De Standaard 26 september 1996

Schrijven vanuit de baarmoeder

Verzamelde essays van Kristien Hemmerechts

KRISTIEN HEMMERECHTS
Altijd met uw gezever, gij
Amsterdam: Atlas
124 blz., 600 fr.

IN haar eerste essayverzameling, Altijd met uw gezever, gij, bundelt Kristien Hemmerechts (�1955) vier stukken, waarvan de eerste twee vroeger al in kortere versie verschenen. De twee andere essays werden geschreven voor de Albert Verwey-lezingen, die ze eerder dit jaar aan de Universiteit van Leiden hield.
Taboes, schrijven als vrouw, het Nederlands en de autobiografische grondslag van het schrijverschap, daar heeft Kristien Hemmerechts het in haar essays over. Maar helemaal bloot geeft ze zich natuurlijk niet. Maar dat hadden we van Hemmerechts trouwens ook niet verwacht.
In haar voorwoord stelt Hemmerechts dat ze begon schrijven zonder zich af te vragen waarom ze dat deed. Later, toen de ,,poppen aan het dansen gingen'' en haar werk werd gepubliceerd, kwamen er vele vragen van lezers en interviewers, waarop ze - natuurlijk - antwoorden moest bedenken. ,,Al die vragen verbijsterden me wel eens, maar dwongen me ook na te denken over mijn werk.''
Veel van die vragen hadden te maken met het autobiografische karakter van haar werk of met haar bron van inspiratie. En of ze schrijft als vrouw, of ze dat in het Nederlands of het Vlaams doet, en of er onderwerpen waren waarover ze niet zou schrijven omdat die in de taboesfeer liggen.
,,Al schrijvende ontdekte ik dat er niet één antwoord bestaat op al deze vragen, maar dat ze inderdaad in een essay moeten worden behandeld dat nooit af kan zijn. Een essay biedt althans dit belangrijke voordeel: er is meer ruimte voor nuancering dan in het doorsnee interview. Vandaar.''

VANDAAR dat Kristien Hemmerechts een aantal essays bundelde. Die essays moeten een beeld geven van een van de succesrijkste en productiefste hedendaagse Vlaamse schrijfsters. Anderhalf boek per jaar publiceren, het is niet niks, natuurlijk.
In 1990, een jaar na haar doorbreekroman Brede heupen - voor zover haar debuut Een zuil van zout (1987) dat al niet was - kreeg Hemmerechts de Staatsprijs voorr Proza. Eén constante in de essays in Altijd met uw gezever, gij is alvast dat Hemmerechts het autobiografische karakter van haar schrijven niet ontkent. Dat heeft ze trouwens nooit gedaan.
In ,,Een barse gezel'', waarvan een versie eerder verscheen in Humo, heeft ze het over taboes, seksuele taboes dan vooral. Naaktheid, zoals ze die vindt in Playboy-foto's, die een idee tonen en dus ,,niets tonen'', in Benetton-affiches of in de bekende foto van haarzelf, samen met haar levensgezel Herman de Coninck, in een schuimend bad.
,,Niet de ervaring zelf is het taboe, maar het bespreken ervan'', stelt Hemmerechts. ,,Extreme ervaringen kan een mens beter voor zich houden. Er blijkt op het meedelen ervan een taboe te rusten.''
Taboes verdwijnen als je erover praat. Schrijvers kunnen daar handig gebruik van maken: ,,Er kan hooguit over worden geschreven.''; ,,Fictie staat me toe tegelijkertijd het taboe te overtreden en te respecteren. Ik zeg het en ik zeg het niet. Ik hou het voor mij en ik gooi het weg.''
Een schrijver of schrijfster valt natuurlijk niet samen met zijn of haar boek. Zo eenvoudig ligt dat, en Hemmerechts zal daar in haar bundel herhaaldelijk op terugkomen.
Hemmerechts' essays doen vragen rijzen, doen nadenken, maar de auteur zelf komt de lezer niet met antwoorden op een serveerblaadje tegemoet. Integendeel, ze blijft zelf steeds maar meer vragen serveren.
Wat betekent het bezit van een baarmoeder voor een schrijver?'', luidt de titel van het essay over schrijven als vrouw. ,,Schrijven heeft me vervrouwelijkt,'' weet Hemmerechts, ,,in die zin dat ik voortdurend aan mijn geslacht wordt herinnerd.''
Het valt helemaal niet weg te cijferen dat romans en verhalen niet alleen zijn gemaakt uit taal, maar voor een deel ook uit ervaringen: ,,Natuurlijk schrijf ik als vrouw, want ik ben een vrouw.''
,,Toch geloof ik dat zelf-beelden en zelfportretten typisch voor het werk van vrouwen zijn,'' voegt de auteur daaraan toe. Niet alleen thema's en inhouden worden door Hemmerechts' persoonlijke ervaringen gevoed, ook haar taalgebruik is dat.

