|
|
Toen Annie gisteren om 13.15u, het vliegtuig nam vanuit Tromsø was ze slecht gehumeurd. Sven Boye had gezegd dat zij haar paspoort en haar andere Franse papieren in een bankkluis in Tromsø moest achterlaten. Dan had hij haar geld, biljetten en een nieuw paspoort op naam van Liv Pettersen gegeven. Hij had haar fotoapparaat ook afgenomen en haar in de plaats een heel, heel klein toestel gegeven. Zij zat in het vliegtuig en keek naar haar kleine toestel terwijl zij dacht: "Dat is het toppunt! Nu ben ik mijn naam ook nog kwijt. Ik heb niets meer dat van mij is. Mijn filmrolletjes, mijn apparaat, mijn reisroute en adressenboek zelfs mijn identiteit, alles is weg! Maar toen het vliegtuig over de Isfjord aanvloog, en zij de scherpe bergtoppen zag en de gletsjer van Spitsbergen, verdween haar slecht humeur als sneeuw voor de zon. In Longyearbyen wachtte Egil Fosse afgevaardigde van de gouverneur haar op, en woensdag voormiddag ging Annie met hem mee op toer naar een van de Noorse koolmijnen. Zij was bang dat hij zou merken dat zij niet Noorstalig was, dus wilde zij niet te veel babbelen, maar omdat zij jounalist was voelde zij aan dat zij hem enkele vragen over Svalbard moest stellen. Zij probeerde langzaam te spreken met iets dat zij hoopte dat op het Stavanger dialekt leek:
Ja natuurlijk heeft ze dat. Eén van de personen op Sven Bøyes lijst is gids en een andere arbeider in het grote hotel in Barensburg. Zij moet trachten van hun enkele foto's te nemen met het kleine apparaat zonder dat noch Noren noch Russen iets merken. Als haar Noors maar goed genoeg is! |