Ratjes Online

Ratjes Online

Streptococceninfecties bij de rat

Niet al te lange tijd geleden is er melding gedaan van plotselinge sterfte onder ogenschijnlijk gezonde ratten. Gedacht werd aan een streptococcen-infectie als mogelijke oorzaak. In dit stuk willen we graag iets meer uitleggen over de streptococcen bij de rat.

Wat zijn streptococcen?

Bij de tamme rat treffen we een aantal algemeen voorkomende streptococcen aan waarvan we er hier drie noemen:
- Streptococcus pneumoniae (ook wel pneumokok genoemd) ;
- Streptococcus pyogenes;
- Streptococcus zooepidermicus.

Deze streptococcen zijn gram-positieve(1) bacteriën die meestal voorkomen in de voorste luchtwegen (neus- en keelholte) van de rat, maar ze komen ook algemeen voor bij andere diersoorten en bij de mens. Dit soort algemeen voorkomende bacteriën worden ook wel "commensalen" genoemd. Geschat wordt dat zo'n 40 - 70 % van de mensen drager is van de Streptococcus pneumoniae. Deze bacteriën kunnen diverse soorten infecties veroorzaken, dit varieert van een lichte keelontsteking tot een zeer ernstige bloedvergiftiging. Hierop komen we straks nog terug. We richten ons in dit stuk op de Streptococcus pneumoniae, omdat dit de meest `gevaarlijke' bacterie is voor zowel mens als rat.

Verspreiding en besmetting

De S. pneumoniae kan gemakkelijk worden overgedragen via direct contact, via de lucht (bijv. door niezen) en via besmette materialen. De bacterie houdt het echter niet lang vol in een droge omgeving en is ook zeer gevoelig voor de meeste desinfecterende middelen. Eenmaal in de rattenkolonie aanwezig, is de bacterie lastig uit te bannen omdat de dieren elkaar gemakkelijk kunnen besmetten. De infectiedruk wordt hoger naarmate het aantal streptococcen uitscheidende dieren in een hok toeneemt.

Infectie en factoren die bijdragen aan een infectie

Wanneer een rat is besmet met de S. pneumoniae (en dus drager is), wil dat nog niet per definitie zeggen dat het dier ook ziek zal worden. Soms kan het dier lange tijd drager zijn, zonder dat er verschijnselen van ziekte optreden. In het algemeen is het immuunsysteem goed in staat deze ziekteverwekker onder de duim te houden. Maar wanneer het immuunsysteem is verzwakt, kunnen er wel problemen optreden. En dat is bij ratten al gauw het geval; een verzwakking van het immuunsysteem kan optreden door bijvoorbeeld andere ziekteverwekkers zoals de Mycoplasma pulmonis, het Sendai virus en diverse soorten bacteriële infecties, maar ook door externe factoren zoals stress, verandering van de omgevingstemperatuur en tocht (eigenlijk een soort "kou vatten") , door bepaalde voedings- en vitaminetekorten en door slechte hygiënische omstandigheden zoals ammoniakdampen in de kooi en teveel ratten in een te kleine kooi. De S. pneumoniae grijpt vaak in op weefsel dat reeds is beschadigd door bijv. andere aandoeningen van de luchtweg die niet altijd zichtbaar of hoorbaar hoeven te zijn.

Symptomen

Zoals gezegd, een rat kan lange tijd drager van de S. pneumoniae zijn, zonder last te hebben van ziekteverschijnselen. Toch is dit bedrieglijk, want de rat kan wel degelijk ziekteverschijnselen hebben, alleen blijft dit vaak onopgemerkt. Zo kunnen er vaak ongemerkt infecties van de voorste luchtwegen ontstaan, mede door de eerder genoemde factoren. Het zichtbaar worden van de symptomen (het "klinisch manifest worden") is iets wat door de meeste rattenliefhebbers wordt gevreesd. De ziekte die dan ontstaat noemen we "pneumococcose". De ziekte kan plotseling optreden waarbij jonge ratten het vaakst worden getroffen. De eerste verschijnselen zijn niezen, hoesten, snuiven, koorts, gewichtsverlies, een in elkaar gedoken houding met ruige, opgezette vacht, depressie, lusteloosheid, vermagering, uitvloeiing uit neus en ogen en het "abdominaal ademen" waarbij een typische buikademhaling wordt gezien. Andere verschijnselen die kunnen optreden zijn: middenoorontsteking waarbij de rat naar een kant scheef gaat lopen, hersenvliesontsteking, ernstige longontsteking, bloedvergiftiging en coma. Het verloop van de ziekte is vaak kort en de dieren kunnen binnen 48 uur sterven.

