Algemene regels
De deelnemers aan een wedstrijd moeten de regels van de FIS en de aanwijzingen van de jury opvolgen, zo blijkt uit de officiele FIS-regels. Ook moeten zij zich naar de organisatie, de officials en het publiek toe correct en sportief gedragen.
Uit de regels blijkt expliciet dat doping verboden is. Desondanks is de Russische springer Dimitri Vassiliev in 2001 betrapt op het gebruik van Lasix, een middel dat ervoor zorgt dat de waterafvoer uit het lichaam sneller verloopt dan normaal waardoor een springer voor een korte periode minder weegt dan normaal. Vassiliev werd geschorst voor 2 jaar.

De jury
De jury heeft de taak ervoor te zorgen dat de hele competitie inclusief de trainingen volgens de FIS-regels verloopt. De jury beslist onder andere vanaf welke balk er gesprongen wordt en bij welke windsterkte, maar ook over een eventuele herkansingsprong.
En natuurlijk geeft de jury de punten voor de stijl van de sprong.

De uitrusting van de springers
Een springer mag alleen aan een wedstrijd mee doen met een uitrusting die aan de FIS-regels voldoet. Elke deelnemer is verantwoordelijk voor zijn eigen uitrusting (ski's, bindingen, schoenen, pak enz.).
Voor het pak geldt dat deze slechts 6 centimeter wijder mag zijn dan lichaam. Steekproefsgewijs worden controles uitgevoerd op vastgestelde meetpunten. Heeft een springer een te wijd pak, dan wordt hij voor de betreffende wedstrijd gedisqualificeerd. Dit komt geregeld voor.
Ook kunnen er op verzoek controles uitgevoerd worden.

Het springen zelf

De jury bepaalt vanaf welke balk wordt gesprongen. Als er eenmaal een startplaats is bepaald, mag die niet meer veranderd worden. Is het toch nodig de balk omhoog of omlaag te verschuiven, dan moeten alle springers die voor de verschuiving aan de beurt zijn geweest opnieuw springen.
Er mag pas gesprongen worden als het startsignaal gegeven is. Dit signaal mag pas gegeven worden als de voorgaande springer zijn sprong afgemaakt heeft.
Als een speler wegens overmacht te laat aan de start verschijnt, kan hij zich tot de jury wenden met het verzoek om hem alsnog te laten springen. Ook als een deelnemer tijdens de sprong gehinderd wordt door een official, het publiek of andere omstandigheden kan hij een herkansing aanvragen bij de jury.

Aantal deelnemers

In de kwalificatie voor de individuele competitie heeft ieder land het recht om tenminste 4 springers af te vaardigen. Het maximum bedraagt 8 springers. Het land dat de betreffende wedstijd organiseert mag 18 springers laten meedoen in de kwalificatie. Dit voorrecht geldt voor een maximum van 2 wedstrijden. Vinden er meer dan 2 Wereldbekerwedstrijden plaats in 1 land, dan gelden voor de overige wedstrijden de normale regels.
De beste 15 van de Wereldbekerranglijst hoeven zich niet te kwalificeren, zij mogen sowieso meedoen aan de wedstrijd. Van de overige deelnemers (degenen die plaats 16 of lager hebben op de lijst) mogen de beste 35 van de kwalificatieronde door, zodat het totaal op 50 komt.
Als er minder dan 50 springers willen meedoen aan een wedstrijd is er geen kwalificatieronde nodig. Wel moet er dan een oefenronde plaats vinden.
Na de 1e ronde mogen er nog 30 springers door naar de 2e ronde. Deze 30 kunnen op 2 manieren bepaald worden: via het normale systeem waarin eenvoudigweg de 30 besten doorgaan, of via het knock-outysysteem, dat alleen gebruikt wordt tijdens de wedstrijden van de vierschansentoernee. De 50 springers worden in 25 paren verdeeld die tegen elkaar moeten springen. Van elk paar mag de beste door naar de 2e ronde. De 5 overige plaatsen (er doen immers 30 springers mee in de 2e ronde) gaan naar de 5 beste verliezers, de zogeheten 'lucky losers'.
Bij elke ronde is de startvolgorde zodanig dat de slechtste springers als eerste aan de beurt komen en de beste springers als laatste.

De prijsuitreiking

Prijzen kunnen bestaan uit een aandenken, diploma's, cheques en geld. De FIS bepaalt wat de minimum- en maximumbedragen zijn, die altijd in Zwitserse Francs vastgesteld worden.
Het is verboden prijzen uit te reiken voor het behalen van records.
Als 2, of meer, deelnemers hetzelfde puntenaantal behalen, belanden ze op dezelfde plaats en krijgen ze exact dezelfde prijzen uitgereikt. De prijzen moeten uiterlijk op de laatste dag van een competitie of evenement uitgereikt worden. In de praktijk worden de prijzen meestal binnen 10 minuten na het einde van de wedstrijd uitgereikt. De 3 beste springers mogen op het podium plaatsnemen en krijgen in ieder geval een medaille. De nummers 4 t/m 6 mogen naast het podium staan en krijgen een oorkonde.
Deelnemers die zonder geldige reden niet verschijnen op prijsuitreiking verliezen hun recht op enige prijs inclusief het prijzengeld. In bijzondere gevallen mag een ander lid van zijn team de prijs in ontvangst nemen, maar deze mag geen plaats nemen op het podium.

terug
Schansspringregels
Hosted by www.Geocities.ws

1