Papieren moorden:


Vlaamse jeugddetectives

Wat zijn jeugddetectives

Detectives voor de jeugd, wat zijn dat? Kleine, dunne boekjes voor een speciaal doelpubliek? Of zijn het doorslagjes van de misdaadverhalen voor volwassenen, op een lager niveau dan? Vinden we in deze boeken voor jongeren andere elemen-ten, andere thema’s dan voor de grote mensen? Welke thema’s behandel je in zo’n boeken? Daal je in stijl en taalgebruik af tot een lager niveau? Schrijf je belerend, moraliserend vanuit jouw standpunt of probeer je je in te leven in de leefwereld van je lezers? Probeer je hen iets bij te leren of lever je zomaar pure ontspanning?
Op geen enkele van deze vragen is zomaar een pasklaar antwoord te leveren en dat zullen we ook niet proberen in deze korte aanzet tot de geschiedenis van de Vlaamse jeugddetectives.
Ook het krappe onderscheid tussen avonturenverhalen en echte detectives is moeilijk te trekken. De op het einde van dit hoofdstuk voorkomende opsomming van jeugdwerken, kan dus naar eigen smaak en criteria uitgebreid of ingekort worden.

Laten we eerst eens proberen uit te vissen wie die genregebonden verhalen voor de jeugd schrijft.

Wie

De eerste categorie is natuurlijk het gild van jeugdauteurs dat zweert bij de spreuk ‘schoenmaker blijf bij je leest’. Zij zijn toegewijd, schrijven normaal niets anders, proberen wel eens een nieuw genre uit maar verza-ken niet aan hun lezers, hun ‘kinderen’. Waarom doen ze het? Eerst en vooral natuurlijk om het plezier van het schrijven maar waarschijnlijk ook voor de appreciatie van hun lezers die tot uiting komt in brieven (nu emails), auteurslezingen in scholen (leuke bijverdienste), interviews voor schooltaken en –krantjes en allerhande Kinder en Jeugdjuryprijzen. Misschien ook omdat ze niet de langere adem hebben om meer ingewikkelde, meer uitgesponnen verhalen te vertellen. Of daar geen zin in hebben.
Misschien omdat ze de jeugd bepaalde waarden willen meegeven. Misschien omdat, idealisten als ze zijn, zij jongeren willen aanzetten tot lezen en daarvoor spannende verhalen als het meest geschikt zien. Bij deze categorie – we nemen doelbewust afstand van hun motieven – rekenen we onder andere ‘Rode Ridder’ Leopold Vermeiren, serieuzere auteurs als Swarten-broeckx en Struelens, toppers als Jacobs en Kustermans, blijvende waarden als Briels en Verleyen, buitenbeetje Lagrou maar ook relatieve nieuwelingen als Boets, Schuyesmans, Tolhuysen en Van Lierde. Tot zover de loutere jeugdschrijvers.

Een tweede soort auteurs zou ik durven omschrijven als zij die ‘eerst eens willen oefenen in het schrijfvak’. Die auteurs de-buteerden met jeugddetectives en dachten te kunnen leren van de kritiek. Om dan zo, met de opgedane ervaring, gemakke-lijker de overstap te kunnen maken naar de ‘grote mensenboeken’. Sommigen (De Bruyn) zagen het als een eenmalig op-stapje, anderen (Van Camp, Didelez, Dekoning) zien het als een volwaardig genre waarbij ze hun jeugdpubliek dankbaar zijn en blijven dat ze voor hen hebben mogen debuteren.

Vervolgens zijn er ook nog auteurs van volwassenenthrillers die een jeugdboek tussendoor als een creatieve uitdaging, een commercieel extraatje of gewoon als een leuke schrijfoefening zien. Hoe moeten we anders de uitstapjes van Aspe, Bertin of Dhooge kwalificeren of beoordelen? Aan de lezer om te oordelen welke van de bovenstaande opties op deze auteurs van toepassing zou kunnen zijn.

Ten slotte heb je nog een aantal auteurs van wie je niet kan zeggen dat ze een voorkeur hebben voor het een of andere gen-re. Berkhof, Libera Carlier, Van Remoortere en Schoemans hebben net zo dikwijls volwassenenromans geschreven als jeugddetectives. Misschien is dit net een bewijs dat ze moeilijk konden kiezen en dat beide genres volgens hen evenwaardig zijn. Of misschien hadden ze zoveel schrijfenergie dat die slechts in meerdere vormen tegelijkertijd te kanaliseren was.

Wie zijn wij om te oordelen welke redenen een jeugdauteur ook mag hebben? Laat de boeken voor zich spreken.

Hoofdfiguren

Nu we al een heel klein beetje een idee hebben wie die vreemde mensen zijn die jeugddetectives schrijven, kunnen we mis-schien eens een klein onderzoekje doen naar de hoofdpersonages die ze gebruiken. Kinderen natuurlijk, zou je logischer-wijze denken. Dat lijkt evident maar was het lange tijd niet.

Vanaf de eerste jeugddetectives werden als protagonisten zowel volwassenen als kinderen opgevoerd. De ene soort heeft de andere nodig maar als de groten het voor het zeggen hebben zijn de kleintjes gewoonlijk het slachtoffer.

Waarom kiest een jeugdauteur een volwassene als speurder? Misschien omdat de actieradius dan veel groter is. Kinderen zijn gebonden aan (vervelende/bemoeizieke) ouders en familie, aan de schoolplicht en hebben meestal slechts hoogstens een fiets als transportmiddel. Grote mensen zijn veel onafhankelijker en verplaatsen zich zoveel en naar waar ze maar willen. Hieraan kunnen we het succes toeschrijven van TV-reporters of journalisten als Peter Kansas van Aster Berkhof, Erik Brand van René Struelens, Jan Scherpoog van René Swartenbroeckx of Serge Beaulieu van Robert Terny. Hun beroep stelt hen immers in staat om veel te reizen en verre avonturen te beleven: het avontuur om het avontuur domineert. Avonturen waarvan onze jongeren alleen maar kunnen dromen. Ook para’s (zie Serge Carlier) kunnen overal ter wereld gedropt worden om het onrecht en de misdaad te bestrijden. Internationale geheimagenten of spionnen zie ik ook niet zo vlug bij kinderen als hoofdpersonages figureren. Kennes begeeft zich wel in die wereld die soms wel eens de ver-van-mijn-bedshow lijkt.
Natuurlijk mag het gezag in uniform in dit overzichtje niet ontbreken. De boeken met inspecteurs en commissarissen dateren uit een ver verleden waar kinderen nog opkeken naar ‘de arm van de wet’. Vanuit die verouderde visie kunnen we beter de werkjes van Jos Verhoogen (Inspecteur Buldog) en Lode Stevenberg (Inspecteur Hinssen) inschatten.

Als de kinderen de hoofdrol mochten wegdragen, zien we ze in allerhande verschijningen. Meestal niet alleen, soms als tweeling (Linders, Verleyen), soms met een vriend maar heel dikwijls met een broer of zus. Duo’s zijn misschien wel de beste optie voor een jeugdschrijver omdat ze het hem mogelijk maken twee elkaar aanvullende karakters te beschrijven en omdat hun bewegingsvrijheid (afspraakjes maken…) redelijk te doen is.
Soms echter vormen ze een clubje (Linders, Stalis), een toevallig samengaan van vrienden maar soms ook ‘een geheim ge-nootschap’ waarbij ze elkaar dure eden laten zweren. De Club van Vijf van Enid Blyton, de Hardy’s en andere gelijkaar-dige voorbeelden uit het buitenland kregen een bepaalde periode heel wat navolging in ons taalgebied. Randbemerking: meisjes worden slechts heel moeilijk toegelaten tot de meer ex-clusieve mannenclubjes, moeten zwaardere toelatingspro-even doen en worden dan meestal nog als de zwakkere schakel van het geheel beschouwd.

Behoren tot een nog grotere groep kan ook als je deel uitmaakt van een jeugdbeweging (Sobuden, Van Stas, Witteboer) maar dat soort boeken met dat speciale ‘allen voor één, één voor allen’ gevoel bestaat gelukkig al lang niet meer. Alhoewel, lees eens het boek van Simoens…

De leeftijd van onze jonge helden varieert ook nogal. De jongste zijn pas zeven en negen (Walleghem) of tien (serieheld Jes-se bij Linders) en de oudsten zijn tieners of zelfs prille twintigers (Tolhuysen). Logisch dat de leeftijd van het hoofdpersona-ge in functie staat van de beoogde doelgroep. Ook taalgebruik en illustraties worden aangepast.

Jongens of meisjes? Als we van het geijkte rollenpatroon uitgaan is het ‘sterke geslacht’ oververtegenwoordigd. Jongens zijn durvers, doen stoer en hebben meer lichamelijke kracht als het er op aankomt: sterker, rapper lopen… In combinatie met jongens staat het vrouwelijke geslacht wel heel dikwijls in voor het betere denkwerk dat de brute spierracht vervangt. Pas vanaf de jaren tachtig komen ze mondjesmaat meer aan bod. Nu is de verhouding misschien wel fiftyfifty.

Waar en wanneer

Wanneer spelen jeugdverhalen zich af?
Net als bij de volwassenenromans speelt het leeuwendeel zich af in het heden, de tijd waarin de auteur en zijn publiek leven. Enkele uitzonderingen (Tom Dolo van Julien Van Remoortere of Jan Monter van Piet Mortelmans) durven wel eens een futuristisch uitstapje maken maar die randgevallen zijn in dit overzicht tot een minimum beperkt. Enkele jeugddetectives spelen zich af in het nabije of verre verleden. Een paar auteurs houden het bij Vlaanderen (Briels: Middeleeuwen, Van Camp: begin 13de eeuw, Broeckx: halverwege 19de, Dekoning: eind 19de en Ballegeer, begin 20ste eeuw).
Bij de sectie volwassenen lazen we al dat Van Camp historische detectives schrijft die zich afspelen in het Oude Rome. Wel, voor het hoofdpersonage van die volwassenenthrillers haalde hij de mostaard bij zijn jeugdboek, Grafikos. Ook Karel Verleyen zette van 2004 een stapje terug naar het oude Rome. Van Camp verkende nog oudere beschavingen en leefde zich in het Oude Egypte in, net als Herman Van Campenhout.

Waar spelen jeugddetectives zich af?
De meeste auteurs blijven dicht bij huis en situeren hun verhaal in de onmiddellijk bekende en vertrouwde omgeving. Mis-schien uit veiligheidsoverwegingen maar wellicht ook vanwege de herkenbaarheid voor hun publiek. Onder het motto ‘het kan ook jou overkomen’ is deze herkenbaarheid het meest geschikt om jonge lezertjes de stuipen op het lijf te jagen.
Meer avontuurlijke auteurs nemen hun schrijfsels mee naar de plaats waar ze waarschijnlijk zelf op reis gaan. Deze voor de kinderen nog min of meer bevattelijke en vertrouwde landen zijn o.a.: Oostenrijk (Briels, S. Carlier), Spanje (Briels), Enge-land (Jacobs, Griekenland (Lagrou, Struelens), Ierland (Schoemans) of Frankrijk (Demesmaeker). Het verschuiven van de plot naar een andere Europees land is altijd wel de aanleiding om wat couleur locale mee te geven en een aantal algemene maar typische, van de onze verschillende, zeden en gewoonten van hun inwoners te beschrijven. Iets meer research vragen de citytrips (Venetië met Bertin, Briels en Van Lierde, Londen met Boets, Parijs met Briels en Verleyen of Rome met Ver-leyen en Van Camp). Hier kan de algemene sfeer niet meer volstaan. Gedetailleerde beschrijvingen van straten, pleinen, monumenten kerken en paleizen zijn een must en zorgen voor een toegevoegde waarde.
Vooral in de jaren zestig (met uitlopers tot begin de jaren zeventig) schreven enkele auteurs over voor onze kinderen onbekende, onbereikbare en soms beangstigende landen. Berkhof liet zijn Peter Kansas avonturen beleven in Guate-mala, Arabië (?), Kenia en Mali. Van Dries zocht het in Congo (ook Devos) en Mexico, Struelens in Brazilië en Ecuador en in de rest van Midden-Amerika.

Er waren nog enkele enkelingen die schreven over het dagelijks leven in Egypte (Leemans) of Israël (Swartenbroekx). De auteurs willen details meegeven om hun geloofwaardigheid te beklemtonen. Dan lijkt de misdaad nog waarachtiger.
Meestal zijn die reisuitstapjes slechts een alibi om hun verhalen te doorspekken met exotische weetjes over fauna, flora en mensen (soms zelfs bijna racistisch te noemen). Die uitweidingen dragen gewoonlijk ook niet echt bij tot de spankracht van de intrige.

