Bezoek de site en oordeel zelf
4. Het gebruik van marihuana bij verschillende ziektebeelden
Hier wordt onder andere geput uit de overzichtsartikelen van Lemberger, 1980, Hollister, 1986, Mechoulam, 1986. Wederom moet benadrukt worden dat de onderzoekingen niet met gestandaardiseerd materiaal uitgevoerd zijn. Ook al is deze standaardisatie afwezig, dan nog blijkt marihuana een zodanig effect te sorteren dat hier niet aan voorbijgegaan mag worden.

Glaucoom
Bij Glaucoom neemt de intra-oculaire druk onacceptabele waarden aan. Uit de literatuur blijkt dat marihuana er in slaagt deze druk te verlagen waar andere middelen falen. Dit zou onder meer komen door de synergetische werking van 8-alpha- en 8-b�ta-11-dihydroxy-delta-9-THC. Uitgebreid onderzoek suggereert dat het effect van delta-9-THC op de intra-oculaire druk tot stand komt via het sympathisch zenuwstelsel. Dit effect is zowel bij pati�nten als bij gezonde proefpersonen vastgesteld.
Onderzoek van Crawford en Merritt (1979) toonde aan dat het verlagende effect van Marihuana (gerookt) zowel qua tijdsduur als intensiteit groter was bij 'hypertensives' dan bij 'normotensives'.
Bij dieren blijkt het percentage delta-8-THC (in olie) niet van belang te zijn, maar wat uiteindelijk belangrijk is is de conclusie dat het een veilig middel is (Merritt et al, 1982).
Onderzoek van Colasanti (1984) stelt dat delta-9-THC een toxische werking heeft bij katten (oogdruppels). Cannabidiol bleek bij dit onderzoek echter net zo effectief, maar zonder de toxische werking. Dit suggereert dat de rol van cannabidiol bij glaucoom nader onderzoek verdient. Colasanti (1984) kwam tot dezelfde conclusie aangaande cannabigerol. Colasanti (1986) komt in een review-artikel tot de conclusie dat de werking van cannabinoiden onderscheidbaar is van delta-9-THC, en therapeutisch een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn. Deze bevindingen worden ondersteund door Green en McDonald (1987).
Synthetisch THC (pillen) geeft ook een duidelijke verlaging van de oogboldruk, maar laat echter duidelijk haar sporen na in de vorm van depersonalisatie, acute panische reacties en parano�de gevoelens (Merrit et al, 1980). Het is al langer bekend dat de neveneffecten van THC in marihuana opgevangen worden door andere stoffen, zoals bijvoorbeeld cannabidiol (Karniol et al., 1974, Zuardi et al., 1982). Cannabidiol heeft ook duidelijk een stress verlagende werking (Zuardi et al., 1993). Dit pleit voor het gebruik van de marihuanaplant.

Multiple Sclerose
Het is nog altijd niet bekend wat de oorzaak van MS is. Er is ook nog geen probaat middel op de markt dat pati�nten helpt in een vergevorderd stadium van deze ziekte. Diazepam, cyclobenzaprine, baclofen en dantroleen zijn de meest gebruikte middelen om de symptomen (met name de spasmen) van deze ziekte te bestrijden. Deze middelen hebben echter nare bijwerkingen, zoals versuftheid en verslaving. Marihuana blijkt als spierverslapper goed te kunnen functioneren. Dit gebeurt evenwel zonder de nare bijverschijnselen van de conventionele geneesmiddelen.
Ungerleider et al (1988) vonden in een dubbelblind placebo gecontroleerd onderzoek een afname van spasmen bij MS-pati�nten die delta-9-THC (pil) kregen. Deze resultaten worden ondersteund door Clifford, 1983 (pil, delta-9-THC), Dunn & Davis, 1974 (marihuana), Petro, 1980 (marihuana, gerookt), Maurer et al., 1990 (delta-9-THC). Meinck et al. (1989) (marihuana, gerookt) stellen dat de betreffende effecten ook kwantitatief zijn vast te stellen door middel van electrofysiologische meting.
De bovenstaande resultaten worden ondersteund door dieronderzoek. Lyman et al. (1989) (THC in eten) hebben bij ratten en zwijnen kunstmatig "autoimmune encephalomyelitis" opgewekt. Van de groep die een placebo kreeg stierf 98% binnen 15 dagen. De groep die THC kreeg gaf een totaal ander resultaat, hier stierf slechts 5%.

