Teigeler, Piet


Antwerpen, 18 juni 1936
Zoon van een economische migrant uit Duitsland en een Vlaamse moeder. Knapte allerlei
baantjes op en belande op zijn éénendertigste in de journalistiek (achtereenvolgens: avondmedewerker en redacteur De Nieuwe Gazet en hoofdredacteur Panorama). Woont in Spanje en schakelde na dertig jaar journalistiek over naar fictie

Onder pseudoniem Woody Dubois
(samen met Eddy van Hee – Antwerpen, 18 april 1933)

De Atomium-tapes. Utrecht; Antwerpen: A.W. Bruna & Zoon, 1978, 192 p. – 90-229-1766-5. – (Zwarte Beertjes; 1766)

Woody Dubois is zowel hoofdpersoon als auteur van een nieuwe, opvallende reeks spionagethrillers. Dubois is public-relationsman in de wervelende, sophisticated, EEG-hoofdstad, waar financiële, seksuele en politieke belangen om de voorrang strijden. In deze wereld van cocktailparty’s, seks en sleutelclubs kan de J&B-drinkende, moderne-kunstverzamelende Woody zich met zijn Siamese ex-kater Planchet uitstekend staande houden.

Het Noordzee-incident. Utrecht; Antwerpen: A.W Bruna & Zoon, 1978, 188 p. – 90-229-1790-8. – (Zwarte Beertjes; 1790)

In deze tweede Dubois-thriller wordt Woody’s comfortabele leventje bedreigd door vrouwelijk schoon in de welgevormde personen van Bichette en Mireille en door de Tupamaro’s die een waterstofbom tot explosie willen brengen als op hun eisen (honderd miljoen gulden en vrijlating van een aantal politieke gevangenen) niet wordt ingegaan…

Onder eigen naam

Een dode op Sint-Anneke. Antwerpen: Houtekiet, 1995, 173 p. - 90-5240-338-4. – (Carpentier en Dewit; 1)

Het is zondag en het is zo heet in Antwerpen dat commissaris Carpentier een beetje nukkig doet. De jonge hoofdinspecteur Dewit vergeeft het hem. Er zijn nu eenmaal leukere opdrachten dan tijdens het lunchuur lijken gaan bekijken. En dan nog op het overbevolkte strand van Sint-Anneke. De jonge vrouw ligt op haar rug onder een vrolijk gestreepte parasol. Het minuscule kogelgaatje onder haar linker jukbeen zou je voor een schoonheidsvlekje kunnen houden.

De koningin van de Vogelenmarkt is dood! Antwerpen: Houtekiet, 1996, 158 p. - 90-5240-348 1. – (Carpentier en Dewit; 2)

Waar zijn de gouden sovereigns van Moemoe? Waarom zwaait nonkel Achiel met zijn eretekens van het Oostfront? Waarom krijgen de Van Dommelens anonieme brieven? Hoeveel erft François? En wie heeft Wiske Van Dommelen vermoord? Of is zij niet vermoord? De kranten schreeuwen moord en brand en Erika Schepers, de mooie jonge onderzoeksrechter, wil haar eerste zaak zo snel mogelijk afronden.

Elvis dood in Deurne. Antwerpen: Houtekiet, 1996, 166 p. - 90-2609-33-4. - (Carpentier en Dewit; 3)

Carpentier zucht moedeloos. Zo zout heeft hij het nog nooit gegeten: een Elvis-imitator, gewurgd in een kamer die vanbinnen op slot zit, het cijfer 8 met schminkstift op de spiegel geklad, een manager die kor-poraal is bij de para-commando’s, een stelletje lijfwachten die als de Blues Brothers bekend staan, een newage-mevrouw met paranormale gaven en een dochter die godbetert Lisa-Marie heet.

Drie dode meesters. Antwerpen: Houtekiet, 1997, 203 p. - 90-2611-314-5. - (Carpentier en Dewit; 4)

Kerstdag zes uur ’s ochtends, er is een man vermoord. Gruwelijk vermoord, want met hoofd en handen ondergedompeld in ziedend frituurvet. Op het Falconplein, ook bekend als ‘het Rode Plein’, vindt Car-pentier adjudant-chef Tillemans van de BOB, die hem het onderzoek wil afhandig maken. Dewit botst er op Sveta, een mooie Georgische die een peet­vader heeft, die helaas de peetvader van de ‘Russische maffia’ is.