Onderwerpen

Laten we duidelijk zijn: een jeugddetective verschilt qua thematiek niet van een volwassenenroman. Natuurlijk kunnen kinderen geen politiecommissaris of privédetective spelen. Hun speurafstand is dan ook te beperkt in ruimte (verplaats-ingen), tijd (school, studeren) en de mogelijkheden die ze krijgen van de volwassenen (ouders, familie, leraars) rond hen.
Eerst zijn er de traditionele boeven: de dieven, smokkelaars en spionnen zijn hier het best vertegenwoordigd, door alle decennia heen. Er zijn avontuurlijke buitenbeentjes als de vliegtuigkaping van Kustermans of een griezelig vampierenverhaal van Hanegreefs. Politieke jeugdthrillers rond het IRA (Comer & Schoemans), de Koude Oorlog (Daems) zijn wel ambi-tieus van opzet maar zijn doorgaans iets te moeilijk om deze ingewikkelde problematiek in voor de jeugd verstaanbare taal neer te schrijven. Ze zijn dan ook verweg in de minderheid. Uitvindingen van revolutionaire toestellen (Van Camp, Strue-lens, Verleyen) waren een tijdje in trek maar zijn een stille dood gestorven.
De laatste jaren zien we meer en meer aan de jeugd eigen persoonlijke problemen opduiken als homo-seksualiteit (Tol-huysen), stalking (Schoemans), drugs (Schoemans, Briels) of stotteren (Didelez, Linders). Allemaal verdienstelijke pogingen van deze auteurs om deze probleemsituaties onder de aandacht van hun lezers te brengen in de vorm van een spannend verhaal. Het inlevingsvermogen van de gemotiveerde lezer is dan ook groter.
Verbazend is hoe weinig de computer zijn intrede heeft gedaan in de spannende verhalen. Verleyen (wat heeft die niet behandeld?) is hier de uitzondering.
Een tijdloos fenomeen is de aandacht voor hedendaagse maatschappijproblemen als testen op dieren (Jagermeester, Schuyesmans), problemen met milieuafval (Briels, Comer, Schoemans) of illegale werknemers (weer Schoemans). Deze boeken weerspiegelen de opvoedkundige visie die jeugdauteurs nog altijd een beetje in zich hadden en nog altijd hebben. En, verkeerd is dat natuurlijk niet.

Taal en stijl

Vooral in de beginjaren van de jeugddetective zouden we kunnen spreken van een latente minachting voor het intellectueel niveau van de jeugd. Storende taalfouten, een totaal onaangepast taalniveau waren schering en inslag. Zich verlagen tot het peil van hun doelgroep was voor de Vlaamse jeugdauteurs blijkbaar not done. Pas sinds de jaren zeventig werd iets meer aandacht besteed aan de voorbeeldfunctie die schrijvers hebben tegenover hun lezertjes en hechtten ook de uitgeverijen (en hun editors) belang aan een correct taalgebruik.

Illustraties

Tekeningen of prenten zijn al decennia lang een twistpunt in de wereld van de jeugdliteratuur. Mag je de kinderen hun fan-tasie ontnemen door hun 'helden' grafisch voor te stellen? Voor en tegenstanders kunnen nog altijd door dezelfde deur maar de discussies zijn soms hoogoplaaiend. Ik hou er niet van, van tekeningen, het breekt de spanning. In de jaren van de zwartwit tekeningen waren die hoofdzakelijk bedoeld om één of andere spannende scène uit te beelden. Dit gebeurde altijd in rauwe, realistische en afgewerkte tekeningen die niets bijbrachten aan het verhaal. Donkerzwart Frans Masereelachtige pentekeningen moesten het dreigende van het verhaal symboliseren. Dikwijls waren de huisillustratoren dezelfde voor het volwassenenfonds en het jeugdfonds van een bepaalde uitgeverij en dat is er ook aan te zien. Probleem was als er een reeks met dezelfde held was, dan moest de illustrator wel blijven om in dezelfde stijl te blijven. Pas toen uitgevers spe-cialisten aantrokken ( vb. Anne Westerduin of Paul de Becker) werd het niveau omhooggetrokken.
Kleur deed zijn intrede in de jaren 90 en pas heel recent stonden de illustraties gedeeltelijk los van de tekst en waren ze ook een bron van fantasie voor de kinderen. Versterkend in plaats van afzwakkend, dus en zo hoort het.

Besluit

In den beginne waren sommige jeugddetectives nogal moraliserend, vooral onder invloed van het katholieke Boekengids dat niet veel heil zag in spannende boeken waarin alle moraal zoek zou zijn en de zedenverwildering in de hand zouden werken. Zelfs goede rechtaan rechttoe verhalen konden hun goedkeuring niet wegdragen omdat de ‘hogere waarden’ zelfs niet vermeld werden.

In de jaren zestig en zeventig was dan vooral het avontuur, de spanning en het exotische troef. Supersterke helden in een exotisch decor waren de norm.

Pas vanaf de jaren tachtig werden de detectiveverhalen menselijker, speelden ze zich dichter bij huis af en portretteerden ze beter de werkelijke levenswereld van onze jeugd. Pas dan deden ook de kinderen, maatschappijproblemen…, net als in de ‘gewone’ jeugdliteratuur hun intrede.

En daarvoor kunnen we alleen maar blij zijn

Bibliografisch en duidend overzicht van alle jeugddetectives

Antwerpen, Jan van
Het trio helpt het gerecht. Antwerpen: De Kentaur, 1965, 123 p. – (De Schalmei; 2)
Drie vrienden van twaalf, veertien en vijftien waaronder twee broers gaan met de fiets op zomervakantie bij familie. Ze hel-pen een boer een stroper te ontmaskeren en slagen er en passant nog in een juwelendievenbende op te rollen. Alles zomaar met een fototoestel, met een dosis geluk en intelligentie (zonder hulp van de politie).

Aspe, Pieter
Bloedband. Antwerpen: Standaard, 1998, 162 p.
Twee jonge mannen richten een bedrijfje op dat originele televisiebeelden wil maken en verkopen. Ze belanden op Malta in een afrekening tussen een Servische oorlogsmisdadiger en één van zijn voormalige slachtoffers en kiezen natuurlijk partij voor het mooie meisje. Met zijn drieën beleven ze ongelooflijke avonturen. Realistisch, spannend en historisch interessant.
Luchtpost. Antwerpen: Standaard, 1999, 147 p.
De drie vrienden proberen in Zwart Afrika undercover bij een bende gevaarlijke stropers en jagers binnen te geraken. Hun dekmantel wordt al vlug ontdekt en ze worden gevangen genomen. Heel wat minder spannend dan het vorige boek maar toch meer dan genoeg actie.

Auwera, Fernand
Misdaad in de dierentuin. Antwerpen: Opdebeeck, 1963, 142 p.
Vakantie voor de Verwimps, de Wimpies. Fred en Hans bezoeken familie die een gewezen dierentemmer als buur hebben. Hij werd uit zijn circus gepest door zijn Italiaanse boosaardige neef en de jongens willen er alles aan doen om hem in het recht te herstellen. Veel dierenavonturen in een zeer herkenbare omgeving voor de kinderen uit die jaren.

Bal, Eva
De jongen die het wist. Tielt: Lannoo, 2005, 109 p.
Geïnspireerd op een verhaal van Maigret dat door de auteur bewerkt werd als theatervoorstelling. Een twintiger gijzelt twee oude schoolmaten om de moord op een vrouw van losse zeden op te lossen waarvan zijn vader verdacht werd. Beetje bij beetje komt de waarheid aan het licht. Heel boeiend, knap en modern geschreven

Ballegeer, Johan
Het geheim van de gescheurde frietzak. Lier: Van In, 1969, 117 p.
Mengeling van liefdesromannetje, historisch verhaal en detective. Enkele meiden gaan met de familie op vakantie naar Spanje waar hun vaders uitvinding gestolen wordt. Met de hulp van enkele mannelijke toeristen slagen ze er in het geval op te lossen.
Natte sporen op de trap. Averbode: Altiora, 1988, 140 p. – (Jeansboek)
Historisch verhaal dat zich afspeelt in het Brugge van het begin van de 20ste eeuw. Een baron hoort dat hij een onwettig kleinkind heeft en wil haar zijn erfenis nalaten, op voorwaarde dat ze bewijst uit het goede hout gesneden te zijn. Het veertienjarige meisje ontsnapt met een vriendje uit een nonnenweeshuis en moet op zoek naar de drie panelen van een schilderij van Memling. Behoorlijk spannend omdat tot op het einde enkele figuren in het verhaal ronddwalen waarvan de hoofdfiguren niet weten wie ze zijn.

Bel, Marc de
Blauwe snoepjes. Leuven: Infodok, 1990, 111 p.
Twee tieners logeren tijdelijk bij familie in de grote stad en komen in contact met alle vormen van geweld met/tegen kinde-ren. Ze proberen twee leeftijdgenootjes te redden uit de klauwen van nietsontziende kinderhandelaars. Typisch de Bel boek met veel sociale problematiek, grof taalgebruik en slechts weinig spanning.
De Marbellodiamanten. Antwerpen: Manteau, 2005, 230 p.
(samen met Guy Didelez) Drie dieven stelen bijna onverkoopbare diamanten en nemen, na een autoongeluk, het autootje mee van de tante van Miete. Meer dan de helft van het verhaal gaat over inwijdingsrituelen in een jongerenclubje. Leuk maar helemaal niet spannend.

Berkhof, Aster
De avonturen van Peter Kansas. Antwerpen: Standaard, 1968, 134 p. – (Peter Kansasreeks; 1)
Peter Kansas is journalist en belandt in Guatemala bij de rebellen die hij helpt om het regime omver te werpen. Spannend maar ook maatschappikritisch met een sterk rechtvaardigheidsgevoel van de wat Bondachtige hoofdfiguur.
Peter Kansas en het verloren eiland. Antwerpen: Standaard, 1968, 136 p. – (Peter Kansasreeks; 2)
Tweehonderd jongens worden gevangen gehouden op een eiland als slaven om te werken op een rubberplantage. Peter Kansas gaat naar het eiland en rolt op zijn eentje de bende op.
Peter Kansas in Arabië. Antwerpen: Standaard, 1968, 132 p. – (Peter Kansasreeks; 3)
Afrikaanse slaven in Arabische wereld worden bevrijd door Peter Kansas en ondertussen krijgen we heel wat info over woestijnbewoners. Moraliserend maar boeiend.
Peter Kansas en de olifantenjagers. Antwerpen: Standaard, 1969, 143 p. – (Peter Kansasreeks; 4)
Kenia: Peter Kansas helpt het zoontje van een vriend van wie de vader ontvoerd werd door een bende oli-fantendoders om hem terug te vinden en de bende op te rollen.
Peter Kansas en het Indiaanse huis. Antwerpen: Standaard, 1971, 121 p. – (Peter Kansasreeks; 5)
USA: Peter werkt in alle stilte verder aan een boek en besluit bij Padre Anselmo, zijn goede vriend, op Key West te gaan logeren maar, bij aankomst, blijkt die verdwenen te zijn. Peter gaat naar hem op zoek en komt terecht bij de Indianen. Redelijk.
Peter Kansas en de gouddieven. Antwerpen: Standaard, 1972, 126 p. – (Peter Kansasreeks; 6)
Mali, Timboektoe: een vriend van Peter Kansas vraagt hem raad om een eigenaardig geval van diefstal te onderzoeken. Uit zijn fabriek wordt goud gestolen. De misdadige broer van de zoon van de eigenaar blijkt de schuldige te zijn.
Peter Kansas en de bergduivels. Antwerpen: De Standaard, 1975, 120 p.
Een eiland, half onder Turks en half onder Grieks bezit, is het strijdtoneel van een avontuur waarin myste-rieuze bergduivels dorpjes bedreigen maar uiteindelijk gewone rovers blijken te zijn. Voorspelbaar.

Bernauw, Patrick
Het februaricomplot. (met Guy Didelez). Leuven: Davidsfonds; Infodok, 2000, 149 p.
Historische detective, soort factionthriller waarin de moord op Albert I voorspeld werd door de zieneres van Onkerzele. Jonge journaliste aanhoort het verhaal van een ooggetuige. Waarheid of psychiatrisch gewauwel? Boeiend en spannend. Is combinatie van een jeugdboek van Didelez en Het orakel ontgraven van Bernauw.
De rechtvaardige rechters. Amsterdam: Afijn, 2004, 135 p.
Tieners vinden toevallig een briefje met codes die verwijzen naar Arsène Lupin, meesterinbreker. Deducerend komen ze uit bij wat ze vermoeden als zijnde de bergplaats van Van Eyck’s schilderij. Fantasievol maar niet overtuigend.

Bertin, Eddy C.
Afspraak om middernacht. Tilburg: Zwijsen, 1991, 61 p. – (Zoeklicht 8; detectives; 7)
Vakantie in Venetië voor Henk, zijn ouders en zijn zus. Hij krijgt een zwarte gondel in een pakje toegeworpen door een man die beschoten wordt. Henk wordt verraden en gevangen genomen maar kan ontsnappen aan boze (maffia) mannen met Venetiaanse maskers. Gewoon spannend, niet belerend. Wel een beetje meer geweld dan gewoonlijk voor die leeftijd.
Metro van de angst. Deurne; Groningen: Wolters, 1998, 144 p. – (Vroege Lijsters, 19981)
Jongen wordt aangevallen door een junkie die op zijn beurt vermoord wordt door een soort zombie met insecten in zijn lijf. Politie wordt ter hulp geroepen maar hij en zijn vrienden krijgen hoe langer hoe meer af te rekenen met deze verschrikke-lijke wezens. Uiteindelijk worden deze gevolgen van uit de hand gelopen medische experimenten massaal vernietigd. Spannend, griezelig.

Blankaard, Luk
De schat van de sponsduiker. Lier: Van In, 1974, 70 p.
Griekenland: een jongen, héél alleen op vakantie, maakt kennis met een plaatselijke jongen die zijn vader verloren heeft. Alles draait rond duikers die goud zouden gevonden hebben. De twee jongens maken de bende onschadelijk… Ongeloofwaardig verhaaltje.

Blauwers, Frank

De tempel van Huanapec. Borgerhout; Antwerpen: ‘t Fonteintje, 1965, 79 p.
Steven en Marc gaan op zoek naar een nog niet ontdekte tempel in het Zuiden van Mexico. Ze krijgen af te rekenen met bandieten die weten dat er daar een schat te vinden is. Meer avontuur dan detective.
De witte papoea. Hasselt: HeidelandOrbis, 1971, 80 p. – (Het Fonteintje)
Steven en Marc, fotograaf en journalist, vergezellen een wetenschappelijke expeditie in PapoeaNieuwGuinea waar ze onder andere bij koppensnellers terechtkomen. Een mysterieuze man volgt hen overal. Ze ontraadselen het geheim. Niet span-nend, veel achtergrondinfo.

