1934 FEDERATIO UNIVERSALIS DIRIGENS ORDINES SOCIETATESQUE INITIATIONIS

"Hades en Dionysus, tere ere van wie zij in waanzin en roes verkeren, zijn een en dezelfde."
( Heraclitus )

De F.U.D.O.S.I. is geen Orde. De bedoeling van de F.U.D.O.S.I. was esoterische, occulte en mystieke broederschappen te binden in een federatie met respect voor de autonomie van elke Orde die er deel van uitmaakte.

Uit de geschiedenis weten we dat dit niet de eerste poging was. Papus had op 9/6/1908 dezelfde intenties, echter zonder resultaat.

Een gelijkaardige poging werd reeds ondernomen in 1888 en 1889. De pioniers waren Belgen net zoals met de F.U.D.O.S.I..

Op 28 en 29 maart 1888 werd er een Congres gehouden voor achttiendegraads-Vrijmetselaren waar Gustave Jottrand en Goblet d’Alviella ( 1846 - 1925 ) de Voorzitters waren. Frankrijk stuurde Louis Amiable en Lucien Brun. De Verenigde Staten stuurde eveneens twee afgevaardigden. Het onderwerp van de vergadering was de esoterische inhoud van de 18� graad - Souverein Prins van het Rozekruis - uit de Schotse Ritus van de Vrijmetselarij.

Een ander Congres voltrok zich van 9 tot 16 september 1889 te Parijs onder de algemene tittel "Congr�s spirite et spiritualiste international". Talrijke afgevaardigden uit Europa, Noord- en Zuid-Amerika en het Oostelijke gedeelte van Europa congresseerden broederlijk naast mekaar. Hierop aanwezig waren : G�rard Encausse ( Papus ), Stanislas de Gua�ta , George Monti�res, Leonce de Larmandie, Barlet, Ely Star, Eug�ne Nus, Arthur Arnould, P.G.Leymarie, Jules Lermina, Gabriel Delanne, L�on Denis, hertogin de Pomar en talrijke anderen. De Ordes en genootschappen die tot het congres behoorden waren : de Martinisten, de Hermetic Brotherhood of Luxor, L’Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix en het Theosofische genootschap. Het verslag van dit congres telt 464 bladzijden.

De volgende stap was 9/6/1908. In grote en omvang was dit het belangrijkste Congres ooit gehouden. Het was ontstaan onder de verantwoordelijkheid van Papus en Victor Blanchard. Niet minder dan 20 Ordes en genootschappen waren hierop vertegenwoordigt. Voorzitter was Papus, sekretaris Victor Blanchard, assistent sekretaris Paul Veux, schatbewaarder Chacornac. De leden van de organisatie waren : M. Beaudelot, Biagini, Charles Blanchard, Bonnet, H. Brouilloux, E. Dace, Desjobert, Ch. Dubourg, Henri Durville, Faugeron, Genty, Ren� Gu�non, Etienne Garin, Albert Jounet, Merle, Albert et L�on No�l, Phaneg ( Georges Descorniers ), Schmid, T�der ( Charles D�tr� ) en Thomas. Op dit congres waren o.a. aanwezig John Yarker, Frosini en Theodor Reuss.

L’Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix, het Grootoosten van Duitsland, de Zonen van Isma�l ( arabische Vrijmetselarij )(1), vertegenwoordigers van de gemengde Orde ‘Le Droit Humain’, de Grootloge van Spanje, de Symbolische Grootloge uit Spanje, de Portugese Grootloge, de Oude en Primitieve Ritus van Groot-Brittanni� en Ierland, de Swedenborg Ritus uit Groot-Brittanni�, la Grande Loge du Cap-Vert, de Blauwe Ritus uit Argentini�, de Grootloge uit Ohio (USA), de Grootloge van Sint-Jan uit Massachusetts (USA), de Duitse en Franse Swedenborg Ritus, de Orde der Illuminanten uit Duitsland, de Hoge Raad uit Mexico, de Hoge Raad van de Misra�m Ritus en de Egyptische Ritus uit Itali�, de Esoterische Rozekruisersorde en de Martinisten. (2)

Ondanks deze indrukwekkende lijst moet wel worden gezegd dat het merendeel van de aanwezigen tot de Vrijmetselarij behoorden. De situatie van de F.U.D.O.S.I. is hiermee niet vergelijkbaar. De F.U.D.O.S.I. was minder groots opgezet maar vertegenwoordigde meer traditionele Ordes uitgezonderd de Vrijmetselarij op uitzondering van de Memphis-Misra�m Ritus die dan nog uit de F.U.D.O.S.I. werden gezet.

De F.U.D.O.S.I. heeft het accent meer gelegd op de traditionele Rozekruisersordes en de Martinisten.

Er werden reeds talrijke speculaties gemaakt omtrent een mogelijk lidmaatschap van Emile Dantinne van de Vrijmetselaarsorde. Sar Asunta stelt deze vraag in zijn studie en laat ze verder onbeantwoord. Nochtans is het antwoord zeer eenvoudig. De documenten gepubliceerd in deze studie tonen ons onweerlegbaar de redenen waarom de Vrijmetselarij niet uitgenodigd was om in de F.U.D.O.S.I. te zetelen. Het document in het hoofdstuk van de ‘Ordo Aurea en Rosae Crucis’ en vooral de documenten 5 en 6 in dit hoofdstuk, voor het eerst gepubliceerd in een studie over broederschappen, stellen duidelijk de contouren vast waarom Emile Dantinne gekant was tegen de Vrijmetselarij. Zijn sterk ‘antisemitische’ houding, die tevens uit deze documenten blijken, kan hiermee ‘onweerlegbaar’ worden bewezen.

Tijdens de periode van het Interbellum ( 1918 - 1940 ) werd het centrum van vele occulte en mystieke bedrijvigheid verlegd van Frankrijk naar Belgi�.

Belgi� werd als het ware het brandpunt van vele broederschappen die tot op de dag van vandaag nog talrijke internationale vertakkingen kent.

In totaal waren er 8 bijeenkomsten van de F.U.D.O.S.I. : 1934 - 1936 - 1937 - 1939 - 1946 - 1947 - 1949 en 11951. Alle bijeenkomsten hadden plaats in Brussel uitgezonderd die van 1937 en 1947 die in Parijs plaats hadden.

Gedurende de geschiedenis van de F.U.D.O.S.I. van 1934 tot 1951 werd er gesleuteld aan de samenstelling van de absolute leiding van de F.U.D.O.S.I. ( drie Imperators ) en de Raadsleden ( 12 in totaal ).

Steeds werd er voor gezorgd, in navolging van de poging van Papus, om leden te betrekken die in de oorspronkelijke Ordes opgericht in 1888 en 1891 ‘L’Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix’ en ‘Supr�me Conseil de L’Ordre Martiniste’ hadden gezeteld.

Dit geldt voor Augustin Chaboseau en Lucien Chamuel ( Mauchel ).

Ook de F.U.D.O.S.I. had haar wortels in het verleden. In 1930 zocht Spencer Lewis contact met Heinrich Tr�nker ( Recnartus ) ( 1880 - 1956 ) die naar zijn eigen zeggen de opvolger was van Theodor Reuss. Tr�nker was de stichter van het ‘Collegium Pansophia’. Op hetzelfde moment werd AMORC als Orde ge�nstalleerd in Frankrijk onder het Grootmeesterschap van Dr. Hans Gr�ter ( 14/6/1878 - 1953 ) een tandarts uit Nice van Zwitserse afkomst. Gr�ter was vrijmetselaar (33�), lid van Memphis-Misra�m (97�) en lid van B’nai B’rith. Hij was een tijd lid van de Supr�me Conseil de la Grande Loge de France en voorzitter van het kapittel Philosophie Ecossaise Internationale.

Op 20/3/1935 begon Sar Hieronymus een aantal Ordes te contacteren in het vooruitzicht op een gelijkaardig Congres zoals in 1908. De eerste genodigden waren ‘La Rose+Croix Universitaire’, ‘L’Ordre d’Herm�s T�tram�giste’, ‘L’Ordre of the Odd Fellows’, de ‘Ritus van Memphis-Misra�m’ ( Belgi� ) en de ‘Orde der Brahmanen’. De Orde of the Odd Fellows en de Orde der Brahmanen gingen er niet op in. De eerste twee Ordes vielen onder de verantwoordelijkheid van Sar Hieronymus en de Rite van Memphis-Misra�m onder die van Sar Elgim ( Jean Mallinger ). Jean Mallinger was discipel en trouwe vriend van Emile Dantinne. Deze bijeenkomst mag dan ook beschouwd worden als een ‘onderonsje’. De Orde der Brahmanen heeft overigens in deze betekenis niets te maken met de Brahmanen uit Indi�. Zij waren een Pythagoreense Orde. Gelijkaardige Pythagoreense Ordes kennen we ook onder de naam ‘De vrienden van de Tabak’ of ‘Tabakologisten’. Ze zijn ook bekend onder de naam ‘Nicotiniaten’ naar een van de leiders Jean Nicot. Deze Ordes waren de voortzetters van de ‘Fratelli Obscuri’. In 1575 stelden ze de eerste constitutie op. Onder de eerste leden vinden we Henri More, Theophile Gale en Thomas Gale, Robert Cudworth en Sir Walter Raleigh. Deze laatste was een van de leiders en lanceerde de mode van het gebruik van tabak. Vandaar hun naam.

In het jaar 1932 begon Emile Dantinne ( Sar Hieronymus ) te corresponderen met Spencer Lewis. In 1933 kreeg Spencer Lewis de graad van ‘Doctor in Psychological and Hermetic Sciences’ van de ‘l’Universit� de la Rose+Croix’ Belgi�. Hij kreeg tevens de verheven titel van Sar.

Een kopie van dit document is bewaard gebleven in de stedelijke Bibliotheek van Lyon. Het document dateert van 12/3/1933. Het document draagt het nummer 21 uit het dossier van ‘L’Universit� de la Rose+Croix’ getekend door Jean Mallinger ( Sar Elgim ), Emile Dantinne, Lucien Fran�ois de archivaris en Sar Sapiens de direkteur van de afdeling. Dit document was het resultaat van contacten tussen Jean Mallinger en Harvey Spencer Lewis op initiatief van Specer Lewis in 1931.

In datzelfde jaar zocht Dantinne contact met Victor Blanchard ( Sar Y�sir ) Grootmeester van ‘L’Ordre Martiniste et Synarchique’, die op het convent van 1908, ingericht door Papus, aanwezig was. Sar Hieronymus, Sar Alden ( Spencer Lewis ) en Sar Y�sir begonnen de voorbereidingen van de nog op te richtten F.U.D.O.S.I..

Eerste Convent :

Het eerste Convent had plaats van 8 tot 16 augustus 1934.

Op 8 augustus 1934 opende Sar Hieronymus het eerste convent van de F.U.D.O.S.I. te Brussel. De openingsrede van Sar Hieronymus werd gepubliceerd in 1935 in het tijdschrift ‘La Rose+Croix’ van Jollivet-Castelot, de leider van ‘L’association Alchimique de France’.

De eerste conventiedag 8 augustus 1934 was voorbehouden voor de Rozekruisersordes.

Op deze stichtingsconferentie was aanwezig :

Emile Dantinne ( Sar Hieronymus ) ( Imperator voor Europa ) en tevens afgevaardigde van ‘L’Ordre Universelle de la Rose+Croix’.

Jean Mallinger ( Sar Elgim ) afgevaardigde voor ‘L’Ordre Universitaire de la Rose+Croix’.

Spencer Lewis ( Sar Alden ) afgevaardigde voor AMORC in de U.S.A. en de ‘Militia Crucifera Evangelica’.

Hans Gr�ter ( Sar Iohannes ) Grootmeester van AMORC Frankrijk.

Jeanne Guesdon ( Sar Puritia ) Grootsecretaris van AMORC Frankrijk.

Many Cihlar ( Sar Emmanuel ) Grootsecretaris van AMORC Oostenrijk.

Victor Blanchard ( Sar Y�sir ) als afgevaardigde voor ‘L’Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix’ als plaatsvervanger voor Lucien Chamuel Grootmeester van deze Orde.

August Reichel ( Sar Amertis ) - Grootmeester van AMORC Zwitserland als plaatsvervanger van Edouard Bertholet ( Sar Alkmaion ) ( zie foto van Margueritte de Lalancy ) en tevens afgevaardigde voor de ‘Confr�rie des Fr�res Illumin�s de la Rose+Croix’ en afgevaardige voor ‘L’Association Alch�mique de France’ van Jollivet-Castelot.

Ordre Hermetiste T�tram�giste et Mystique

Op 9 augustus 1934 was er tevens een bijeenkomst onder de auspici�n van de F.U.D.O.S.I. van ‘L’Ordre Hermetiste T�tram�giste et Mystique’ ( Orde der Pythagoree�rs ). Hier waren aanwezig :

Emile Dantinne als Universeel Grootmeester van deze Orde.

Georges de Lagr�ze Grootmeester voor het Perfekte Vierkant ( synoniem voor Grootloge ) voor Frankrijk en Zwitserland.

( In december 1934 worden beide landen gescheiden als twee Perfekte Vierkanten. Lagr�ze behield Frankrijk en August Reichel kreeg het Perfekte Vierkant van Zwitserland toegewezen ).

Luis Fitau consul voor Chili in Brussel, werd door Dantinne geautoriseerd als Grootmeester van het Perfekte Vierkant in Chili. Luis Fitau bleef dit tot in 1939.

Fran�ois Soetewey Grootmeester voor het Perfecte Vierkant van Belgi�.

Ritus van Memphis-Misra�m

Deze Ritus had zijn conventiedagen van 8 tot 14 augustus 1934.

Op 15 augustus 1934 werd op aanvraag van de Hierophant ( de grote leider ) Guerino Troilo de Rosario(33�98�) ( Argentini� )( Troilo vertegenwoordigde 60 Loges ) de konventie voor de Ritus van Memphis en Misra�m geopend. Troilo was zelf niet aanwezig maar had volmacht gegeven aan Jean Mallinger (33�97�). Deze derde dag ging over de organisatie van deze Ritus. Guerino de Troilo de Roisario was ingewijd door de Italiaan Giambattista Pessina de opvolger van Garibaldi die stierf op 2/6/1882.

De Riten werden definitief vastgelegd op 99 graden. De eerste 90 graden zijn de symbolische inwijdingsgraden gevolgd door 9 administratieve graden. In hi�rarchische volgorde : 99� De Grote Onzichtbare Hi�rophant, 98� De Grote Universele Hi�rophant, 97� alle leden van de Opperraad ( Supr�me Conseil ) en 96� De Souvereine Grootmeesters.

