Schrijver Emants, Marcellus

Titel Nagelaten bekentenis, Een

Jaar van uitgave 1894

Bron Vrij Nederland

Publicatiedatum 25-03-1978

Recensent Anton Koolhaas

Recensietitel - Emants dramatisch en niet achterhaald

Marcellus Emants (1 848-1923) heeft in zijn leven ruim twintig toneelstukken geschreven, naast poëzie, novellen en romans: niettemin is het juist een voor het toneel bewerkte roman 'Een nagelaten bekentenis', die op het ogenblik door de bewerking van Ton Vorstenbosch en de vertoning van Centrum hiervan, sterk de aandacht trekt op het toneel. Het ligt niet voor de hand om van "Een nagelaten bekentenis " een toneelbewerking te maken: niet zozeer door een gebrek aan dramatiek, maar door het beschouwend karakter van de roman. De hoofdpersoon bekent dat hij zijn vrouw heeft vermoord. Ffij is onophoudelijk met zich zelf bezig over de vraag, hoe hij tot die daad gekomen is. De figuren die hij daarbij voor de geest haalt en die hij toetst op de invloed die zij gehad kunnen hebben op de moord en de groei van de mogelijkheid tot moorden, worden door de bewerker Vorstenbosch (die met van Eedens Koele meren des doods' reeds zulk voortreffelijk werk heeft gedaan) met veel gevoel voor situaties ten tonele gevoerd.

Willem Termeer, de hoofdpersoon van Emants werk, reageert zowel direct als indirect op die personages. Hij spreekt actief met ze maar spreekt ook zijn gedachten uit en becommentarieert daarmee de situatie van zich zelf en van de anderen. Dat procédé heeft Eugene ONeill in zijn Strange interlude ook toegepast daarbij vaak op zoek naar contrasten tussen feitelijke dialoog en de gedachten van de sprekers of spreeksters. In "Een Bekentenis ", zoals de bewerking van "Een nagelaten bekentenis " heet, is het alléén Termeer wiens teksten op twee verschillende plans, of eigenlijk zijn het er drie, want ook het plan der eenzame reflecties is er bij, een indruk moeten geven van de groei naar de moord.

Vorstenbosch past het procédé met veel inzicht toe, want ongemerkt last hij ook scenes in, die voor het verloop van de geschiedenis van betekenis zijn en bij welke hij de hoofdpersoon een directe getuige maakt, zonder dat deze dus de gevolgen van de beluisterde gesprekken hoeft af te wachten. Daardoor ontstaat een directheid, waardoor het toneelpubliek, evenals de lezers van het boek, zich voortdurend kan identificeren met wat er zich in Tenneer zo ongeveer afspeelt. Er tussendoor plaatst Vorstenbosch ook nog flash backs, gebeurtenissen die ooit in het leven van Termeer hebben plaatsgevonden, die van belang zijn om de vernietigende frustraties, die de moordenaar heeft opgelopen, te kunnen duiden. Vorstenbosch heeft genoeg materiaal uit Emants boek gehaald om de ellende, de onzekerheid en de nijdasserige kwaadaardigheid van Tenneer, op zijn minst te kunnen begrijpen, al komt het singuliere van de man en het mislukte niet volledig over, doordat Termeer in zo'n toneelbewerking voortdurend actief is. Dat voortdurend actieve staat nu juist enigszins in tegenstelling tot de broeierigheid en de eenzaamheid die hem kenmerken in de roman. De middelen van het toneel zijn nu eerunaal andere dan die van de roman en juist op het punt van centrum van actie ontstaan in de toneelbewerking enkele verschuivingen van accenten, die het wegduwen naar de eenzaamheid minder overtuigend maken