Blommaert, Aloïs
Het gestolen millioen: geheimzinnig verhaal voor de jeugd. Hasselt: Heideland, 1954, 127 p.
(Kunstkenner heeft schilderij weggehaald uit kerk om er meer de aandacht op te vestigen. Schooljongen heeft ’s nachts de dief gezien en helpt mysterie op te lossen…)

Boets, Jonas
Sam Smith. Antwerpen: Standaard, 2003, 256 p.
Harry Potterachtig verhaaltje over een doodgewone jongen die uitverkoren wordt om aan de Londense spionnenschool te gaan studeren. Krijgt theorie en praktijk, samen met zijn vriendinnetje. Een gewone opdracht, een pakje afleveren voor zijn leraar zorgt voor grote problemen. Ondertussen is er een spannende wedstrijd tegen de CIAjongensschool. Leuk geschreven.
Sam Smith en de diamant van Don Carlos. Antwerpen: Manteau, 2004, 225 p.
Internationale uitwisseling van de tweedejaars van de spionnenschool: Sam gaat naar Barcelona en geraakt toevallig verzeild in de strijd rond een diamant tussen twee rivaliserende bendes. Wie is Wie? Ze verlaten hun school voor een doodgewoon spannend avontuur. Weer met zijn vriendinnetje.
Sam Smith en het duivelskruid. Antwerpen: Manteau, 2005, 258 p.
Eén na één worden de leraars van De School vergiftigd waarna, zonder tegengif, de dood na tien dagen zal intreden. Sam begint een onderzoek maar verdenkt en vertrouwt de verkeerde mensen met als gevolg dat hij zelfs bijna zijn vriendinnetje verliest. Leuk, ontspannend, fantasievol en grappig.
Sam Smith en Operatie Zwarte Regen. Antwerpen: Manteau, 2006, 319 p.
Het vliegtuig van de laatstejaars van de Spionnenschool wordt gekidnapt en naar Costa Rica geleid. De jongens en meisjes denken eerst dat het een nieuwe opdracht is maar al snel weten Sam en zijn collega's dat ze door een wrede bende zijn ontvoerd. Leuk én spannend. Hoog niveau.

Boonen, Stefaan
Tunnelbeest. Hasselt: Clavis, 2002, 162 p.
Pieter, twaalf jaar en in een pijnlijke echtscheiding verwikkeld, ontmoet Miro, een meisje van 13 dat onder de sloef zit van de huishoudster van haar vader die te veel werk heeft. Miro ontdekte geheime keldergangen en Pieters huis wordt beroofd. Is er een verband en heeft de nieuwe vriend van Pieters moeder er iets mee te maken? Spannend, goed thema en goed geschreven.
De nacht van de honden. Hasselt: Clavis, 2002, 61 p.
Middelbare scholier heeft zijn been gebroken en ligt tijdens de Halloweenperiode alleen thuis. Hij ziet een man met een hondenmasker in de tuin schommelen. Het zou een dief zijn, hoort hij later. Hij krijgt een vreemd pleegvriendinnetje met een waardeloze vader. De buurtinbreker komt ook bij hem op bezoek. Redelijk spannend maar weinig of geen detective-elementen te bespeuren.

Boude, Gregor
De zoon van de meesterdief. Borgerhout: Het Fonteintje, 1965, 56 p.
(Narawat is een meesterdief, die zijn zoon Rao in zijn weinig eerbaar beroep opleidt. Achteraf vernemen we wel dat hij tot stelen gekomen is tengevolge een valse beschuldiging, maar of dat een voldoende reden is om zich rijk te roven… Pedagogisch dus is dit overigens spannend, enigszins in een archaïsche taal geschreven, boekje onaanvaardbaar.)
Avontuur in Turkije. Hasselt: Heideland, 1967, 76 p. – (Het Fonteintje)
Bart gaat met zijn ouders in Turkije wonen en raakt bevriend met een Turkse jongen. Samen betrappen ze opiumsmok-kelaars maar worden ontvoerd. Met de politie rollen ze de bende op. Nogal mager verhaaltje.
Spion voor Bountian. Hasselt: Heideland, 1968, 72 p. – (’t Fonteintje)
Omar, inwoner van Marrakech, wordt slaaf omdat zijn vader bedrogen wordt door een woekeraar. Gelukkig komt hij te-recht bij de dochter van een rijke handelaar. Hij wint haar vertrouwen door haar te behoeden voor enkele aanslagen. Hij wordt zelfs vrij man en ze blijven samen. Goede sfeertekening, verhaaltje wat kleurloos en absoluut niet spannend.
De rebellen met vakantie. Brecht: De Roerdomp, 1970, 128 p.
(Tony en Reintje gaan op vakantie bij Niekie, dochter van een jachtopziener. Zonder het te willen worden ze in een onver-kwikkelijke smokkelzaak betrokken. Vooral Tony ontwikkelt zich tot een gewiekst detective, terwijl Reintje, als fotograaf, voor het nodige bewijsmateriaal zorgt. Fijn, ontspannend boekje.)

Boullart, Gert
Het mysterie van de Rechtvaardige Rechters. Aartselaar: Deltas, 2001, 126 p.
Drie tieners raken na een tentoonstelling over Het Lam Gods bezeten van de diefstal. Ze werken een theorie uit, volgen een vreemde man die op de vlucht slaat en vinden het schilderij. Het is gestolen door een politie-inspecteur... Ook een zigeuner-meisje en haar vader spelen een rol. Weinig deductie maar eenvoudig verhaaltje met een onwaarschijnlijk happ-yend.

Boumaaza, Nicole
Blinde woede. Antwerpen: Standaard, 1999, 172 p.
Indringend, bevreemdend portret van de vriendschap/verliefdheid tussen een meisje en een nieuwe jongen in de klas, een blinde. Wanneer zijn liefde voor haar te groot wordt, gebeuren er allerlei enge dingen met de mensen rond hem. Zo ook met zijn moeder, zusje en hond. Roept hij onheil af over wie hem bedreigt? Open einde.

Boven, Jos
Spoken in de wind. Averbode: Altiora, 1972, 85 p.
Magischrealistisch verhaal over een man die door iedereen wordt aangezien als een Russische spion. De commissaris, zijn beste vriend, beschermt hem tegen de Geheime Politie en ook zijn vrouw komt in aanraking met een ‘vreemd mannetje’ (soms ook een vrouwtje) dat een hoofdrol blijkt te spelen. Eindigt met hypnose. Bevreemdend en meer Jean Raystijl dan detective.

Briels, Jo
Venetië bedreigd. Lier: Van In, 1970,90 p.
Jonge gondelier neemt over van zieke vader en beleeft met zijn vriendje een avontuur waarbij twee huurgang-sters een gekke professor moeten helpen om het podium van het Filmfestival op te blazen. Achtervolgingen, gevangenissen en ontsnapping uit het Canal Grande. Doordeweeks en luchtig.
Valsemunters in Parijs. Lier: Van In, 1971, 98 p.
Journalist André en fotografe Catherine herkennen iemand op een toevallige toeristische foto. Blijkt die zatlap, ontslagen ex-collega en exgraveur, in contact te staan met een bende valsemunters, geleid door een Ita-liaanse topcrimineel. Hachelijke avonturen in Parijs met onze helden en de Parijse politie. Behoorlijk.
Vlucht over de Karawanken. Lier: Van in, 1973, 70 p.
De kinderen van een bekende zeiler, dertien en zeventien jaar, krijgen alle vrijheid in hun Oostenrijkse vakantieplaats. ’s Nachts zien ze morsetekens en vermoeden kwaad opzet. Hun verdachte blijkt onschuldig te zijn en wil een Antwerpenaar, slachtoffer van de goelag, oversmokkelen. Verrassend en knap einde.
Heroïne in je koffie. Antwerpen: Standaard, 1987, 107 p.
De fiascoclub wil de plaatselijke jeugdbeweging helpen door een origineel nachtspel rond drugs uit te werken. Het leek te echt, er gebeuren onverwachte dingen en het loopt uit de hand. Wanneer echte drugs in het spel komen, slaat de paniek toe en komt ook de politie op de proppen. Tof boek.
Operatie Costa Brava. Malle: De Sikkel, 1990. – (Bokkesprongen, tweede reeks; 2)
Een jonge Vlaamse reisleider moet infiltreren in een Spaans vakantiekamp waarvan de uitbater een drugshandelaar zou zijn. Als chauffeur van de man komt hij achter diens geheimen, met behulp van zijn secretaresse die ook iemand verloren heeft aan drugs. Moraliserend ondertoontje, goed bedoeld maar clichématig.
Doden dansen niet. Antwerpen: Standaard, 1993, 104 p. – (Verrekijker)
Thomas en zijn achternicht zien schaduwen op het kerkhof. Alles draait rond het verdwenen testament van een rijke baron die de enige zou kunnen zijn om een groep te verhinderen een golfterrein aan te leggen. Nogal vergezocht en onwaarschijnlijk.
De nacht van de varkens. Antwerpen: Standaard, 1994, 110 p. – (Verrekijker)
Antwerpen, Middeleeuwen: Joppe mag zijn vader, schout, vergezellen om een moord op te lossen. Leuk verhaaltje met vijf verdachten die allemaal iets te maken hebben met varkens. Scout wordt er uiteindelijk hoorndol van. Goed sfeerbeeld. Flauw einde.
School voor dieven. Antwerpen: Standaard, 1996, 113 p. – (Tandem)
Drie Portugese weesjongens worden doorverkocht aan een Spaanse gangster die hen leert stelen en hen kalm houdt door drugs. Een politieinspecteur betrapt hen en zo wordt de bende opgerold. Niet mis.
De raaf. Waasmunster: Abimo, 2004, 119 p.
Antwerpen 1922: opiumsmokkelaars gebruiken haven van Antwerpen als afzetmarkt. Geheimzinnig persoon maakt de koeriers gek en steelt de opium. De politie infiltreert en weet hem te ontmaskeren. Moraliserend, niet slecht geschreven verhaal waar kinderen toch geen boodschap aan zullen hebben.

Broeckx, Stefan
De erfgename. Antwerpen: Standaard, 2001, 165 p.
Historische thriller (Antwerpen, midden negentiende eeuw). Kloosternovice erft een kasteel maar wordt door alle bewoners en dorpsgenoten tegengewerkt, gepest en zelfs bedreigd. Knap boek maar geen kinderen in te bespeuren.

Bruyn, Patrick de
Angst om de gijzelaars. Leuven: Davidsfonds, 1977, 94 p. – (Jeugdreeks; 142 – 1977;1)
Twee 12-jarigen waaronder één blind meisje worden gekidnapt op een bus. Mager verhaaltje en niet representatief voor zijn latere werk.

Bruyne, Annemie de
Vergiftigd? Antwerpen: Standaard, 1993, 89 p. – (Verrekijker)
De zoon van een staatssecretaris laat zich door zijn vriendinnetje overtuigen dat zijn vader die ziek is, misschien wel vergif-tigd is door politieke tegenstanders. Ze proberen alle sporen en alibi’s na te lopen. Origineel verhaaltje en goed geschreven.

Camp, Gaston Van
Het geheim van Berkenbouw. Leuven: Davidsfonds, 1968, 168 p. – (Jeugdreeks; 116)
Een veertienjarige vertrekt met zijn 19jarige zus op vakantie naar een villa, waar zijn vaderingenieur een ultrageheime motor aan het bouwen is. Ze kamperen naast een ruïne maar worden weggejaagd omdat misdadigers daar hun schuilplaats heb-ben. Beetje rommelige plot.
Het mysterie van de onderzeese grot. Averbode: Altiora, 1970, 111 p.
(Kapiteinluitenantterzee Roy Williams voert het bevel over de “Octopus”, een atoomduikboot. Onder zijn leiding moet er een even geheimzinnige als gevaarlijke opdracht uitgevoerd worden. Vooral dank zij de moed en de intelligente durf van Roy en zijn vrienden Tom en Vince wordt het mysterie van de onderzeese grot opgelost. Spannend avontuur!)
Grafikos. Averbode: Altiora, 1993, 135 p.
Mengeling van historische, liefdes en spannende roman. Eerste optreden van de verteller/speurder Grafikos (zie volwassen-enboeken) die door de Griekse koning Agamemnon op geheime missie naar Troje wordt gestuurd. Spannend avontuur.
De nacht van de zilveren maan. Averbode: Altiora, 1993, 152 p. – (Topboek)
In het oude Egypte overhoort de jonge Raja een moordcomplot op Nefertete en wordt de vader van zijn vriendinnetje ver-moord. Niemand gelooft hem omdat hij een invloedrijke hogepriester beschuldigt, nadat hij uit sporenonderzoek deze con-clusie heeft getrokken. Boeiend en spannend.
De valse Boudewijn. Averbode: Altiora, 1994, 199 p.
Dertiende eeuw in Vlaanderen: een jongeman krijgt slaag, verliest zijn geheugen, wordt verliefd op een meisje en beleeft met of dank zij haar talloze avonturen. Ze ontmoeten de echte of valse Boudewijn. Meer een historische roman dan een thriller zoals aangekondigd op het omslag.

