De levenskracht of bio-energie van onze
voeding en kruiden
Een belangrijk principe in de voedings- en kruidenleer is de levenskracht. Wat is het verschil tussen een dood en een levend kruid of voedingsmiddel? De levenskracht, ook wel bio-energie genoemd. Deze energie kan ook gemeten worden en gebruikt in voedings- en kruidentherapie. We gaan proberen dit niet zo eenvoudige principe uit te leggen.
De bio-energetische kruidengeneeskunde omschrijft Jan Dries als volgt:
‘De bio-energetische
kruidengeneeskunde is een specifieke kruidengeneeskunde die zich onderscheidt
van de traditionele kruidengeneeskunde doordat enkele gebruik gemaakt wordt van
kruiden met een hoge bio-energetische waarde d.w.z. de meetbare lichtintensiteit op de frequenties van de biofotonen in de plantencel die overeenstemmen met de
frequenties van cellen, weefsels, organen en stelsels van het menselijk lichaam.
Alleen de toedieningsvormen die geen afbreuk doen van de bio-energie
worden toegestaan.’ (Dries,
J., De bio-energetische kruidengeneeskunde, p.5)
Op basis van metingen met de Lecherantenne, die elektromagnetische golven kan opvangen, kan men het werkingsspectrum van kruiden en voedingsmiddelen bepalen en een vergelijking maken tussen hun werkzaamheid. De bekomen waarde zegt iets over de intensiteit op de frequentie die overeenkomt met die van de organen.
Door onderzoek weet men dat de geneeskrachtige werking van
een kruid afhankelijk is van de inhoudsstoffen ‘maar vooral van de energie
die door deze inhoudsstoffen op het water (alcohol) wordt overgedragen. Dit is het uitgangspunt van de BEKG.’ (p.34)
Deze bio-energie, die alle eigenschappen van de plant bezit, is aanwezig in het DNA van de plantencel onder de vorm van biofotonen.
Het blad van een plant is zo
gemaakt om zoveel mogelijk zonlicht (fotonen) op te vangen en deze om te zetten
in organische structuren m.b.v. de substanties die de plant uit de bodem haalt. Zodoende is de
plant een schakel tussen aarde en kosmos. ‘Tijdens de fotosynthese worden
fotonen omgezet in biofotonen. Biofotonen
zijn lichteenheden in levende organismen.’ (p.34)
Dit is mogelijk dankzij de
werking van het chloroplast in de celkern, dat we
kunnen zien als een zonnecollector. Deze
zet de fotonen om in biofotonen en geeft ze door aan
het DNA. De
zonne-energie wordt dus gesublimeerd tot bio-energie, dat zich daardoor op een
hoger energieniveau bevindt.
‘Om het onderscheid tussen zonne-energie en bio-energie
duidelijk te maken, is het nuttig er even op te wijzen dat het verschil tussen
fotonen (daglicht) en biofotonen (licht in onze
cellen) een triljardste kleiner is of verfijnder is.’ (p.46)
Dankzij de ontwikkeling van meetapparatuur door Dr. Popp kan men de hoeveelheid biofotonen meten in een kruid of voedingsmiddel. Hoe hoger het aantal biofotonen, hoe beter de kwaliteit is van het kruid of het voedingsmiddel. Zo hangt de kwaliteit o.a. af van de teeltmethode (biologisch is beter dan chemisch), de bewaringswijze, de bewerkingen, enz. Gekookte voedingsmiddelen verliezen vrij snel hun bio-energetische waarde.
Uit het bio-energetisch onderzoek weten we dat elk orgaan van het menselijk lichaam elektromagnetische golven uitstraalt en een eigen frequentie of golflengte heeft. Er worden zo’n 30-tal frequenties gebruikt.
‘Als een menselijk orgaan ziek
wordt, daalt de amplitude op deze golflengte/frequentie. (…) De gezondheid van
een orgaan wordt bepaald door de hoogte van de amplitude op de overeenstemmende
golf/frequentie.’ (p.60)
En nu komt het:
‘Dezelfde
golflengte/frequentie vinden we terug in de voedingsmiddelen en kruiden. Als
een patiënt bvb. een zieke maag heeft, zullen wij op de amplitude van de maag
een zeer lage amplitude aantreffen. Deze kan verhoogd worden door een
kruid of voedingsmiddel te geven dat op dezelfde golflengte/frequentie een hoge
amplitude heeft. Een
hoge amplitude betekent immers een hoge bio-energetische
waarde (BEW).’ (p.61)
Hier zien we dus het belang van rauwkost en om voedingsmiddelen zo ongeschonden mogelijk te gebruiken. Het gaat hier om de waarde van onbewerkt, vers, rauw voedsel. Boven 40°C ontstaan er beschadigingen aan de voedings- en hulpstoffen. Rauwe voeding behoudt zijn bio-energie of levenskracht, die bij het koken verloren gaat. Om zijn eigen bio-energie in stand te houden of te verhogen dient de mens voeding te gebruiken. Als hij hoofdzakelijk bewerkt voedsel gebruikt, daalt zijn eigen bio-energie en dit geeft aanleiding tot ziektes.