De geur van God. Antwerpen: Fontein, 1998, 204 p. - 90-5240-532-8. - (Carpentier en Dewit; 5)

Als commissaris Carpentier een uitnodiging krijgt voor een klasreünie, dertig jaar nadat hij afgestudeerd is aan Sint-Krispijn, komen zijn collegejaren terug als een zure oprisping. Zijn stemming verbetert er niet op als een lustmoordenaar eerst de vrouw van een schoolkameraad en vervolgens zijn eigen buurvrouw op een gruwelijke manier om het leven brengt.

De zwarte dood. Antwerpen: Houtekiet, 2000, 270 p. – 90-5240-561-1. - (Carpentier en Dewit; 6)

Paniek in de Antwerpse metro. Een harde knal, iedereen vlucht, een lijk blijft achter. De speurders Carpentier en Dewit krijgen het onderzoek toegewezen. Of wordt het hun in de maag gesplitst? De identiteit van de dode, een extreem rechtse advocaat, suggereert namelijk een politieke moord. De media ruiken een nieuw schandaal, de magistratuur is bang zich de vingers te branden en uiterst rechts marcheert en zwaait met vendels, ook binnen het politiekorps.

Karoshi. Antwerpen: Houtekiet, 2001, 190 p. - 90-5240-621-9. - (Carpentier en Dewit; 7)

Commissaris Carpentier vindt een lijk in een stille straat. Als hij eindelijk thuiskomt draait zijn vrouw hem de rug toe. Dat is helaas niet zijn enige zorg, want zijn trouwe assistent Leo Dewit is naar de nieuwe Fe-derale Recherche vertrokken en diens opvolger, de verwaande ex-rijkswachter Napoleon, doet alles om de commissaris in diskrediet te brengen. Wat deed hij in het holst van de nacht in die bepaalde straat?

Het dwaalspoor. Antwerpen: Houtekiet, 2002, 224 p. - 90-5240-676-6

Frans Laarmans ging niet recht naar huis, zoals hij ons wil doen geloven op het einde van Het dwaallicht van Willem Elsschot. Laarmans ging naar de Lange Ridderstraat en dat zal hem bezuren. In Het dwaal-spoor keert misdaadauteur, Piet Teigeler, terug naar het Antwerpen van 1938 om uit te zoeken wat Laarmans echt heeft uitgevreten in die ellendige novembernacht, aan de voor­avond van de tweede grote wereldbrand.

Dodenakker. Antwerpen: Houtekiet, 2003, 219 p. – 90-5240-735-5. - (Carpentier en Dewit; 8)

Commissaris Carpentier doet wat gepensioneerden verondersteld worden te doen: in alle rust een eindje kuieren, onder meer met zijn vriend, Maurice Mendelsohn en met zijn hondje, Watson. Uitgerekend tijdens zo’n wandeling in het Antwerpse begrafenispark Schoonselhof komt zijn terriër aandraven met iets groezeligs in zijn muil. ‘Auris externe,’ zegt dokter Mendelsohn, ‘voor de lager opgeleiden: een mensen-oor!’.


Reacties
(De Atomium-tapes) Goed werkje voor een paar uurtjes griezelige ontspanning (Adriaan Duerloo, Boe­kengids)
(De zwarte dood) Het had noch de spanning, noch de vaart van het verhaal geschaad, indien de auteur de lezer nog wat meer ruimte en pagina’s had gegund (Staf Schoeters, Leesidee)
(De geur van God) Piet Teigeler besteedt veel aandacht aan zijn twee hoofdpersonages, die psychologisch goed onderbouwd zijn en door hun tegenstellingen elkaar zowel aantrekken als afstoten. Knap is de manier waarop hij het duistere verleden van zijn personages laat overvloeien in hun hedendaagse schimmige praktijken (Chris Vandenbroucke, Leesidee)

