Adel




Geschiedenis
De oorspronkelijke Frilandse adel was meritocratisch van aard: alleen zij die zich door uitzonderlijke daden onderscheidden van het gewone volk, werden tot de adel gerekend. Meestal betrof het krijgers die uitzonderlijke moed hadden getoond op het slagveld en daardoor veel aanzien genoten. De adel heeft hierdoor altijd een krijgshaftige aard gehad en zelfs vandaag zijn er nog veel officieren in het Frilandse leger met een adellijke achtergrond. Ook bestaan er nog enkele ridderlijke orden.
        Uiteindelijk is de adel erfelijk geworden, maar ze heeft haar meritocratische aard nooit helemaal verloren en van edellieden wordt dan ook verwacht dat zij zich met goede daden blijven onderscheiden van het gewone volk. Er wordt daarom ook wel onderscheid gemaakt tussen de "bladaþal" (papieren adel) en de "wurhtaþal" (daad-adel); de eerste groep is alleen in naam van adel maar onderscheidt zich niet in daden. De tweede groep daarentegen gedraagt zich als een voorbeeld voor de samenleving en staat daardoor hoog in aanzien. Andere landen hebben filmsterren, maar in Friland is het de daad-adel die als rolmodel voor de samenleving dient. De macht die de adel vroeger had is echter verdwenen: zij heeft dezelfde rechten en plichten als de burgerij en het enige wat hen rest is het respect wat veel mensen nog voor hen hebben.

Wie is van adel?
Adeldom kan op twee manieren worden verkregen: de eerste is wanneer een kind wordt geboren binnen een officieel erkend huwelijk, waarbij de vader van adel is (patrilineariteit). De tweede manier is verheffing bij koninklijk besluit. Dit is vrij zeldzaam en gebeurt alleen als ultiem eerbetoon aan personen die zich op uitzonderlijke wijze hebben onderscheiden op het slagveld of ten dienste van de samenleving. Ook wordt soms een uitzondering gemaakt voor een met uitsterven bedreigde adellijke familie, waarbij een afstammeling in vrouwelijke lijn of buitenechtelijk kind kan worden verheven. Ook leden van het Koninklijk Huis kunnen in de adelstand worden verheven; bij kinderen van een vrouwelijke troonopvolger gebeurt dit zelfs automatisch om zo het voortbestaan van de monarchie te waarborgen. De Frilandse wet kent immers een gelijk eerstgeboorterecht (= geen mannelijke voorkeur).

Titels en predicaten
Adellijke titels als baron of burggraaf bestaan in Friland niet meer omdat men zich niet zo mag noemen zonder deze functie daadwerkelijk te bezitten.
        'Als de adel het dragen van een loze titel wordt toegestaan, is het een kwestie van tijd voor elke hansworst en boerenkinkel zich koning van Friland gaat noemen,' zo redeneert althans het Riksþing.
        Daarom is er slechts één predicaat dat alle geregistreerde edelen mogen dragen en dat is "junkar" (jonkheer) of "jungfro" (jonkvrouw). Tijdens de late Middeleeuwen, toen er intensieve handelscontacten bestonden met het Noord- en Oostzeegebied, is het predicaat "junkar" waarschijnlijk overgenomen van het Duitse "junker" of het Nederlandse "jonker". Ondanks de Frilandse afkeer van leenwoorden verdrong dit woord uiteindelijk de letterlijke vertaling "junghair" (jonkheer of "jonge heer"). Een titel die men daadwerkelijk bezit, zoals een militaire, politieke of medische functie, mag voor het predicaat worden gevoerd. Bijvoorbeeld "kolonel jonkheer" (uberst junkar) of "dokter jonkvrouw" (lek jungfro).
        Het is edelen ook toegestaan de naam van hun familie als tussennaam te voeren. Zo heet Friþwen Hrudgarssun, die lid is van de adellijke familie der Tiswaldungan, voluit "junkar Friþwen Tiswaldung Hrudgarssun".

Adellijke families
Hieronder volgen de belangrijkste adellijke families, de veel talrijkere "lage" adel is hierbij buiten beschouwing gelaten.

  • Sturaldungan: de oudste adellijke familie, die afstamt van Sturaldiz, de eerste koning van Friland. Regeerden van 323 v.Chr. tot 147 v.Chr. en van 65 v.Chr. tot 71 AD.
  • Segmerungan: afstammelingen van koning Segmer, die in de 10e eeuw de Vikingen en de Ieren in Walamark versloeg. Regeerden van 960 tot 1075.
  • Harwaldungan: afstammelingen van Æthelric Haroldson, de zoon van de Angelsaksische koning Harold Godwinson die naar Friland vluchtte nadat zijn vader was verslagen in de slag bij Hastings. Dit is één van de weinige adellijke families die niet van oorsprong Frilands zijn.
  • Swenþgardungan: afstammelingen van koningin Swenþgard, die in 1079 om het leven kwam in de slag bij Algsmar. De oorsprong van deze familie ligt bij het landgoed Merungswalþ, dat tegenwoordig in Hiveria ligt. Regeerden van 1075 tot 1125.
  • Tiswaldungan: afstammelingen van koning Tiswald, die in de 12e eeuw voorkwam dat Friland tot het Christendom werd bekeerd. De familie staat dan ook bekend als zeer trouwe Ferna Sed aanhangers. Regeerden van 1125 tot 1264.
  • Þeudrikungan: afstammelingen van koning Þeudrik, die in Friland een nationale held is. De Þeudrikungan staan bekend om hun krijgshaftige aard en hebben in zo'n beetje elke oorlog die Friland in haar geschiedenis gevoerd heeft wel een rol gespeeld. Regeren van 1432 tot nu.

    Hiveriaanse adel
    In Hiveria was de adel altijd veel machtiger dan in Friland: op haar hoogtepunt bezaten de edelen landgoederen, kastelen, paleizen, handelsvloten, privélegers en genoeg macht om hele steden of zelfs provincies naar hun pijpen te laten dansen. Tijdens de Hiveriaanse revolutie in de 18e eeuw kwam hier echter een einde aan en werden veel Hiveriaanse edelen vermoord, onteigend of verbannen. De overgebleven adellijke families in Hiveria bezitten tegenwoordig geen speciale privileges meer. De belangrijkste adellijke families in Hiveria zijn:

  • Bretons: afstammelingen van Guy le Breton, de stichter van Hiveria. Zij zijn erin geslaagd hun landgoed bij La Roche, dat hen tijdens de revolutie was afgenomen, terug te krijgen.
  • d'Alençons: de d'Alençons hebben van de 12e tot de 15e eeuw over Hiveria geheerst, de mannelijke lijn is daarna uitgestorven maar de familie leefde voort via de vrouwelijke lijn.
  • Jouberts: afstammelingen van Ancel Joubert, de 15e eeuwse veldheer wiens familie na diens heldhaftige optreden in de slag bij Dannanwalþ in de adelstand werd verheven. Tegenwoordig bezitten zij nog een kasteel bij Abri-sur-Côte.
  • Concarneaus: de Concarneaus hebben van de 15e tot de 18e eeuw op de troon gezeten en zijn afstammelingen van de laatste koning van Hiveria, die tijdens de revolutie samen met een groot deel van zijn familie werd vermoord. De huidige Concarneaus stammen af van diens zoontje Joseph, die tijdens de moordpartij aan het Spaanse hof verbleef.