De Standaard 1 februari 1996

U in kode

Kristien Hemmerechts op een dood spoor

KRISTIEN HEMMERECHTS
Kort kort lang
Amsterdam/Antwerpen: Atlas
191 blz.

HOE vreemd zoiets ook mag lijken, het kortverhaal blijkt bij uitstek een Angelsaksische aangelegenheid. Dat Kristien Hemmerechts sterk vertrouwd is met de Britse literatuur en ook op een wat koel-Britse manier schrijft, verklaart wellicht voor een groot deel haar interesse voor het kortverhaal.
Hemmerechts' nieuwste boek, Kort kort lang, bundelt twaalf van die kortverhalen. Dat is er voor elke maand eentje. Zo kun je per jaar één boek schrijven, wat voor een suksesvol auteur natuurlijk een fijn ritme is. Het vergt dan de nodige kreativiteit om niet in al te grote herkenbaarheid te vervallen. Voor je het weet, heb je als auteur een literaire poëtica vastgelegd in een optelsom van technische en inhoudelijke vanzelfsprekendheden. Dat is jammer genoeg het geval met de weinig verrassende verhalen in Kort kort lang.
Vrouwen die klem zitten in hun liefde en in de daaruit voortvloeiende machteloosheid en rusteloosheid - het lijkt haast voor altijd en eeuwig Hemmerechts' prominentste tema. Je kunt twee dingen bij elkaar brengen, maar je kunt ze moeilijk volledig met elkaar versmelten. Dat geldt inKort kort lang ook voor de geliefden. Het Andere zit het Ene in de weg.
In verscheidene verhalen gaan verklaringen van houden-van dan ook gepaard met een definitief afscheid. In ,,Eindelijk'' gaan twee mensen uit elkaar omdat ze niet genoeg van elkaar houden. Toch besluiten ze allebei dat ze alles zouden overdoen, indien dezelfde situatie zich nog eens zou aandienen.
,,Kort kort lang'' is een belkode die in een van de verhalen ter sprake komt, maar het is eveneens de morse-kode voor de letter u. Een letter die tevens een woord kan zijn met een biezonder paradoksale inhoud. Je legt er kontakt mee, maar de persoon tot wie de aanspreking is gericht, hou je er tegelijkertijd mee op een zekere afstand.
U is een performatief en bij uitstek ambigu taalelement. Je creëert er een situatie mee, met de ingesloten voorwaarde dat die situatie op elk moment weer kan worden afgebroken, ogenschijnlijk zonder gevolg. Met u konverseer je als het ware onder een opschortende voorwaarde.

WIE is de of het aangesprokene in deze bundel? In de eerste plaats het liefhebben zelf, dat met een dergelijke gereserveerde houding wordt benaderd. Het liefhebben lijkt in deze verhalen keer op keer zijn meest tragische zijde te beklemtonen. De personages zijn zich bewust van de dramatiek die in elke en ook hun liefdesrelatie vervat zit. Toch leggen ze telkens weer kontakt met de geliefde en worden ze door een fatalistische dwang naar hun liefde toegezogen.
In ,,Iemand van vroeger'' ontmoet Moïra een jeugdvriend, die door haar onvrijwillige bemiddeling met een kennis getrouwd blijkt te zijn. Moïra voelt zich nog altijd tot Frank aangetrokken, maar die houdt de boot af: ,,En hoe is het mogelijk dat ik al die keren dat wij samen een opdracht hebben besproken, jou probleemloos heb weerstaan? Maar dan verdrinken we, Moïra. Dan zijn we reddeloos verloren.''
Toch eindigt het verhaal vrij ambigu. De vraag of Frank uiteindelijk toch niet Moïra's minnaar wordt, blijft onbeantwoord. Wat er echter ook zal gebeuren, de lezer weet dat het einde hoe dan ook tragisch zal zijn. Een volstrekt goede keuze behoort niet tot de mogelijkheden.