Jean Mallinger was tevens afgevaardigde en gevolmachtigde voor Jose-Rafa�l Canedo (33�97�) Grootmeester voor Bolivi�. Verder waren ook aanwezig Georges de Lagr�ze, die de gevolmachtigde afgevaardigde was voor Jean-Henri Probst-Biraben (33�97�)(    - 1957 ), Pedro Bersetche (33�97�) de afgevaardigde voor Uruguay, Victor Blanchard (33�97�), Hans Gr�ter (33�97�) ( Zwitserland en Frankrijk ) en August Reichel ( Oostenrijk ). Enkele dagen later werden de rangen vervoegd door Spencer Lewis ( U.S.A.), Maurice De Seck, Many Cihlar ( Oostenrijk ), Luis Fitau ( Chili ) en Jos�-Rafa�l Canedo (33�97�) ( Bolivi� ).

Troilo werd Grootmeester voor de hele wereld en Georges de Lagr�ze werd Waarnemend Grootmeester voor de hele wereld. Hans Gr�ter (33�97�) werd Plaatsvervangend Grootmeester, Jean-Henry Probst-Biraben (33�-97�) werd Grootraadslid en Victor Blanchard (33�97�) werd de Liturgist. De Hoge Raad ( Souverain Conseil ) werd samengesteld uit : Raoul Fructus (33�95�), Luis Fitau (33�95�), August Reichel (33�90�) en Maurice Fallot (33�90�).

Het convent werd geopend door Georges de Lagr�ze (33�97�). Sommige broeders werden op deze conferentie officieel ingewijd.

Georges de Lagr�ze, Jean Mallinger en Maurice De Seck werden ingewijd in de graden (33�97�) ; Many Cihlar (18�) ; Spencer Lewis (66�87�88�89�90�) ; Hans Gr�ter, Raoul Fructus ( Frankrijk ), Victor Blanchard, Luis Fitau, August Reichel, Maurice Fallot (33�90�) en Categno ( Pedro Bersetche )(66�87�88�89�90�).

Op 11 augustus werd de gemengde ritus van Memphis en Misra�m ge�nstalleerd. Er werd een Hoge Raad opgericht onder leiding van ‘Le Grand Invisible Hierophant’ Armand Rombauts (33�99�) die de naam droeg van Or-Zam. De stoel van de Internationale Voorzitter van de Grote Raad werd ingenomen door Raoul Fructus, Leon Lelarge werd Grootsecretaris, Leopold Augier werd Schatbewaarder de Assistent Schatbewaarder was zuster Fructus. Constantin Platounoff werd Grootmeester van de Ceremonie�n, George Delaive ( Sar Kryptos ) werd Groot Redenaar ( Grand Orateur ) en Ernest Froment werd Assistent Groot Redenaar.

De conventie werd afgesloten op 14 augustus 1934.

Het Martinisme

Ook het Martinisme (3) had zijn conventiedagen van 9 tot 16 augustus 1934. Victor Blanchard als Grootmeester was Voorzitter van de Conventie. Hij was tevens afgevaardigde voor ‘L’Eglise Gnostique Universelle’ van Lucien Chamuel ( Tau Bardesanes ). Blanchard was tegelijkertijd afgevaardigde voor de ‘Supr�me Conseil de l’Ordre Kabbalistique la Rose+Croix’ welke complementair is aan de Martinistenorde.

Door de aanwezigheid van Victor Blanchard op dit convent werd het Martinisme opnieuw ge�ntroduceerd in Belgi�. Emile Dantinne werd op dit convent als Martinist ingewijd. Hetzelfde onderging Spencer Lewis en nog andere dignitarissen van de F.U.D.O.S.I..

Op deze conventie waren op 14/8/1936 de volgende Ordes vertegenwoordigt :

Ordre de la Rose+Croix Universelle ( Sar Hieronymus )

Ordre de la Rose+Croix Universitaire (Sar Hieronymus en Sar Elgim )

Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix ( Sar Y�sir voor Lucien Mauchel )

Confr�rie des Fr�res Illumin�s de la Rose+Croix ( Sar Amertis )

A.M.O.R.C. voor de U.S.A. ( Sar Alden, Sar Emmanuel, Sar Iohannes )

Militia Crucifera Evangelica ( Sar Alden )

Ordre Ancien et Mystique de la Rose+Croix ( Zwitserland ) ( Sar Amertis voor Sar Alkma�on )

Soci�t� Alchimique de France ( Sar Amertis )

Ordre des Samaritains Inconnus ( Sar Amertis )

Ordre Hermetiste T�tram�giste et Mystique ( ou Ordre Pythagoricien ) ( Sar Succus en Sar Helios )

Ordre Martiniste et Synarchique ( Sar Y�sir )

Fraternit� des Polaires ( Polen ) ( Sar Y�sir )

Ordre Ma�onnique Ori�ntal de Memphis-Misra�m ( stricte observance ) ( Sar Iohannes, Sar Ludovicus )

Gemengde Orde van Memphis-Misra�m ( Sar Laya en Sar Fulgur )

L’Eglise Gnostique Universelle ( Tau Targelius ( Victor Blanchard ))

Besluit van deze eerste conventie :

Op deze eerste conventie werden uiteindelijk 12 Raadsleden gekozen die voortaan de Supr�me Council zouden vormen geleid door drie Imperators : Sar Hieronymus voor Europa, Sar Alden voor het Amerikaanse continent en Sar Y�sir voor Oost-Europa. De Grand Chancellery stond onder leiding van Sar Helios - Marc Lanval die secretaris werd. Het symbool van de F.U.D.O.S.I. was een creatie van Sar Alden.

Kort na deze eerste conventie waren er moeilijkheden in de opvolging van de Ritus van Memphis-Misra�m. De drie Imperators beslisten deze Orde uit de F.U.D.O.S.I. te zetten op 1/08/1935. Marc Lanval werd vervangen door Jean Mallinger die Grootraadslid werd van de F.U.D.O.S.I.. De uitzonderlijke geschiedenis van dit gebeuren werd reeds besproken in het hoofdstuk ‘1870 Rite Ancien et Primitif de Memphis-Misra�m’ paragraaf ‘Memphis-Misra�m in Belgi�'. ( document )

In dit zelfde jaar 1935 brak August Reichel met de F.U.D.O.S.I. die in alle ijdelheid gezocht had naar een afspraak met de Ordes rond Constant Chevillon in Lyon. Uiteindelijk keerde August Reichel terug onder het leiderschap van Constant Chevillon die in concurrentie met de F.U.D.O.S.I. een andere groepering had georganiseerd namelijk de F.U.D.O.F.S.I. ( Federation of Orders and Fraternities of Initiates ) in samenwerking met Reuben Swinburne Clymer de leider van de ‘Fraternitas Rosae Crucis’ uit Quakertown en een aartsvijand van Spencer Lewis.

Constant Chevillon was de opvolger van Jean Bricaud en stond aan het hoofd van talrijke broederschappen. De F.U.D.O.F.S.I. was ontstaan als een confrontatie met Harvey Spencer Lewis. Clymer schrijft dit letterlijk aan een brief aan Chevillon op 12/12/1935. Constant Chevillon benoemde Clymer tot Commandeur des Ch�valiers de l’Ordre du Saint-Graal voor Frankrijk.

De eerste bijeenkomst van de F.U.D.O.F.S.I. had plaats in februari 1939 te Parijs. Op dit convent waren aanwezig : Reuben Swinburne Clymer, Alfred I. Sharp, graaf Jean de Czarnomsky, Constant Chevillon, Henri-Charles Dupont, Henri Dubois, Raoul Fructus ( die aanwezig was op het eerste convent van de FUDOSI - de rivaal van de FUDOSFI - en blijkbaar andere idee�n had opgedaaan ), Andr� Fayolle, Nauwelaerts, Laug�nier en Camille Savoir. Nadien vervoegde Hans Rudolf Hilfiker-Dunn ( Ordo Templi Orientis ) en Arnold Krum-Heller ( Fraternitas Rosicruciana Antiqua ) de rangen.

Camille Savoir was de vernieuwer van het R.E.R. ( Rite Ecossais Rectifi� ). Hij was lid van de Grand Prieur� d’Helvetia. Het was hij die samen met Edouard de Ribaucourt en dokter Bastard aan de oorsprong lag van de G.L.N.F. ( Grand Loge Naional Fran�aise ). In 1935 stichtte zij eveneens de Grand Prieur� des Gaules. Savoir was eveneens lid van de Grand-Ori�nt en van de Memphis-Misra�m Ritus. Hij was zeer bevriend met Constant Chevillon.

Er kwam een tweede conventie van de F.U.D.O.S.I. in september 1936 eveneens te Brussel. De derde conventie had plaats te Parijs in augustus 1937.

Vierde Convent :

De vierde conventie van de F.U.D.O.S.I. had plaats in Brussel van 4 tot 10 september 1939. Deze conventie werd geopend door Sar Hieronymus. Sar Alden was ondertussen overleden en Sar Y�sir ( Victor Blanchard ) had zijn ontslag ingediend als Imperator van de F.U.D.O.S.I.. De driehoek van de Imperators waarvan er twee stoelen vrij waren moest worden herkozen. Augustin Chaboseau werd een van de vervangers waardoor ‘L’Ordre Martiniste Traditionnel’ de plaats innam van Victor Blanchard’s ‘Ordre Martiniste et Synarchique’. (4) Sommigen van de andere leden van de F.U.D.O.S.I. gingen over naar deze Orde. Jeanne Guesdon ( 1884 - 1955 ) ( Grootraadslid ) en Georges dde Lagr�ze ( Principal Inspector ) waren hier voorbeelden van. Spencer Lewis was in datzelfde jaar op 2 augustus gestorven en had in zijn testament zijn zoon Ralph Lewis vooropgesteld als zijn opvolger. Op 12 augustus werd dit tot verkiezing aan de Raad voorgesteld. Ralph Maxwell Lewis werd voorgesteld als de opvolgende Imperator van AMORC. Op de vierde conventie werd hij dan de definitieve afgevaardigde Imperator van AMORC. De nieuwe driehoek werd uiteindelijk samengesteld door Emile Dantinne, Ralph Lewis ( Sar Validivar ) en Augustin Chaboseau ( Sar Ka�rmaduch ).

Victor Blanchard werd als Grootmeetser van ‘L’Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix’ opgevolgd door Augustin Chaboseau.

‘The Fraternit� des Polaires’, welke onder de voogdij stond van Victor Blanchard, verlieten de F.U.D.O.S.I. terwijl de ‘Ordre du Lys et du L’Aigle’ en de ‘Union Synarchique de la Pologne’ aan de F.U.D.O.S.I. werden toegevoegd.

Op deze conventie vroeg Ralph Maxwell Lewis aan de Raad of hij toelating kreeg om ‘L’Ordre Martiniste Traditionnel’ in de Verenigde Staten te mogen installeren. De Belgische Orde gaf hiertoe de nodige erkenning. Jeanne Guesdon, Georges de Lagr�ze en Augustin Chaboseau gaven Ralph Lewis het Charter als ‘Sovereign Delegate and regional Grand Master of the TMO for the United States’. ( TMO = Traditional Martinist Order )

Oorlogsjaren 1940 - 1945 :

De oorlogsjaren waren de droevigste periode uit de geschiedenis van de twintigste eeuw. Op last van de nazi’s waren alle praktijken, samenkomsten en publikaties van welke Orde dan ook totaal verboden.

Talrijke Ordes waren verplicht te sluiten op last van de bezetter. Talrijke archieven werden opgezocht en vernietigd. Binnen de nazipartij bestond hiervoor zelf een speciale cel ‘Ahnenerbe’ onder leiding van Himmler. Vele leden van occulte, geheime en mystieke genootschappen en Ordes werden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen of werden gefusilleerd. Constant Chevillon is bijvoorbeeld gefusilleerd door het Vichy-regime. Robert Ambelain die goed bevriend was met Constant Chevillon werd met de dood bedreigd en zag zijn vrouw en kind afgevoerd worden naar een concentratiekamp.

Jean Mallinger leefde constant met de Gestapo op de hielen en werd het slachtoffer van een aantal huiszoekingen.

Sar Pascal ( frater Hunin ) de Archon voor buitenlandse relaties van de Orde van Hermes werd door de Gestapo gearresteerd te Cherbourg ( Frankrijk ). Hij werd gedeporteerd naar het kamp Neuengam waar hij in februari 1945 stierf.

Sar Ignis ( Nico Wolff ) werd gearresteerd op 5/03/1943 en gedeporteerd naar het kamp Flossenburg waar hij vermoord werd op 22/04/1945 na langdurige martelingen.

Raoul Fructus, die een belangrijke functie had binnen de Memphis-Misra�m Ritus, stierf na zijn deportatie in 1945.

Dit zijn enkele slachtoffers beperkt tot de leden van de F.U.D.O.S.I.. In Belgi� alleen zou een ellenlange lijst kunnen gemaakt worden van zij die voor hun esoterische idealen om het leven kwamen.

Vooral Vrijmetselaars mochten het verduren. In Brussel is ter nagedachtenis van hen een standbeeld opgericht.

Vele Ordeleden waren aktief in het verzet. Leon Lelarge ( Sar Agni ) is hier een sprekend voorbeeld van. Het was Leon Lelarge ( eveneens in Huy wonende ) welke de verbindingsman was tussen de toenmalige Imperator van de Rozekruisers Emile Dantinne en alle andere Ordeleden. Geen enkel bericht werd ooit rechtsreeks naar Sar Hieronymus gestuurd of het ging via Leon Lelarge. Deze techniek was ontworpen door Emile Dantinne en werd al toegepast voor de bezetting.

Lelarge die bij de Belgische spoorwegen werkte ging in 1943 in het verzet. Hij was o.a. het brein voor talrijke vernietigingen van het spoorwegcircuit. Na de bevrijding werd hij vice-president van de N.M.B.S. ( Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen ) .

Sar Lampas was eveneens uit de omgeving van Huy en tot het verzet toegetreden. Rituele samenkomsten werden geregeld bij hem thuis gehouden.

Het was in het huis van Lelarge dat in 1982 door Serge Caillet talrijke documenten werden ontdekt over de aktiviteiten van de Orde en Sar Hieronymus. Zonder de ontdekking van deze documenten hadden vele van deze bladzijden niet geschreven kunnen worden.

Naast een aantal leden van de FUDOSI waren er ook andere esoterici die zich sterk hebben verzet tegen het Naziregime. Een sprekend voorbeeld is baron Emmanuel d’Hoogvorst ( 30/4/1940 - 17/5/1999 ). Hij publiceerde in april 1936 een document van 32 bladzijden met de titel ‘J’accuse Leon Degrelle’ (8) . Baron Emmanuel d’Hoogvorst werd trouwens tweemaal aangehouden door de Gestapo maar telkens vrijgelaten.

