Rechtspraak




Rechtssysteem
Hoewel het criminaliteitsniveau beneden dat van de gemiddelde West-Europese staat ligt, is er veel kritiek op het Frilandse rechtssysteem. Dit komt vooral door het feit dat Friland de doodstraf kent en deze nog sporadisch uitvoert. De rechtssystemen van de meeste Europese landen zijn gebaseerd op het Romeinse recht en meestal sterk beïnvloed door het Christelijk-Humanistische gedachtegoed. De oorsprong van het Frilandse rechtssysteem ligt echter grotendeels in het Germaanse gewoonterecht en leunt sterker op jurisprudentie.
        Naast het wegnemen van bedreigingen voor de samenleving speelt ook het element wraak een rol in het Frilandse rechtssysteem. Zo gelden er bijvoorbeeld verzachtende omstandigheden voor mensen die de moordenaar van een familielid ombrengen, mits dit familielied buiten diens schuld werd gedood. Bloedvetes tussen "sebjan" (sibben/clans) worden echter al eeuwenlang niet meer getolereerd.

Vergeeflijkheid
In de Frilandse rechtspraak wordt onderscheid gemaakt tussen vergeeflijke en onvergeeflijke misdaden:

  • Onder vergeeflijke misdaden verstaat men alle daden die niet van dien aard zijn dat ze met ernstige middelen gewroken moeten worden. Het betalen van een boete aan de samenleving en "wergeld" (weergeld) aan het slachtoffer is dan meestal een onderdeel van de straf. Oorspronkelijk diende het weergeld om de wraak van het slachtoffer of diens sibbe af te kopen maar tegenwoordig is het vooral een schadevergoeding. Vergeeflijke misdaden zijn bijvoorbeeld diefstal, inbraak of mishandeling zonder blijvende gevolgen.
  • Onder onvergeeflijke misdaden verstaat men "het opzettelijk en zonder goede reden toebrengen van onherstelbare geestelijke of lichamelijke schade aan een individu, dat de dood of ernstig verlies van levenskwaliteit tot gevolg heeft." Voorbeelden hiervan zijn moord, ernstige zedendelicten en mishandeling met ernstige invaliditeit tot gevolg. Dit soort misdaden wordt doorgaans zwaar bestraft, waarbij ook de doodstraf of levenslange opsluiting tot de mogelijkheden behoort.

    Gevangenisstraffen
    De meeste gevangenissen zijn onder te verdelen in twee categorieën: die voor levenslang gestraften en onverbeterlijke criminelen, en die voor degenen die weer heropgevoed kunnen worden en veilig terug de samenleving in kunnen. Bij gevangenissen uit de laatste categorie is het regime minder streng en ligt de nadruk vooral op rehabilitatie. De gedetineerden hoeven niet jarenlang in een cel door te brengen, maar mogen regelmatig (met of zonder begeleiding) de gevangenis verlaten om werk te zoeken en het contact met de samenleving niet te verliezen. Hun verblijf in de gevangenis duurt zo lang als nodig is voor hun rehabilitatie; in het langste geval de door de rechter aan hen opgelegde straf.

    Doodstraf
    Ondanks alle kritiek behoort de doodstraf nog steeds tot het arsenaal van de Frilandse rechter. Sinds 2012 wordt het echter nog maar zelden uitgevoerd. Dit gebeurt meestal door ophanging, dodelijke injectie of vuurpeloton. Vroeger was het ook gebruikelijk ter dood veroordeelden te verdrinken in het veen, om die reden worden zij informeel ook wel "fanfodar" (veenvoer) genoemd. Eén van de meest geruchtmakende zaken was de ophanging van Fulkmer Hrudberssun in 2003, die een meisje van 4 jaar had vermoord. De rechter had de vader van het meisje bij wijze van uitzondering toestemming gegeven de hendel van het valluik over te halen, wat Friland op stevige internationale kritiek kwam te staan.
            In februari 2012 besloot het Riksþing dat de doodstraf voortaan automatisch zal worden omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Wel zal de doodstraf onderdeel blijven van het Frilandse rechtssysteem en zijn er nog steeds uitzonderingen mogelijk waarin de doodstraf daadwerkelijk kan worden voltrokken.

    Rechtszaken
    De Frilandse rechtbank wordt het "Lagþing" (wetsgeding) genoemd. Voor aanvang van het proces zweert men een eed van waarheid; dit is een plechtige gebeurtenis en het breken van een eed wordt in Friland als zeer oneervol gezien. Getuigen mogen niet anoniem zijn en het leveren van de bewijslast moet altijd worden gedaan door de aanklager. Er zijn mogelijkheden om tegen een uitspraak in beroep te gaan.