De ruimte, Om mij heen, Donker maar toch niet. De natte regen, Tikkend op de maat van Stilte, Cre�ert doodse rust. Gehoorloos verplaatst, De regen zich benee, Over 't verstarde silhouette. De natuur verwoest De wereld uitgestorven Stilte overheerst. In de holle leegte. C.W.O. October 11th 2000 |
Gesproken woorden De heldere klank van gesproken woorden, Zweven om mij heen, Ik luister maar zwijg. Met angst en beven open ik mijn mond, Een akkelig gekraak, Ik kan het niet. Ik grijp mijn vertrouwde pen, Maar het effect is niet hetzelfde, Er blijft een holle leegte. Ik lees de woorden keer op keer, Maar mijn mond openen, Dat durf ik niet. Ik voel me zo machteloos, Zonder de kracht, Van het gesproken woord. C.W.O. 14 December 1999 |
Geef me de ruimte Geef me de ruimte, Om te leren leven, En te sterven. De ruimte, Voor praten en zwijgen, Vallen en weer opstaan. De ruimte, Heb ik nodig, Maar is mij niet gegund. De onontbeerlijke zuurstof, Gevangen in benauwdheid, De lucht, helder blauw. Geef me de ruimte, Zonder Dood. c.w.o. oct 11,2000 |
Mijn Gedichten |
DO NOT TAKE ANY OF THE POEMS ON MY PAGE. IF YOU ARE INTERESTED PLEASE MAIL ME: [email protected] |
Moordenaar Je zucht en steunt, Kijkend om je heen, Maar je ziet het niet. In de zandbak, Spelend, helemaal alleen, Een onschuldig lichtje. Je gromt en kucht, Oud en veel gebruikt, En nog zie je niets. Een kasteel, een prins en prinses, Dromen worden zanderig leven, Kleine beetjes hoop en moed. Je schreeuwt en tiert, Uit angst, Van het niet weten. Maar nu zie je het, Dat er leven is zonder angst, En leg je je erbij neer, Te leren leven, Zoals een lichtje, Zonder angst. Carine W. Overbeeke 9 Maart 2001 |