Campenhout, Herman Van
De zaak Toetanchamon. Leuven: Davidsfonds, 2005, 115 p.
Farao Toet sterft bij een jachtpartij. Zijn weduwe denkt aan moord en vraagt een rechter om de zaak in alle stilte te onder-zoeken. Zijn opdracht wordt bekend en hij wordt tegengewerkt. Eigenlijk volwassenenroman, wel kort van omvang maar met bijna volwassen taalgebruik.

Carlier, Serge
Durvers winnen. Antwerpen: Standaard, 1964, 118 p.
Traag begin over valschermspringers die uiteindelijk na veel uitleg daarover, gedropt worden in een onherbergzaam gebied waar ze in een berghut smokkelaars aantreffen. De chef en zijn maten slagen er in de bende op te rollen, met de politie op de achtergrond. Conventioneel verhaaltje.
Het geheim van de Kullaberg. Antwerpen: Documentatiecentrum voor het onderwijs, 1966, 132 p.
Twee achttienjarigen redden een oud mannetje dat hen onvrijwillig naar een schat in Zweden stuurt. Onbewust smokkelen ze een gestolen kunstwerk over de grens en krijgen het aan de stok met de dief. Samen met de politie rekenen ze hem in. Goed verhaal.
De beruchte vliegschool. Antwerpen: Standaard, 1968, 111 p. – (Vikingboeken)
Bokser John Lang maakt vriendschap met Mel, ook bokser en piloot. Die wordt gechanteerd om in een vliegschool smok-kelaars te helpen. John infiltreert in de bende en doekt ze op. Doordeweeks en met voorspelbare afloop.
De losprijs. Averbode: Altiora, 1973, 88 p.
(Er wordt een knaap gekidnapt; er heerst verdeeldheid bij de bandieten; het losprijsoverhandigen moet nog eens overge-daan worden. Spannend is het wel. Net zo spannend als zeepbellenblazen. Waarbij je je afvraagt hoelang het zal duren vooraleer de bellen openspatten… Dergelijke boeken zijn gewoon vertragingsmechanismen.)
Slalom op leven en dood. Averbode: Altiora, 1974, 100 p.
Verhaal over John en zijn goede vriend Mel die in een valstrik van een smokkelaar gelopen zijn. Ze willen wraak en gaan op zoek naar een ex-nazi die in Oostenrijk een hotel uitbaat en wacht op de juiste gelegenheid om gesmokkeld goud om te smelten en te verkopen. Ze krijgen steun van een meisje dat om een duistere reden op wraak uit is. Spannend avontuur in de sneeuw.

Catry, L.
Spoken rond het wrak. Brugge: Lescrauwaet, 1966, 68 p. (Bob van Dorpeserie)
Kapitein Bob ziet een van zijn mannen verdwijnen, dan nog een en nog een. Ze worden gevangen genomen door een knap-pe misdadiger die vanuit een kasteel diep onder de zee een smokkelaarsbende leidt. Veel fantasie, Jules Verneachtig ver-haaltje.
De zeldzame doden. Brugge: Lescrauwaet, 1966, 72 p. (Bob van Dorpeserie)
Bob en zijn twee vrienden komen heel toevallig op het spoor van een bende valsemunters die doodskisten gebruiken om geld naar Frankrijk te smokkelen. Zwak verhaaltje, teveel taal en zetfouten en echt te ongeloofwaardig.
Voorbeeld: “Soms wordt een moordzaak opgehederd door een klein vermoeden van de dectective. Echte detectives zijn gewoonlijk ook grote pshychologen.” (fouten zijn niet van mij)

Comer, Bruno
Afzender onbekend. Leuven: Davidsfonds, 1994, 126 p.
Ierland en Vlaanderen: jongen wordt betrapt in badkamer van zijn vroegere verloofde. De scouts willen hun in de gevan-genis belandde vriend en hoofdleider helpen. Nogal langdradig en misschien wat te ingewikkeld. Er zat méér in.
Het FLXtransport.Antwerpen: Manteau, 2005, 151 p.
Twee tieners vinden in Kortrijk een achtergelaten boekentas. Cryptische, historische omschrijvingen leiden hen naar twee concurrerende firma’s die giftig afval camoufleren en dumpen. Beetje serieus boek, niet zo heel spannend, weinig humor en veel couleur locale (o.a. de Groeninge drukkerij waar ik mijn bundel reisverhalen liet uitgeven)

Daems, Wim
Als de slangen dansen. Leuven: Infodok, 1990, 170 p.
Heel serieus boek over een Amerikaanse en een Russische tiener die elkaar ontmoeten en uiteindelijk verliefd raken. Heel veel achtergrondinformatie waardoor het verhaal geremd wordt maar een duidelijk opvoedende thriller. Geeft goede achte-rgrond over Koude Oorlog en de periode voor de val van het Russische communisme.

Decorte, Marc
Zon en … dieven. Hasselt: Heideland, 1961, 103 p.
Een journalist en zijn vriend fotograaf worden door een vriendelijke man gevraagd een pakje af te leveren in een verlaten villa. Ze vinden het verdacht en gaan op speurtocht, met behulp van de politie. Rammelend verhaaltje, redelijk voorspelbaar maar in een leuke zelfrelativerende stijl gesteld. Leuk om lezen maar meer ook niet.

Dekoning, Ivo
De zaak van de verdwenen instrumentenman. Hasselt: Clavis, 1996, 274 p.
Fantasierijk, historisch werk (einde 19de eeuw) waarin zeven vreemde individuen/uit­vinders proberen de beste te zijn. De dochter van de excentrieke mecenas van het groepje en haar vriendin zijn getuige van diefstallen, aanslagen en andere mis-daden. Ze proberen achter de waarheid te komen. Leuk, goed en behoorlijk spannend. Korte verschijning van de echte Holmes en Watson.
De detectivedoos. Mechelen: Bakermat, 1997, 237 p.
Intrigerend boek dat begint als een detectiveles voor kinderen (hoofdfiguur is dertien) die al experimenterend allerhande kattenkwaad uithalen en op de zenuwen van ouders en buen werken. Het loopt uit op een echte zaak met schaduwen, spoorzoeken, deductie enz… Liefde van auteur voor Holmes is duidelijk in dit vermakelijke boek met een zwak einde.

Demesmaeker, Mario
Het geheim van de Katharen. Wielsbeke: De Eenhoorn, 2001, 136 p.
Broer en zus gaan op wandeltocht in Frankrijk in het gebied van de Katharen. In het eerte hotelletje horen ze over een vloek. Ze hebben de indruk dat er nog landgenoten kort voor of kort na hen de tocht doen. Er gebeuren mysterieuze dingen in hun hotelletjes. Ook iets met scrabbleblokjes. Wie volgt hen en waarom? Mysterieus maar niet echt een misdaadroman.
Gehakt. Wielsbeke: De Eenhoorn, 2003, 99 p.
Vreemde mensen in een verlaten fabriek. De turnleraar van de school en de slager (van dat lekkere gehakt) zijn erbij be-trokken. Jonas en Katrien zoeken uit wat er in het gehakt zit? Zijn het straathonden? Leuk maar niet speciaal.

Denoo, Joris
De bende van de beeldenaar. Leuven: Infodok, 1986, 62 p. – (De Letterberg; 14)
Leuk verhaaltje over middelbare studenten die een borstbeeld van Streuvels stelen voor het geld. Heel simpel worden ze ontdekt door de directeur. Flauwe intrige maar misschien leuk voor de jongsten.
Herman, detective op puntschoenen. Wielsbeke: De Eenhoorn, 2003, 88 p.
Verschillende verhaaltjes in één boek waarbij hoofdfiguur zich afvraagt of hij niet de oorzaak is van de doden die er vallen? Niet spannend, niet leuk geschreven.

Devos, J.M.
Mijn broer en ik: roman voor de jeugd. Brugge; Amsterdam: Desclée de Brouwer, 1951, 130 p. – (Troubadourreeks)
(Een plezierige detectiveroman die er geen is. Twee studenten reizen af naar Congo en zien een diefstal die er geen is. Nu heel het geval is met opzet wat opgeschroefd. Aangename lectuur. Voor studenten aanbevolen)
Op de heide waait de wind. Leuven: Davidsfonds, 1951, 148 p. – (Jeugdreeks; 66)
In de buurt van een college in de Kempen staat een ‘spookhuis’ waarin een vreemde man (een kunstenaar?) woont. Een vermiste leerling wordt teruggevonden, vastgebonden aan een boom maar er verdwijnen ook koeien en vulpennen… Op het einde lost een speurder zonder onderzoek de zaak op. Rake typering van schoolmilieu maar zwak als detective.

Dhooghe, Bavo
Stoeipoes. Leuven: Davidsfonds, 2005, 150 p.
Spannend boek over ALFvrienden die toevallig een zwarte panter loslaten. Angst en tereur bij enkele tieners en in een va-kantiedorp. Poes is beest én meisje. Aanrader.

Didelez, Guy (zie ook Marc De Bel en Patrick Bernauw)
Raspoetin. Leuven: Davidsfonds, 1988, 132 p.
Hoofdrolspelers zijn drie schoolvrienden, twee jongens en een meisje. Een nieuwe leerling in hun klas, Peter, is stotteraar én buikspreker. Zijn poppen, vooral Raspoetin, zien er vervaarlijk uit. Iedereen die de jongen iets in de weg legt, krijgt een on-geluk. Luguber en indringend boek dat meer naar horror en naar psychologische thriller ruikt dan naar jeugdboek.
De moord op Albert I. Leuven: Davidsfonds, 1993, 141 p.
Vijftienjarig meisje gaat demente bejaarden helpen maar hoort daar het verhaal van een man die een relatie heeft gehad met een spionne. Verhaal gaat terug tot 1934 met com­plot om Albert I te vermoorden. Vergezocht.
Moordbrigade (met Eric De Witte). Waasmunster: Abimo, 1993, 55 p.
Tweedelig verhaal. Eén: verhaal van Didelez waarbij kinderen dankzij grafologie een overval op een juwelier proberen op te lossen.Tweede boek (geschreven door De Witte) bevat raadsels, codes en opdrachten. Leukigheidje maar ook niet meer.
Raspoetin duikt weer op. Waasmunster: Abimo, 2001, 143 p.
Minder gelukte doorslag van meermaals bekroonde boek. Duurt te lang voor verhaal in gang schiet. Ietwat voorspelbaar, nieuwe personages maar niet veel nieuwe elementen. Flauwe sequel.
Stemmen van de overkant. Leuven: Davidsfonds, 2002, 138 p.
Intrigerend verhaal over twee meisjes die in contact komen met twee radiojongens. Een van de meisjes is verliefd op een zekere Glenn die plotseling verdwijnt. Wanneer ze op de achtergrond zijn stem horen op een bandje met poëzie dat ze pas ingesproken hebben, begint het mysterie. Niet echt spannend met veel ongeloofwaardigheden, gebaseerd op de gewaagde hypothese dat je mensen kunt ‘genezen of breken’ door hen geluiden te laten horen.

Dries, Tony van
Het verdwenen colli. Lier: Van In, 1967, 78 p. (Belfortreeks)
Een piloot in Afrikaans Congo neemt een pakje mee voor zijn baas. Blijkt begin te zijn van avontuur rond diamantsmokke-laars waarbij echte en valse Interpolinspecteurs hun rol spelen. Flauw
De onderaardse tocht. Antwerpen: Documentatiecentrum voor het Onderwijs, 1967, 124 p.
Marc, op vakantie bij zijn neef, beleeft talrijke avonturen in en rond kasteelruïnes waarbij een verdwenen vrouw en Steen, de gekke dorpshistoricus een grote rol spelen. Onze helden vinden, in de rug gesteund door de politie, de schat van de ruïne. Zwak.
Ontsnapping zonder uitkomst. Lier: Van in, 1969, 108 p. – (Belfortreeks)
Zeventienjarige gaat op vakantie naar zijn ouders in El Paso, op de grens tussen Mexico en de USA. Hij maakt kennis met een meisje in het vliegtuig en bij een tussenstop nemen ze een pakketje (smokkelwaar) mee voor iemand in El Paso. Nogal verwarrend en zwakke couleur locale.
Diefstal in het dorp. Lier: Van In, 1975, 68 p.
Vijf vrienden horen van een zilverdiefstal, schaduwen een verdachte en helpen de veldwachter om de buit terug te vinden. Maar ze worden zelf verdacht. Flauw verhaaltje, flauw taaltje.
Operatie saboteur. Lier: Van In, 1969, 80 p.
(Enkele jongens mogen met een dokter mee naar zee omdat ze de daders van een zilverdiefstal hebben helpen aanhouden. Op het schip van (met de dokter bevriende) garnalenvissers is geregeld een saboteur aan het werk. De knapen ontmaske-ren die, al loopt dit niet van een leien dakje. Wel wat simplistisch maar toch goede onstpanningslectuur)

Dubois, Marcel
Opgepast, Wieter! Retie: Kempische Boekhandel, 1958, 46 p.
(Het verhaal van een jonge straatbengel die het geluk te pakken krijgt door eerlijk een gevonden portefeuille terug te bezor-gen en zo een bende inbrekers laat aanhouden. Onderhoudende, eenvoudige lectuur)

Franck, Ed
De verrijzenis van Tony Tornado. Hasselt: Clavis, 1992, 142 p.
Detectiveschrijver wordt zelf geconfronteerd met een misdaad en begint hoe langer hoe meer op zijn held, grote mond Tony Tornado, te lijken. Samen met een vriend bij de politie slaagt hij er in een smokkelbende in te rekenen. Heel grappig met duizenden oneliners en originele maar soms vergezochte vergelijkingen. Topper.
Tony Tornado en de linkerborst. Hasselt: Clavis, 1994, 142 p.
Net als in het eerste boek ligt één laatste zinnetje van een stervende aan de basis van het ‘verhaal’. Sam, detectiveschrijver gaat op onderzoek naar de linkerborst van Aphrodite en komt daarbij terecht in hilarische situaties. Hij kruipt in de huid van zijn boekenpersonage en lost, toevallig, de zaak op. Intrige ondergeschikt aan persiflerende grappen.