Marihuana bij chemokuur en Aids
Omdat kankerpati�nten die een chemokuur krijgen en aids-pati�nten in een ver gevorderd stadium dezelfde symptomen vertonen (misselijkheid, braken, afname gewicht) mogen deze twee groepen onder een noemer geplaatst worden.
Orale THC blijkt een goed antibraakmiddel (Sallan et al., 1975). Uitgebreid placebo gecontroleerd dubbelblind onderzoek toonde aan dat delta-9-THC net zo goed werkte als anti-braakmiddel als prochlorperazine. Er waren echter de nodige nare bijverschijnselen (Frytak et al., 1979). Dit onderzoek werd echter verricht met synthetisch THC, en komt zodoende weer in aanmerking voor de vaste kritiek dat THC niet als singulaire stof toegediend moet worden. Overeenkomstig onderzoek waarbij marihuana (gerookt) werd gebruikt gaf een veel geringer aantal bijverschijnselen (Vinciguerra et al., 1988). Dit komt overeen met het oordeel van een grote groep artsen (Doblin & Kleiman, 1991).
Marihuana heeft als bijkomend voordeel een verhoging van de pijntolerantie (Milstein et al., 1975). Dit blijkt ook voor THC op te gaan (Noyes et al., 1975). Tevens doet marihuana de eetlust toenemen, wat voor deze pati�nten zeer zeker een goede bijkomstigheid is (Farthing, 1992, Mc Kim, 1991).

Astma
Het is vreemd om te ervaren dat een stof die via de longen toegediend wordt mensen met astma kan helpen. Toch blijkt delta-9-THC een stof te zijn die bronchusverwijdend werkt.
Bronchospasme, opgewekt door lichamelijke oefening nam voor proefpersonen een half uur tot een uur in beslag om van bij te komen. Marihuana (gerookt) en isoproterenol zorgden voor een direct herstel. Hetzelfde gaat op voor bronchospasme opgewekt door methacholine (Tashkin et al., 1975). Delta-9-thc heeft het sterkst dit verwijdende effect, en in mindere mate delta-8-thc. Voor cannabinol en cannabidiol lijkt dit niet op te gaan (Gong et al., 1984). Een vergelijking tussen isoproterenol (1250 &g) en gerookte marihuana (2% THC) toonde aan dat het verwijdende effect van marihuana sterker was, en zeker een uur duurde (pieken bereikt na 15 minuten). Isoproterenol bereikte 60% van het effect van marihuana. Indien delta-9-THC oraal werd toegediend werden de pieken bereikt na drie uur, en duurde het effect zo'n vier tot zes uur. (Tashkin et al., 1973).
Delta-9-THC toegediend door een verstuiver levert verbetering van de opnamecapaciteit van de longen, maar wekte bij enige pati�nten ook irritatie op (Tashkin et al., 1977). Hartley et al. (1977) onderzochten het effect van drie doses delta-9-THC (50, 100 en 200 microgram toegediend met behulp van een verstuiver). Tweehonderd microgram bleek het beste te werken, echter nauwelijks verschillend van de dosis van honderd microgram. De honderd microgram leverde echter geen bijverschijnselen op en werd uitstekend verdragen.

5. Bijwerkingen
Zoals ieder geneesmiddel heeft ook marihuana bijwerkingen. De reden dat velen van marihuana weten berust op een specifieke bijwerking. Een gedeelte van de bijwerkingen is lichamelijk, maar het merendeel is psychisch. Voor de nu volgende lijst is onder andere gebruik gemaakt van het boek van Farthing (1992), en McKim (1991).
Het is belangrijk te weten dat marihuana een leerproces vergt. Een eerste keer zijn de verschillende verschijnselen nog niet bekend, er is een soort van leerproces nodig, welk gaandeweg verandert naarmate de ervaring met en de attitude ten opzichte van marihuana verandert.