Vijfde convent :

Het vijfde convent van de F.U.D.O.S.I. werd geopend in Brussel op 21/7/1946. Vele leden van de F.U.D.O.S.I. waren sinds 1939 overleden of tijdens de bezetting om het leven gekomen.

De vijfde conventie was in de eerste plaats een eerbetuiging aan alle dignitarissen die sinds het vorige convent ( 1939 ) waren overleden.

Augustin Chaboseau, imperator sinds 1939, en medeoprichter van de Martinistenorde in 1891, was overleden op 02/01/1946. Georges de Lagr�ze was zijn opvolger maar stierf op 27 april van hetzelfde jaar. Georges de Lagr�ze had geen opvolger aangesteld. Lagr�ze had op 15/08/1944 wel Robert Ambelain aangesteld als Gedelegeerd Afgevaardigde ( 95� ) voor de Memphis-Misra�m Ritus. Robert Ambelain heeft in 1985 Gerard Kloppel aangesteld als zijn opvolger.

In afwachting van een definitieve beslissing werd Sar Gregorius ( Frater Andr� Cordonnier ) aangesteld als Imperator. Andr� Cordonnier was een priester Katholieke Kerk.

Ook de nieuwe Grootmeester van ‘L’Ordre Martiniste Traditionnel’, welke eveneens onder de leiding van Augustin Chaboseau stond, werd uitgesteld. Er werd een voorlopige Raad samengesteld van drie leden : Sar Leukos, Sar Renatus ( Rene Rosart ) en Sar Puritia ( Jeanne Guesdon ). In principe zou Jean Chaboseau zijn vader hebben opgevolgd. De FUDOSI was hier niet mee akkoord. Dit was de reden van de voorlopige Raad.

Victor Blanchard die zich ondertussen had verzoend met de F.U.D.O.S.I. en eigenlijk in aanmerking kwam om Imperator te worden nam uiteindelijk deze taak niet op en bleef in zijn funktie van Grootmeester voor ‘L’Ordre Martiniste et Synarchique’.

Verscheidene leden van de F.U.D.O.S.I. waren overtuigde Naundorffisten. Dit gold zeker voor Sar Hieronymus en Sar Gregorius. Het Naundorffisme was de hypothese dat Karl Wilhelm Naundorff, een avonturier van onbekende afkomst, die als horlogemaker opdook in Berlijn in 1810, beweerde de zoon te zijn van de Franse koning Lodewijk XVI en Marie Antoinette. Hij verbleef een tijd in Frankrijk waar hij zijn afkomst probeerde te bewijzen. Hij deed zijn ‘zuster’, hertogin van Angoul�me een proces aan. Hij verloor dit proces en werd Frankrijk uitgewezen. Vervolgens ging hij naar Groot-Brittanni� waar hij zich voor ‘Messias’ uitgaf. In 1845 belandde hij tenslotte in Nederland waar hij onder bescherming van de Nederlandse Kroon, naar aanleiding van een militaire uitvinding, een normaal leven genoot. Hij overleed nog hetzelfde jaar. Zijn naam was Charles Louis Eduard de Bourbon. Zijn nakomelingen hebben herhaaldelijk geprobeerd zijn ‘vermeende’ afkomst te bewijzen. Allemaal tevergeefs ! Bij zijn grafopening in 1950 werd vastgesteld dat hij mogelijk de opvolger van Lodewijk XVI kon zijn. De legende wakkerde de eerste jaren weer aan tot een DNA onderzoek uitgevoerd in 1998 aan de Katholieke Universiteit te Leuven door prof. Jean-Jacques Cassiman definitief werd aangetoond dat hij niet Lodewijk XVII de opvolger was van Lodewijk XVI.

Er volgde nog een tweede DNA onderzoek op het hartje van een 12-jarig kind dat volgens de overlevering het hart was van koning Lodewijk XVII. Dit hart was bewaard gebleven in Frankrijk. De resultaten van dit onderzoek werden bekend gemaakt in april 2000. Het wees uit dat dit inderdaad de erfgenaam was van Marie-Antoinette en Lodewijk XVI. Dit bevestigde nogmaals dezelfde conclusies uit 1998.

Uit een document van Sar Hieronymus weten we dat hij ervan overtuigd was dat Sar Gregorius ( Andr� Cordonnier ), naast de nieuwe ‘koning’ van Frankrijk, een belangrijke rol zou worden toebedeeld. Men was overtuigd dat hij bisschop was van de Vrije Katholieke Kerk. Ook dit verhaal blijkt verzonnen te zijn. Maurice Warnon, bisschop van de Vrije Katholieke Kerk en Grootmeester van de Nederlandse Martinistenorde, heeft me bevestigd dat Sar Gregorius ‘geen’ bisschop was van de Vrije Katholieke Kerk. Ook dit verhaal was op ‘nonsens’ gebaseerd. Vooral dit laatste is bezwarend voor de ‘hoge ingewijden’ van de F.U.D.O.S.I..( Documenten 18 en 19 )

Het verhaal dat Sar Gregorius bisschop was van de Vrije Katholieke Kerk kwam van Jean Mallinger.

Andre Cordonnier ( 1891 - 1960 ) was in Frankrijk veroordeelt voor een lange gevangenisstraf. Hij ontvluchtte Frankrijk en vestigde zich in 1920 in Nederland. Daar nam hij een nieuw identiteit aan voor de rest van zijn leven. In 1931 kwam hij naar Belgi� en vestigde zich vanaf 1931 in Huy-sur-Meuse waar hij Emile Dantinne leert kennen. Dantinne brengt Andre Cordonnier in contact met allerlei occulte en mystieke ordes. Dit verklaart zijn opname in de F.U.D.O.S.I. als co-imperator in 1946.

In 1952, na de ontbinding van de F.U.D.O.S.I., keert hij terug naar Frankrijk. Hij verbleef een tijd in Parijs en werd kort nadien pastoor van een kleine parochie in de Loirestreek tot aan zijn dood op 31/1/1960. Pas na het overlijden kwamen de Franse autoriteiten tot de ontdekking wie hij in werkelijkheid was.

Het document dat niet werd gedateert kan tenvroegste in 1939 en ten laatste in 1945 zijn geschreven. Hieronder volgt een uittreksel :

C’est pourquoi, Chers et Illustres Fr�res, nous vous demandons � tous de lui apporter, comme au Roi de France, lorsque l’heure sera venue, aide et secours en toute occasion."

Op deze conventie waren de volgende Ordes vertegenwoordigt :

Ordre de la Rose+Croix Universelle

Ordre de la Rose+Croix Universitaire

Ordre Pythagoricien ( Ordre d’Herm�s T�tramegiste )

Ordre Martiniste et Synarchique

A.M.O.R.C.

Ordre Martiniste Traditionnel

Eglise Gnostique Universelle

Soci�t� d’Etudes et de Recherches Templi�res

Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix

Soci�t� d’Etudes Martinistes

Union Synarchique de la Pologne

Ordre de la Militia Crucifera Evangelica

‘L’Ordre du Lys et du l’Aigle’ en ‘L’association Alchimique de France’ waren uitgenodigd om hun opvolgers voor te stellen.

Op dit Convent, dat doorging in de ‘Fran�ois Soetewey - Tempel’ te Brussel, waren aanwezig

De Imperators : Sar Hieronymus, Sar Validivar, Sar Gregorius ( assistent ).

De Grootraadsleden : Sar Elgim en Sar Agni ( assistent ).

De Groot Schatbewaarder : Sar Kryptos

De Raadsleden : Sar Puritia, Sar Marn�s, Sar Gregorius, Sar Renatus, Sar Akhnaton, Sar Placidus, Sar Emilius, Sar Y�sir, Sar Iohannes, Sar Am-On-Ra, Sar Emmanuel en Sar Leukos.

Enkele dignitarissen van de FUDOSI tijdens het congres van 1946

Sar Akhnaton, Sar Placidus, Sar Elgim, Sar Validivar en Sar Puritia

Inmiddels waren overleden

Imperator Sar Augustinus Grootmeester van de ‘Ordre Martinist Traditionnel’ overleden te Parijs op 2 januari 1946 - Sar Lilium ‘Ordre du Lys et de l’Aigle’ - Sar Aequaes Rosae Caritatis ( Georges de Lagr�ze ) Groot-Inspecteur van de F.U.D.O.S.I., gestorven te Angers ( Frankrijk ) in april 1946 - Sar Pascal ( frater Hunin ) - Sar Ludovicus ( Kolonel Fitau ), Consul van Chili, Grootmeester van de Orde van Hermes, gestorven in oktober 1939 - Sar Appolonius ( Rochat de l’Abbaye ) Grootmeester van ‘La Rose+Croix Universitaire’, overleden in Parijs in augustus 1944.

De Imperatorstoel van Augustin Chaboseau werd voorlopig ingenomen door Sar Leukos ( U.S.A.) als Voorzitter - Sar Puritia ( Frankrijk ) Jeanne Guesdon als Sekretaris - Sar Renatus ( Belgi� ) Rene Rosart hoofd van de Belgische Martinisten als Schatbewaarder.

Op deze vijfde conferentie was tevens Frater Coops ( Sar Placidus ) Grootmeester van de Nederlandse Grootloge aanwezig.

Het zesde en zevende convent had plaats in september 1947 te Parijs en januari 1949 te Brussel.

Achtste convent :

Het achtste convent was van zeer korte duur. Er waren grote meningsverschillen gerezen tussen Sar Hieronymus en Ralph Lewis.

Op het convent van 1946 had Ralph Lewis zijn plannen uiteengezet om de leringen van de Orde in de vorm van lessen te verspreiden via correspondentie.

De F.U.D.O.S.I. gaf hier met tegenzin zijn akkoord. Vele leden hadden hun bedenkingen. Tevens was er kritiek op de methodiek die AMORC toepaste om zijn leden te recruteren.

Op dit achtste convent was het hek helemaal van de dam. De dignitarissen lieten duidelijk blijken dat ze niet meer akkoord konden gaan met de wervingsmethodiek van AMORC. Tevens was er terug kritiek gerezen op de lessen per post.

Een ander zeer punt was het aanraden van AMORC aan z’n leden om zich te laten cremeren. Dit stuitte op tegenstand van Sar Hieronymus die nooit deze stelling had verdedigd noch zou hebben beweerd dat dit een offici�le visie of stelling was van de Rozekruisers.

AMORC wou zijn propagandamethodiek niet stopzetten. Toen Ralph Lewis het woord had had hij scherpe kritiek op een van de dignitarissen van de F.U.D.O.S.I. die het klaarblijkelijk zeer moeilijk had met het feit dat AMORC leden toeliet die niet tot het blanke ras behoorde. Uiteraard ging het over de uitspraak dat Sar Elgim ( Jean Mallinger ) in deze had gedaan omtrent de ‘zwarten’ uit de Verenigde Staten.

Dit laatste was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Op 14 augustus 1951 werd het convent in mineur gesloten en zonder enige commentaar.

Dit was het einde van de F.U.D.O.S.I.. Er werd wel een document getekend door de drie Imperators dat we hier integraal weergeven. Sar Elgim werd de derde Imperator samen met Sar Validivar en Sar Hieronymus.

Sar Elgim gaf een aantal boeken uit : ‘La Table d’Emeraude, d’Herm�s Trism�giste’. Gebaseerd op de latijnse tekst van Khunrath, gevolgd door een nieuwe vertaling en commentaren - ( Bussel, Edition Platounoff, Librairie van de Graaf, 1932 ).

In de jaren zeventig en later volgde bij uitgeverij Publi-Nord, Lille, nog vijf boeken met de tittels : ‘Les secrets �sot�riques des Pythagoriciens’ (1973), ‘Pythagore et les Myst�res’ (1974), ‘Les origines �gyptiennes des usages et symboles ma�onniques’ (1978), ‘Des initiations antiques aux initiations modernes’ (1980) en ‘Les secrets �sot�riques dans Plutarque’ (1985).

Document 1

F.U.D.O.S.I.

Federatio Universalis Dirigens Ordines Societatesque Initiationis

PAX HOMINIBUS VOLUNTATIS... SALUTEM NOSTRAM IN LUCE VERITATIS

Cathedra Fratris Magni Cancellarii. Valle Bruxellense (Belgia)

---------- XIVa.Aug.

die MCLMLI. Verae Lucis

Liberi Matricularis

Numerus: ulitmus. bus

Fratri Carissimbe: omnium Ordinum

DECLARATION. XXXXXXX Initiationis.

------------

Considering that, on August 14th. of 1934, the delegates of various Initiatic Orders and Societies decided to create an Universal Federation of Initiatic Orders and Societies (F.U.D.O.S.I) ; Considering that said Federation had an helpful activity, grouped some isolated Initiatic movements, exposed some impostors of the Initiatic domain and organised the interantional initatic work ; Considering that the Federation granted to each one of its affiliated members complete independence with regard to its administrative and doctrinal work ; Considering that it appeared, in the long run, and particularly at a recent date, that some of the affiliated Orders were teaching different doctrines in the same country(for instance : for, or against cremation); that their conceptions of true Initiation and its secrecy appeared contradictory to, or incompatible with, each other ; that this is impossible to conciliate these conceptions and to avoid doctrinal or historical debate between the Orders ; Considering that, in the higher interest of Initiation, it is not desirable to bring these disagreements before public opinion which is incompetent in such matters or to transform the Federation into a Law-Court of Initiation ; that it is prefereable to admit loyally and in a friendly manner that it is impossible to unify or harmonize opposite teachings, the representative of the Orders who freely created the Federation in Burssels, in 1934, decide to freely dissolve it now ;

FOR THESE REASONS :

It is unanimously decided that ;

1.-The F.U.D.O.S.I. is dissolved on the day, 14th.of August 1951 ;

2.-Each and every one of the affiliated movements will maintain the initiatic autonomy and independence, without being bound in whatsoever manner to the other Orders ;

3.-None of the Orders previously affiliated to the F.U.D.O.S.I. will be allowed to reconstitute it without a written agreement signed by the Orders founders [?] or may take advantage of it in the future ;

4.-The present declaration will be published by the various Orders in their own publications without any commentary.

Brussels, the 14th.of August 1951.

/Sar Elgim/ with org. and sigil /Sar Hieronymous/ with org. and sigil /Validivar/ with sigil

/RM Lewis/ SI sigil

Een ander document omtrent de reden van ontbinding van de F.U.D.O.S.I. werd opgesteld door Sar Y�sir, Sar Iohannes, Sar Elgim en Sar Kruptos te Brussel op 26 juli 1951. Dit document dat het vorige voorafgaat geeft alle duidelijkheid omtrent de ontbinding van de F.U.D.O.S.I. vooralleer bovenstaand document werd getekend. Omwille van de historische belangrijkheid van dit gegeven geven we een volledige transcriptie van dit document.

Document 2

F.U. D. O .S. I.