IN Altijd met uw gezever, gij voert Hemmerechts precies dat taalgebruik ten tonele. Hemmerechts wil zich ,,uittrekken tot Amsterdam'' en doet daarom haar best om ,,het pittoreske Vlaams'' waarin Nederlanders soms menen dat ze schrijft, te vermijden. ,,Ik hou me aan de voorschriften van het Nederlands.''
Ze houdt wel van het onverholen Vlaams waarin bijvoorbeeld een Geertrui Daem of een Leo Pleysier schrijven, maar zelf wil ze het Nederlands hanteren. Dat is in haar geval meer een noodzaak dan een keuze. ,,Elk schrijven is artificieel'', zegt Hemmerechts. En het Vlaams beheerst ze onvoldoende, want dat is door het Nederlands ,,gecontamineerd''. Ze wil dus Nederlands schrijven, maar houdt zo van het Vlaams, een taal die ze omschrijft als ,,gezellig, maar ook beklemmend; vertrouwd maar ook kneuterig''.
Het autobiografische karakter van haar schrijven dan. In ,,Gehuld in een regenjas'', waarin ze vooral over haar verhaal ,,Een huwelijk'' - ,,een autobiografisch experiment'' - reflecteert, bekent ze: ,,Ik steel als de raven.'' Dat kan niet anders: een schrijver valt niet samen met zijn of haar boek, zo simpel zegt ze dat nog eens: ,,Leven en kunst vallen goddank niet samen.''
In het eerste verhaal uit de bundel Kort kort lang (1996) stond het ook al te lezen: ,,'In wezen,' zei de schrijver, 'kan de schrijver twee kanten uit: de autobiografische en de andere'.'' Hemmerechts wil en kan geen keuze maken.

HEMMERECHTS verwerkt in haar essays niet alleen veel van haar eigen werk, ook andere - vooral Britse - literatuur komt aan bod. Ze mengt eigen en ander werk vrij luchtig, soms badinerend, maar in een ,,vrij schrale stijl'', zoals ze dat zelf noemt, nuchter en sober, want ,,geen miljoen woorden kunnen garanderen dat je ook nog iets zegt. De onoplosbare paradox van het schrijven: weten dat woorden niet deugen om iets te zeggen, maar er toch afhankelijk van zijn, al was het maar om dat te zeggen.''
Als Altijd met uw gezever, gij al een boodschap heeft, dan is dat ongetwijfeld het pleidooi dat Hemmerechts houdt om literatuur voor zich te laten spreken. Zo herinnert ze zich een BRT-cameraploeg die haar kort na haar debuut, Een zuil van zout, kwam opzoeken. Na het moeizame interview vol verbijsterende vragen die haar ,,met verstomming sloegen'', bedacht ze toen dat ze de interviewer misschien beter gewoon passages uit haar boek had voorgelezen.
,,Misschien zouden alle schrijvers zich daartoe moeten beperken. Ik lees nog altijd veel liever uit mijn werk voor dan dat ik erover praat, en laat de interpretatie van wat ik schrijf liever aan derden over. Als mensen me vragen waarover een boek van me gaat, sta ik met mijn mond vol tanden.''
Gewoon schrijven dus. En gewoon lezen. Vanuit de baarmoeder of niet.
FILIP DEVOS


DS Infobib DS Home

[ Infobib ] [ DS home ]

Hosted by www.Geocities.ws

1