NRC
Handelsblad, 17 juli 1998
Een
Zeeuwse galeislaaf
JUDITH
EISELIN
Thea Beckman: Vrijgevochten. Lemniscaat,
234 blz. Vanaf 9 jaar. fl. 29,50
Ontdekkingsreiziger of
schrijver wilde ze als kind later worden. Ondanks de tegenwerking van haar
ouders, die haar naar een opleiding voor naaister stuurden, lukte het haar. In
de tweeentwintig boeken die Thea
Beckman schreef, wordt gereisd over de hele wereld en
dwars door de tijd. Haar nieuwste boek, Vrijgevochten, gaat over een Zeeuwse
jongen in de achttiende eeuw, die na een aanvaring met een kaperkapitein voor
de kust van Cadiz belandt op de slavenmarkt in
Tunesië.
Thea Beckman debuteerde in 1957
met het inmiddels door haarzelf verguisde kinderboek
De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder. Noch dit boek, noch de
roman die ze vervolgens voor volwassenen schreef (Anjers voor Adèle) werd een succes. Begin jaren zeventig begon haar
zegetocht als jeugdboekenauteur met Met Korilu de Griemel rond. Het werd
bekroond met een Zilveren Griffel. In 1974 volgde goud voor Kruistocht in
spijkerbroek. Vooral door de Kinderjury werd Beckmans
jongste werk sindsdien steeds weer uitverkoren tot lievelingsboek van het jaar.
Beckman wordt deze maand vijfenzeventig. Nog altijd
verschijnt van haar hand bijna elk jaar een dik boek. Op de vraag wat haar
drijft antwoordde de schrijfster, die klein van stuk is, eens dat ze er een
stapel van kon maken waar ze opklom om haar man te kussen. Onlangs werd Thea Beckman voor haar hele
oeuvre geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Het thema van haar nieuwe
jeugdroman, Vrijgevochten, is het verlies van het recht op zelfbeschikking.
Zoals bijna altijd bij Beckman is de hoofdpersoon, de
jongeling Jasper de Bonte, een blijmoedig en eigenzinnig type. Tegen de wens
van zijn vader in verkiest hij het ruime sop boven een bestaan als timmerman.
Maar zijn schip wordt gekaapt door een onverlaat die de bemanning op de
slavenmarkt van Tunis verkwanselt voor een paar luizige duiten.
Wie veel Beckman
leest, gaat vanzelf zo formuleren. Een zekere oubolligheid van stijl kenmerkt
al haar boeken, die meestal episch-historisch van
aard zijn. Goed gedoseerd kan een enkele archaïsche uitdrukking wel bijdragen
aan de couleur locale van de historische (jeugd)roman. Maar in Vrijgevochten
vergaloppeert de schrijfster zich, zoals in haar meest recente boeken wel
vaker. Al te nadrukkelijk hoedt ze zich voor modern taalgebruik.
In zijn vlegeljaren 'dartelt' Jasper met twee kameraden door 'de goede stad Zierikzee'. 'Boefjes' zijn het, ofwel: '[-] lieverdjes
waren de drie vrienden niet'. Beckman heeft veel
woorden nodig om het effect van hun kattenkwaad op de markt te beschrijven:
'Dat was dolle pret, tot er eentje struikelde en zo'n
handelaar de kans kreeg hem een oorveeg te geven die hem deed suizebollen. Maar
juist het feit dat ze kans liepen een pak rammel te krijgen voelden de jongens
als een uitdaging. Gevaar gaf sjeu aan het leven! [-] had vader Cats niet geschreven: Wie
zijn kinderen liefheeft, tuchtigt ze?'
Beckman stelt zich ten doel haar boeken tot op de laatste
bladzijde spannend te laten zijn. Zeker voor een kinderboekenschrijver is dat
een prijzenswaardige inzet. Maar het niveau van Kruistocht in spijkerbroek, de
trilogie over de Honderjarige Oorlog en met name de drie boeken over Thule
bereikt Beckman niet meer.
Ondanks de omhaal van woorden
gaan de ontwikkelingen in Vrijgevochten te snel. Jasper is achtereenvolgens
slaaf van een elitesoldaat, zieke bij een Arabisch volk van holbewoners,
landbouwer in een oase en galeislaaf. Beckman heeft
willen laten zien hoe er met een slaaf gesold wordt. De snelle opeenvolging van
gebeurtenissen maken zijn lot echter weinig invoelbaar. De karakters blijven
sjablonen. Dat Jasper liever galeislaaf wordt dan als bekeerling met een
beeldschone Tunesische trouwt, is ongeloofwaardig. De schrijfster is er
nauwelijks in geslaagd duidelijk te maken hoe belangrijk zijn geloof voor hem
is, hoe belangrijk ieders geloof toentertijd was.
Ergerlijk is ook de snelle
omwenteling in Jaspers denkbeelden. Als eenvoudige Zeeuw beschouwt hij negers
als een soort dieren. Er is echter weinig voor nodig om van hem een meer dan
verlicht man te maken: 'Opeens wendde hij zich tot de
zwarte slaaf. ``Mkambe, heb jij nooit heimwee?'' [-]
Onbeweeglijk staarde de zwarte man hem aan. ``Heimwee,'' zei hij zacht. ``Ja,
heimwee... hebben we dat niet allemaal?''' En dan, even verder op dezelfde
pagina: 'Ook Mkambe had heimwee. Hebben we dat niet
allemaal, had hij gezegd. Die zwarten zijn net als wij, dacht hij, het zijn
gewoon mensen, met menselijke gevoelens... en verdriet!'
Zoals altijd voor haar
historische kinderboeken pleegde Beckman veel research. Ze reisde zelfs naar Tunesië om het plein te zien
waar eens blanke slaven werden verhandeld. Er zijn dan ook momenten waarin de
wereld uit Vrijgevochten ineens wel tot leven komt. Dan zie je het voor je: hoe
slanke galeien zich door de golven boren, hoe dromedarissen over het zand
deinen.