 

Federatio Universalis Dirigens Ordines Societatesque Initiationis

Pax hominibus Bonae Voluntatis… Salutem Nostram Im Luce Veritatis

Cathedra Fratris Magni Cancellarii Valle Bruxellense (Belgia)

die 26/7/1951 Verae Lucis

Libri Matricularis Imperatoris S.H.

Numerus : 7-1,

Fratri Carissimo :

In Valle Bruxellense.

T.C. et Tr.Ill.F.,

La Chancellerie de le F.U.D.O.S.I. communique :

"Le fondateur de la F.U.D.O.S.I., le Sublime IMPERATOR
"S�R HIERONYMUS, ayant re�u de nombreux pays des plaintes contre les
"agissements de l’AMORC, qui inonde le march� de publicit� tapageuse et
"se r�clame de la F.U.D.O.S.I. pour enseigner de graves erreurs;
"Constatant que tous les efforts amiables pour
"amener les Am�ricains � modifier leur propagande et leur enseignement
"ne sont av�r�s vains et qu’il n’y a aucune possibilit� de croire qu’�
"l’avenir, ils s’amenderont;
"Consid�rant d’autre part qu’il n’y a pas lieu
"d’�taler les divergences entre les Ordres sur le march� public;
"Consid�rant que d’autre part, il ne peut �tre
"question pour les Ordres Traditionnels de couvrir par leur silence les
"activit�s pseudo-initiatique de l’AMORC,
"DECIDE
"d’inviter les 4 fr�res survivants de la s�ance de fondation de la
"FUDOSI � Bruxelles le 14.8.1934 � signer conjointement avec lui le d�cret
"de dissolution de la F.U.D.O.S.I., comme ils en ont le droit en vertu de leur
"qualit� de co-fondateurs de la F.U.D.O.S.I..

"Ces fr�res sont : SAR Y�SIR - Paris

SAR IOHANNES - Locarno

SAR ELGIM - Bruxelles

SAR KRUPTOS - Bruxelles

"Dont acte.

Le Gr.Chancelier,

Sar Elgim

Een ander document is afkomstig van Ralph M.Lewis van 12 mei 1983 dat een ander licht werpt op de ontbinding van de F.U.D.O.S.I.. Het document wordt hier integraal in de vorm van een transcriptie weergegeven.

Document 3

A. M. O. R. C.

The Rosicrucian Order

Know as "The Ancient, Mystical Order Rosae Crucis" throughout the world

Rosicrucian Park San Jose, California 95191, U.S.A.

Le 12 Mai 1983

Marcel Roggemans

 

 

Cher Monsieur,

En r�ponse � votre lettre du 26 Avril dans laquelle vous
me comminuquez l’int�r�t que vou portez � la F.U.D.O.S.I. qui est en
sommeil depuis Ao�t 1951, si je me souviens bien Sar Hi�ronymus
�tait un homme tr�s intelligent, tr�s enclin au mysticisme, et
tr�s digne de l’�minence de sa position dans la F.U.D.O.S.I.. Malheu-
reusement, en vieillisant il se laissa persuad� et influenc� �
tort par les propres malveillants d’un membre de la F.U.D.O.S.I..

En ce qui concerne M. Jean Mallinger, il causa beaucoup
d’ennuis � l’A.M.O.R.C. par sa bigoterie et son attitude domina-
trice. Les divers organismes affili�s de la F.U.D.O.S.I. �taient des
groupes autonomes, unis dans un but unique. Plus tard, en tant
que secr�taire de la F.U.D.O.S.I., M. Mallinger essaya d’imposer sa vo-
lont� aux autres membres, en exigeant qu’ils se conforment � ses
id�es sur ce que leur structure devrait �tre. Par example, M.
Mallinger voulut insister que l’A.M.O.R.C. n’accepte aucun membre
appartenant � la race noire, disant que les Noirs �taient des
�tres inf�rieurs et indignes d’une telle affiliation. Aussi,
dans certaines de ses lettres � ma disposition, il tenta de
s’opposer � nos m�thodes initiatiques, lesquelles existaient
bien avant la F.U.D.O.S.I. et �taient bien connues au moment de la
fondation de la F.U.D.O.S.I., dont mon p�re �tait l’un des Imperators.
Naturellement, l’A.M.O.R.C. refusa de r�pondre aux exigences de
M. Mallinger.
Mallinger trouva �galement � redire sur le fait que nous
eussions publi� dans notre histoire reli�e de l’A.M.O.R.C.,
laquelle est publi�e en plusieurs langues dans le monde entier,
une photo d’un document de la F.U.D.O.S.I. reconnaissant l’A.M.O.R.C.
et sa juridiction �tendue ; pr�textant que cet acte violait nos
engagements de membre envers la F.U.D.O.S.I. . Une telle accusation �tait
absurde. Aucun secret, symbole ou rituel, n’�tait d�voil� dans ce
document.Il s’agissait tout simple d’une justification des d�-
clarations faites par l’A.M.O.R.C. plusieurs ann�es auparavant. Je
lui r�pliquai que le document en question n’avait �t� publi� que
dans le but de justifier la position de l’A.M.O.R.C., et que si de
tels documents devaient �tre dissimul�s, alors ils n’avaient aucune
valeur et devraient �tre d�truits.

Vous me demandez quel probl�me existait entre l’A.M.O.R.C.
et la F.U.D.O.S.I. ? A proprement dit, il n’y avait aucun probl�me entre
notre organisation et la F.U.D.O.S.I. m�me. Au moment o� M. Mallinger
dirigea ses accusations contre l’A.M.O.R.C., la F.U.D.O.S.I. �tait sur
le point de se dissoudre.

Le document de dissolution se trouve dans notre archives.
J’�tais pr�sent � cette occasion et signa ce document sinsi que
les autres membres pr�sents. La raison de cette dissolution est
indiqu�e sur le document qui ne mentionne aucune critique contre
l’A.M.O.R.C.

Je connais le nom profane de plusieurs membres de la F.U.D.O.S.I.
quand celle-ci �tait en plein essor. La plupart d’entre eux ne
sont plus de ce monde. Quand la F.U.D.O.S.I. �tait active, la plupart
de ses membres �taient beaucoup plus �g�s que moi.

Avec mes meilleurs voeux de paix profonde,

Sinc�rement et fraternellement,

Ralph M. Lewis

Imperator

RML:mz

Document 4

Met de grootste dank aan fr�re Roger Mar�chal die me de toelating gaf om na al die jaren dit uitzonderlijk document van zijn hand te publiceren.

Hieronymus, Imp�rator de la Fudosi.

 Il �tait tentant pour un Martiniste habitant dans les environs de la Ville de Huy de d�gager la personnalit� d’un Grand Initi� qui v�cut en cette Cit� sous le nom vulgaire d’Emile Dantinne et sous le nomen mysticum de Hieronymus perp�tu� de nos jours par la d�nomination du cercle martiniste de Li�ge.

L’auteur du pr�sent travail ne fut pas peu surpris d’apprendre, que dans sa jeunesse il avait certainement cot�y� sans le savoir une personnalit� mondialement connue dans les milieux initiatiques. Surprise qui, au fil de temps se mua en perplexit�, car ce personnage paraissait maintenant bien oubli� en ces m�mes milieux, � l’oppos� d’une Jeanne Guesdon, par exemple, dont le souvenir, � juste titre, ne manque pas d’�tre �voqu� chaque ann�e.

La d�nomiantion du cercle li�geois de l’OMT rosicrucien, quelques allusions dans les "Lettres de nulle part" du Grand Ma�tre R.Bernard et une oeuvre litt�raire dont la partie �sot�rique est h�l�s dispers�e dans de nombreuses publications sont les seules traces tangibles de la vie de notre personnage.

Une visite sur sa tombe hutoise ne fait qu’accro�tre le perplexit� … et �moustiller la curiosit� !

Sur la pierre tombale, un nom, deux dates et quelques signes pour le moins myst�rieux. Le nom, les dates : Emile Dantine 1884 - 1969. Les signes : � chacun des quatre coins de la pierre horizontale est martel� dans le granit un carr�, form� lui-m�me par quatre carr�s plus petits, s�par�s naturellement entre eux par une croix �quilat�rale. Sur la partie sup�rieure de la pierre, figure une grande Rose pleinement �panou�e ayant en son milieu une croix �quilat�rale circonscrite � l’int�rieure de la Rose. En dessous est le pantacle martiniste. Autant de signes, autant de myst�res que le chercheur curieux tentera de d�chiffrer.

Le but n’est pas ici de discuter sur l’oeuvre litt�raire d’Emile Dantinne, ceci pourrait faire l’objet d’une autre �tude, aujourd’hui, nous allons tenter de d�couvrir le personnage dans ses rapports avec les diff�rents Ordres et Organismes initiatiques qu’il dirigea et avec les hommes et les femmes qu’il y rencontra.

Si simple, si banale en apparance, une telle recherche se heurte tr�s vite � des difficult�s �normes : la loi du silence r�gne dans les milieux de l’occultisme et tout ce qui touche au mysticisme est r�ellement myst�rieux. Toute recherche se serait bient�t tarie si quelque "volont� sup�rieure" ne s’�tait manifest�e par la d�couverte totalement impr�vue de documents dupuis longtemps oubli�s !

Ayant appris qu’� la mort d’E. Dantinne ses propres archives avaient �t� receuillies par un ma�tre au Barreau de Bruxelles, l’avocat � la cour d’appel Me Jean Mallinger, le chercheur s’est adress� � cette personne.

Peu avant sa mort, intervenue en Avril 1982, celui qui fut connu par les initi�s sous le nom mystique de S�r Elgim voulut bien d�clarer : "Emile Dantinne fut l’un des fondateurs et un des trois Imp�rator de la Fudosi cr�� en 1934, il dirigeait en Belgique les travaux de divers Ordres traditionnels : R+C, martiniste et pythagoricien mais qu’en raison de la loi du secret qui couvre semblable �tudes et r�unions, il �tait bien au regret de ne pouvoir en dire plus." Il ajoutait toutefois qu’il avait publi� dans une Revue fran�aise sp�cialis�e une petite biographie d’E. Dantinne en enfin, que ce dernier en raison d’un dissentiment avec l’Amorc qui recrutait ses membres par des annonces, a dissous la Fudosi et n’a plus voulu collaborer avec Lewis fils.

La mort de Jean Mallinger devait tarir d�finitivement une source de renseignements qui s’av�rait de toutes fa�ons bien al�atoire.

C’est alors que l’�v�nement providentiel cit� plus haut intervin inopin�ment : � la faveur du d�m�nagement d’une maison abandonn�e depuis bien des ann�es, une abondante documentation fut d�couverte. En fait, il s’agissait d’une partie importante des archives tenues par le plus proche collaborateur d’Emile Dantinne, son secr�taire particulier, pourrait-on dire, sa boite aux lettres en quelque sorte et qui, de surcro�t �tait l’ami et le confident de J.Mallinger. Les documents en question comprenaient notamment les rituels d’initiation aux divers Ordres dirig�s par Dantinne, les cours complets de l’Ordre d’Herm�s, l’acte de constitution de l’Ordre ma�onnique de Memphis-Misra�m en Belgique, la copie de l’acte de naissance en France d’un Ordre Martiniste, des rapports d’activit� �manant des Organismes de Suisse, de France, d’Am�rique du Nord et du Sud, de la correspondance particuli�re adress�e � E.Dantinne par des personnalit�s comme Georges Boge de Lagr�ze, Augustin Chaboseau, Jeanne Guesdon, Auguste Reichel G.M. de la R+C Suisse, et des appr�ciations parfois passionn� de Jean Mallinger sur les personnalit�s qu'’l rencontrait lui-m�me.

A la lecture superficielle de ces documents ; une premi�re constatation s’impose : de 1923 � 1954, on ne peut dissocier dans la conduite des Ordres initiatiques en Belgique deux personnages qui incarnent bien deux oppositions fondamentales : d’une part Emile Dantinne, S�r Hieronymus, la Sagesse ; d’autre part, son oppos�, Jean Mallinger, S�r Elgim. Une troisi�me personne assume entre les deux de r�le �quilibrant : L�on Lelarge, S�r Agni. Un mot sur la personnalit� de chacun :

Emile Dantinne devra abandonner tr�s jeune des �tudes qui s’annon�aient tr�s prometteuses, afin de subvenir aux besoins d’une famille o� le p�re est trop t�t d�c�d�. Il passera toute sa vie de biblioth�caire � �cire et � �tudier. A plus de quatre-vingts ans, il ira encore chaque semaine suivre des cours de langue orientale � l’Universit� de Li�ge. A une immense culture, il joint une non moins immense modestie : aucun de ses disciples, hommis Lelarge et Mallinger ne conna�tra jamais son adresse compl�te : toute correspondance doit lui adress�e via L�on Lelarge. Elev� dans la foi chr�tienne, il restera fidele � des convictions qu’il sut adapter au fur et � mesure du d�veloppement de ses connaissances.

A son oppos�, Jean Mallinger fut un passion� : sorti de l’Universit� de Louvain, il devint anticl�rical et violemment antichr�tien, il milita au mouvement Communiste avant de rompre avec cette id�ologie lors des grands proc�s de Moscou, il fut l’un des fondateurs en Belgique d’un Ordre Ma�onnique, avant de rejeter la ma�onnerie avec fracas pour le rejoindre � la fin de sa vie.

L�on Lelarge, fils d’un h�ros local de la guerre 1914-1918 fit des �tudes d’ing�nieur qui lui permirent de faire carri�re � la Soci�t� des Chemins des Fer. Apr�s la derni�re guerre, il fut chef du Cabinet du Ministre des Communications, puis Vice-Pr�sident du Conseil d’Administration de la S.N.C.B. . Depuis jusqu’� son d�c�s survenu en 1954, S�r Agni fut l’indispensable facteur d’�quilibre entre deux oppos�s.

II.

C’est en pleine ‘grande guerre’, en 1917, qu’Emile Dantinne reprend le flambeau de la Rose-Croix, � la mort de Jos�phin P�ladan. Il ne semble pas que l’Ordre fond� par P�ladan apr�s sa rupture avec Papus et avec Stanislas de Gua�ta ait un bien grand rayonnement lorsque S�r Hieronymus ram�ne en Belgique la direction de l’Ordre. C’est le 30 juillet 1923 qu’il admet au sein de l’Ordre ‘le profane’ Jean Mallinger, �tudiant � l’Universit� de Louvain.

A peu pr�s � la m�me date, il fondera la Rose-Croix universitaire dont le premier Convent d’�tude se tient � Duinbergen, puis il ouvre � Bruxelles un centre Rose-Croix sous la direction de Fran�ois Soetewey, J.Mallinger et assurera le Secr�tariat.

