich aan elkaar. Wodan, de oudste en machtigste van de drie broers en de leider van de Ansan, trouwde met de aardgodin Fri, de machtigste onder de Wenan. De meeste goden uit het Frilandse pantheon zijn geboren uit hun huwelijk.
        De drie zonen van Man bezochten ook de aarde, waar zij bij menselijke vrouwen kinderen verwekten. Hieruit kwamen drie stammengroepen voort. De Frilandse sagen geven hun namen niet, maar de Romeinse schrijver Tacitus noemt hen de Ingaevones, Herminones en Istaevones. De Frilanders stammen volgens de legenden af van de eerste groep.

Urald wesța tid
fan urțuris Twider
Țar wesțan sand ne sai,
ne kalda welan
Nihain werald, ne hemil
Stak gapauțin
en andlaus rek

Med ain storklap
daudțan gudan Twider
and skapțan sin magin
til mekil Medgard
Sternan warmțan stainan
and unsa erț gronța

Oeroud was de tijd
van oerreus Twider
Er waren zand noch zee,
noch koude golven
Geen wereld, noch hemel
Slechts gapende leegte
in eindeloze duisternis

Met een grote klap
doodden de goden Twider
en schiepen zijn energie
tot het machtige Midgard
Sterren verwarmden stenen
en onze aarde werd groen


(Aiț, Weitaginspa I 1-13)

Het noodlot der goden ("Raginrak")
Het Ferna Sed geloof wordt gekenmerkt door een fatalistische wereldbeschouwing; alles is eindig en zelfs mooie en goede dingen zullen uiteindelijk verdwijnen. Het ligt in de Frilandse volksaard om zich hier uit alle macht tegen te verzetten en het einde zoveel mogelijk uit te stellen. Ook in de mythologie is dit zichtbaar: om het einde van het heelal tot de eeuwigheid te blijven uitstellen, verzamelt de oppergod Wodan zoveel mogelijk krijgers ("Ainharjars") om zich heen, waarmee hij keer op keer de krachten van het verval weet terug te slaan. Veel Frilandse legenden spreken van gevechten tussen goden en monsterlijke wezens in de gedaante van een wolf of een slang, maar ook kwade geesten, wandelende doden en natuurlijk de reuzen spelen een belangrijke rol bij de ondergang van de negen werelden. In de mythologie zijn de meeste hogere machten de schepping goed of slecht gezind en pogen zij deze te beschermen of juist te vernietigen. Terwijl de mensen op aarde hun leven leiden, vindt ver van hier een strijd plaats die zo gigantisch is dat het alle oorlogen van alle wezens in het heelal overschaduwt.
        De Ansan en de Wenan staan aan de zijde van de schepping en worden door de mensen daarom aanbeden en als bondgenoten gezien. Met name Wodan's zoon, de god Țunar, wordt als de beschermer van het heelal beschouwd. Zijn enorme macht wordt vaak gesymboliseerd door een hamer. Er is echter niets wat de goden kunnen doen om het onheil af te wenden: ooit, ver in de toekomst of desnoods morgen, zal de strijd worden verloren en het heelal ophouden te bestaan. Eén van de zaken waarin de Germaanse mythologie (en dus ook de Frilandse) zich onderscheidt, is dat de goden niet onsterfelijk zijn maar dat ook zij ooit zullen ophouden te bestaan.
        In de positievere versies van de mythe zal het heelal uiteindelijk worden herboren en zijn de schepping en de vernietiging van het heelal niets meer dan cycli. Ferna Sed aanhangers die de legende minder letterlijk nemen zien er zelfs een verwijzing in naar de wisseling der seizoenen.