BERICHT UIT COSTA RICA

                                                                                  NETTY LE BLANC - NOVEMBER 2001
Enthousiast begint Margreet over haar werk te praten, en hoe ze op haar huidige niveau terecht is gekomen. �Het was een zoektocht naar mijn eigen kunnen, en die is nog lang niet afgelopen. Ik ben autodidact, ik heb geen opleiding als kunstenaar. Daardoor ben ik in de loop der jaren tegen heel wat technische problemen aangelopen. Ik kon bijvoorbeeld niet lassen of met een beitel omgaan. Ik heb veel onderzoek gedaan naar het gebruik van verschillende materialen. Heb zelfs een jaar technieken �verzameld�, zoals edelsmeden, glas in lood, van alles.�

Laten we eens bij het begin beginnen. Waar kom je vandaan en wat heb je zoal gedaan?
�Geboren in Leiden (1954) en opgegroeid in
Vlissingen. Al jong ging ik naar een klas van een
plaatselijke kunstenaar, zo tussen mijn zesde en
twaalfde. Alles mocht � qua gebruik van materialen
� daar heb ik veel geleerd.� In sneltreinvaart raast
Margreet door haar vroege leven heen: �Ik heb
altijd al interesse gehad voor kunst, vooral drie-
dimensionale. Toch heb ik nooit een kunstopleiding
gedaan, want mijn vader vond het verstandiger als
ik iets �nuttigs� ging studeren. Eerst ben ik een jaar
naar het buitenland gegaan. Ik heb als au-pair
gewerkt in Parijs en in Oxford heb ik talencursussen
gevolgd. Daarna Amsterdam: Engels-Spaans-Neder-
lands (1973-79). Met tegenzin heb ik het afgemaakt, het was mijn roeping duidelijk niet.� Ze voegt er glimlachend aan toe: �Inmiddels is mijn vader apetrots op wat ik doe.�
Ze pakt de draad weer op: �Na mijn studie ben ik getrouwd met Frans Wielemaker. Hij was net afgestudeerd als �tropenboer� en werd uitgezonden door Delmonte naar Costa Rica. Ik ging mee en kwam terecht op de �bananencompound� in Gu�piles. Ik zat in een leeg huis, Frans was veel weg en de mensen om me heen spraken geen Engels of Nederlands. Ik begreep niets van de Tico�s, kon ze niet goed peilen. Ik kwam vers uit Amsterdam en had totaal geen referentiekader. Het was een echte cultuurschok.�

Maar je had toch Spaans gestudeerd?
�Jawel, ik wist alles van Don Quichote en mijn grammatica was ok, maar ik verstond geen woord van wat de mensen in Gu�piles tegen me zeiden. Spreken bleek heel wat anders dan lezen.� Margreet ging niet bij de pakken neerzitten: �Ik ging Engelse les geven aan Costaricaanse kinderen en later ook aan hun ouders. Zeker in het begin mondde dat vaak uit in Spaanse les voor Margreet!�, lacht ze. �Daarna heb ik voor een cadeauwinkel gewerkt, ik ontwierp onder andere poppen.�

Hoe ben je begonnen met het maken van poppen?
�In mijn studententijd was ik � letterlijk � in aanraking gekomen met prachtige marionetten. In Parijs liep ik een winkeltje binnen en stootte mijn hoofd tegen voeten. Toen ik opkeek, hing het hele plafond vol met poppen. Uiteindelijk heb ik daar een Pierrot gekocht. Hij had een prachtig antiek hoofd, maar zulke lelijke handen! Ik dacht: �dat kan ik beter�. En zo ben ik begonnen, met het uitproberen van allerlei soorten materiaal. En niet alleen voor het maken van handen...�
Inmiddels heeft Margreet al een dikke honderd poppen op de wereld gezet: vrolijke, exotische, humoristische, dansende, spelende figuren met levensechte uitdrukkingen en vaak met fantasierijke gewaden. De soms manshoge creaties maakt ze voornamelijk van een kleiachtig materiaal, gedragen door een skelet van ijzerdraad.
Hoe ben je bij beeldhouwen terechtgekomen?
�In 1993 leerde ik Mario Parra kennen, een Costaricaanse beeldhouwer in Escazu. Ik was gefascineerd door zijn werk en wist meteen: �dit wil ik ook�. Ik vroeg hem of hij me les wilde geven, maar hij reageerde terughoudend. Totdat hij mijn expositie bezocht en toestemde. Hij eiste wel toewijding en discipline. Ik heb vijf jaar les van hem gehad, iedere week vijf uur. Hij leerde me te werken in hout, en dan niet alleen de techniek, de voering van hamer en beitel. Maar hij heeft me vooral geleerd veel te kijken, beetje hier eraf, beetje daar. De vorm zit al in een stuk hout, je moet hem alleen zien en vrijmaken.�IEnthousiast gebarend met haar sterke handen praat ze verder: �Werken met hout is heerlijk, ik kan er mijn energie in kwijt. Zeker bij het voorbereidende
werk met de motorzaag. Elke houtsoort
heeft zijn eigen karakter, hardheid,
structuur, geur. Cedro bijvoorbeeld
(
Ba�o de Burbujas) is zacht en
makkelijk te bewerken, alleen de af-
werking blijft vrij grof. Cocobolo heeft
een prachtige kleur en nerf, maar is
keihard (en jammer genoeg heb ik
ontdekt dat ik er allergisch voor ben).
Je kunt het prachtig glanzend glad
afwerken (
Apret�n). Zo is iedere
nieuwe houtsoort waar ik mee werk
ook weer een soort ontdekkingsreis.
Steen? Nee, dat materiaal slaat terug, dat trekt me helemaal
niet aan.�


Werk je nu alleen nog in hout?
�Oh nee! Juist die stijfheid en nobelheid van het hout doet me enorm verlangen naar de speelsheid en vari�teit aan materiaal van de fantasiefiguren. De laatste tijd werk ik bovendien erg veel met moza�ek en allerlei soorten metalen.� Het werk van Margreet is heel herkenbaar. Haar poppen vormen een grote familie met verwante gelaatstrekken en stralen humor uit. In haar houten beelden is ze bezig een stijl te ontwikkelen die wat abstracter is. Maar altijd is de menselijke figuur het onderwerp.

Gesigneerd, Postma
Margreet is een veelzijdig en gedreven kunstenares, zoveel is wel duidelijk. �Mijn werk is mijn identiteit. Ik ben in orde wanneer ik met een werkstuk bezig ben, maar daar tussendoor ben ik wat ontregeld�, zegt ze. Haar werk signeert ze met Postma, de naam waaronder ze als klein meisje haar eerste stappen zette in de driedimensionale wereld die ze zich nu eigen heeft gemaakt.
�Ik was net getrouwd, 24 jaar jong en ging voor het eerst naar een ver land.
In Frankrijk waren we op een lege bananenboot gestapten na 18 dagen op volle zee zagen we bij het eerste ochtendlicht
de haven van Limon en de grijsgeschakeerde bergen erachter�,  vertelt Margreet Wielemaker-Postma. �Het was zo prachtig,
ik had toen echt het Columbus-gevoel.� Het klinkt als het begin van een spannende ontdekkingsreis. Of misschien waren het er zelfs twee: het totaal andere leven in Centraal Amerika, en daarnaast de ontdekking van haar eigen driedimensionale wereld.
Het is nu twee�ntwintig jaar later, ze woont met man en twee kinderen in Escazu en is een succesvol beeldend kunstenares.
Vertel eens, Margreet...
Wil je terug naar Nederland?
Margreet aarzelt geen seconde: �Geen sprake van. Ik ben inmiddels al bijna net zo lang in het buitenland als ik in Nederland heb gewoond. We kennen Nederland niet zoals het
nu is. We zijn wereldburgers geworden, be�nvloed door de culturen om ons heen. Onze kinderen zijn eigenlijk Costaricaans, hun eerste taal is Engels � ze zitten op de Amerikaanse Internationale school - en hun tweede Spaans. Thuis spreken we wel Nederlands. Bepaalde gewoonten
houden we in ere, zoals samen eten iedere dag. Verder moet
je voortdurend keuzes maken: wat is belangrijk voor je, hoe Nederlands blijf je. Je houdt toch vast aan bepaalde normen
en waarden.Voor de kinderen is dat soms lastig.�
�Wat ik mis van Holland? De seizoenen! Vooral de lente en de winter. De eerste tijd had ik daar geen last van, dat kwam na een jaar of vijf pas. En ik mis mijn familie natuurlijk."
NAAR HUIS
Bano de burbujas (bubbelbad)
INTERVIEW
De driedimensionale wereld van Margreet Postma
n
Nieuwe Schoenen
�In Costa Rica ging ik door met poppen maken, en ook in Honduras waar we twee�nhalf jaar (1982-1985) gewoond hebben. Toen we terugkwamen in Costa Rica, raakte het allemaal in een stroomversnelling. Ik had een eigen poppentheatertje waarmee ik voorstellingen gaf voor kinderpartijtjes, maar dat is opgehouden toen mijn eigen kinderen wat groter werden. Toen kreeg ik een uitnodiging om mee te doen aan een expositie (1987) en
verkocht alle figuren in een keer! Ik was eerst eigenlijk heel verbaasd dat mijn werk zo in trek was, dat mensen ervoor wilden betalen.� Die waardering zette Margreet aan het denken, ze realiseerde zich dat ze ongemerkt �prof� was geworden. De volgende stap was het organiseren van een eigen expositie in Hotel Bougainvillea (1988). Ook die was een succes. Inmiddels heeft ze 18 exposities op haar naam staan tussen 1987 en nu, waaronder vijf individuele. Tussen alle bedrijven door heeft ze ook nog alle kostuums ontworpen en gemaakt voor de musical Evita voor het Teatro Eugene O'Neil (1994).
Hosted by www.Geocities.ws

1