Le 9 mai 1927, S�r Hieronymus charge l’Ordre de la Rose-Croix de cr�er des Centres Herm�tistes en Belgique.

En 1928, il cr��e � Bruxelles un Centre nouveau de la R+C sous le titre "La vraie initiation occultiste", il rattache ce centre � la Rose-Croix universitaire et y admet le Fr�re Wittemans en qualit� de membre d’Honneur.

En avril 1929, Jean Mallinger introduit L�on Lelarge dans l’Ordre Rose-Croix.

Ensemble, il vont d�velopper l’Ordre Herm�tiste sous le sigle de O.H.T.M., pour "Ordre herm�tiste Tetram�giste" ou encore "Ordre herm�tiste Traditionnel et Mystique", il semble que les deux appellations seront utilis�es indiff�remment sous le m�me sigle. Comme il est pr�cis� dans les rituels, l’Ordre s’appelle t�tram�giste parce qu’il est bas� sur le Carr� parfait qu’est la Nature dont nous connaissons les quatre �l�ments.

"M�giste" signifi grand, et t�tram�giste quatre fois grand, car il �l�ve vers la perfection naturelle, sur les quatre plans manifest�s. Le symbole de l’Ordre est le Carr� Parfait. Voil� donc d�chiffr� un des signes myst�rieux grav� sur la tombe de l’Imp�rator !

L’Ordre Herm�tiste groupe la qualit� et non la quantit� des adeptes. "Rigoureusement initiatique, l’O.H.T.M. est le d�positaire de la Tradition Egypto-Hell�nique et n’a rien de commun avec la Ma�onnerie qui groupe des int�r�ts profanes sous le voile d’une pseudo-initiation, parodie sans �me des anciens myst�res."

Jusqu’en 1933, il semble que les divers groupements se d�veloppent harmonieusement, mais le 28 mai 1933, Mallinger lance un v�ritable cri d’alarme � son ami Lelarge : Emile Dantinne aurait d�cid� d’abandonner toutes ses activit�s initiatiques, m�me rosicruciennes !

Le passionn� Mallinger voit dans cette d�cision "la main de l’Eglise" � moins dit-il que S�r Hi�ronymus ne soit entr� dans un Ordre qui exigerait le sacrifice de tous les autres. Il ressent cet �v�nement comme une catastrophe personnelle "car," dit-il, "c’est Lui qui m’a donn� la lumi�re."

Nul ne saura jamais ce qui, � cette �poque a amen� Dantinne � envisager la cessation de toute activit� initiatique. Mais on peut toutefois rapprocher le fait avec la constitution, publi�e au Moniteur Belge ou 08 Avril 1933, de l’Ordre ma�onnique oriental de Memphis-Misra�m, sous la signature notamment de Jean Mallinger et d’autres membres de l’Ordre Herm�tiste. N’ayant particip� aucunement � la constitution de cette ob�dience, on peut supposer qu’Emile Dantinne se serait senti abandonn� par ses disciples principaux.

L’ann�e suivante, fin Mars 1934, c’est Mallinger qui informe Lelarge de son intention de d�missionner de la Rose-Croix : la lettre d’Emile Dantinne a Spencer Lewis l’a constern� dit-il, car il ne peut approuver le bas-christianisme et l’esprit r�actionnaire qui ont pr�sid� � la r�daction de cette lettre qui ne lui a pas �t� soumise. "La vrai R+C est r�volutionnaire et veut pulv�riser le triple diad�me du pape. Elle n’a rien de commun avec la Juiverie ni avec le Christianisme. Quant � affirmer que les membres de la R+C int�rieure sont tous partisans de religions positives, c’est une erreur flagrante."

Mais il s’av�re que dans le m�nage Mallinger, le facteur apaisant est son Epouse Marcelle qui, par le Fr. Baltus va demander � Lelarge "que l’Imp�rator convoque Jean � Huy et qu’il lui lave la t�te pour son incapacit� absolue de dissocier une doctrine et un sentiment : il ne veut plus comprendre un symbolisme ou une id�e !

Dieu seul sait ce qui se sera dit entre les deux hommes mais il est s�r qu’aucune crise grave ne viendra plus jamais assombrir leurs relations mutuelles. Jusqu’� son r�cent d�c�s, Jean Mallinger gardera pour son vieux Ma�tre une affection et une v�n�ration sans faille.

III.

L’ann�e 1934 sera une ann�e cruciale pour l’�volution du spriritualisme en Belgique et dans le Monde. Elle verra � la fois la tenue du Convent International du rite de Memphis-Misra�m, la constitution de la FUDOSI, l’extension � la France et � la Suisse de l’Ordre Herm�tiste et l’introduction en Belgique du Martinisme.

Le 10 Ao�t, se r�unit le Supr�me Conseil International de Memphis-Misra�m, chaque participant doit d’abord prouver la r�alit� de ses titres. Georges Bog� de Lagr�ze d�tient sa Charte de feu Jean Bricaud, de m�me qu’il a re�u une Patente en Septembre 1909 du "Sublime Hi�rophante" John Yarker. Jean Mallinger a re�u sa charte le 07 F�vrier 1931 du Fr�re Rombauts , il repr�sente au Convent le Fr. Canedo , G.M. du Rite pour la Bolivie.

Les autres participants sont notamment le Fr. Cattegno d�l�gue de l’Uruguay, le Fr. Blanchard pour la France, le Fr. Lewis pour les Etats Unis, les Frs. Reichel et Gr�ter pour la suisse...

A l’occasion de ce Convent, les FF Bog� de Lagr�ze, Mallinger et Deseckt , ayant re�u l’initiation compl�te du Rite la conf�res valablement et rituellement, avec la liturgie r�guli�re et totale au F. Gihlar de Vienne, au F. Lewis de San Jos� ( Californie ) et aux Fr�res Gr�ter , Fructus, Blanchard, Fitau , Reichel et Cattegno.

Le rapporteur, J.Mallinger propose le rejet provisoire des titres de certains fr�res irr�gul�rement initi�s, comme le Fr. Roth de Chine "qui a �t� re�u dans le Rite par le F. Lewis d’une fa�on fantaisiste", le Fr. Jinarajadasa ( Inde ) "qui ne pr�tend accepter d’autre discipline occulte que celles qu’il poss�de dans d’autres Ordres, le Fr. Fletcher ( Etats Unis ) qui ne poss�de ni troupes, ni rituels, ni secrets de l’Ordre, et le Fr. Chevillon qui d�livre des chartes sans poss�der quoi que ce soit de la documentation historique du Rite.

Le Convent poursuit ses traveaux par un discours du Fr. Lagr�ze et par la lecture de duff�rentes rapports d’ordre juridique, administratifs et lethurgique. En finale, le Convent fixe les dignit�s provisoires avant d’�tre lev� sine die.

Dans l’�num�ration des participants, on ne remarquera ni E. Dantinne, ni L. Lelarge. Ils vont appara�tre quatre jours plus tard, avec la plupart des susnomm�s, le 14 ao�t pour le tenue du Convent International des Ordres initiatiques qui va voir la naissance de la F�d�ration Universelle des Ordres et Soci�t�s Initiatiques, la FUDOSI. Ce regroupement est en fait la r�surgence d’une F�d�ration bien ant�rieure fond�e par le Docteur G�rard Encausse, Papus, en 1908 � l’issue d’un Congr�s Spiritualiste r�unissant L’Ordre Kabbalistique de la R+C, l’Ordre Martiniste, divers rites spiritualistes de la Ma�onnerie comme le Rite de Misra�m, et L’Ordre des Illumin�s de Bavi�re. Les douloureux �v�nements internationaux de l’�poque et la guerre de 1914 qui suivit avec la mort de Papus, mirent une fin pr�matur�e � l’activit� des initi�s qui avaient jet� les bases de cette premi�re F�d�ration.

La nouvelle FUDOSI en 1934 d�signera trois Imp�rators : S�r Hieronymus, Emile Dantinne ; S�r Puritia, Jeanne Guesdon ; et S�r Alden, Spencer Lewis. A l’issue de ce Convent, ce dernier sera re�u au Si�ge Belge de l’Ordre de Memphis-Misra�m, Rue de Parma, qui est aussi le domicile priv� de J.Mallinger. L�-bas lui seront confi�s les rituels et "les cordes de l’Ordre". S�r Elgim pr�cise en son rapport que "le benefice pour l’Ordre est de 600 fr."

A l’occasion de ce Convent les Imp�rators publieront un Message qui condamne le Mat�rialisme et fait appel � toutes les bonnes volont�s pour conjuger les menaces de guerre.

C’est aussi � la faveur de ces rencontres que Hieronymus va charger Gorges Bog� de Lagr�ze d’�tendre � la France et � la Suisse les activit�s de l’Ordre Herm�tiste. Dans son premier rapport d’activit�, le 17/09/1934, "au tr�s Illustre Fr�re S�r Hieronymus, Souverain Grand Ma�tre de l’O.H.T.M."; S�r Mika�l attire l’attention du G.M. sur la situation particuli�re des Ordres secrets en France o� "des profanes, �gar�s par les apparences confondent nos Ordres sacr�s avec la horde de vils politiciens formant la majorit� des groupements qui, ayant re�u la Lumi�re n’ont su la conserver. Le Grand Orient de France et la majorit� des Ateliers de la Ma�onnerie fran�aise ont assassin� � nouveau le Ma�tre Hiram."

En cons�quence, il demande, qu’afin que ne soit possible aucune confusion, d’autoriser le Carr� Parfait de France � supprimer le titre de "Loge" pour prendre le nom de "Carr�" ou de "Grand Carr�" selon le nombre de membres. Il demande aussi � remplacer dans la batterie la trilogie "Libert�, Egalit�, Fraternit�", galvaud�e par tous les mouvements politiques, par une acclamation greque ou latine digne des Enfants de Pythagore, et enfin, de remplacer le titre de V�n�rable Ma�tre port� h�l�s par un trop grand nombre de pseudo-initi�s, par le titre de R�v�rend Ma�tre �s Sciences. Il sera donn� satisfaction � ces demandes � l’exception du vocable "�s Sciences" jug� superflu.

Le 5 Octobre de la m�me ann�e, Jean Mallinger demande � l’Imp�rator les pleins pouvoirs pour cr�er en Suise avec les FF Bertholet et Reichel une section de la R+C universitaire. Dans ce pays, sous la direction de Reichel ( Sar Amertis ) existe d�j� un Ordre "exot�rique" dit Amorc, mais sans rapport avec l’am�ricain.

Le 5 Novembre un �v�nement consid�rable, provoqu� par des rivalit�s humaines va amener la rupture de Mallinger avec l’Ordre de Memphis-Misra�m et �branler profond�ment de veilles amiti�s. Mallinger a c�d� la Grande Maitrise du Rite en Belgique au Fr�re Delaive ( S�r Kapros ) , entre les deux hommes va na�tre une solide inimiti� que se muera en un sentiment qui ne devrait jamais avoir cours dans une v�ritable Fraternit� initiatique. Les pires calomnies sur la conduite priv�e du nouveau Ma�tre seront rapport�es � Mallinger, les membres divisent en deux clans, une r�union tenue le 5 Novembre consacre la rupture d�finitive. Mallinger a propos� l’arbitrage d’Emile Dantinne, mais le nouveau Ma�tre conteste tout autorit� de Hi�ronymus sur le rite de M.M..

Le fr�re Delaive assumera la continuit� de ce Rite en Belgique jusqu’a la geurre, qui verra sa capture et sa d�capitation � la hache, par l’ennemi, en 1942.

Les fr�res Delaive � Bruxelles, Fructus � Marseille, Chevillon � Lyon et combien d’autres sans dout, pay�rent de leur vie leur activit� au sein de leurs Organisations interdites sous l’occupation ennemie en 1940-1944.

IV.

A la fin de cette ann�e 1934, S�r Hieronymus va �tre initi� au Martinisme par S�r Mika�l ( Georges de Lagr�ze ). C’est le 10 D�cembre 1920 qu’ont �t� d�pos�s � la Pr�fecture de Paris les statuts de l’Union G�n�rale des Martinistes et Synarchistes. L’article I des statuts sp�cifie notamment : "Pour des raisons d’ordre purement traditionnel et historique, cette Association pourra se servir comme sous-titre de son ancien nom "Odre Martiniste", auquel seront ajout�s les mots "et synarchiques" en souvenir des services rendus par le marquis Saint Yves d’Alveydre."

Avant de donner son adh�sion, S�r Hieronymus �tudie tous les documents de l’Ordre, tel qu’ils ont �t� r�dig�s par Teder et, en finale il fait une synth�se qu’il note de main au bas de la derni�re page des documents : "Tout membre de l’Ordre Martiniste et Synarchique ne doit tendre qu’au d�veloppement de ses puissances spirituelles dans un sens profond�ment christique."

Dans une lettre � son ami Lelarge, Jean Mallinger constate : "les rituels du Martinisme, ardemment christiques, ont ravi notre Ma�tre qui maintenant voue � cet Ordre beaucoup d’affection par r�sonnance spirituelle."

Par ailleurs, Mallinger apr�s sa rupture avec M.M. va s’efforcer de purger les diff�rents organismes de toute influence ma�onnique. Il conclura un de ses rapports � E. Dantinne en disant : "D’une R+C � l’autre, il y a gradation de conaissances et s�lection. Il faut �viter en plus tout ce qui est Ma�onnique. Or, la Croix sur la Rose n’est pas ma�onnique. Mais une Rose sur une Croix est sp�cifiquement ma�onnique. Il faut donc absolument : une Rose en-dessous, une Croix-dessus."

Voil�, sans nul doute l’explication du second signe "myst�rieux" trac� sur la tombe hutoise de l’Imperator.

 V.

En juillet 1935, dans une lettre adress�e � Auguste Reichel ( S�r Amertis ) qui a donn� le nom d’Amorc � la R+C en Suisse, J.Mallinger lui d�clare :

"Sans d�nier au F. Lewis une activit� prodigieuse et un rayonnement mondial, il est un fait qui est tr�s connu, c’est que lorsqu’on parle de l’Amorc en Europe et dans les cercles un peu avertis, on attribue � Spencer Lewis et � ses m�thodes, tout ce qui porte ce nom. Le fait est qu’il est le premier � avoir utilis� le vocable Amorc. Mais aucun initi� s�rieux ne gobera l’aventure de Toulouse et les m�thodes am�ricaines ...

Vous aurez beau vous dire ind�pendants, le titre est l� et vous fera du tord en Europe. Tant pis. C’est ainsi. C’est l’avis formel du F. Sjalung de Copenhage, c’est lui de Probst et de Mika�l , c’est certes celui de Ren� Guenon qui va sans doute nous ex�cuter tous un jour dans le m�me panier. Tout ceci ne nuit en rien � nos bons rapports entre nous et le F. Lewis. Il fait beaucoup de bien l�-bas. Tant mieux. All�luia. Mais ni ses cours, ni ses m�thodes n’ont � se substituer � ceux d’Europe."