De verschillende organen hebben alle hun eigen golflengte en deze golflengten zijn verrassend genoeg ook te vinden in voedingsmiddelen en kruiden. Heeft een voedingsmiddel een hoge amplitude of intensiteit op de golflengte van de lever, dan is dit voedingsmiddel geschikt om de lage amplitude op de golflengte van een verzwakte lever naar omhoog te brengen en dus een geneeskrachtige werking uit te oefenen. Zo ziet men dat druiven goed zijn voor het hart, bananen voor het zenuwstelsel, pruimen voor de darmen, enz. Gekookt en gebakken voedsel heeft geen bio-energetische waarde meer.
Wat kan als rauwe voeding beschouwd worden? Fruit, bessen, watervruchten, groenten, noten, zaden, pitjes, gekiemde granen en zaden, rauwe melk en producten bereid van rauwe melk, rauwe eidooier, stuifmeelpollen, verse kruiden, vers geperste vruchten- en groentensappen, melkzuurgefermenteerde groenten. Ook koudgeperste olie, honing, gedroogd fruit, gedroogde groente, gedroogde kruiden mogen als rauwkost beschouwd worden op voorwaarde dat ze geen te hoge temperatuur hebben ondergaan bij de productie of het drogen.
In de natuur eten alle dieren hun voeding rauw. Vanuit de natuur en het bio-energetisch principe begrijpen we dat we minstens een deel van onze voeding rauw dienen te gebruiken om onze gezondheid te verzorgen. Om praktische en culturele reden is het niet mogelijk om de voeding volledig rauw te gebruiken, maar is het ook verkeerd om niets rauw te gebruiken zoals dat nogal eens voorkomt.
Jan Dries wijst erop dat kruiden en voeding niet alleen een werking hebben op lichamelijke klachten:
“Binnen het energetisch gebeuren zien we een
voortdurende sublimatie naarmate het niveau zich verhoogt of verlaagt. Het is daarom logisch dat bio-energie
zich verder sublimeert.
Een aantal psychische, spirituele en transcendentale processen
kan alleen voltrokken worden indien de bio-energie zich verder verfijnt. Dit
sublimatieproces is nodig om de opgeslagen bio-energie in kruiden werkzaam te
maken voor de totale mens, dus ook zijn hogere aspecten. Het proces van sublimatie d.w.z. de transformatie van bio-energie in psycho-energie
vindt plaats in de celkern van de menselijke hersencellen, zenuwcellen en
andere cellen. De
psychoneuro-immuniteit bvb. die instaat voor het
gevoelsleven van mens en dier heeft ongetwijfeld behoefte aan een verfijnde
vorm van bio-energie.” (p.46)
Onder de toedieningsvormen van kruiden hebben verse kruiden de hoogste BEW. Om praktische redenen gebruiken we vaak gedroogde kruiden. Ook al is er door het drogen een zeker verlies aan bio-energie, toch is deze nog hoog genoeg om er mee te werken. De kruiden mogen echter niet te fijn zijn; hoe grover, hoe beter. Ze mogen ook niet langer dan één jaar bewaard worden na het drogen.
Een voordeel van gedroogde kruiden is ook de sterke absorptie van het water dat men erover giet, waardoor de inhoudsstoffen eruit worden gespoeld en de bio-energie dankzij het potentiaalverschil met het water op het water wordt overgedragen. Eigenlijk is een kruidenthee dus energetisch geladen water!
De plantendelen met de hoogste BEW zijn de bloemen of bloesems. Deze zijn de minst vermaterialiseerde delen van de plant en zijn dus bijna puur energie. De wortels zijn de meest vermaterialiseerde delen (omzetting van energie in materie) en hebben de laagste BEW.
Bron:
Dries, J., De bio-energetische kruidengeneeskunde, Arinus, Genk, 2001
Dries, J., De bio-energetische voedingsleer, Arinus, Genk, 1996