Gijsel, Hektor Van
Wie is Van Veen? Leuven: Davidsfonds, 1966, 176 p. (Jeugdreeks; 110)
Mysterieuze man komt aan in besloten dorp. Zoon van bakker en zoon van onderwijzer, beiden 14 jaar, bespieden vanuit een verlaten huis de man die iets met radiozenders en een holle wandelstok heeft. Ze denken dat hij een bandiet of een smokkelaar is. Rede­lijk verhaal maar met voorspelbare afloop.
De verdronken Amerikaan. Antwerpen: Standaard, 1967, 174 p. – (Vikingboeken)
(Als zoon van een garagist is Jan Verhulst geïnteresseerd in autotechniek. Zo is hij er­bij, als er een Amerikaanse wagen uit het kanaal gehaald wordt. Een aantal dingen lij­ken hem nogal verdacht. Een vlot geschre-ven detectiveverhaal voor jongens in een verzorgde en geïllustreerde uitgave)
De onvindbare gastheer. Lier: Van In, 1973, 126 p.
Twee jongens komen op vakantie bij de oom van één hen. Die blijkt er niet te zijn. Drievierde van het boek twijfelen de jongens en uiteindelijk vinden ze de oom terug die ontvoerd werd voor een spionagefilm. Goed verhaal, origineel maar héél slecht geschreven.
En Wouter speurt verder. Lier: Van In, 1975, 76 p.
Wouter en zijn twee zussen nemen een foto van een Antwerps monument maar zien er iets vreemds op. Ze ontmoeten een exbibliothecaris die blijkbaar veel over de stad weet maar ontdekken dat hij een vreemd huis en een nog vreemdere mis-dadige hobby heeft. Typisch belerend boekje met veel info over de geschiedenis van Antwerpen en een nogal mager uitge-werkte intrige rond heroïnesmokkel.

Hanegreefs, Luc
Vreemde blikken. Antwerpen: Standaard, 2000, 189 p.
Bram ontmoet twee vreemde zwervers in een grafkelder van een verlaten kasteel: het vampierverhaal kan beginnen. Hij wordt verliefd op de dochter van een tandarts die blijkt de vampiermythe in stand te houden om er veel geld aan te ve-rdienen. Door blikken voedzame soep te verkopen. Bram helpt de zwervers door een originele Campbell (Warhol) te vinden. Zus en zo.
Het bloedbad. Antwerpen: Standaard, 2001, 231 p.
Vervolg op vorig boek.Vampieren en halfvampieren blijven de streek rond het kasteel overspoelen. De kinderen beleven allerhande spannende avonturen maar misschien zijn de twee boeken iets te fijnzinnig en dus moeilijk voor jonge lezers. “Eigen vampiers eerst” en enorm dwaze politiemannen. Ik heb me goed geamuseerd.

Heylen, Jos van
Het geheim van de piepende deur. Lier: Van In, 1975, 79 p.
(Walter en zijn twee vriendjes Bert en Ronny ontdekken een oude schilderij die gestolen blijkt. De dieven nemen wraak en ontvoeren de jongens die zich echter dapper weren. In een nerveuze opeenvolging van taferelen en met een wat kortaffe taal weet de auteur de spanning op te voeren)

Heylen, Maria
De schat van de rommelmarkt. Malle: De Sikkel, 1991, 47 p. – (Bokkesprongen; tweede reeks)
Koen koopt op de rommelmarkt een mooi doosje waarin een waardevolle steen blijkt te zitten. Hij en zijn oma verdenken vreemdelingen, vooral een Singalees maar een politiek correct slot zorgt voor de verrassende afloop. Simpel verteld, niet goed geschreven en niet spannend.

Hoet, Lieve
Spanning op de San Martin. Tielt: Lannoo, 1994, 144 p.
Leuk, ontspannend verhaaltje over kinderen die met hun ouders uit Argentinië terugkeren naar Vlaanderen en onderweg een gestolen grafurne van ZuidAmerikaanse indianen terugvinden. Zowel personages als lezers regelmatig op het verkeerde been gezet.
Vrije vogel. Tielt: Lannoo, 1999, 213 p. – (Schrikdraad)
Een bekende presentator van een vrije radio wordt vermoord en een onderwijzer die pas geïnterviewd werd, is verdacht. Hij gaat zelf op speurtocht en verdenkt één van zijn lievelingsstudentes. Zwak.

Houthooft, L.
Walt Mistral waagt alles of niets. Averbode: Altiora, 1967, 124 p. (G.P. Pockets; 3)
Drie korte verhaaltjes met een ‘superslimme detective’ en een vriendjournalist die het opnemen tegen ontvoerders, inbre-kers en andere booswichten. Niet spannend en zeer fletse speurder.

Jacobs, Paul
Het raadsel van Rose Cottage. Tielt: Lannoo, 1986, 156 p. – (Totem)
Schitterend boek over twee striptekenaars die met vakantie op het Engelse platteland een nieuw verhaal willen schrijven en tekenen maar met allerlei vreemde gebeurtenissen in en rond hun huis worden geconfron-teerd. Zeer knap geschreven en uitermate boeiend. Topper !

Jagermeester, Maarten
Het cosmeticaschandaal. Antwerpen: Standaard, 1995, 149 p.
In de buurt worden chow chows gestolen. De zoon van een veearts gaat alleen op onderzoek en komt in aanraking met een dievenbende die honden steelt om een misdadig farmaceutisch bedrijf te helpen hun proeven te doen. Zeer tof verhaaltje met moraliserende ondertoon.

Janssen, Kolet
Het vreemde huis. Leuven: Davidsfonds, 1997, 80 p.
De verlegen dertienjarige Margot leert in de Ardennen twee vrienden kennen en samen ontmaskeren ze een duo dat sterke drank smokkelt om de BTW te ontduiken. Leuk en als lezer een paar keer op het verkeerde been gezet.

Joseph, Herman
Madoc 2. Antwerpen: Standaard, 1990, 90 p. – (Standaard Cirkels)
Kris, 12 jaar, verhaalt de diefstal van het middeleeuwse boek dat zijn vader fier op de rommelmarkt heeft gevonden. Later wordt ook zijn broer ontvoerd maar samen met zijn vriendinnetje lost hij het raadsel op. Stereotiep verhaaltje maar leuk, ontspannend en literair geschreven.

Kennes, Walter

Drie jongens en een duikboot. Antwerpen: Sheed & Ward, 1955, 141 p.
(1940: drie jongens belanden in Engeland, geven zich aan voor de duikbootvloot. Adembenemende avonturen beleven ze in de onmeedogende strijd tegen hun hardnekkige tegenstrevers)
Met de rug tegen de muur. Mechelen: Sinfra, z.j., 183 p.
Begint als spionageverhaal maar slaat dan plots om naar een verhaal over een jongen die bij de Mounties arriveert. Plots komen de twee plots samen, heel verwarrend…
Terug uit de hel. Kasterlee: De Vroente, 1964, 159 p.
Een jongen uit de hei geraakt op het spoor van een bende die handel drijft in verdovende middelen. Hij wordt op wat ge-forceerde manier de eerste helper van privédetectives als Tiger Perkins en Panter Peters maar wordt gekidnapt. Behoorlijk spannend tot op het einde.

Koster, Bea de
Het protocol. Antwerpen: Houtekiet, 1994, 106 p.
Niet echt een spannend verhaal over een gezin dat een kasteel erft voor het weekend. Een leuke butler en een opvallende dief zijn de ingrediënten. Heel leuk geschreven.

Kustermans, Paul
Operatie Vanessa: thriller. Averbode: A1ltiora, 1982, 159 p.
Er is een vliegtuigkaping. De vader van Steffen en Karen zit op het vliegtuig en zij moeten helpen in Zaventem (Steffen als vertaler Thai). Ze weten de oplossing aan te brengen en kunnen twee van de kapers overtuigen. Heel spannend. Topper !
Speurneuzen. Averbode: Altiora, 2001, 105 p.
Nieuwsgierig Aagje krijgt er een even nieuwsgierig buurmeisje bij. De vrouw van de vroegere eigenaar van het huis van de buren is spoorloos verdwenen en Marianne en Celica gaan op speurtocht in de kelder met een gastank… en een bitse commissaris. Hun bedrijfje Mystery & Co slaat eerst enkele serieuze flaters. Zeer grappig.

Laenen, Gie
Talikodos, de stille vriend. Tielt: Lannoo, 1976, 129 p. – (Spoor; Lannoo’s Junior Boeken)
Braaf verhaaltje over een gezin met vakantie dat een jongen helpt beschermen tegen mensen die hem willen gijzelen. Hele-maal niet spannend.

Lagrou, Patrick
Hekseneiland. Hasselt: Clavis, 1993, 109 p.
Vader gaat plotseling met Suzan op vakantie naar Griekenland. Ze ontmoet daar een Grieks vriendje dat geterroriseerd wordt door zijn vader, een kok. Alles leidt terug naar het verleden in België, hun gemeenschappelijk verleden. Heeft het iets te maken met het behekste eiland? Ze raken op het spoor van een bende kunstvervalsers. Intrigerend, boeiend, knap.
Het dolfijnenkind. Hasselt: Clavis, 1994, 158 p.
Jongen gaat op zoek naar zijn Caribische roots, leert dat hij een heel speciale band heeft met dolfijnen en krijgt ook zijn doodgewaande vader terug. Projectontwikkelaars doen er alles aan om hun hotel te kunnen bouwen. Zeer boeiend maar niet spannend.
Het monster uit de diepte. Hasselt: Clavis, 1995, 158 p.
Vervolg op Dolfijnenkind. Zoon van marineprofessor helpt mensen in Blue Holes te duiken. Ontmoet daar vreemde zee-monsters en het kleinkind van een voodooheks. Mix van detective, mysterie en geheimzinnigheid. Zeer spannend.

L’Ecluse, Lucrèce
Diefstal langs de snelweg. Nederland: Kok, 1997, 48 p.
Verhaaltje voor moeilijke lezers. Een jongetje, op de achterbank van de auto op weg naar vakantie, ziet een autodiefstal maar niemand gelooft hem. Er gebeuren nog een paar rare dingen en hij krijgt uiteindelijk gelijk. Braaf maar goed.

Langenus, Rob
De kooi. Averbode: Altiora, 2002, 74 p.
Vreemd verhaaltje over drie kinderen die, vermomd als dier, de directeur van een zoo met verwilderde dieren ontvoeren.

Lavki, Lod.
Het spoor in de sneeuw. Antwerpen: Vlaamsche Boekcentrale, 1947, 68 p.
Groepje superkatholieke padvinders vindt een zesjarig kind waarvan de moeder pas vergiftigd blijkt te zijn. Wanneer het jongetje dan ook nog bedreigd wordt, gaat de patroelje der Arenden op speurtocht naar een bende zigeuners die de streek onveilig maakt. Ouderwets en politiek niet echt correct. Niet spannend.

Leemans, Marcel
Avontuur in Egypte. Borgerhout: Het Fonteintje, 1962, 78 p.
(Uit de brandkast van een Antwerpse uitvinder worden aantekeningen gestolen die in de handen van boosdoeners zeer g-evaarlijk zijn. Bij de avontuurlijke achtervolging van de dieven, waaraan ook twee veertienjarige knapen deelnemen, wordt de geheimzinnigheid zodanig opgevoerd dat het verhaal aan waarschijnlijkheid inboet. Wat te duidelijk afgestemd op sen-satie.)

Lierde, Bart Van
De dief met duizend gezichten. Amsterdam: Vassalluci, 2004, 217 p.
Tiener gaat met haar vader naar Venetië waar ze met een vreemd troeteldier (een steen­vreter) veel avonturen beleven. Ze worden verdacht van inbraak, volgen de echte inbre­-ker in het Dogenpaleis, komen terecht in een sprookjesachtige vrouwentuin en slagen er uiteindelijk in de Doge en de paleiswacht te overtuigen. Een van de beste jeugdboeken van de laatste jaren. Topper !

Linde, Raf Van de
De zoon van het stamhoofd. Brussel: Reinaert, 1965, 75 p. – (Stef Morelreeks; 2)
Op een school voor buitenlanders in Kongo komt voor het eerst een zwarte jongen de lessen volgen. Racistische praat van medeleerlingen zorgt voor opsplitsing van de klas. Stef en een vriend slagen er in de anonieme, meest racistische graffiti-spuiter te ontmaskeren. Veel moraal, weinig verhaal.
De vergelding. Brussel: Reinaert, 1970, 80 p. – (Stef Morelreeks; 7)
Twist tussen twee Kongolese volksstammen rond een aanrijding van een kind. Ontvoeringen, moorden zijn geen probleem voor onze Stef. Zwak verhaaltje. Verwarrend.