Fysiologische effecten
Marihuana is een uitstekende slaapverwekker. Een lage dosis verhoogt de totale slaaptijd, maar heeft verder geen effect op de slaap. Bij een hoge dosis echter worden zowel de duur van de REM slaap als de oogbewegingen tijdens de REM slaap vermindert. De duur van de stage-4 slaap wordt verlengd.
De hartslag neemt toe tijdens gebruik, met een maximum na 15 minuten. Dit effect neemt toe naarmate de dosis groter is. Bij oraal gebruik komt de verandering in hartslag op een later tijdstip.
De eetlust neemt toe, meestal begint dit gevoel na zo'n drie uur. Bij constant gebruik kan dit effect weer afnemen, al moet hier aan toegevoegd worden dat dit opgaat voor roken. Bij thee is er een geheel andere situatie, gezien de werking pas echt opgaat na twee weken. Wat zeer zeker kan blijven bij roken is een gevoel dat de "munchies" heet, op zo'n moment krijgt de gebruiker de behoefte om grote hoeveelheden te eten. Greenberg et al., (1976) vergeleken een groep van grondige marihuanagebruikers, gewoontegebruikers en een controlegroep gedurende een periode van 21 dagen. Hier bleek de gewichtstoename (gemeten na vijf dagen) bij grondige gebruikers het hoogst, en het laagst bij de controlegroep (3.7 lbs, 2.8 lbs, 0.2 lbs resp.).
Dat gebruik van marihuana gezien kan worden aan de grootte van de pupil van de gebruiker behoort tot het rijk der fabelen. Het gebruik is aan het gezicht af te lezen doordat de marihuana er voor zorgt dat de oogleden gaan neerhangen, dit is een effect van de spierverslappende werking van marihuana. Bij hoge dosis kan het oog enigszins rood kleuren.
Een wel heel bijzondere werking gaat op voor het libido. Het geneesmiddelenbulletin (1994) bevat een lijst waarin voor vele geneesmiddelen en enkele drugs onderzocht was welk effect ieder product heeft op: libido, erectie en ejaculatie bij mannen/ libido, lubricatie en orgasme bij vrouwen. Hieruit blijkt dat marihuana als enige al deze variabelen intensifieert.

Cognitieve effecten
Marihuanagebruikers stellen veelal dat hun perceptie beter wordt. Ze horen nuances in muziek die anders niet werden waargenomen. Dit zelfde gaat op voor hun waarneming. Deze effecten blijken echter slechts subjectief te zijn. Het is niet zo dat een marihuanagebruiker beter hoort, maar het kan wel zo zijn dat beter op de nuances gelet wordt.
Het is moeilijk om lang de concentratie vast te houden na marihuanagebruik. Bij taken waar veel concentratie voor vereist is blijken gebruikers de opdracht niet minder goed te maken, maar wel vaker pauzes nodig te hebben. Autorijden is een taak die naast automatisme ook concentratie vergt. Het gebruik van marihuana wordt dan ook afgeraden. Een grote studie van Robbe (1994) laat echter zien dat een geoefend marihuanagebruiker zeker niet minder goed rijdt dan niet gebruikers. Hier blijkt weer het leereffect bij marihuana.
Geheugentaken ondervinden veel hinder van het gebruik van marihuana, dit gaat vooral op voor het korte termijn geheugen (STM). Informatie uit het STM kan direct opgeroepen worden, als de tijdspanne maar niet te groot is. Het STM functioneert tijdens gebruik minder, waardoor dit ook effect heeft op leertaken, doordat de informatietransfer van STM naar lange termijn geheugen (LTM) minder goed verloopt. Onder invloed van marihuana wordt het ophalen van informatie uit het LTM niet gehinderd, mits de opgeslagen informatie in nuchtere toestand geleerd is. Tot nog toe verricht onderzoek suggereert dat marihuana het geheugen be�nvloedt via het limbisch systeem, in het bijzonder de hippocampus waar marihuana het afgeven van de neurotransmitter acetylcholine vermindert.
Een opvallend verschijnsel is de verlenging van tijdsduur voor een marihuanagebruiker. Tien seconden lijken al snel dertig seconden te zijn. Blijkbaar versnelt marihuana de werking van de 'interne klok'. Als deze subjectief sneller ervaren wordt, dan vindt er een ervaren tijdsverlenging plaats.
Marihuana vermindert de motivatie. Veelal denken gebruikers dat ze zonder problemen helemaal aanwezig kunnen zijn, en dat taken hen dan makkelijk afgaan. Dit blijkt niet zo te zijn. Onderzoek bij resusapen (Schulze et al., 1988) toonde aan dat marihuana weliswaar de motivatie om een taak te verrichten vermindert, maar als deze dan uitgevoerd werd, bleek deze niet minder gedaan te worden dan de controlegroep.