als een motief om tot een moord te komen, dan in de roman het geval is. Daar werkte het toneelbeeld van Judith Lansink ook aan mee. Dat toneelbeeld was gebaseerd op drie gegevens: de slaapkamer van Anna, de vennoorde vrouw- de zitkamer bij de Termeers en de kamer van Termeer zelf. Maar als Termeer op een gegeven ogenblik zijn heil buiten de deur gaat zoeken en probeert de mooie Caroline tot zijn vaste maitresse te maken (maintenee heette dat toen; de vrouw die nette heren van geld gemonopoliseerd "kamerden"), spreidt zij haar wulpsheid gemakshalve op het bed en in de slaapkamer van Anna tentoon en een keer zelfs op de divan in de zitkamer: of althans een plaats die duidelijk bij de bedomptheid van het huis behoort. Dat kan om toneeltechnische redenen wel gewenst zijn, maar het miskent de duidelijke bedoeling van het heil buiten de deur zoeken. De spanning tussen Termeer en Anna is dan al heel groot geworden, Anna heeft duidelijk laten verluiden dat hij van haar geen bevrijding heeft te verwachten en hij ontvlucht het huis. En ook in die vlucht faalt hij, zoals hij altijd en overal gewild of ongewild gefaald heeft. Als hij Caroline méér geld geeft als vastrecht, verneemt hij als hij aanbelt toch van het meisje, dat meneer boven is. Aangezien Terineer zelf op de stoep staat, moet dat dus wel een andere niijnheer zijn en krols en bedrogen loopt hij langer dan een uur om het huis heen; zijn mislukken masochistisch verdiepend. Snel komt daarna het doden van Anna als bevrijding. Deze episode is belangrijk, omdat binnen en buiten het huis hier zo duidelijk de completering van het falen gegeven word@ binnen de denkbare omstandigheden thuis en in de wereld. De oplossing die de regisseur Peter Oosthoek had gegeven door Carolien een voor de omstandigheden nogal volgedoekte striptease te laten geven en enig wulps gewentel op Anna's bed kon kwalijk staan voor de erotische fantasieën die Termeer dan juist de deur uit gelokt hebben. Het is heel duidelijk dat de eisen die een reisdécor stelt niet veel kansen bieden op een binnen en een buiten, als juist de atmosfeer van het stuk op het verstikkend binnen rust, Men kan in een koningsdrama kwalijk een veldslag zich laten afspelen in de kamer waar die beraamd is. Zonder aan de bedoelingen van de schrijver afbreuk te doen. Maar dit was dan ook vrijwel het enige waarin de vertoning van de falende Termeer zelf faalde; in het algemeen was van het boek boeiend en op een zeer intelligente manier toneel gemaakt, dat door een uitverkochte zaal in stilte werd aanschouwd en dat het drama van Emants vaak op aangrijpende manier doet herleven. Een enkele keer wekte ongebruikelijk woordgebruik wat lachlust op, maar de motieven bleven levend. Voor de zoveelste keer in successie speelde Jacques Commandeur zeer bewonderenswaardig een buitensporig moeilijke rol. Nu eens volledig introvert, dan uitbundig extravert en voortdurend op alle plans van zijn geestelijke activiteit, als een gevangene van eigen mislukking; gebeukt, vernederd, ontmoedigd en langzaam kromgroeiend tot een geestelijk wrak. Het volstrekt onspectaculaire van de eigenlijke moord, met licht gemak bewerkstelligd, had iets lauw lugubers en maakte daardoor te meer effect in relatie tot de openingsscène van het stuk, waarin Termeer vlak na de moord een confrontatie heeft met de arts, die hem meedeelt wat nu verder de procedure zal zijn, die wel geen ernstige vonnen zal aannemen. Een prachtig stuk toneel, waarin het de dok-ter van Lou Steenbergen enigszins aan dubbelzinnigheid ontbrak, die het tegenspel van Terrneer groter spontaniteit en angst had kunnen geven voor de mislukking van zijn opzet. Eigenlijk is de opgave om deze roman op het toneel te realiseren voor alle medewerkenden behoorlijk moeilijk, omdat zij allemaal door de ogen van Terineer bezien worden en reageren volgens diens gedachten. Zéér goed bracht Cobi Stunnenberg dit er af, als Anna: monumentaal naar buiten, maar innerli k de ene schok na de andere overwinnend. Ben Hulsman speelde de ex-doniinee Hulsman, gek genoeg net iets naast de domineestoon (maar dat ligt misschien aan dat ex) Onno Molenkamp en Lou Steenbergen waren goed op dreef als resp. Anna's en Termeers vader. Voorts zag men met wisselend succes Margreet Heemskerk en Louise Robben in verschillende rollen. In de serie toneelbewerkingen, ondernomen door Vorstenbosch is "Een bekentenis " een zeer geslaagde. Oosthoek@ regie was constiencieus en gaaf, op die steek na dan, die hij liet vallen met de "lustige" plaatsing van Carolien. Wel gaan kijken.

 

Hosted by www.Geocities.ws

1