Beestjes
Dit vruchtbare land vibreert van het leven, ook in de stad. In ons betonnen nieuwbouwhuis hebben we twee soorten huisdieren: cucarachas en hormigos. Overdag vind je van de kakkerlakken alleen de poepjes in de keukenkastjes, maar in het donker komen ze tevoorschijn. Dus als je uit de kroeg thuiskomt en het licht aanknipt, zie je er altijd wel een paar wegschieten. Om je een idee te geven, de grootste zijn (zonder voelsprieten) toch wel 8 cm groot! We hebben inmiddels een milieuvriendelijke bestrijdingsmethode ontwikkeld: ren, zodra je een cucaracha ziet, naar de bezem, ren terug in de hoop dat de kakkerlak er nog zit en geef hem een flinke veeg. In de meeste gevallen komen ze op hun rug terecht en kunnen, net als schapen, niet zelf overeind komen. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden. E�n: geef de ge�nmobiliseerde kakkerlak een gerichte mep richting voordeur. Harold is inmiddels zo geoefend, dat hij de kakkerlak in ��n keer onder de voordeur door naar buiten kan schieten. De tweede manier is wat gruwelijker: laat de hulpeloze rugliggende kakkerlak gewoon liggen en gedurende de nacht zullen de mieren hem poot voor poot en spriet voor spriet demonteren en de onderdelen wegdragen naar, ja, waarnaartoe eigenlijk? Wisten we dat maar, want eerlijk gezegd zijn de mieren hinderlijker. Onze hormigos zijn heel klein, ze halen de 2 mm niet eens, en zijn roodbruin gekleurd en ze zijn met velen. Ze bijten ons niet, maar verder eten ze alles. Luchtdichte koelkastdozen hebben ze (nog) niet onder de knie, maar verder is geen enkele verpakking bestand tegen hun hongerige mondjes. Potten pindakaas, pakken stroopwafels, in zes lagen plastic verpakt brood, de mieren zitten erin voordat je er zelf aan kunt beginnen. En ze lusten niet alleen voor menselijke consumptie bedoeld voedsel, maar ook diverse wonderlijke zaken, zoals bulken uit zakdoeken, kokoszeep, afgeknipte teennagels, droge rijst, oorsmeer, mentholsnoepjes, bevuilde onderbroeken, bagger die onder je schoenen mee het huis inkomt. Dat betekent dus voortdurend vegen (aan stofzuigers doen ze hier niet), afval meteen op straat zetten, geen schoenen en etenswaren mee naar boven (want dan zitten ze voordat je het weet ook in je bed), nog eens vegen en het aanrecht onophoudelijk soppen met antibacterieel antischimmel en antialles schoonmaakmiddel. En nog winnen ze. Zelfs de antimierendoosjes lijken ze alleen maar lekker te vinden. In kolonnes lopen ze - vanuit hun nesten ergens tussen plafond en vloer - langs de muren omlaag en vandaaruit naar de plek waar iets te snoepen valt. Harold ergert zich er wild aan en heeft een monsterlijk wapen ontdekt dat hij enthousiast inzet: een vlammenwerper. Met deze kleine soldeerpen frituurt hij ze, maar ze snappen de boodschap niet. De enige plek die veilig blijkt, is de koelkast. Niet dat ze daar niet in kunnen komen, zoals bleek toen het apparaat er een keer mee ophield, maar omdat ze niet van kou houden. Dus bewaren we daar het brood, net als de jam, de chips, de pindakaas en de witte suiker. Tot vorige week leken ze de bruine rietsuiker niet te blieven, maar nu drinken we koffie en thee met mieren. Mmmmmm!
BERICHT UIT COSTA RICA

NETTY LE BLANC - NOVEMBER 2000
TERUG NAAR HUIS
Hosted by www.Geocities.ws

1