Persoonlijk oordeel
De twee Woody Dubois boekjes zijn hilarische persiflages op spionageromans waarvan het hoofdpersonage er gewild over is. De eerste vier Carpentiers overstijgen nergens de middelmatigheid met hun klassieke intri­ges en al even klassieke psychologisch gefundeerde verdachtenkringetje. Carpentier en Dewit zijn nogal makke figuren. Stilaan krijgen ze een dieper psychologisch profiel door hun menselijke aard en vooral door hun vrouwelijke kennissenkring. Natuurlijk krijgen we ook hier het obligate extreem-rechtse verhaal. De Zwarte dood probeert dan weer een breder perspectief te creëren door het opvoeren van een huurmoordenaar uit Mobutu’s leger die in Antwerpen met een buisje bacteriën moorden probeert te plegen. Het verhaal speelt zich af in het niet frisse verleden van een hoofdrolspeler van extreem-rechts. Dat Carpentier verdacht wordt is heel subtiel aangebracht maar is van het goede teveel. Karoshi teert wat teveel op onvatbare intriges met Japanse GGO’s en dergelijke ver van mijn bed staande dingen maar het menselijke aspect (én de nieuwe collega van Carpentier) zorgen voor gensters. De grote Antwerpenaar Elsschot duikt in de figuur van Laarmans, het hoofdpersonage uit Het Dwaallicht, op in Het dwaalspoor, het buitenbeentje in dit overzicht. Redelijk onbevredigend verhaal maar met een schitterende couleur lo­cale. Dodenakker heeft een wat vergezochte intrige en de gepensioneerde Carpentier kan het zich moeien niet laten en wordt een knorrige oude heer.

Varia
* Is sinds 2004 president van de AIEP, de Asociación Internacional de Escritores Policiacos, ook wel genaamd International Association of Crime Writers (IACW/AIEP).
* Robbe de Hert die eerder al Lijmen/Het been van Willem Elsschot verfilmde, heeft het contract getekend om Het Dwaalspoor op pellicule te zetten
* Kreeg de Hercule Poirot-prijs 2000 voor De zwarte dood en werd al in 2002 genomineerd voor Het Dwaalspoor en in 2003 voor Dodenakker
* Meer op www.teigeler.net

Teunen, Lode


Halle, 2 mei 1920
Beambte bij het Ministerie van Economische Zaken.

Moord op midzomernacht. Lier: Idolino, 1988, 108 p.

In een klein Kempisch dorp werd in de nacht van 20 op 21 juni een mooie vrouw vermoord. Bijna niemand in het dorp wist dat deze vrouw op het domein ‘Berkemei’ verbleef. Inspecteur Meukens wordt door de onderzoeksrechter belast met het onderzoek… een speurtocht die hem voert door het milieu van zakenlui, ambtenaren en gewone mensen van elke dag.

Reacties
Het is lang geleden dat ik zo’n primitieve, simplistische en onwaarschijnlijke detective onder ogen kreeg!... Enige karaktertekening komt er niet aan te pas en logische reac­ties van de meeste personages evenmin (Petronella J.C. Elema, Biblion)

Persoonlijk oordeel
Politieromannetje van méér dan dertien in een dozijn. Teveel kartonnen figuren in dit verhaaltje waarbij zelfs de speurders elkaar voor de voeten lopen.

Varia

* Schreef een drietal verhalen waarvan één in moreel en religieus opzicht ernstig voorbehoud vergt; stilistisch is zijn werk zwak (Lectuurrepertorium I)
* Werkelijk spijtig dat deze debutant-met-talent zijn litteraire carrière inzet met ’n product dat we om ernstige godsdienstige en morele bezwaren streng moeten afkeuren (M. Brouns, Boekengids over Het jongste kind, 1946)

Tornhaut, Frans Van

Een vleugje parfum. Kalmthout: Het Klokzeel, 1999, 278 p. – 90-805418-1-8

Wat is voor een gangsterbende de gebruikelijke manier om twintig miljoen dollar zwart geld in con-tanten, veilig naar het hoofdkwartier in het buitenland over te brengen? Hoe houdt men roofzuchtige en moordlustige belagers van een rivaliserende bende op veilige afstand? Zal de politie, op wie per definitie de veroordeling rust om achter criminele feiten aan te hollen, in de eindspurt de gangsters te snel af zijn?