Linders, Jac
Het geheim van de boshut. Hasselt: Heideland, 1959, 92 p.
(Geheimzinnige hut in bos is schuilplaats van gevaarlijke inbrekers. Leo wordt ontvoerd, zwerft met hen door het land, achterna gezeten door de politie. Spanning eerst, en ontroering daarna wanneer alles goed afloopt. Doorlopend boeiend ! Zeer geslaagd verhaal. Ook voor ouderen geschikt)
Jan Pruim en zijn pitten. Antwerpen: Standaard, 1964, 116 p.
Clubje van tien jongens (de pitten) onder leiding van Jan Pruim plegen eerst enkele goede daden vooraleer een vaas ge-stolen wordt. Een antiquair en zijn twee opdrachtgevers worden door de jongens ontmaskerd. Leuk en onderhoudend boekje.
In de greep van de steenbok. Leuven: Infodok, 1990, 123 p.
Luc en Astrid (11 jaar) zijn een tweeling. Hij stottert en zij is de lieveling van de school maar wil haar broer helpen. Hun kans komt eraan wanneer oma en opa overvallen worden door drie belagers. Luc kan zeer goed tekenen en maakt een robotfoto. Ze ontdekken hun adres, waarschuwen vader en politie en Luc stottert niet meer. Meer psychologisch geval van stotteren dan spannend.
De list van Jesse. Leuven: Davidsfonds, 1993, 134 p.
Ouders van Jesse (tien jaar, woont op grens Nederland-België) worden gegijzeld door twee ontsnapte bandieten. Jesse, leider van de Club van Vijf, doet het paard van Troje na met de politie. Redelijk.
Jesse vermist. Leuven: Davidsfonds, 1994, 139 p.
Jesses moeder ziet iemand in de ruïne van een kasteel. Hij gaat op onderzoek maar wordt gevangen genomen door de dieven. Alweer oplossing door geschiedenisles in de praktijk te brengen.
Jacht op Jesse. Leuven: Davidsfonds, 1995, 136 p.
Jesse vindt de agenda met afspraken en codenummers van een bende dieven. Flauw verhaaltje, list van Michiel De Ruyter doet dieven in val lopen en laat onze held ontko­men.
Geen licht voor Jesse. Leuven: Davidsfonds, 1996, 134 p.
Jesse is aangereden door de zoon van de groepsleider van een bende. Zelfs met zijn been in het gips, weet hij de boeven te ontmaskeren. Matig.
Complot tegen Jesse. Leuven: Davidsfonds, 1997, 136 p.
Exbajesklant uit eerste verhaal van Jesse wil zich via een vriend wreken door hem te pesten. Origineel en goed bandwerk.
Ontsnapt uit Cel 13. Mechelen: Bakermat, 2003, 164 p.
Elfjarige ontdekt met zijn vriend een onderaardse gang in het huis van zijn grootouders waar hij op vakantie is. Een gevangene is ontsnapt. Ze krijgen af te rekenen met diens broer die ook de grootvader chanteert. Ze worden gevangen genomen maar kunnen ontsnappen. Flauw.

Mendes, Bob
Stukken van mensen. Antwerpen: Manteau, 2005, 152 p.
Ultraspannende thriller die een vervolg is op De Fraudejagers (volwassenenboek). Speurtocht naar fraude bij organen-handel. Veel actie en spanning maar misschien iets te moeilijk voor doelgroep (+ 14) qua taalgebruik.
Vermoorde onschuld. Antwerpen: Manteau, 2006, 126 p.
Man die teveel gedronken heeft rijdt een bromfietser dood en laat zijn vrouw er voor opdraaien. Ze verstrik-ken in hun eigen leugens waardoor de politie harde verdenkingen krijgt. Taalgebruik en verhaal is weeral eigenlijk voor volwassenen

Mestdagh, L.
Achter het bamboegordijn. Brussel: Pro Apostolis, 1955 (2° druk), 82 p.
Een Vlaamse pater wordt in China ontvoerd door het Rode leger maar wordt geholpen en bevrijd door Steve, een één-armige Vlaamse jongen die daar woont. Vehikel om katholicisme uit te dragen en communisme te verketteren maar alles blijft avontuurlijk en spannend.

Misselyn, Jon
De Speelmansmoorden. Hasselt: Clavis, 1996, 135 p. – (Teenkrimi)
Twee vijftienjarigen zien vrijend paartje en de dag erna veel bloed. Het lijk van een Amerikaanse rugzaktoeriste spoelt aan. Vanessa en Bram krijgen ‘vrijaf’ op school en beginnen te speuren. Onwaarschijnlijk verhaal en onwaarschijnlijke tieners (drinken, uitgaan tot ’s nachts, spijbelen, niet controlerende ouders…)
Moord in het Atheneum. Hasselt: Clavis, 1996, 134 p. – (Teenkrimi)
Doorslagje van het vorige verhaal. Twee speurders onderzoeken in opdracht van betweterige directrice (= verdachte) (zelf)moord van een leraar. Veel liefdesaffaires in school en alweer zo onwaarschijnlijk als maar kan.

Neste, Caroline Van
Bas en de landloper. Antwerpen: Houtekiet, 2000, 110 p.
Bas, 12 jaar, is bezeten van misdaden en probeert ten koste van alles (en met hulp van zijn vriend, speurder Alex van de politie) de moord op een landloper op te lossen. Zijn leraar wiskunde wordt verdacht. Knappe intrige.

Pelikaan, K.L. (ps. van LFM Verberck)
De detectiveavonturen van Argo. Brussel: Atlas, 1939, 91 p.
(Hoe onwaarschijnlijker hoe liever, schijnt de recordleus te zijn van de detectiveliteratuur met kenmerken als: jacht, sen-satie, onuitputtelijke fantastische verwikkelingen waarmee het gebrekkige woord geen evenwicht kan houden. En toch zul-len honderden zich laten boeien door deze zedelijk onaanvechtbare hersenschimmen)
Argo en het atoomvliegtuig. Lier: Van In, 1960 (= 3de dr.), 47 p.
Drie verhaaltjes met supergeheimagent Argo die o.a. in China een ‘atoomvliegtuig’ moet fotograferen, een Papouabeeld moet kopen en een Tibetaanse edelsteen moet gaan roven. Onwaarschijnlijk James Bondachtig maar waarschijnlijk wel spannend in die jaren.

Ranke, Bert
Het geheim van het oude klooster. Antwerpen: Sheed & Ward, 1953, 127 p.
Twee vrienden, Fonske en Fikke, zijn in de ban van spookverhalen rond de ruïnes van een oud klooster. Zij gaan op ont-dekking uit als er kippen en konijnen gestolen worden. Hebben de in het dorp aanwezige zigeuners er iets mee te maken? Ze worden opgeslo­ten maar bevrijd door de veldwachter. Niet slecht.

Remoortere, Julien van
Tom Dolo, opdracht Tenerife. Lier: Van in, 1968, 119 p. – (Tom Doloserie; 1)
(Een stel boosdoeners hebben een professor gekidnapt die het bladgroenproces kan nabootsen. Ze gebruiken hem om grof geld te verdienen. Tom Dolo ruimt het nest op. Enigszins onwaarschijnlijk gegeven. Boeiend. Beoogt slechts ontspanning in moderne filmstijl die wel “in” is.)
Tom Dolo: zeg het met diamant. Lier: Van In, 1968, 116 p.
Tom Dolo: operatie snoekbaars. Lier: Van In, 1969, 125 p.
Journalist gaat voor een milieuorganisatie naar Corsica om een nieuwe, milieuvriendelijke duikuitvinding te testen maar wordt belaagd en met het leven bedreigd door Napoleon, een plaatselijke topmisdadiger. Superman Dolo slaat zich uit alle gevaren. Spannend maar cliché.
Tom Dolo: pas op voor de kikvors. Lier: Van In, 1970, 107 p.
Een organisatie is zes kilo vergif aan het maken om in een niet nader genoemd ZuidAmerikaans landje de plaatselijke op-standelingen te vermoorden. Tom en inspecteur Calé gaan op zoek naar de fabriek en worden daarbij levensgevaarlijk bedreigd. Spannend.

Renders, Maurits
Het gestolen testvliegtuig. Hasselt: Heideland, 1968, 78 p. – (’t Fonteintje)
(Op een afgelegen vliegplein test men een geluidloos vliegtuig. De baron van het dorp stelt belang in deze uitvinding en zal ze trachten te bemachtigen. Hij speelt de zwaarste troeven uit, maar hij zal steeds door de drie jonge kameraden gedwars-boomd worden. Dit verhaal zal onze lezers niet loslaten, daar de gebeurtenissen elkaar snel opvolgen.)
De waardeloze edelsteen. Lier: Van In, 1970, 110 p. – (Belfortreeks)
(De drie jongens helpen een man die door een adder gebeten is. Meteen zitten ze volop in het avontuur. De man wordt achtervolgd door een boef die hem een schijnbaar waardeloze edelsteen wil ontfutselen. De knapen raken zelfs in het Braziliaanse oerwoud. Spannend jongensboek.)
Het geheim van de rode eiken. Hasselt: Heideland, 1973, 102 p. – (’t Fonteintje)
Hans ontmoet Henk en Hilde en als de eerste ontvoerd wordt, weten ze niet waarom. Het heeft te maken met een puzzel: de rode eiken duiden een plan aan met de vindplaats van een raket. Ons trio krijgt af te rekenen met een misdadiger die met een raket Antwerpen wil vernietigen. Met de hulp van één volwassene lossen ze het op. Spannend, avontuurlijk.
De mysterieuze zeekomkommer. Hasselt: Heideland, 1973, 102 p. – (’t Fonteintje)
Frank en Frieda, kinderen van de vuurtorenwachter, stuiten op smokkelaars die de zeekomkommer (een duikboot) voor hun zaakjes gebruiken. Een uiterst kwaadaardige vrouwelijke chef van de bandieten en haar helpers gijzelen F&F. Avon-turen met helikopters en boten leiden tot een tot bekering gekomen piloot en een goed einde.
Peter Paai. Lier: Van In, 1971, 95 p.
Zeeman blijkt gehaaide undercoveragent te zijn en is op het spoor van een smokkelbende. Hij leert Jan zwemmen en samen ontsluieren ze het raadsel van de radiogestuurde duikbootjes in het kanaal. Beloften van strafvermindering doen de domste bandiet bijdraaien en zijn bazen verklikken. Zwak.

Reynders, Piet
Hoog spel om een benzinetank. Lier: Van In, 1975, 102 p.
Zeven jongens uit twee families vinden de benzinetank van een modelvliegtuigje. Een Italiaanse maffioso smokkelt marihua-na maar onze kinderen lossen samen met de commissaris en twee Amerikaanse agenten de zaak op. Zwak.

Rooy, Jef Van
Verliefd op Petra. Antwerpen: Standaard, 1992, 152 p.
Jongen neemt foto’s van het joggende meisje uit de titel waarop hij verliefd is. Enkele dagen later wordt bij hem ingebroken. Twee gangsters stonden toevallig op de foto en willen niet met elkaar gezien worden. Doldwaas avontuur met twee broers (de ene met een tarantula als huisdier), een domme inspecteur en een mooi meisje. Zeer grappig.
Tegen wil en dank. Antwerpen: Standaard, 1994, 149 p. – (Zwaailicht)
Schitterend humoristisch boek met zodanig veel leuke vondsten dat ik constant moest schaterlachen en, diagonale lezer die ik ben, ditmaal geen enkel woord wilde missen. Dertienjarige jongen ligt 3 weken in coma nadat hij onder een bus terecht-gekomen/geduwd is. Nog meerdere moordaanslagen op hem maar pas laat wordt duidelijk wie er achter zit en waarom. Topper !

Rooy, Sam Van
De vampierenmoord. Antwerpen: Houtekiet, 1997, 77 p.
Verhaaltje geschreven door een twaalfjarige en dat is er aan te zien. Kinderlijk, onvolwassen taalgebruik dat slechts bij leeftijdsgenoten op waardering kan rekenen. Zwak verhaaltje ook over een strijd tussen vampieren en heksen. Media-fenomeen bij verschijnen van het boek.
Smokkel in Egypte. Antwerpen: Houtekiet, 1998, 102 p.
Taalgebruik is drastisch aangepakt waardoor het meer leesbaar is maar het verhaaltje blijft zwak. Doorspekt met opmer-kingen rond het milieu die er zomaar bij zijn gesleurd. Niet spannend maar wel wat historische achtergrond en couleur locale.

Schoemans, R.H.
Vlucht uit Belfast. Averbode: Altiora, 1989, 160 p. – (Topboeken)
Erwin vindt een lijk dat weg is als hij er met de politie naartoe gaat. Vlucht thuis weg naar exvriend in Noord-Ierland. Gru-welijke avonturen rond de IRA met ontvoeringen, moordpogingen enz… Volwassen jeugdboek met veel aandacht voor politiek. Spannend en goed geschreven maar ongeloofwaardig hoe die jongen dat alles kan en mag.
Vergif. Averbode: Altiora, 1991, 164 p.
Tiener Iele en haar vrienden vinden vergiftigde ratten en laten water onderzoeken in een labo. De reacties van de notabelen voldoen hen niet en ze gaan op speurtocht. In het moeras vinden ze, samen met een journalist, de vervuilers. Beetje verge-zocht met vergezochte daders en motieven. Milieukrimi.
Soesapoeza. Averbode: Altiora, 1994, 141 p.
Tiener sterft aan drugsoverlast. Turkse jongen wordt valselijk beschuldigd van vechten en moordpoging. Vlaams vriendin-netje verdedigt hem. Leraar wiskunde blijkt leider te zijn van hooligans en drugsbende. Modern verhaaltje maar ietwat ongeloofwaardig. Niet echt spannend maar toch goed.
Desperado’s. Averbode: Altiora, 1996, 118 p. – (Top)
Tiener denkt dat hij een vliegtuig heeft neergeschoten en vlucht met zijn beste vriend. Ze komen terecht bij illegale Roeme-nen en ontmaskeren een dievenbende. Vergezocht en moraliserend maar toch leuk en tof.
In de greep van een stalker. Averbode: Altiora, 2002, 197 p.
De dertienjarige Clara komt heel goed overeen met haar moeder. Die werd verlaten door een bruut van een echtgenoot die ook een kind heeft bij de buurvrouw. Nu worden Clara en haar moeder gestalkt. Door hun ex?. Enkele aanslagen later leidt Clara’s speurzin tot de ontmaskering van de dader. Onwaarschijnlijk.
Waterschimmen. Leuven: Davidsfonds, 2004, 165 p.
Twee vriendinnen zijn met hun ouders op vakantie in het buitenverblijf van hun oom, een nonconformist. Beiden zien ze spoken, een paardenhoofd en een ridder. Verhaal van duikers, verzonken kunstschatten, ontvoering, actie. Ze worden gered maar dan is het nog niet gedaan. Waar zijn de dieven? Toevallige oplossing maar heel tof boek.

