1.
Parasitaire zoönosen
Cestodiasis:
De Hymenolepis nana en de Hymenolepis diminuta zijn twee bij de rat voorkomende
lintwormen die ook voor kunnen komen bij de mens. De besmetting vindt plaats
via de eitjes in de uitwerpselen. Vooral kinderen zijn gevoelig en kunnen last
krijgen van rusteloosheid, buikpijn en diarree. Behandeling geschiedt met een
anthelminticum (middel tegen wormen)
Toxoplasmose:
Hoewel we meer te duchten hebben van onze kat, kan ook de rat besmet zijn met
de Toxoplasma gondii. Dit eencellig levend wezentje komt voor in de ingewanden
van de kat. Daar vindt de vermenigvuldiging plaats. Via de ontlasting van de
kat komen er eicellen in de omgeving terecht. Knaagdieren zoals ratten worden
dan weer besmet door het eten van kruimels van de grond, maar ook door bijv.
het spelen in de kattenbak. De Toxoplasma vormt een cyste in de hersenen en/of
de spieren. Bij ratten kan deze parasiet een encefalitis (hersenontsteking)
veroorzaken. Hoe de overdracht tussen rat en mens plaatsvindt is niet geheel
duidelijk. Bij mensen verloopt de infectie meestal zonder verschijnselen of
schade voor de besmette persoon. Voor zwangere vrouwen kan de ziekte wel gevaarlijk
zijn omdat de parasiet kan worden overgebracht op de ongeboren vrucht waardoor
een aangeboren toxoplasmose kan ontstaan.
Lyponyssus
bacoti:
Dit is de bloedzuigende mijt. Je treft hem vaak aan in de buurt van de gastheer
(in ons geval de rat) en slechts incidenteel op de gastheer zelf aan. Een beet
van de mijt kan vrij pijnlijk zijn en kan aanleiding geven tot huidirritatie
en huidaandoeningen bij mensen die daarvoor gevoelig zijn. Behandeling meestal
met een antihistaminicumzalf of hydrocortisonzalf. De mijt kan goed bestreden
worden met de gangbare antiparasitica (Ivermectin, Vapona cassette, etc.)
Trichophyton
mentagrophytes:
Dit is een schimmel die incidenteel bij ratten voorkomt en zeer besmettelijk
is voor de mens. Het veroorzaakt meestal jeuk en huidirritatie (ringvormig).
De behandeling is hetzelfde als bij de rat, met een antimycoticum (een middel
tegen schimmels) zoals Daktarin poeder of zalf of Griseofulvine. Schimmels bij
de rat zijn te zien door de rat onder UV licht te bekijken of door wat haartjes
langs de wondranden uit te trekken en deze in een druppel 10% kaliumhydroxide
oplossing onder de microscoop te bekijken.
2.
Bacteriële zoönosen
Rattebeetkoorts:
Haverhill-koorts wordt veroorzaakt door de Strepobacillus monoliformis, een
gramnegatieve bacterie die voorkomt in de neusholten van de rat en die wordt
overgedragen op de mens door rattenbeten, maar mogelijk ook via de lucht. De
incubatietijd is 2-10 dagen. De wond geneest in die tijd wel snel. Symptomen
bij de mens zijn: ontsteking van de lymfeklieren, koorts, rillingen, spierpijn,
keelpijn, artritis (gewrichtsontsteking) en een paarse huiduitslag. Complicaties
kunnen zijn: abcessen, bloedarmoede, endocarditis (ontsteking van de hartwand)
en pericarditis (ontsteking in het hartzakje).
Sodoku-koorts wordt veroorzaakt door de Spirillum minus, een spirochaet (spiraalvormige
bacterie). Deze wordt bij schijnbaar gezonde ratten aangetroffen in het bloed.
De bacterie wordt via bijtwonden overgebracht op de mens. De incubatietijd bedraagt
2-3 weken of langer. De symptomen bij de mens zijn: ontsteking van de lymfeklieren,
koorts, spierpijn en paarse tot bruinrode vlekken. Soms komt als complicatie
een endocarditis voor. In beide gevallen moet de patient worden behandeld met
een antibioticum (penicilline). Het aantal gevallen van rattebeetkoorts ligt
in verhouding tot het aantal beten erg laag. Een goede, directe desinfectie
van de wond voorkomt in het algemeen problemen. Beide ziekteverwekkers kunnen
ook bij de tamme rat voorkomen.
Leptospirose:
Beter bekend als de Ziekte van Weil. De ziekte komt in het algemeen voor bij
wilde ratten. Tamme ratten kunnen echter ook worden besmet indien zij in contact
komen met een wild dier. Leptospirose kan voor de mens gevaarlijk zijn. De meest
voorkomende ziekteverwekker is de Leptospira icterohemorragiae (een spirochaet).
De ziekteverwekker wordt door de rat via de urine uitgescheiden. Besmetting
bij de mens vindt plaats via wondjes en via de slijmvliezen. De incubatietijd
is ongeveer 10 dagen. De symptomen bij de mens kunnen zijn: koorts, fotofobie
(gevoeligheid voor licht), hoofdpijn, rillingen, braken en spierpijn. In sommige
gevallen ontstaat er een menigitis (hersenvliesontsteking), icterus (geelzucht),
nierinsufficientie (verminderde werking van de nier), bloedarmoede en bloedingen
in de huid en slijmvliezen.