DAT mannen zo vaak op de achtergrond blijven in de verhalen, en voornamelijk als tegenwicht funktioneren voor de primaire handelingen van de vrouwelijke personages, creëert de indruk dat Hemmerechts' teksten bevolkt worden door sterke vrouwen. Dat die vrouwen hun vrouwelijkheid gebruiken als wapen om een soort van evenwicht in hun relaties te bereiken, is zonder meer waar.
Maar tegelijk wordt het duidelijk hoe weinig macht die vrouwelijkheid in zich heeft om dat evenwicht vast te houden. Dat vrouwen zo centraal staan in de verhalen, lijkt soms haast een vergiftigd geschenk.
De onmogelijkheid om aan die eigen tragiek te ontsnappen laat Hemmerechts steeds opnieuw botsen met een onderkoelde, veeleer minimale manier van vertellen en opbouw. Personages hebben vrijwel geen geschiedenis, maar bestaan bijna louter uit hun psychologie. Hun verhalen worden in een onopgesmukte, magere stijl verteld.
De spanningsverhoudingen binnen relaties worden verdubbeld in een spanning tussen de grote emoties en de weerloze, gelaten en onderkoelde verhaalwijze. Dit verleent aan Hemmerechts' verhalen een zekere menselijke aantrekkingskracht.
Het literaire plan van Hemmerechts' werk wordt met Kort kort lang niet verruimd. Integendeel, het konvergeert. De tematiek, de sfeer, de stijl en de opbouw van de verhalen zijn overbekend. Haar teksten dragen weliswaar hetzelfde literaire kleed, maar de stof wordt met elk boek vertrouwder en dunner.
Hemmerechts heeft in de loop der jaren blijkbaar een zeer vaste literaire vorm ontwikkeld, die zonder twijfel door een groot publiek wordt geapprecieerd.. De heldere stijl; de geloofwaardige psychologie van de karakters, die in vaak aberrante psychologische situaties terechtkomen zonder dat dit leidt tot een afbrokkeling van die geloofwaardigheid; de herkenbaarheid van haar tematiek - dat alles maakt haar boeken vertrouwd.
De schrijfster heeft het veelal over ellende, veel ellende, maar tegelijkertijd heerst er altijd wel een atmosfeer van knusse gezelligheid. Zelfs in tijden van wanhoop straalt van andermans ellende steeds een menselijke warmte af.

KORT kort lang bevat veelal verhalen waarbij van de lezer verwacht wordt dat hij meewarig zucht. ,,Het eitje'', het openingsverhaal, is tematisch wel intrigerend. Het is zonder meer het minst gladde en intelligentste verhaal van het boek.
Een schrijver laat tijdens voorleessessies ten lande altijd een eigen begrafenisrede horen, waarna zich diskussies ontspinnen over wie/wat de schrijver is en wie/wat de tekst. Het verhaal gaat over hoe de tegenstelling tussen man en vrouw wezenlijk is voor het schrijven, maar tegelijkertijd ook irrelevant.
Als schrijven in wezen een geslachtsdaad is en als een tekst onvermijdelijk een geslacht blijkt te hebben, welke betekenis schuilt daar dan in? In welke mate kan een tekst bovendien autobiografisch zijn? In welke mate wordt een schrijver onzichtbaar of net veel zichtbaarder wanneer hij zich achter een tekst verschuilt?
Een tekst gaat, zo lijkt het verhaal te suggereren, nooit en altijd over de schaduw die de pen in handen had. In welke mate mag de lezer dan de tekst beschouwen als een te veroveren gebied?
,,Het eitje'' is echter het enige verhaal dat de kleffe algemene herkenbaarheid van de bundel een beetje verstoort. Er komt in Kort kort lang al eens wat erotiek aan de orde en er wordt met een zekere regelmaat van bil gegaan, maar al bij al is het merendeel van de teksten kraaknet en rechtlijnig, ook in de wijze waarop ze worden verteld. En dan die overvloed aan gevoelens en menselijkheid, meer dan genoeg om een nationale emotionele inflatie te bewerkstelligen.

KORT kort lang bevat geen enkele tekst die verhaaltechnisch rammelt. Alle verhalen zijn volledig volgens de regels van het ambacht der skribenten geschreven.
De personages zetten steeds weer dezelfde stappen in toch zeer gelijklopende situaties. Soms op een wat meer zwierige manier, soms met de nodige terughoudendheid, soms ongeïnteresseerd, maar met steeds dezelfde vakkundigheid doordacht.
Hemmerechts verplaatst haar stukken, jammer genoeg ook volgens steeds dezelfde strategie, op een steeds kleiner wordend veld.
JEROEN OVERSTIJNS


DS Infobib DS Home

[ Infobib ] [ DS home ]

Hosted by www.Geocities.ws

1