Schuyesmans, Willy
Tand om tand. Averbode: Altiora, 1990, 184 p.
De oudere broer van het hoofdpersonage is lid van een Vereniging voor Dierenrechten . De jongen wordt ontvoerd door olifanten(ivoor)smokkelaars naar Taiwan. De oudere broer wordt in België opgesloten. Politie puzzelt maar doet niet veel. Geheel toevallig ontmoeten op reis zijnde ouders hun bijna dode kind in Tanzania. Spannend verhaal maar ongeloofwaardig einde.
De bende van de mol. Averbode: Altiora, 1994, 80 p.
Verhaal dat begint met een inwijdingsritueel in een clubje waar een nieuw meisje bij wil zijn. Zij is de dochter van de nieuwe boswachter. De vorige kwam bij een jachtongeval op het landgoed van een machtige notaris om het leven. Bende ontdekt dat er meer aan de hand is. Eenvoudig, goed geschreven maar voorspelbaar.

Sobuden
Wouter Vlaemynck: een avontuur uit het leven van de Chirojeugd. Roeselare: Hernieuwen, 1945, 56 p.
(Chirogroep op kamp ontmoet smokkelbende. Verhaal frisch en jongensachtig, vroom en spannend en geschoeid op de moderne doening van de jeugd)

Stalis, I
. (ps van Staf Verrept)
De vallei der troosteloosheid. Antwerpen: Sheed & Ward, 1956, 94 p.
(Priester die beeld heeft met schat in wordt vermoord door een berucht bandiet. Indi­aanse knaap verijdelt de ontdekking van de schat. Een zeer spannend boek… De nodeloos vele lijken werpen wel een wat te lu-gubere schaduw op dit ove-rigens pedagogisch zeer aan te prijzen werk.)
Wiet staat zijn man. Wervik: Almar, 1959, 95 p.
Dertienjarige Wiet sluit vriendschap met zoon van een ‘goede’ stroper die kort daarna opgepakt wordt voor een grote dief-stal in het plaatselijke kasteel. Wiet verdenkt twee andere stropers en een mysterieuze Duitse professor. Ze raken gevangen maar worden bevrijd door een inspecteur van politie. Scoutsachtig verhaaltje dat niet veel spanning biedt.
De club der waaghalzen. Antwerpen: L. Opdebeek, 1963, herdruk, 120 p.
(Jongensclubje ontmaskert een bende geheimstokers. Goed jongensboek. Taal zonder letterkundige pretenties en over het algemeen goed)
Het raadsel van de WildeGutach. Leuven: Davidsfonds, 1964, 186 p. (Jeugdreeks; 105)
In het Duitse Eifelgebergte houdt zich een raketdeskundige schuil. Hij wordt langs alle kanten door agenten van vreemde mogendheden belaagd maar zij weten niet dat een politieinspecteur zijn plaats heeft ingenomen. Goede intrige, spannend maar mindere rol voor de kinderen van het reddende gezin.
Geheime opdracht in de Sierra. Schepdaal: Staf Verrept, 1966, 155 p.
Een volwassene, Kapitein Gil, zoekt een belangrijk koffertje in de Spaanse Sierra. Ge­holpen door enkele lokalen vindt hij het maar loopt dan een ontsnapte moordenaar te­gen het lijf. Bijna boek voor volwassenen met veel informatie over de geschiedenis van Spanje.
De vrijbuiters tegen de schim. Lier: Van In, 1975, 79 p.
Vier vrienden gaan op zoek naar de schim, een vreemde dief. Een inspecteur en een stroper spelen een niet al te snuggere rol in dit nogal flauwe, ongeloofwaardige verhaaltje.

Stas, P van (pseud)
Alarm aan de grens. Lier: Van In, 1954, 39 p.
(Een niet-onaardig verhaal over een KSAjongknapenkamp met de gebruikelijke nachttocht, tijdens welke de jongens een botsing met smokkelaars meemaken)

Stevenberg, Lode
Piet Rielant detective. Averbode: Altiora, 1955, 102 p.
(Jeugdige Sherlock Holmessen vinden een geheim spoor dat leidt met de hulp van de politie naar een bende valsemunters. Per toeval zijn nu die detectives jeugdige personen, zodat het geheel moet doorgaan als een jeugdverhaal. Van het eigenlijke jongenselemen in hun respectievelijke karakters vinden wij niets terug. In het begin mist het boek ook wat vaart, maar de spanning en de handeling van de tweede helft doet alles vlotter verlopen.)
Met Inspekteur Hinssen op stap. Antwerpen: Het Fonteintje, 1959, 80 p.
Twee jongens zien een diefstal en gaan zelf achter de daders aan. Inspecteur van politie maakt zich dikwijls boos op hen maar is blij dat zij de speurneuzen van dienst zijn. Zwak verhaaltje.
Inspekteur Hinssen en de strandwolven. Antwerpen: Het Fonteintje, 1963, 77 p.
Smokkelaffaire tijdens de grote vakantie aan de kust. Wim en Eric raken in de problemen als ze geheimzinnige zaken ont-dekken. Ze worden gevangen gehouden en Hinssen komt hen redden. Ondoorzichtig, vergezocht, flauw verhaaltje maar wel met veel actie. Het is nooit duidelijk wie nu eigenlijk wat oplost…
Inspekteur Hinssen het Chinese klokje. Antwerpen: Het Fonteintje, 1965, 79 p.
Vakantie in Brussel voor Wim en Eric, twee 16jarigen, bij een familie van antiquairs. Verwarring rond een gestolen pakje met een klokje er in. Met Chinezen, een Birmaan en een Fransman in de hoofdrol blijft het dubieus wat er eigenlijk gebeurt. Nogal verwarrend. Onze inspecteur heeft veel geluk, alweer.

Struelens, René
Erik Brand. Antwerpen: Standaard, 1968, 110 p. – (Vikingboeken Erik Brandreeks; 1)
Kennismaking met onze para die boven Afrika gedropt wordt en daar allerlei avonturen beleeft. Niet echt een speurders-boekje.
Erik Brand T.V.reporter. Antwerpen: Standaard, 1968, 128 p. – (Vikingboeken – Erik Brandreeks; 2)
Na een documentaire film over para’s waarbij Brand een collega in de lucht redt, krijgen hij en Dirk Lens, bij het maken van een documentaire in een natuurreservaat, af te rekenen met stropers en een geheim heertje dat wil verkavelen. Puur avontuur.
Erik Brand en de Ark van Noach. Antwerpen: Standaard, 1968, 110 p. – (Vikingboeken – Erik Brandreeks; 3)
Erik is op een schip dat exotische dieren naar diverse dierentuinen moet voeren als een Duitse passagier vreemd doet tegen een brave olifant. Het gaat blijkbaar om smokkel van diamanten in de slagtanden van het dier. Voorspelbaar.
Erik Brand en de piranha’s. Antwerpen: Standaard, 1968, 118 p. – (Erik Brandreeks; 4)
Een Braziliaanse professor wil een allerlaatste experiment doen met poeder om piranha’s te vernietigen. Maar hij en de bende Brand worden gesaboteerd. Uiteindelijk belanden ze in het oerwoud en kopen ze de Indianen af met spiegels, kraaltjes… Veel oerwoudinfo. Zou gebaseerd zijn op reële feiten. Nogal primitieve, clichévolle en minderwaardige voor-stelling van de Indianen.
Erik Brand en de Indiaanse amulet. Antwerpen: Standaard, 1969, 124 p. – (Erik Brandreeks; 5)
Ecuador: een geleerde wordt bedreigd door inboorlingen. Erik en Dirk ontdekken dat de man een inheemse stam ge-choqueerd heeft door de uiterst geheimzinnige schub van een Westerlingen onbekend prehistorisch dier in zijn bezit te hebben. Ze redden hem, vinden het dier en bemachtigen een schub. Iedereen tevreden.
Erik Brand en het Tamaronmysterie. Antwerpen: Standaard, 1972, 105 p. – (Erik Brandreeks; 6)
Griekenland: autopech doet Erik en zijn vriend halt houden in een ogenschijnlijk vredig vissersdorpje waar er echter op hen wordt geschoten. Sponsenduikers zijn smokkelaars van kunstschatten uit een onbekende gezonken Griekse stad. Behoor-lijk goed.
Erik Brand in de orkaan. Antwerpen: Standaard, 1977, 117 p. – (Erik Brandreeks; 7)
Een uitvinder van een toestel dat kan varen, vliegen en rijden nodigt Brands bende uit op wereldreis. Veel avonturen waar-bij ze door hun alleskunnende machine ontsnappen. Verijdelen ondertussen nog een kernexperiment. Nog eens Indianen en krokodillen. Vergezocht en ongeloofwaardig.
Vergrendelde stad. Leuven: Davidsfonds, 1973, 198 p.
Mysterieuze gaswolk bedreigt kleine provinciestad. Twee ontsnapte gevangenen verbergen zich in een huis en gijzelen twee kinderen. De domste van de twee gangsters laat zich door het meisje overhalen om het jongetje dat al groen besmet is te laten helpen door dokters. Eind goed, al goed. Beetje sfachtig en met herkenbare figuren maar zwakke plot.

Swartenbroeckx, René
De berghut op de Arni. Mechelen: Sint Franciscus, 1964, 102 p.
Een knapenkoor op reis in Zwitserland wordt eerst geconfronteerd met mysterieuze gelddiefstallen en later met de kidnap-ping van een jongen van het koor. Veertienjarige speurneuzen (boezemvrienden) die in le-vensgevaar raken maar uitein-delijk toch de zaak oplossen. Herkenbaar maar wat zwakke intrige, niet veel diepgang.
Het grote avontuur van Giovanni. Mechelen: St. Franciscus, 1965, 132 p.
(Twee Limburgse jongens met detectiveallures spannen zich in om een vals beschuldigde Italiaanse mijnwerker uit de nor te bevrijden. De twee jongens krijgen een aardig pakket moeilijkheden in de voeten geschoven)
Jan Scherpoog. Averbode: Altiora, 1969, 83 p.
Onze held is een krantenjournalist die met een vriendfotograaf naar het onrustige Kongo van begin de jaren zestig trekt. Van een jongetje hoort hij dat veel blanken gevangen genomen werden. Zij gaan ze redden maar daarvoor moet Jan eerst zijn Westerse ‘toverkunstjes’ tonen aan de zwarte stam. Beetje kolonialistisch maar toch vlot.
Jan Scherpoog bij de vluchtelingen. Averbode: Altiora, 1969, 96 p.
Verslaggever Jan Scherpoog en zijn vriend Hendrik krijgen in Jeruzalem af te rekenen met een bende jeugd-gauwdieven. Een koffertje met vijf miljoen voor de Palestijnse vluchtelingen in de kampen verdwijnt. Politiek correct verhaaltje maar als thriller niet zo denderend.
Jan Scherpoog in de zwarte wijk. Averbode: Altiora, 1970, 91 p.
Jan en zijn vriend vertrekken naar New York nadat Marten Luther King doodgeschoten is. Jan loopt als blanke in de kijker in enkele negerwijken en het racisme slaat toe als hij een jong zwartje verdedigt. Ze worden ontvoerd. Moraliserend tijdsdocument.
Jan Scherpoog en de bloedwraak. Averbode: Altiora, 1972, 85 p.
Het duo gaat naar Sardinië om een geschiedkundige/toeristische reportage te maken. Ze komen terecht midden in een ven-detta tussen twee families. Ze trekken partij voor een jongetje en moeten veel aanslagen verwerken. Eind goed al goed.

Terny, Robert
Revolutie in San Antonio. Averbode: Altiora, 1971, 77 p.
Journalist onderzoekt in MiddenAmerika een mislukte staatsgreep en komt terecht bij de rebellen die hij helpt om de dic-tatuur omver te werpen. Enkele vreemde figuren van wie niet geweten is aan welke kant ze staan maken het een beetje spannend hoewel afloop voorspelbaar is. Redelijk.
De 7 beeldjes van Boeddha. Averbode: Altiora, 1971, 112 p.
Journalist Serge Beaulieu gaat samen met een Indiër op zoek naar de schat van een verloren gewaande beschaving die zijn vriend, een archeoloog, pas ontdekt heeft. Maar er zijn kapers op de kust. Goede spanning, vreemde locatie en redelijk taalgebruik.
De vallei van de anaconda’s. Averbode: Altiora, 1974, 95 p.
Beaulieu gaat op zoek naar een vermiste vriend in de Braziliaanse Amazone. Gevaarlijke ontmoetingen met primitieve In-dianen en levensbedreigende dieren. Doordeweeks maar absoluut niet aanvaardbaar is dat ze daar Spaans spreken en dat het Peruviaanse Macchu Picchu ook in Brazilië blijkt te liggen. Desinformatie.