E.
coli:
Deze bacterie kan, net als de Salmonella zorgen voor koorts en diarree. Besmetting
vindt plaats via de uitwerpselen van de rat. Een goede hygiene voorkomt veel
problemen.
Salmonellose:
De Salmonella bacterie is onlangs nog weer in het nieuws geweest. De bacterie
komt voor bij veel dieren, vooral bij pluimvee (berucht zijn de kippen en de
eieren). De Samonella is voor gezonde volwassenen niet levensbedreigend, maar
je kunt er wel goed ziek van worden (koorts, braken en diarree). Besmetting
vindt veelal plaats via de uitwerpselen van de rat, maar ook door het "kussen".
Ook de tamme rat kan er mee worden besmet door contact met wilde dieren en door
het voeren van rauwe eieren of vleesproducten. Veel problemen kunnen worden
voorkomen door een goede hygiene en het vermijden van rauw voedsel als eieren
en rauw vlees.
Listeriose:
De Listeria monocytogenes is een bacterie die algemeen voorkomt op rauw vlees,
rauwe groenten, etc. De rat kan er ook mee worden besmet. De incubatietijd is
2 tot 90 dagen. Bij gezonde volwassenen (inclusief zwangere vrouwen) zal een
listeria-infectie normaliter geen symptomen geven. Bij sommige mensen kan de
infectie zich uiten via vage klachten als lichte koorts, hoofdpijn, en andere
pijnen. In enkele gevallen is er sprake van ernstige ziekte met hoge koorts.
De diagnose is moeilijk omdat de verschijnselen lijken op die van vele andere
acute infecties. Listeria infectie kan worden overgedragen op de foetus en dan
een miskraam, doodgeboren vrucht of een ernstig zieke pasgeborene tot gevolg
hebben. Door een goede hygiene kunnen veel problemen worden voorkomen.
Tetanus:
Het risico om besmet te worden met de tetanusbacil na een beet van een tamme
rat is eigenlijk vrij klein. Bij wilde ratten ligt dit risico vele malen hoger.
Besmetting bij de mens kan plaatsvinden via (diepe) bijtwonden die niet bloeden;
dit vormt een gunstige omgeving voor de anaerobe tetanusbacil. De incubatietijd
varieert van 5 dagen tot enkele weken. De eerste symptomen zijn een krampachtige
langdurige samentrekking van de spieren (vaak van de kaak). dit is het meest
karakteristieke symptoom. Daarna breiden de krampen zich snel uit en kunnen
uiteindelijk leiden tot ademhalingsmoeilijkheden en slikproblemen. Deze ellende
kan vrij eenvoudig worden voorkomen door een goede vaccinatie. Geadviseerd wordt
om een tetanusbooster te nemen wanneer er veel met ratten wordt gewerkt en de
bijtkans dus hoog is. Dit geldt zeker wanneer de herkomst van de ratten onduidelijk
is.
De
pest:
De Pasteurella pestis (Yersinia pestis) treffen we in dit land gelukkig niet
meer bij de ratten aan, maar in enkele landen wordt in gebieden waar mensen
onder slechte hygienische omstandigheden leven nog wel eens een uitbraak gezien.
De besmetting vindt plaats via de rattenvlo, hoewel de pneumonievorm ook rechtstreeks
op de mens kan worden overgebracht. De pest komt in verschillende vormen voor:
de builenpest (veretterende zwellingen aan de lymfeklieren), de zwarte pest
(onderhuidse bloedingen) en de longpest. De ziekteverwekker komt overigens bij
veel verschillende knaagdieren voor.
3.
Virale zoönosen
Hanta virus:
Het Hanta virus (Pulmonary Syndrome) werd voor het eerst ontdekt in de Verenigde
Staten (New Mexico). Hanta (Pulmonary Syndrome) uit zich in ernstige (soms dodelijke)
longontstekingen. Besmetting vindt plaats via de luchtwegen door inademing van
het virus dat zich in de (droge) uitwerpselen van ratten en muizen bevindt.
De ziekte is in ons land gelukkig nog niet gezien, maar er zijn al enkele gevallen
van een Hanta variant gezien in Azie en Noord-Europa. Een eerder variant van
het virus werd gevonden langs de rivier Hantaan in Azië. Deze variant veroorzaakte
met name nieraandoeningen bij de mens.
Hondsdolheid:
Het Rabiës virus kan voorkomen bij vele dieren die op hun beurt de rat
weer kunnen besmetten. In theorie kan elk vleesetend zoogdier de ziekte overbrengen.
De kans dat een tamme rat hondsdolheid heeft is echter minimaal. Besmetting
vindt plaats via bijtwonden. Verschijnselen bij besmetting van mensen met rabiës
Het kan 2 weken tot 1 jaar duren, voordat de eerste ziekteverschijnselen optreden.
Vanaf de infectieplaats verspreidt het virus zich via zenuwbanen naar de hersenen
en tast deze aan. Na een griepachtig ziektebeeld van enkele dagen ontstaat achtereenvolgens
pijn in de eerst-aangetaste zenuw, slikproblemen, pijnlijke krampen in de slikspieren
en verlammingen