L’Amorc-Suisse ( Antiquae Mysticae Ordinis Rosae Crucis ) resta "ind�pendant" jusqu’� la fin de 1937. Il fut int�gr� dans l’Organisme de San Jos�, la signature de S�r Amertis ne figure pas parmi celles des Rosicruciens Suisses qui, � chaque occasion adressaient leurs voeux � l’Imp�rator. Le Docteur Bertholet �tait devenu "L�gat de l’Amorc pour la Suisse."

VI.

L’ann�e 1938 ne laisse gu�re appara�tre, parmi les documents retrouv�s qu’une lettre de Jeanne Guesdon adress�e au F. Lelarge, dans laquelle elle joint un message "pour son bon et cher Ma�tre", qu’elle ne se croit pas autoris�e � lui adresser directement. Elle remercie par ailleurs S�r Agni pour une rencontre ant�rieure au cours de laquelle "des choses si int�ressantes furent comment�es, et ce travail en commun, dans un petit groupe o� les sympathies sont sinc�res et vraiment fraternelles est une source de force et de joie pour chacun : c’est la communion sous le signe de la Divine Croix et de la Sainte Rose…

En date du 25 Octobre, une lettre manuscrite de trois pages sous le signature illisible d’un initi� Parisien, qui pourrait �tre celle du F. Rochat de l’Abbaye ( 57, Rue Boursault Paris 17� ), jette une lumi�re nouvelle sur le "magn�tisme" personnel d’E. Dantinne. Ce correspondant, qui lors d’un voyage en Belgique vient d’y rencontrer Hieronymus ne tarit pas d’�loges � son sujet : "J’ai h�te", dit-il "de vous faire part de la profonde impression que j’ai imm�diatement ressentie d�s le premier contact avec notre Grand Ma�tre. Son regard clair qui vous sonde le coeur, et cette expression d’infinie bont� vous p�n�tre et l’on sent aussit�t qu’on est en pr�sence d’un de ces Disciples que Dieu veut bien nous envoyer pour nous instruire et nous guider dans l’accomplissement de Ses volont�s et de Son r�gne. … maintenant, cher Grand Ma�tre, en quelques instants trop courts � mon avis, vous avez fait de moi, le timide que j’�tais un tout autre homme. … ardent, plein de confiance, de foi toujours plus profonde, de courage et enfin de tout ce qui pouvait me manquer pour accomplir fid�lement et dignement la mission que vous voulez bien me confier."

Cette "mission" fut probablement l’implantation ou l’extension en France de la Rose-Croix Universitaire.

VII.

L’ann�e 1939 verra, � la date du 02 Ao�t, le d�c�s de ‘Imp�rator Spencer Lewis. C’est la Soeur Jeanne Guesdon qui a pr�venu Jean Mallinger par t�l�phone et, par la m�me occasion, elle lui annonce que la fille et le gendre de L�wis seront � Paris "d�s demain", Jeanne Guesdon viendra avec eux � Bruxelles "mardi soir", alors que la d�l�gation officielle de l’Amorc, d�j� en route arrivera de son c�t� et s�par�ment. Mallinger a averti Wittemans et Gr�ter de l’�venement, par ailleurs il a t�l�phon� � Mme Lelarge m�re afin qu’elle pr�vienne E. Dantinne. S�r Elgim �crit � "son ami L�on":

"La mort impr�vue de S�r Alden va pousser � l’aigu le probl�me de sa succesion. Notre travail sera encore plus difficiele et j’�cris par m�me courrier � notre Ma�tre afin de lui dire que deux candidats sont en pr�sence : le fils Lewis et le G.M. Thor Kimalehto …"

"Malgr� les erreurs commises par S�r Alden, je lui garde un bon souvenir, car il avait su nous comprendre et reconna�tre la sup�riorit� de notre Ma�tre." Comme on le sait, c’est Ralph Lewis qui fut d�sign� � la direction de l’Amorc.

Le 30 Octobre de m�me ann�e 1939, Georges Lagr�ze, Mika�l, demande l’avis de S�r Hieronymus et des FF de Belgique sur une requ�te qui lui a �t� pr�sent�e par R.Lewis tendant :

A la r�gularisation de l’initiation martiniste des FF Whitcomb, K.Brower et de des SS Whitcomb, Gladys et Martha Lewis et des pouvoirs d’initiateur du F.R.L�wis.

Obtenir de nouveaux pouvoirs � l’effet d’�tablir une D�l�gation g�n�rale et un Grand Conseil Martiniste des Etats-Unis d’Am�rique.

C’est � ce sujet que Mika�l demande l’avis de ses FF Belges et de cet avis d�pandra la conclusion du Rapport qu’il doit soumettre "� notre Tr�s Illustre Fr�re Chaboseau." Selon Mika�l, il demeure bien entendu que les FF du Comit� Directeur des Etats-Unis devront s’engager :

A reconna�tre l’autorit� du Supr�me Conseil Universel du Martinisme Traditionel dont les FF Chaboseau et Lagr�ze sont les repr�sentant � la FUDOSI.

Observer les statuts, R�glements et traditions de l’Ordre et respecter les pr�rogatives des initiateurs.

Observer la gratuit� de la communication de l’Initiation aux membres libres, les Soeurs et les Fr�res group�s en Ateliers r�gulier participant aux frais selon leurs ressources personnelles.

VIII.

Les �v�nements de 1940, suivis de l’occupation nazie et l’interdiction des soci�t�s secr�tes vont perturber toutes les activit�s initiatiques en pays occup�s. Le seul document datant de cette �poque est une lettre de Mallinger � Lelarge en 1942, en pr�paration d’une prise des contacts avec Jeanne Guesdon pour la reprise des activit�s initiatiques d�s la fin de la guerre. La fin de l’occupation allemande en Belgique devait se marquer pour E. Dantinne par une supr�me humiliation, ce fut pour lui une v�ritable "mont�e au calvaire".

Comme toutes les Cit�s occup�s, la ville de Huy fut administr�e la guerre durant par des hommes tout d�vou�s � l’ennemi. Depuis de nombreuses ann�es, Emile Dantinne �tait le biblioth�caire Communal, son �rudition �tait immense. Il fut sollicit� par ses patrons �ph�m�res pour �crire des articles sur l’histoire et le folklore de la ville de Huy, sujets bien anodins s’il en est mais qui, publi� sous les auspices de l’administration de l’�poque parurent condamnables � certains puristes du patriotisme. Par ailleus, Emile Dantinne consacrait tout son temps libre � l’aide alimentaire aux plus malheureux, notamment au sein d’une Association humanitaire appel�e "Foyer L�opold III". Ses voisins de l’�poque le voyaient, � peine nourri lui-m�me, se d�penser sans compter au service des affam�s de la Ville.

Au moment de la lib�ration, un malheureux, �gar� sans doute par les souffrances subies sous l’Occupation, s’attaqua � ce bienfaiteur et, sans autre forme de proc�s, lui coupa la barbe qu’il avait tr�s longue et tr�s belle. On vit le vieil homme effondr�, pleurant � chaudes larmes et n’osant plus se montrer en public. On lui fit un proc�s o� Me Mllinger fut son d�fenseur tandis que L�on Lelarge, notamment, put t�moigner de son parfait patriotisme : l’affaire se termina par un non-lieu. Emile Dantinne ne reprit pas sa place � la Biblioth�que communale.

IX.

Apr�s les souffrances du Calvaire, voici la gloire de la R�surection. Pour les Soci�t�s initiatiques et pour S�r Hieronymus, cette r�surection fut concr�tis�e au Convent de la FUDOSI en 1946. Dans une "Lettre de nulle part", le G.M. Raymond Bernard a publi� in-extenso l’�mouvante allocution prononc�e per E.Dantinne � l’occasion des ces retrouvailles. Mais la longue s�paration des ann�es de guerre avait sans doute d�sappris aux Ma�tres d’Europe et d’Am�rique � se comprendre et � s’estimer. L’imp�rator S�r Alden �tait d�c�d� � un bien mauvais moment. Le foss� s’�tait �largi entre la mentalit� des Europ�ens et celle des Am�ricains, notamment au sujet des m�thodes publicitaires. Les derniers avaient pu, au cours de la guerre, faire prosp�rer librement leurs Organisations, tandis que de l’Europe meurtrie, les Ordres initiatiques sortaient d�cim�s par l’�preuve.

Le 14 aout 1951, les trois imp�rators des Ordres les plus importants d�cid�rent, par une d�claration commune, de mettre fin � leur vieille et fid�le collaboration. Chacun des Ordres reprit son ind�pendance absolue. Certains ont disparu, d’autres rentr�rent dans le silence Initiatiques. La plupart de leurs vieux dirigeants ont maintenant rejoint l’"Orient Eternel". L�on Lelarge a pass� de Seuil ultime en 1954. Emile Dantinne franchit le m�me Seuil en 1969. Au triste soir de son tr�pas, dans l’humble maison du n�7 rue de la Couronne, on v�t S�r Elgim, en compagnie de quelques fid�les disciples pratiquer sur le corps du d�funt le rite fun�raire precrit par l’Imperator lui-m�me. On peut s’imaginer la sc�ne :

S’enfermant devant la d�pouille mortelle, allument un quadruple luminaire sur une nappe blanche � hauteur de la t�te du mort, apr�s avoir asperg� le corps d’eau lustrale, il s’empare de son maillet, rev�t son �tole magn�tique, anime le feu sacr�, fait des passes lentes et vitallis�es sur le d�c�d� en allant longitudinalement de la t�te aux pieds, avec la volont� tendue de le d�gager et de le lib�rer. Puis il frappe �nergiquement le front en disant : au premier coup de maillet : "Je te d�gage", puis il fait une nouvelle passe. Deuxi�me coup de maillet : "Je te lib�re". Il fait ensuite une autre passe. Troisi�me et dernier coup de maillet : "Sois heureux". Il termine par une derni�re passe et laisse un certain temps les bras lev�s vers le ciel. Pendant ce temps, les initi�s pr�sents forment la chaine autour du corps et laissent l’op�rateur officier � l’int�rieure de la cha�ne. Le surlendemain, conform�ment aux enseignements de l’Egypte ancienne, perp�tu�s par les Herm�tistes et les Pythagoriciens, son corps fut inhum� au cimeti�re de Huy. Jean Mallinger quitta ce monde en Avril 1982.

Apr�s avoir, � travers tous ces anciens documents retrouv�s, v�cu en quelque sorte dans l’intimit� mystique de ces grands chercheurs de Lumi�re et de V�rit� que furent Emile Dantinne, ses amis et ses correspondants, apr�s avoir pu prendre conscience de leurs affinit�s et de leurs oppositions, de leurs grandeurs et de leurs humaines faiblesses, on ne peut que mieux comprendre cette pens�e de Louis Claude de Saint-Martin :

"La V�rit� est un grand fleuve qui embrasse dans son cours la terre enti�re. Toutes les eaux de la nature, � quelqu’�loignement qu’elles se trouvent tendent par leur pente naturelle � se r�unir en fleuve. Rompez les barri�res des eaux stagnantes et conrompues, elles vont se porter d’elles-m�me vers le fleuve de vie et leur corruption y sera bient�t absorb�e …"

Roger M. Octobre 1982.

Document 5 en 6

De volgende twee documenten van de hand van Sar Hieronymus, allebei geschreven tijdens de bezetting op 12 oktober 1941, geeft ons toch op z’n minst enkele bedenkingen omtrent de rol van de FUDOSI. De soms zeer extreme houding van Sar Hieronymus en het onverbiddelijke antisemitisme mogen hier een duidelijk voorbeeld zijn van de idee�n van deze ‘vredelievende’ Sar. Naast deze opmerking moet wel worden gezegd dat vooral in het tweede document een duidelijke uiteenzetting wordt gegeven van het doel van de Ordes en van de FUDOSI.

Position des ordres initiatiques devant les probl�mes contemporaines 12/10/1941

I. Les ordres initiatiques et le probl�me de la race.

Contrairement � l’Eglise qui admet en son sein des Juifs et leur accorde le bapt�me, les Ordres Initiatiques europ�ens excluent formellement les juifs et leurs organisations.

Toute collaboration avec les Juifs se traduit infailliblement par les n�fastes r�sultats suivants : l’immoralit�, l’anarchie intellectuelle, l’indiscipline, le schisme et la division, l’esprit de lucre et d’�go�sme, l’instabilit� de la passion, l’internationalisme et la m�connaissance des int�r�ts nationaux.

Les ordres exigent au contraire : une moralit� irr�prochable, un ensemble logique et immuable de doctrines, une discipline s�v�re, l’unit�, l’esprit social et communautaire, la stabilit� dans le travail sprituel, le respect des int�r�ts traditionnels de la nation.

II. Les ordres et la guerre.

1. Les ordres initiatiques, conscients des dangers que la guerre faisait courir � toute l’humanit�, sont sortis de leur silence traditionnel et dans le but de tenter d’en diminuer les ravages.

A ce titre, la FUDOSI qui les groupe a fait :

Un appel personnel aux chefs des grands Etats, en janvier 1940, afin de les inviter � r�soudre leurs conflits par la voie pacifique. Cet appel a �t� remis aux ambassades allemande, britannique, fran�aise et italienne � Washington, ainsi qu’au Secr�taire de M. Roosevelt, par les repr�sentants am�ricains de la FUDOSI.

2. Un appel pressant a �t� lanc� aux Am�ricains afin qu’ils organisent des secours alimentaire � la population des pays occup�s, durement �prouv�s par le blocus anglais.

3. Un appel a �t� fait � tous ses membres pour qu’ils pr�parent d�s � pr�sent des suggestions pour la r�organisations spirituelle et sociale de chaque nation dans le sens d’une collectivit� nationale plus heureuse et d’une durable harmonie entre nations.

III. Les ordres et le nouvel ordre europ�en.

Il est �vident que, puisque les ordres initiatiques forment des disciples moralement d�sint�ress�s, sinc�rement d�vou�s au bien public et sp�cialis�s dans l’�tude de tous les probl�mes de l’esprit, il pourra �tre utile de faire appel � eux lorsque apr�s la guerre, une nouvelle Europe devra �tre construite.

Parmi les probl�mes qui sollicitent une �tude approfondi, il n’y aura pas seulement la solution des grands probl�mes �conomiques tels que le respect du travail, la mise hors d’�tat de nuire du capitalisme priv�, la r�organisation des institutions de droit public, solution qui sera entre les mains des sp�cialistes en questions politiques et sociales, mais une attention toute particuli�re devra �tre accord�e aux questions suivantes qui s’av�rent d’une actualit� br�lante et qui en sont solubles que dans le cadre des grandes disciplines spirituelles. Ce sont entre autres :

1 : Le salut par la jeunesse.