Behandeling

De behandeling van zieke ratten is zeer moeilijk omdat bij het zichtbaar worden van de symptomen men eigenlijk al te laat is. De ziekte is dan al in een vergevorderd stadium. Het is soms mogelijk om in een vroeg stadium van de ziekte een dier te behandelen met een antibioticum. Het aanbevolen middel daarvoor is een zogenaamde ß-lactamase ongevoelige penicilline zoals amoxicilline+clavulaanzuur (Synulox®). Bij symtomen zoals ernstige longontsteking of hersenvliesontsteking is het soms beter om de rat te euthanaseren omdat de ziekteverwekkers juist op die plekken vaak moeilijk te bereiken zijn met antibiotica. Experimenteel is het middel cefotaxime met succes toegepast bij laboratoriumratten met een door pneumokokken veroorzaakte hersenvliesontsteking. Het wordt echter nog niet als veterinair geneesmiddel toegepast bij ratten. Een experimentele behandeling in The rat Sewer van een rat met meningitis met sulfmethoxazol + trimethoprim en rifampicine gaf enige verbetering. Middelen zoals doxycycline (Vibravet®) en enrofloxacine (Baytril®) blijken niet of nauwelijks effectief bij zieke dieren. Deze middelen kunnen wel als voorzorgsmaatregel (profylaxe) worden gegeven aan de overige dieren die nog geen verschijnselen vertonen, waarbij een tetracycline zoals oxytetracycline (Terramycin®) of doxycycline (Vibravet®) de voorkeur heeft. Binnen de humane geneeskunst wordt het gebruik van fluoroquinolonen bij een pneumokokkenpneumonie afgeraden. Bij enkele patiënten werd bacteriëmie vastgesteld nadat zij waren behandeld met een fluoroquinolon voor een pneumonie die was veroorzaakt door S. pneumoniae. Zieke dieren moeten onmiddellijk worden geïsoleerd van de andere dieren (de zieke dieren mogen niet in dezelfde ruimte worden gehuisvest waar de dieren zonder verschijnselen zitten). De kooien dienen grondig te worden gereinigd met een desinfecterend middel waarna ze goed moeten drogen. Ook drinkflesjes en voerbakjes moeten grondig worden gereinigd waarna ze goed moeten drogen. Men dient er rekening mee te houden dat desinfectie de S. pneumoniae niet uit de kolonie bant omdat de dieren elkaar rechtstreeks kunnen blijven besmetten.

Prognose

Wanneer een rat pneumococcose krijgt, is de prognose zeer somber. Het sterftecijfer is hoog. Dieren die herstellen van de ziekte zijn niet per definitie immuun en herhaling (recidive) komt vaak voor.

Diagnose

De diagnose vindt plaats door bacteriologisch onderzoek. Een voorlopige diagnose kan door microscopisch onderzoek worden gesteld met behulp van een uitstrijkje van wat slijm uit de voorste luchtwegen dat gekleurd wordt met een Gram-kleuring. Er worden dan paargewijs liggende bolvormige coccen gezien in het preparaat. Deze methode is niet geheel betrouwbaar omdat ook gezonde dieren drager kunnen zijn. Een positieve uitslag betekent dus dat de rat is besmet met de S. pneumoniae, maar het betekent niet noodzakelijkerwijs dat de rat ook ziek is door deze bacterie.

Uitsluitingen ( "differentiële diagnose")

Er zijn enkele infectieziekten bij de rat met symptomen die veel lijken op de symptomen die worden gezien bij pneumococcose. Dit zijn:

- infecties met de Corynebacterium kutscheri (corynebacteriose);
- infecties met de Salmonella bacterie (salmonellose);
- infecties met de Pseudomonas aeruginosa (pseudomoniase);
- infecties met de Pasteurella pneumotropica (pasteurellose).

Deze ziekten dienen dus te worden uitgesloten bij een vermoeden van pneumococcose.

De rol van de mens

Ook de mens kan worden besmet met de S. pneumoniae en kan daar behoorlijk ziek van worden: middenoorontsteking (vaak bij kinderen), longontsteking, hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging. Maar ook bij de mens geldt dat een goed werkend immuunsysteem de bacterie onder de duim houdt. Risicogroepen zoals ouderen, mensen met hartaandoeningen en CARA patiënten kunnen zich tegenwoordig laten vaccineren tegen pneumokokken. Over de overdracht van de S. pneumoniae tussen rat en mens is eigenlijk niet zo heel erg veel bekend, er is niet echt onderzoek naar gedaan. De S. pneumoniae kan weer worden onderverdeeld in zgn. "serotypen". Van de S. pneumoniae zijn er momenteel zo'n 85 verschillende typen bekend. Sommige serotypen die bij de mens zijn gevonden zijn ook aangetoond bij de rat. Theoretisch gezien zouden wij dus onze ratten kunnen besmetten en, omgekeerd, zouden onze ratten ons kunnen besmetten, maar dat is niet onderzocht.