Sociale effecten
Vaak stellen marihuanagebruikers iemands emotie direct te kunnen zien, iemand direct te kunnen begrijpen. Dit blijkt experimenteel niet terug te vinden. Het is ook dubieus of marihuana tot grotere sociale vaardigheden leidt, de resultaten zijn daar te wisselend voor. Het lijkt er op dat gebruikers onderling elkander goed kunnen begrijpen, maar het effect lijkt toch zeer nauw samen te hangen met de situatie waarin de gebruiker zich bevindt. Situatie is een variabele die zeer belangrijk is voor het gemoed van de gebruiker, in een prettige situatie zal een gebruiker ook beter functioneren.
Dat marihuana mensen agressief maakt moet naar het rijk der fabelen verwezen worden. Het tegendeel is eerder waar. Hoe hoger de dosis marihuana, des te minder effect sorteren uitlokkingen tot agressief gedrag. Het is wel zo dat marihuana angstig of parano�de kan maken. Dit zal slechts op kunnen treden bij een te hoge dosis.
De beweringen betreffende het krijgen van psychosen door marihuana zijn te verdeeld. Het zijn veelal casestudies, waarbij een veelheid van variabelen opgaat. Door deze diversiteit is het niet onderbouwd om deze effecten aan marihuana toe te schrijven. De angst voor hersenbeschadiging is ook ongegrond. Veelal blijkt dat in deze gevallen het drugsgebruik altijd gepaard gaat met alcoholgebruik. De alcohol beschadigt wel degelijk de hersenen (Leccese, 1996).

Conclusie
Marihuana zal nog een lange weg af moeten leggen eer de status van medicijn te verwerven. Als fytotherapeutisch product blijkt echter dat marihuana aan alle eisen kan voldoen. Veilig, betrouwbaar te produceren en de werkzaamheid mag naar fytotherapeutische maatstaven ook zeker bewezen geacht worden. Zoals reeds beargumenteerd is marihuana een simplex en kan als zodanig goed beschreven worden. Het blijft belangrijk de verschillende grondstoffen te specificeren.
Marihuana blijkt zeker geneeskrachtige capaciteiten te hebben, onder andere bij chemokuur, AIDS, multiple sclerose, glaucoom en astma. Een bijkomend voordeel is de geringe hoeveelheid en ernst van eventuele bijverschijnselen. In wezen kan dit ook nog door een pati�nt geminimaliseerd worden. Hier valt te denken aan de wijze van inname, leren omgaan met het product en dergelijke.
Maripharm wil met haar kennis een ieder die ge�nteresseerd is van dienst zijn. Door middel van gericht onderzoek, de ontwikkeling van verschillende producten zoals vaporisator, pillen, zetpillen, tinctuur en dergelijke moet er duidelijkheid kunnen komen over de geneeskrachtige werking van marihuana. Natuurlijk is het zo dat marihuana niet bij iedereen heilzaam is, maar dit gaat in principe op voor ieder geneesmiddel. Marihuana helpt een grote groep mensen, en verdient op zijn minst een kans om zich te bewijzen.
Marihuana als medicijn deel 2
Marihuana als medicijn deel 1
Het recht van de pati�nt
Vul Uw emailadres in
om onze nieuwsbrief te ontvangen!
Naam:
Leeftijd:
Geslacht: Male Female
Woonplaats:
E-mailadres:
Powered by YourMailinglistProvider.com
Hosted by www.Geocities.ws

1