En Belgique, comme en France, la jeunesse a �t� d�moralis�e et d�sunie par la profonde anarchie de r�gime d�mocratique. Le manque d’unit� de doctrine intellectuelle et morale, le manque de traditions nationales, la perte de l’esprit de famille, le ch�mage, les injustices sociales, les distractions basses et faciles, ont cr�� une v�ritable crise de la jeunesse.

Il est indispensable au salut de la nation qu’un plan syst�matique soit r�alis� pour mettre fin � cette d�cadence mortelle.

Il faudra inspirer � la jeunesse le culte d’un id�al �lev�, bas� sur une large culture spirituelle et intelectuelle, fermement contenue par une doctrine unitaire forte et hi�rarchis�e. Il faudra lui inculquer le sacrifice de ses passions �go�stes au profit du bien de la communaut�, lui donner le d�sir d’une activit� g�n�reuse et utile.

Il faudra la ramener � l’amour de la nature, au respect de la vie de famille et celui des traditions nationales.

Cella supposera la cr�ation d’un enseignement national enti�rement nouveau dans sa m�thode et son contenu, la cr�ation d’une mystique religieuse saine et vraie, le r�veil des f�tes de la tradition populaire, le retour au culte des anc�tres …

2 : Le salut du peuple.

Un peuple d�p�rit s’il ne groupe pas tous ses �l�ments dans une collaboration g�n�reuse.

Il faudra donc assurer la primaut� absolue du travail spirituel parce que celui-ci n’est pas � la merci des luttes d’int�r�t, ensuite organiser la vie nationale hi�rarchiquement, par ordre d’utilit� sociale des professions concourant � la prosp�rit� g�n�rale.

Il y aura lieu de faire appel � tout ce qui peut rapprocher et unir les nationaux, par exemple, en faisant revivre les anciens usages et traditions populaires et folkloriques ( f�tes solsticiales, comm�moration des grands hommes, des soldats morts pour la Patrie, des anc�tres … ).

Cette mise de forces nouvelles et harminis�es au service d’une plus grande unit� ne se concevrait pas sans un progr�s dans la justice sociale ( mis au pas du grand capitalisme responsable des conflits sociaux ), mais cela sort du cadre de l’action des Ordres initiatiques.

Pour r�aliser ces divers buts, les ordres pourront donner � l’Etat certains secrets d’ordre cosmique, dont ils sont les d�positaires. Par exemple : c�r�monial pour la f�te des morts, pour les r�jouissances populaires, pour les travaux universitaires, cours et syllabi pour les dirigeants de la jeunesse, conseils sp�ciaux pour les r�unions de groupes professionnels…

Seule la destruction du scepticisme, du laisser-aller et de l’�go�sme actuel de toutes les classes de la population pourra sauver le peuple d’une irr�m�diable d�cadence.

Ces programmes exigeront pr�alablement l’assainissement des habitudes qui paralysent actuellement toutes les reformes faites pour changer l’ancien �tat des choses.

Dans le nouvel enseignement, il faudra donner une grande importance � un centre sp�cial destin� � former les nouveaux fonctionaires et les pr�parer � prendre conscience de leurs devoirs envers la collectivit� nationale.

Il y a lieu de noter que l’influence ma�onnique a �t� et est encore tr�s forte en notre pays parce qu’elle a assur� � la majorit� de ses adeptes de fortes positions dans tous les rouages de l’Etat, depuis la Cour jusqu’a la plus modeste administration. Il faut arriver � placer lesdits rouages des hommes consciencieux, form�s pour en assurer le fonctionnement r�gulier, et lieu et place de ceux qui contraignent les organes � ne tourner qu’� leur profit personnel.

IV. Conclusion.

Les Ordres r�ellement initiatiques sont uniquement ouverts aux Aryens et n’admettent aucune collaboration avec la race juive.

Ils ont, dans un but �l�v�, tent� d’abr�ger les �preuves de la guerre et de faire lever le blocus alimentaire anglais.

Ils ont mit � l’�tude l’organisation de l’Europe de demain.

A ce titre, en chaque pays, ils �tudient plus particuli�rement les traditions nationales dont la r�surrection apportera aux hommes un corps coh�rent de doctrines v�ridiques pour leur comportement naturel et apportera le salut aux diff�rentes nations redevenues conscientes chacune de sa dignit� propre et du respect qu’elle doit � celle de ses voisines.

La r�alisation des projets �tudi�s dans le pr�sent rapport ne peut bien entendu se concevoir que dans la mesure o� l’Autorit� allemande pourrait lever l’interdiction dont est actuellement frapp�e la FUDOSI.

L’Imperator pour l’Europe (5)

Rapport sur les ordres et soci�t�s initiatiques. 12/10/1941

Chapitre I - D�finitions

1. Le mot ‘initiatique’ d�rive du mot latin ‘initium’ qui signifie : commencement. En effet, la connaissance de certains secrets de la Nature constitue pour l’homme un commencement dans la voie de la Sagesse.

2. Est donc initiatique : tout enseignements philosophique r�v�lant aux hommes tout ou partie des secrets traditionnels du monde antique.

3. Est appel� initiatique : tout groupement o� ces sciences secr�tes sont syst�matiquement �tudi�es.

Chapitre II - But de l’initiation :

Tout homme voulant d�velopper au maximum ses connaissances, dans un but d�sinteress� pour pouvoir rendre plus grands services � sa communaut� nationale, recherche l’Initiation, c’est-�-dire la r�v�lation lente, mais compl�te des anciens myst�res.

Ceux-ci ont trait : � l’homme lui-m�me, � sa constitution intime, � l’interp�n�tration de sa vie et de celle de la Nature, � l’utilisation scientifique de forces naturelles ignor�es.

Chapitre III - Qui donne l’initiation ?

1. Les Eglises et diverses confessions religieuses donnent � la masse, sous une forme populaire et tr�s g�n�rale, certaines r�v�lations d’ordre initiatique.

Exemple : elles enseignent l’existence d’un Dieu unique, la r�alit� de l’�me humaine, sa survivance apr�s la mort, la bienfaissance du culte des morts, l’utilit� de la foi, la n�cessit� de la pri�re…

2. Les Ordres et Soci�t�s Initiatiques donnent � leurs adh�rents par le moyen d’�tudes approfondies, l’enseignement des anciens Myst�res de la nature.

Vu le grand nombre des mati�res enseign�es, cette �tude est r�partie en plusiurs degr�s de l� les grades successifs que l’on retrouve dans tous les organismes initiatiques. Ils sont comparables aux diverses ann�es d’�tudes des Universit�s.

3. Diff�rence entre les Ordres et Soci�t� initiatiques

a) Les Ordres Initiatiques sont des groupements donnant par voie de s�lection s�v�re, � un petit nombre de membres, un corps pr�cis de doctrines.

Leurs enseignement est direct, c’est-�-dire : donn� ‘de ma�tre � disciple’, et oral, c’est-�-dire donn� de ‘bouche � oreille’.

Exemple : l’Ordre R+C, l’Ordre herm�tiste.

b) Les soci�te�s Initiatiques sont des groupes plus ouverts, s’adressant � un grand nombre de membres.

Leur enseignement est, le plus souvent : soit publi� ( par voie de conf�rences ) soit indirect ( par voie de syllabe �crits donn�s sous forme de cours par correspondance ).

Exemple : l’AMORC.

4. Vraies et fausses soci�t�s initiatiques.

Certains organisations ont la pr�tention de se dire initiatiques, alors qu’elles ont perdu ou n’ont jamais eu les caract�res de l’initiation et la connaissance des Myst�res Traditionnels.

Exemple : la Franc-Ma�onnerie se pr�tend initiatique alors qu’en r�alit� elle ne s’occupe nullement de l’�tude des anciens myst�res elle ne poss�de aucun corps dogmatique de doctrine, elle pr�ne au contraire le libre examen le plus anarchique, ses r�unions ont pour objet des pr�occupations profanes, ses activit�s n’ont qu’une apparence de philosophie elles sont d’ordre fort mat�riel et ont pour t�che essentielle de servir les int�r�ts �go�stes de ses membres et de leur assurer toutes les positions influentes. La vitalit� ma�onnique se borne souvent � de basses contingences �lectorales, antichr�tiennes ou antisociales.

Les ‘Odd-Fellows’ se disent aussi des intiti�es alors qu’ils ne forment qu’une pu�rille association de secours mutuels.

Les membres de ces deux associations qui ont dans le monde politique et dans l’organisation capitaliste du monde une tr�s grosse influence, se croient des initi�s parce qu’ils emploient, sans les comprendre, des symboles antiques dans des temples richement d�cor�s.

Un sp�cialiste tr�s averti en la mati�re, M. Marqu�s-Rivi�re a maintes fois d�nonc� dans ces ouvrages le faux caract�re initiatique des Ordres ma�onniques.

5. Origine et nature des vraies initiations.

a) Historiquement, il y a lieu de noter que chaque peuple a une r�v�lation nationale de ses Myst�res traditionnels.

Exemples : le Walhalla des Germains, l’Amenti des Egyptiens…

b) Philosophiquement : il existe de grands courants d’initiation qui ont eu une immense r�percussion sur les soci�t�s humaines :

Exemples : le courant tao�st en Chine, shinto�ste au Japon, bouddhiste aux Indes, �gypto-hell�nique autour de la M�diterran�e, chr�tien en Europe.

c) Pour les Europ�ens, l’initiation la plus adapt�e � la civilisation actuelle est celle du courant chr�tien sur lequel se base l’Ordre de la R+C. Il est consructif, l� o� d’autres courants sont fatalistes ( l’Islam ), destructeurs ( le lama�sme ) ou m�me n�fastes ( le chamanisme ).

C’est � tort que la Franc-Ma�onnerie se proclame chr�tienne au moment o� elle parodie la C�ne mystique du Christ en son 18� degr�. Elle est en r�alit� un m�lange de traditions h�t�roclites sp�cifiquement juives.

d) L’origine de la plupart des connaissances initiatiques est de toute �vidence l’Egypte. Ses symboles et ses myst�res sont la base de la majorit� des Traditions initiatiques.

Nous devons notamment � l’Egypte de tr�s importantes r�v�lations :

exemples : la nature de l’homme ( existence de son double ), la survie de l’�me, son jugement posthume, les rites d’animation des statues sacr�es, la liturgie ( le feu sacr�, encens, chants ), l’interdicton de la cr�mation, la momification des rois, le respects de la hi�rarchie, que l’�glise chr�tienne reprendra � son tour :

exemples : la nature de l’homme ( corps et �me ), la survie de l’�me humaine, son jugement, les pri�res pour les morts, la transsubstantion, le liturgie, l’interdiction de la cr�mation, la hi�rachie sacerdotale.

Notons en passant que les plus grands g�nies de l’Histoire qui ont dirig� les destins de leurs peuples ont eu connaissance de ces traditions et les ont employ�es dans un but social.

Exemples : Le culte des soldats morts pour la Patrie, les feux sacr�s devant leurs tombeaux, la momification des grands hommes, le d�veloppement d’une conscience nationale, le respect du chef de l’Etat.

Chapitre IV - D�fense des ordres contre les faussaires, n�cessit� de la FUDOSI.

Tout Ordre initiatique a le devoir de veiller en permanence :

1/ � la qualit� morale et intellectuele des ses membres ;

2/ � l’orthodoxie de sa doctrine traditionnelle.

Il doit donc �liminer les membres indignes ou incomp�tents ainsi que les erreurs de doctrine dans son propre sein et, au dehors, combattre les organisations pseudo-initiatiques et leurs fausses doctrines.

Il fallait dans ce but, cr�er un organisme de controle des ordres initiatiques r�guliers et le leur enseigenements.

C’est le r�le de la FUDOSI.

Elle a �t� cr��e pr l’ordre de la R+C afin de :

1/ Surveiller les enseignements des ordres initiatiques

2/ R�unir les documents historiques et doctrinaux sur tous les ordres initiatiques

3/ D�couvrir et d�noncer les faussaires.

Il y avait par exemple en Am�rique, plusieurs fausses R+C. D’autre part, il y avait en France de faux ordres Martinistes Herm�tistes et R+C d�livrant � tort et � travers des chartes d’initiation � n’importe qui !

Chapitre V - Position antima�onnique de la FUDOSI.

L’attitude de la FUDOSI vis-�-vis des ordres ma�onniques a �t� la suivante :

1/ En 1934, lors de sa fondation, elle condamna en bloc les Ordres ma�onniques ath�es et ne les admit par dans sa F�d�ration. Elle fit toutefois une seule exception en faveur de l’Ordre ma�onnique de Memphis-Misra�m qui �tait spritualiste et qui n’�tait pas reconnu par les autres Ob�diences ma�onniques.

Mais il apparut peu apr�s que cette admission �tait une erruer et que le caract�re juda�que et mat�riel �tait ins�parable de tout rite ma�onnique, que toute reforme de la Ma�onnerie est une utopie, et que par voie de cons�quence, toute collaboration est d�finitivement exclue entre la FUDOSI et quelque groupement ma�onnique que se soit.

2/Aussi d�s 1935, les dirigeants de la FUDOSI exclurent d�finitivement de celle-ci le seul ordre ma�onnique avec lequel elle avait eu de tr�s brefs raports.

Ils impos�rent m�me � leurs membres europ�ens de rompre toutes leurs attaches avec la Ma�onnerie, sous peine d’exclusion des Ordres affili�s � la FUDOSI. ( Seul M. Wittemans qui n’a jamais �t� que membre d’honneur de la FUDOSI, historien connu, mais id�aliste, dou� d’une tol�rance excessive, resta membre d’une organisation ma�onnique ).

Conclusion

Il exciste des ordres et soci�t�s initiatiques qui n’ont aucun rapport ni aucune analogie avec les ordres ma�onniques ou avec la Th�osophie.

Ils sont organis�s suivant le principe d’autorit� et le respect de la hi�rarchie et non suivant des modes d�mocratiques d’�lection et de direction.

Leur courant directeur est essentiellement chr�tien.

Leurs traveaux sont d’ordre historique, arch�ologique, philosophique et religieux et n’ont aucun caract�re politique.

En Europe, les personnes de race juive n’y sont pas admises.

L’Imperator pour l’Europe (6)

Het Post-F.U.D.O.S.I.-tijdperk :

Na de opheffing van de F.U.D.O.S.I. in 1951 ging iedere Orde zijn eigen weg zoals in het document was vastgelegd.

De meeste Ordes bestaan tot op de dag van vandaag. Velen hebben in de jaren die volgden zelfs een internationale allure gekregen.

AMORC evolueerde tot een van de grootste Ordes.

De Ordre Martiniste Traditionnel bleef bestaan onder de auspici�n van AMORC.