Tolhuyzen, Luc Van

Twee doden en twee lijken. Leuven: Davidsfonds, 1995, 125 p.
Dochter van een begrafenisondernemer is bang van lijken maar ziet een kasteelheer rondlopen terwijl hij in het mortuarium zou moeten liggen. Wat is er aan de hand in het spookkasteel? Samen met haar vriendje onderzoekt ze de zaak. Niet erg spannend maar héél leuke taalspelletjes. Een genot qua proza om te lezen.
Een schaduw voor twee. Leuven: Davidsfonds, 1999, 171 p.
Leesbaar boek met iets teveel aandacht voor homo’s en liefde (rivaliteit tussen twee jongens) voor een meisje. Nicks vader zit onterecht in de gevangenis voor een bankoverval. Jongens zorgen niet echt voor de oplossing. Wisselend vertelpers-pectief geeft veel mogelijkheden en nieuwe inzichten maar is vermoeiend door de te korte hoofdstukjes.

Toonen, Nick
De meester van het spel. Averbode: Altiora, 1997, 111 p.
Jongen verhuist van de stad naar het platteland waar hij en zijn familie hun intrek nemen in een vervallen kasteel. Een toe-vallige vondst van een manuscript van enkele honderden jaren oud verbergt een raadsel met een schaakspel. In het heden lijken de afstammelingen van toen in gelijkaardige situatie verzeild te raken. Moeilijk boek maar zeer knap. Te zwaar voor jeugd.

Vandeloo, Peter
Gif in de nacht. Antwerpen: Standaard, 1993, 72 p. – (Katapult)
Nichtje van twee vrienden komt op vakantie en staat haar mannetje bij het onderzoek naar sluikstorters. Milieuproblema-tiek heeft bovenhand maar het is ook een niet onaardig verhaaltje. Lijkt verdacht veel op Vergif van Schoemans van twee jaar daarvoor.

Verbeeck, Lydia
Rock voor twee. Antwerpen: Standaard, 1994, 135 p. – (Zwaailicht)
Twee zestienjarigen dromen ervan rocksterren te worden net als hun voorbeelden, de Engelse Kondo’s. Ze imiteren hen op een Soundmix maar worden, net als die gasten, ook ontvoerd. Door wie en waarom? Leuk boek en behoorlijk spannend hoewel de ontknoping voorspelbaar is. Aanrader.

Verboven, Stefaan
Smokkel aan de Costa Blanca. Westerlo: Saeftinge, 1974, 66 p.
Vier jongens gaan met de auto naar Spanje waar ze toevallig smokkelaars afluisteren. Ze spelen het spelletje mee maar belanden in gevaarlijke avonturen. Geschreven en getekend door een jongen van elf jaar en dat is er ook aan te zien en te lezen.

Verhoogen, Jos
De Buldog en de schilderijendieven. Averbode: Altiora, 1973, 96 p.
Onconventionele politiecommissaris van Antwerpen raakt op het spoor van een schilderijendievenbende en infiltreert in Rome tot bij de grote chef. Niet erg boeiend en nogal teveel afhangend van het toeval om geloofwaardig te zijn. Maar toch is de Buldog een sympathiek personage.
De Buldog en het MX15 mysterie. Averbode: Altiora, 1975, 93 p.
Autopech aan de Noordfranse kust. Overnachting in een klein hotelletje met enkele vreemde gasten. MX15 is de codenaam van geheime plannen die door spionnen gestolen worden en waarvoor ferm gemoord wordt. Klassieke detective met onschuldig blijkende verdachten en een wat onverwachte en onlogische ontknoping.
De Buldog en het huis van de faun. Averbode: Altiora, 1976, 89 p. – (Buldogreeks)
Op vakantie in Ravenna wordt de Buldog verkeerdelijk aanzien voor een helper van een valsemunterbende. Hij speelt het spelletje mee maar moet op de duur op zoek gaan naar de fraudeurs. Voorspelbaar.
De Buldog en het voodooraadsel. Averbode: Altiora, 1976, 88 p. – (Buldogreeks)
In de haven van Antwerpen wordt een man vermoord die na 25 jaar Amerika terug naar zijn geboortestad komt. Alle aan-wijzingen leiden naar een zwarte voodoopriester die verdwenen is. De Buldog stort zich op de zaak en ontmaskert de dader. Voorspelbaar maar niet slecht.
De roversbende van Cullogh. Malle: De Sikkel, 1992, 48 p. – (Bokkesprongen; derde reeks)
Regelmatig wordt een postkoets overvallen in het ruwe Schotland. Politie vermoedt iets en stuurt een ve-momde agent mee op de volgende zending. Zwak, voorspelbaar en ouderwets verhaaltje om vlug te vergeten.

Vereecken, Kathleen
Het raadsel in het fluisterbos. Antwerpen: Standaard, 1993, 84 p. ( Katapult)
Bram ontmoet in een bos het lanterfanterbeest en is getuige van een lanterfanterfeest. Niemand wil hem geloven, ook zijn ouders niet maar stilaan krijgt hij het vermoeden dat zijn Oom Victor betrokken is bij de ontvoering van het beest. Verhaal met veel fantasie maar toch spannend genoeg.

Verleyen, Karel
De doden hebben ongelijk. Averbode: Altiora, 1983, 134 p. – (Top)
Ouders van twee kinderen gaan op weekend naar Parijs en net op dat moment plaatsen terroristen bommen in Brussel. De daders vluchten voor hun mysterieuze opdrachtgever en gijzelen de kinderen in hun appart-ment. De Israël-Palestina-pro-blematiek overstijgt het spanningselement maar toch goed geschreven.
Het open raam. Malle: De Sikkel, 1989, 48 p. – (Bokkesprongen; 1)
Jongen gooit papieren vlieger door raam van ‘spookhuis’ waar een gangster zich verbergt.
Met zijn vriend slaagt hij er toe-vallig in de boef klem te zetten. Flauwe taal, redelijk ongeloofwaardig maar toch niet slecht.
Onzichtbare dood. Antwerpen: Standaard, 1991, 83 p. – (Standaard Cirkels)
Weekje vakantie in de Ardennen voor een gezin met twee kinderen. Vreemde personages in de tuin en nog meer vreemde gebeurtenissen leiden tot wel wat spanning maar het is geen hoogvlieger.
Het groene hoedje. Malle: De Sikkel, 1992, 48 p. – (Bokkesprongen; derde reeks)
(Loeki en Wim zien man met hoedje neergeslagen worden en worden zelf opgesloten. Met afgeluisterde informatie kan politie hormonenzwendel oplossen. Mager verhaaltje. Stereotiep en voorspelbaar geheel)
Schaduwen en sluipmoord. Leuven: Davidsfonds, 1993, 157 p.
James is computerfreak en zijn vriendin zet zich als groene meid in voor het bedreigde Rietbos. James wil haar helpen en breekt in in de computer van een projectontwikkelaar. Hij wordt ontdekt, achtervolgd en bedreigd. Iets te gemaakt modern maar goed geschreven en herkenbaar.
De dieven gerold. Leuven: Davidsfonds, 1996, 85 p.
Vakantie aan zee. Bieke ontmoet een leuke knul maar loopt letterlijk tegen een koppel aan dat een dikke rol bankbiljetten verliest. Van waar komt dat geld en wat heeft de conservator van de Duinenabdij in Koksijde met een manuscriptenten-toonstelling te maken? Behoorlijk spannend.
Vijand zonder gezicht. Averbode: Altiora, 2000, 121 p.
Een jongen is getuige van de moord op een dronkelap en vlucht. Toch wordt hij door de supersluwe compu-ter van het Rijksregister aangeduid als dader en vlucht bij een lief meisje en haar blinde broer. Beangstigende futuristische thriller waar-bij een ex-werknemer het deksel van de doofpot haalt en de zoon van een minister de schuldige blijkt te zijn. Zeer boeiend.
Gruwelgeld. Waasmunster: Abimo, 2002, 126 p.
Tienermeisje vindt samen met haar ‘vriendje’ een pak geld, afkomstig van valsemunters. Ze proberen ze te ontmaskeren, worden ontvoerd en gered. Leuk geschreven en behoorlijk spannend.
Moordkuil. Waasmunster: Abimo, 2003, 111 p.
Elfjarige tweeling gaat met ouders naar buitenverblijf in Ardennen. Vreemde gebeurtenissen (kraai, voyeurs...) hebben te maken met afvaldumpende burgemeester. Zwak. Bewerking van vroeger verschenen Onzichtbare dood.
Amulet van de dood. Leuven: Davidsfonds, 2004, 158 p.
Historische thriller waar een jongen in Rome van een stervende een amulet krijgt met een gecodeerde in--scriptie en enkele laatste woorden. Met zijn nichtje gaat hij speuren maar wordt bedreigd, aangevallen en ont-voerd… Is er een complot te-gen de keizer en weet zijn nieuwe oom daar iets meer van? Teveel geschiedenis, flinterdun verhaaltje

Vermeiren, Leopold
Vliegende mensen. Leuven: Davidsfonds, 1956, 196 p. – (Jeugdreeks; 79)
(Prof met zijn ‘Vliegende Mens’ wordt bedreigd door gangsters. Met detectives Stele en Bob verschuilt hij zich in Brazi-liaanse oerwoud. Ontdekken een Incatempel. Treffen met de bende waarmee afgerekend wordt. Spannend – om in één adem uit te lezen)
S.O.S. “Justa I” in nood. Antwerpen: Standaard, z.j., 110 p. – (Bob en Steven; 1)
Ingenieur Steven speelt voor detective. Komt terecht bij een oude vriend die hij helpt om een voertuig dat zowel kan vlie-gen, varen als duiken, te testen. Via een kanaal aan de Middellandse Zee arriveren ze in de Sahara waar ze gevangen wor-den door Bedoeïe­-nen. Fantastisch maar spannend.
Het versteende schip. Antwerpen: Soethoudt, 1984, 104 p. – (Bob en Stele; 1)
(Een opzettelijke botsing tussen personenwagens met een bewusteloos, maar onbekend slachtoffer wiens portefeuille het mikpunt wordt van Italiaanse boeven, leidt de vrienden Bob en Ben samen met hun volwassen vriend Stele, detective, naar een archeologische schat. Ouderwets aandoend spannend speurdersverhaal)

Versteylen, Chris
Het poppenmysterie. Antwerpen: Standaard, 1992, 123 p. – (Verrekijker)
Hoofdpersonage wil zijn nieuw vriendinnetje helpen die een alcoholische moeder heeft en een vader die blijkbaar iets heeft met poppen. Maar de pop van een nieuwe buur wordt gestolen. Welk geheim zit er achter de poppen? Niet origineel thema maar wel inlevend en spannend beschreven.

Veylder, Denise de
Diefstal in de veilingzaal. Averbode: Altiora, 1980, 76 p. – (Jeansboeken)
Te veilen zaken kunnen praten. Diefstal van een snuifdoos. Signalement leidt naar brave verzamelaar. Blijkt onschuldig en heel toevallig wordt dader gepakt. Sympathiek boek over roddels en waartoe ze kunnen leiden. Meer niet.

Visser, Piet (ps van Berkhof, Aster)
Moord op de gletsjer. Leuven: De Clauwaert, 1959, 155 p. (De Zevenslagerjeugdbiblio­theek)
Twee vrienden snellen een gemeenschappelijke vriend te hulp. Zijn pa, een internationaal gekende berggids, is om het leven gekomen en lijkt twee andere bergbeklimmers te hebben vermoord? Of is het omgekeerd? Spannende locatie, goede per-sonages maar niet echt spannend.

Vromant, Wim
De zaak Tejo S.S.S. Wielsbeke: De Eenhoorn, 1994, 47 p.
Verhaaltje voor de kleinsten: jongetje stamt uit familie van detectives en wil zijn eerste zaak oplossen. Tejo, de Super Sis-sende Slang van zijn vriendinnetje is verdwenen. Het lukt. Knap en leuk verhaaltje.

Wachters, Louis
Het verloren geld, of Wie knapt het op? Antwerpen: Mercurius, 1945, 192 p.
(Speurtocht in een college naar een biljet van 500 fr. Student moet, verstrikt in zijn leugens, zelf toegeven. Aanleg van de auteur voor het schrijven van detectiveverhalen. Goed ontspanningsboek)

Walleghem, Heidi
De dief van Veelmeer. Wielsbeke: De Eenhoorn, 2005, 102 p.
Twee kinderen van 9 en 7 zijn bang omdat er een dief gesignaleerd is in hun dorp. Ze besluiten hem te slim af te zijn en heb-ben allerhande gekke plannen. De meeste mislukken maar toch vangen ze de boosdoener. Leuk verhaaltje voor de klein-sten onder ons.

Weyts, Staf
De geheimzinnige hand: fantastisch verhaal over een misdadiger en een kind. Tongerlo: St. NorbertusBoekhandel, 1956 (2de dr.), 143 p.
Meesterinbreker raakt gekwetst, vlucht voor de politie naar het platteland en vindt daar het geluk in een eenvoudige boer-enfamilie. Hij koopt zijn exvriend uit en besluit zijn leven te beteren. Tot een kind in een brand-kast opgesloten zit en hij zijn speciale talent ten dienste stelt van de mensheid. Super moraliserend boekje over de geneugten van het platteland: hoe melk ik een koe en hoe raap ik eieren.

Witteboer, Wim
Walter speurt mee. Leuven: Davidsfonds, 1962, 192 p. – ( Jeugdreeks; 99)
Drie jongens gaan kamperen en helpen ondertussen een smokkelaffaire op te lossen waarbij personen boven elke verden-king betrokken zijn. Sterk verhaal en spannend tot het einde.

De besprekingen die tussen ronde haakjes staan heb ik overge-nomen uit (Jeugd) Boekengids omdat ik die boeken nog niet gevonden heb en dus niet heb kunnen lezen.

 

Hosted by www.Geocities.ws

1