"Risicoratten"

Ratten uit een dierenwinkel kunnen een extra risico met zich mee brengen. Vaak is de herkomst van de dieren onbekend of komen ze van een groothandel waar de dieren soms onder slechte omstandigheden zijn gehuisvest. En ook de huisvesting in dierenzaken is vaak niet optimaal. Deze ratten kunnen dus verschillende soorten ziekteverwekkers bij zich dragen en ze kunnen de kolonie thuis daarmee besmetten. Voor wat betreft de S. pneumoniae mogen we daar echter geen harde conclusies aan verbinden. De bacterie komt algemeen voor (commensaal) bij onze tamme rat zodat het moeilijk is te zeggen waardoor een uitbraak van pneumococcose is veroorzaakt, zeker wanneer de ziekte zich al een keer eerder heeft voorgedaan binnen de kolonie of wanneer bepaalde ratten in de kolonie afkomstig zijn uit een kolonie waarin ook dragers waren gehuisvest. Bovendien zal er eerst onderzoek (sectie op de overleden en/of zieke dieren na euthanasie) moeten worden gedaan, alvorens de diagnose pneumococcose kan worden gesteld. Door een goede hygiëne en een goede verzorging kunnen veel problemen worden voorkomen, hetgeen natuurlijk ook geldt met betrekking tot het voorkomen van andere ziekten.

Antibiotica en resistentie

Het komt steeds vaker voor dat sommige ziekteverwekkers niet meer reageren op een bepaald antibioticum terwijl ze dat vroeger wel deden. We noemen dit resistentie. Een duidelijk voorbeeld van resistentie is de beruchte MRSA. Inmiddels is er ook al een resistentie gezien bij onze S. pneumoniae. In een aantal landen is de zogenaamde "peniciline resistente pneumokok" bij mensen aangetroffen, terwijl deze bacterie vroeger zó gevoelig was voor penicilline dat de gevoeligheid in laboratoria zelden werd onderzocht. In landen als Spanje en Hongarije is het resistentiepercentage momenteel het hoogst. In ons land is de constatering van de resistente pneumokok gelukkig beperkt gebleven tot een paar gevallen en ook in onze buurlanden wordt nog weinig resistentie gezien. Toch is dit wel een verontrustend beeld. In ons land is er weliswaar nog weinig reden tot paniek en praten we hier over de resistente pneumokok bij mensen, maar onze ratten hebben veel last van aandoeningen aan de luchtwegen en er zijn dierenartsen die nogal scheutig omspringen met antibiotica. Het is dan niet geheel ondenkbaar dat er op termijn toch ook bij de rat resistente bacteriën zullen worden aangetroffen, waaronder wellicht ook de S. pneumoniae. Resistentie is een duidelijk teken aan de wand dat ons er op wijst om toch heel zorgvuldig om te springen met antibiotica.

Experimentele profylaxe met xylitol

Er is een experiment gestart waarbij alle ratten xylitol als profylaxe door het drinkwater krijgen wanneer pneumococcose bij een rat wordt vastgesteld. Xylitol is een suiker dat in natuurlijke vorm voorkomt in de berk, maar ook in bepaalde vruchten zoals pruimen, aardbeien en frambozen. Xylitol is bewezen effectief tegen de cariës veroorzakende Streptococcus mutans. Enkele Finse studies hebben aangetoond dat xylitol ook werkzaam is tegen Streptococcus pneumoniae, onze pneumokok. Tijdens het onderzoek kreeg een groep peuters in een kinderdagverblijf dagelijks kauwgum met xylitol. Een andere groep kreeg kauwgum met gewone suiker (sucrose). Bij de xylitolgroep werd een sterke afname gezien van het aantal gevallen van acute otitis media (middenoorontsteking) door pneumokokken en werd ook een afname in het antibioticagebruik gezien. Verondersteld wordt dat xylitol de groei van de S. pneumoniae en de aanhechting van S. pneumoniae aan de slijmvliezen in de nasopharynx afremt(2)(3) De gedachte achter het profylactisch toepassen van xylitol bij ratten is het afremmen van de groei van de S. pneumoniae in de nasopharynx om zodoende een verdere verspreiding van de bacteriën naar de luchtwegen (bronchiaal systeem) of naar het middenoor af te remmen. De standaard profylaxe met antibiotica blijft aanwezig en wordt niet vervangen.

Hosted by www.Geocities.ws

1