Reacties
De roman kent een trage maar zekere opbouw, met een degelijk uitgewerkte intrige, waarbij alles goed in elkaar wordt verweven. De karakters zijn levendig en herkenbaar, gekruid met scherpe observaties. Daardoor leest het verhaal alsof het de werkelijkheid zelve is. Vlieg door de soms overbodige taalspielerei en geniet van een behoorlijk ontspannende politieroman (Patrick Bruneel, Leesidee)

Persoonlijk oordeel

Ben maar tot pagina 15 geraakt: 'De wind, woedend over hun medewerking aan de grauwheid van de voorbije dag, scheurt de aaneengesloten formatie boodschappers aan flarden. Met gerafelde randen haasten ze zich geschrokken oostwaarts. Met weidse gebaren wuiven wiegende boomtakken wondere arabesken op wolken wegsnellende witheid.' Gezelle, kom terug!

Tulkens, Joris


Diest, 8 december 1944
Studeerde filosofie en klassieke filologie aan de KUL. Onder invloed van de achtenzesti­gers werkte hij ze­ven jaar lang mee aan een maatschappijkritische stadskrant te Diest.

De dode danseres. Antwerpen: Houtekiet, 2002, 300 p. – 90-5240-562-X

Op de vuilnisbelt van Interleuven wordt het lijk van een vrouw gevonden, geschilderd in zwart en geel. Is de moordenaar in Vlaams-nationalistische kringen te situeren of gaat het om een uit de hand gelopen studentengrap? Tijdens het onderzoek blijken procureurs, onderzoeksrechters, agenten van de gerechtelijke politie en een geschorste hoofdcommissaris elk hun eigen oorlog te voeren.

Dodelijk vuur. Antwerpen: Houtekiet, 2003, 301 p. – 90-5240-701-0

Na tien jaar hard werken en procederen tegen een malafide journalist, krijgt Armand Poelmans, zaak-voerder van het expeditiebedrijf ATAP, de genadeslag: zijn bedrijf gaat in de vlammen op. Tussen het puin wordt zijn lijk gevonden. Moord? Zelfmoord? Firmin Liekens en Wim Lambrecht, de succesvolle speurders uit De dode danseres worden met het onderzoek belast. De op het eerste gezicht eenvoudige zaak groeit uit tot een ingewikkeld kluwen van wraakgevoelens en afrekeningen.

Reacties
(De dode danseres) Het plot is lineair en niet gecompliceerd. Een boeiende roman met onderhoudende personages (René van Rossenberg, Biblion)
(De dode danseres) Spannend omwille van de vakkundige manier waarop het geheel in elkaar is gezet (goede plot en intrige, wisselende locaties, cliffhangers, functionele zijsporen en convergerende verhaallijnen). Boeiend door de herkenbare decors (het Leuvense, Firenze) en de verwijzingen naar allerlei actuele toestanden en gebeurtenissen (Luc Lannoy, Leesidee)
(Dodelijk Vuur) De spannendste Vlaamse thriller van het voorjaar (John Vervoort)
(Dodelijk Vuur) Een mooie mix van whodunit en whydunit, niet echt een thriller waar­mee je op het puntje van je stoel gaat zitten, wel een verhaal dat je behoorlijk boeit. Vooral in het laatste van de drie delen, een assisenzaak, zorgt Tulkens voor een verrassende wending en veel spanning (Fred Braeckman, De Morgen)

Persoonlijk oordeel
De dode danseres is een schitterend boek, veelgelaagd en met een professor als speurder en een ex-commissaris als zijn helper. Extreem-rechts tegen een achtergrond van een lieftallig Italië vormen het decor voor deze fijnzinnige thriller. Dodelijk Vuur is een vlotte roman die het moet hebben van de sympathieke speurders, de intrige is wat te magertjes. Knap literair taalgebruik in beide boeken.

Varia
* Nominatie voor Hercule Poirot-prijs in 2002 voor De dode danseres en in 2003 voor
Dodelijk vuur
* Het titelverhaal van zijn verhalenbundel De macht van het getal (1988) werd verfilmd door de BRT
* Hij trekt door Vlaanderen met een muzikale theatermonoloog over het leven van de 16de-eeuwse humanist Nicolaes Cleynaerts, over wie hij ook een roman schreef. Een flamencogitarist, een danseres en een zanger begeleiden hem
* Meer op www.joristulkens.be

Hosted by www.Geocities.ws

1