De Ordre Martiniste et Synarchique groeide verder uit en heeft zijn afdelingen in verschillende landen.

De Ordre de la Rose+Croix Universelle en de Ordre de la Rose+Croix Universitaire zou opgehouden zijn te bestaan.

De Orde der Pythagoree�rs is aktief in Duitsland, Groot-Brittanni� en de Verenigde Staten.

De Universele Gnostische Kerk is uitgegroeid tot een wereldorganisatie.

De Ordre Kabbalistique de la Rose+Croix bestaat nog steeds en staat samen met de Ritus van Memphis en Misra�m onder de leiding van Grootmeester G�rard Kloppel.

De Ordre Herm�tiste T�tram�giste et Mystique is opgesplitst in minstens twee vertakkingen.

Aan een van de verantwoordelijken van de F.U.D.O.S.I. die door Sar Hieronymus was ingewijd en eigenlijk de schaduwimperator was van de F.U.D.O.S.I. werd reeds menigmaal gevraagd om de F.U.D.O.S.I. nieuw leven in te blazen. De toekomst zal uitmaken wat er hier verder zal gebeuren. Op basis van een telefonisch gesprek op 23/1/1999 met de verantwoordelijke van de F.U.D.O.S.I. werd me gezegd dat de F.U.D.O.S.I. niet zal worden heropgericht. Ook de inhoud van de laatste documenten 4 en 5 moeten in de juiste context worden geplaatst. Welke keuze had men tijdens de bezetting ? Schijnbaar mee collaboreren of een concentratiekamp ? Een ding is zeker dat vandaag bovenstaande documenten moeilijk verteerbaar zijn. Maar had men dan de Ordes in de FUDOSI moeten opdoeken ? Een ding is zeker en bewijsbaar de FUDOSI was meer betrokken bij het verzet dan bij passieve collaboratie. Het voorbeeld van Leon Lelarge en anderen vermeld in dit hoofdstuk mogen dit verduidelijken.

De idee van de Fudosi is nog steeds een bestaand begrip in het wereldje van het occultisme. In de recente geschiedenis duiken een aantal groeperingen op die ongeveer dezelfde idee�n aanhangen.

Arc-en-ciel

Op 3/6/1988 ontstaat de ‘Arc-en-ciel’ met de hoofdfiguur Remi Boyer. Hun eerste vergadering had plaats op 24 en 25 september 1988 te Parijs in de lokalen van de Grand Ori�nt. De Arc-en-ciel omvatte een dertigtal groeperingen en Ordes.

In 1990 ontstaat uit de Arc-en-ciel de ‘Groupe de Th�bes’ met de hulp van Jean-Pierre Giudicelli. De ‘Groupe de Th�bes’ werd hetzelfde jaar nog omgevormd tot de ‘Cercle d’Alexandrie’.

Remi Boyer werkte voor een niet gouvernementele organisatie in Zwitserland. Hij was van jongs af aan sterk ge�nteresseerd in occultisme. Hij is lid geweest van Amorc. De hoofdidee van Boyer was om de strijd die er heerste tussen verschillende occulte groeperingen en organisaties op te heffen. "Eigenlijk gaat het allemaal om dezelfde idee�n, ze tonen ons allemaal verschillende wegen met hetzelfde doel.", dixit Remi Boyer.

De bedoeling was om de leiders van de verschillende groeperingen samen te brengen onder hetzelfde dak. De leiders vormden een bonte samenstelling met bedenkelijke reputatie.

Jean-Pierre Giudicelli is de opvolger van Bertrand de Gressac de la Bachelerie een goed gefortuneerd aristocraat en neopaganist. Hij leidde een luciferiaanse obedi�ntie ‘Myriam’ die enkel leden rekruteerde uit de betere klasse. Giudicelli, een Corsicaan, die strijd voor de onafhankelijkheid van Corsica, is eveneens lid van het FLNC. Tot de jaren 1980 was hij lid van de neo-facistische beweging ‘De Derde Weg’. Men heeft hem opgemerkt tijdens een bijeenkomst van het Front National te Nice in 1986.

Remi Boyer lijkt zich daar geen probleem om te maken. Zelf zegt hij hierover : "Je connais le pass� et les id�es de Giudicelli, mais Jean-Pierre s’est rang�. Et ce qui nous rassemble est plus important que ce qui nous s�pare. Que voulez-vous, quand deux alpinistes grimpent en cord�e, il est rare que l’un demande � l’autre ce qu’il a mang� avant de venir."

Een ander deelnemer van de Groupe de Th�bes, Massimo Introvigno, kennen we reeds vanuit de eerste hoofdstukken.

Een ander opmerkelijke figuur is G�rard Kloppel Internationaal Grootmeester van de Memphis-Misra�m Loges. De invloeden van deze obedi�ntie zijn reeds duidelijk uiteengezet in vorige hoofdstukken.

Het CIRCES van Raymond Bernard stuurde de nummer twee, Jean-Marie Verg�rio. Het CIRCES besloot uiteindelijk niet toe te treden tot de Groupe de Th�bes.

Op het appel was ook Triantaphyllos Kotzamanis die we reeds kennen uit het hoofdstuk van het Martinisme. De Griekse afdeling van ‘L’Ordre du Lys et de L’Aigle’ signaleerde me de bedenkelijke winstgevende praktijken van deze figuur die dure cursussen organiseert over de Kabalah. Zijn cursussen blijken uiteindelijk ge�nspireerd te zijn op de werken van Dion Fortune. Dit laatste is niet nieuw. Het OTS ‘Ordre du Temple Solaire’ verkocht ook zijn cursussen aan zeer hoge prijzen die uiteindelijk slechts aftreksels waren van het boek van Jacques Breyer ‘Arcanes Solaires’ uitgegeven in 1959. Een zeer gezocht boek.

Een van de vrienden van Giudicelli, Georges Mague de Cressac, was ook aanwezig op de samenkomst van de Groupe de Th�bes. Deze laatste was op een bijeenkomst op 10/9/1987 te Limoges georganiseerd door Robert Faurrisson. Deze beweegt zich dan weer in de omgeving van het ‘Milii Angel’ een Russische esoterisch-politieke organisatie o.l.v. Alexander Dugin, de nummer twee van het Russische Front National. Robert Faurrisson behoort tot de negacionisten.

De meest controversi�le figuur van de Groupe de Th�bes is Christian Bouchet. Hij was een van de leidende figuren van het ‘Comit� d’Action R�publicain’ een satellietorganisatie van het RPR. Hij is een aanhanger van de extreem-rechtse schrijver Alain de Benoist en de extreem-rechts groep ‘De Derde Weg’ van Jean-Gilles Maliarakis. In 1991 ontstond er ruzie rond de figuur van Maliarakis. Bouchet scheurde zich af samen met talrijke volgelingen. Enkele weken later stichtte Bouchet het NR ‘Nouvelle R�sistance’. Het NR voerde actie tegen Euro-Disney en de keten van de MacDonald’s restaurants. Op internationaal niveau heeft het NR een goede verstandhouding met het Russische Front National. Christian Bouchet werd dan ook geregeld in Moskou opgemerkt. Bouchet schreef een opmerkelijke biografie over Aleister Crowley. Bouchet is lid van het OTO ‘Ordo Templi Ori�ntis’. De Belg Jean-Marie d’Ansembourg behoort eveneens tot deze strekking.

Een andere figuur, maar deze keer uit een andere politieke richting, is Paolo Fogagnolo, lid van de Rode Brigades. Hij is de leider van de ‘Fraternit� Rose-Croix dor�e et antique’. Hun doel : "Rendre � la soci�t� et aux gens la vraie justice et la vraie libert� absolue �t�e � la conscience de l’homme. Sensibiliser les foules au fait que le communisme r�volutionnaire doit �tre conjug�e � la sacralit� spirituelle, comme l’�tait le christianisme � ses d�buts. Pratiquer l’alchimie dans ces divers aspects. Faire la r�volution." Duidelijker kan het niet.

De Groupe de Th�bes heeft talrijke activiteiten en is blijkbaar graag gezien in het occulte wereldje. In 1991 werden twee leden uitgenodigd voor een congres in Santa Barbara, Californi�. Ook hun relaties met de Grand Ori�nt zijn niet weg te denken. Naast de vergaderlokalen die ze gebruikten in de Rue du Cadet hadden ze nog gemeenschappelijke interesses. Dit laatste heeft vooral te maken met talrijke documenten die einde jaren 1970 werden ontdekt over de Vrijmetselarij aan de grens tussen Duitsland en Polen. Het waren de documenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in beslag werden genomen door de Ahnenerbe van Himmler. Een oud SS-aanhanger uit Hamburg heeft al het mogelijke gedaan om de in beslag genomen documenten in Duitsland te houden. Na de inbeslagname van de KGB werden de documenten verzameld te Poznan. Claude Arroux, historicus, heeft deze documenten samen met Remi Boyer ter inzage gekregen. Claude Arroux heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om een oud kasteel in de omgeving van Poznan te bezoeken welke dateert uit de periode van Frederik II. Volgens Arroux was er een Tempel die behoorde tot de inmiddels opgeheven esoterische Vrijmetselaarsorde die luistert naar de naam ‘Afrikaanse Architecten’.

De ‘Afrikaanse Architecten’ was een Vrijmetselaarsloge die haar beginselen zocht in Egypte. De Orde ontstond in 1767 te Berlijn. Ze werd gesticht door Friedrich von K�ppen ( 1734 - 1797 ) een officier van het Pruisisch leger. Zij bestudeerden de Egyptische religie, de filosofie en hun bouwkunde. Hun symbolische Architect was niet Hiram maar Amon. De Orde had een eigen verblijfplaats met een uitgebreide bibliotheek en met mogelijkheden tot alchimistische experimenten. Frederik II juichte de Ritus toe.

De Ritus werd ook in Frankrijk ge�ntroduceerd door Fr�d�ric Kuhn. De Loge werd Ge�nstalleerd in Parijs in 1772. De Ritus kende zeven graden. De Ritus kende sterke gelijkenissen met de ‘Rite Primitif de Narbonne’ die ook haar inspiratie had gezocht in de Egyptische mysteri�n. In principe zijn deze twee Riten, samen met die van Cagliostro, de voorlopers van de Riten van Memphis en Misra�m.

Fr�d�ric Kuhn was eveneens ge�nteresseerd in de Ritus van Die Strikte Observance van Karl Gotthelf Von Hund, in de Rite van de Elus Cohen van Martinez de Pasqually die zich in Bordeaux hadden gevestigd en de Rite des Philal�thes.

Volgende esoterische groeperingen behoren tot de ‘Cercle d’Alexandrie’ :

Association Shingon de France, Bonne Volont� Mondiale, Association le Sentier, Village du Verseau, Centre Sri Chinmoy, Coll�ge Sacerdotal de la Rose-Croix, Ordre Chevaleresque de la Rose-Croix, Eglise Catholique Lib�rale, Grande Loge ind�pendante et souveraine des rites unis, Institute Philosophique Pythagoricien, Institute for Planetary Synthesis, World teacher Trust, Kagyu Ling College monastique, Dhagpo Kagyu Ling, La montagne de la claire lumi�re, Les philosophes de la nature ( LPN ), Order of the Star et white Lotus Group, Soci�t� isolement silence, Soci�t� m�re Meera BF, Theosofische Vereniging, Universit� du temps pr�sent, Eglise rosicrucienne apostolique grecque, Ordre Martiniste des pauvres Chevaliers du Christ, Mission, Swami Atmananda ‘la fleur d’or’, Cercle Swedenborg en de Ordre des Elus-Cohens.

Besluit

Ondanks de definitieve ontmanteling van de FUDOSI in 1952 bleef het idee van een nieuwe FUDOSI bestaan. In januari 1956 werd de eerste poging ondernomen door Jean Mallinger, Probst-Piraben en Ambrogio Gerosa (7). De idee om de ‘Groupe de Th�bes’ op te richten als een nostalgische reactie op de vroegere FUDOSI is dus absoluut niet nieuw. Ook Raymond Bernard kende de groep FIMIT. Zoals te verwachten werd de nieuwe groep met de naam ‘Groupe de Th�bes’ en de reeds bestaande groepen een herhaling van de geschiedenis FUDOSI-FUDOFSI uit de jaren 1930 - 1940. Ren� de Louvroy de opvollger Jean Mallinger en Fran�ois Bruyninckx was niet te spreken over het initiatief van R�mi Boyer. Hij zag de ‘Groupe de Th�bes’ als concurrent van zijn onmiddellijke opvolging van de Fudosi voor de tweede maal opgericht in 1956.

Uit interviews met R�mi Boyer werd zeer snel duidelijk dat de korte duur van bestaan van de Groupe de Th�bes, in principe slechts drie jaar, te wijten was aan een intern conflict tussen J.P.Ruggiu en Christian Bouchet. Ruggiu had zich laten manipuleren door journalisten met een anti-vrijmetselaars signatuur. Het resultaat was een publikatie in het weekblad ‘L’Evenement du Jeudi’ waarvan het verhaal in vorige regels werd verteld.

Na dit artikel besliste R�mi Boyer de groep definitief te sluiten en laten voor te leven in een andere vorm. Zelf zegt hij dat het hoog tijd wordt om enige fantasie�n rond het fenomeen Groupe de Th�bes uit te klaren.

(1) Zie hoofdstuk ‘1850 - 1900 Groot-Brittanni� : De Voorgeschiedenis, paragraaf, Kenneth Robert Henderson MacKenzie.

(2) Op de originele documenten staat het volgende uitgeschreven : "Il ne nous est pas possible, afin d’�viter les indiscr�tions, d’entrer dans trop de d�tails sur la composition du Convent. Au premier appel des organisateurs, 17 puissances ma�onniques et 3 ordres affili�s avaient r�pondu en envoyant des d�l�gations sp�ciales. Le revue Hiram on a donn� la liste que voici :

Dautre puissances, au nombre de 14, se firent �galement repr�senter, mais la d�cision a �t� prise qu’on ne les ferait pas conna�tre publiquement. Leurs d�l�gu�s arriv�rent le 9 juin.

(3) Voor alle duidelijkheid moet hier gezegd worden dat het ging om de Ordre Martiniste et Synarchique en niet de Ordre Martiniste Traditionnel.

(4) Zie geschiedenis ‘1891 Supr�me Conseil de L’Ordre Martiniste.

(5) ‘Une police politique de Vichy : le service des soci�t�s secr�tes’ Lucien Sabah - Klincksieck - 1996 blz. 457 - 459

(6) Ibid blz. 459 - 462

(7) Michel Monereau , ‘Les secrets herm�tiques de la Franc-ma�onnerie’

(8) J’accuse Leon Degrelle - 1936 - Etablissements Delplace, Koch & Co - 49, Longue rue Porte aux Vaches - Anvers