MEEDOGENLOZE SATIRE

    SCHAAMTELOOS – SMAKELOOS
    EN STUITEND VULGAIR
    DOCH WAT EEN SPRANKELENDE TAAL
    WAT EEN SPETTERENDE VERBEELDING

    BETOVEREND

    DE HEKS VAN HEULTJE
    door Louis de Lafortune

    13 SPROOKJES OVER GODSDIENST EN SEKS
    BIJ KABOUTER EN HEKS

    mei 2007, 206 blz., 20,50 cm x 14,50 cm

    EN HET KOST 7 €



    bestellen door storting van 7 €
    (port incluis over heel de planeet)
    op 230-0013758-04 Fortis België (jawel: Fortis)
    met vermelding Heks en jouw adres
    en bestel ook nog eens per e-mail, dan kan ik je sneller het boek toesturen.
    Het adres is [email protected]



    Uitreksels uit Het Sprookje over de Heks van Heultje :

    Er was eens een heks in Heultje. Ze heette Klaartje, maar iedereen kende haar als ‘Mizjol de Toverkol’. Dat kwam omdat ze er geen geheim van maakte een heks te zijn.
    Als je over heksen praat, stellen bijgelovige zielen zich vaak een oud vrouwtje voor met een kapneus en een gebit waarin al enkele tanden omver gewaaid zijn. Zo’n heks loopt altijd in ’t zwart gekleed en met een hoge punthoed op. Ze heeft een scherpe, krakende stem en lacht akelig. “Hè hè hè,” lacht ze. En bij vele omstaanders lopen de rillingen dan over de rug.
    Wel, ik kan u geruststellen. Het zijn ongeletterden, die zoiets beweren. Ze hebben die bakerpraatjes van horen zeggen. Het zijn geruchten. Hardnekkige geruchten omdat de ene onnozelaar het aan de andere blijft doorvertellen.
    Mizjol de Toverkol uit Heultje was jong en mooi...
    ...

    ...Zo kliefde ze vaak op haar bezem door het zwerk boven Vlaanderen en omstreken, maar niemand in Heultje die dat ooit had gemerkt. Het ging te snel. Soms zag een of andere Heultjenaar eens een flits aan de hemel en begon er dan, onwetend, over te fantaseren. Zo is de legende van de vliegende schotels ontstaan. Laat u niet beetnemen. Er zijn geen vliegende schotels. Vliegende schotels bestaan niet. Dat is een kwakkel. Pseudowetenschap. Een dorpslegende uit Heultje.
    Wij, ingewijden, weten wel beter. Als je een flits ziet in de lucht, dan is dat geen ruimtetuig van een buitenaardse beschaving, het is gewoon een Mizjol die voorbijsuist...
    ...

    “Eerst werd ik kwaad op Tom,” zei Amina. “Maar als ik nadacht, moest ik erkennen dat hij gelijk had. Eigenlijk was ik bezig mijn potentiële bondgenoten af te stoten. Zij wierpen het juk van de godsdienst af. En nu zij er eindelijk van verlost meenden te zijn, komen wij hier ineens rondspoken, vermomd als mediterrane anachronismen, opgedoken uit het jaar min drieduizend.”
    “Dus heb ik die Turijnse lijkwade van mijn kop getrokken en in de goot gegooid.”
    “Oeioei Amina”, zei Mizjol, “moet je dit nu opeens zo doortastend aanpakken. Als sommige meisjes zich nu beter voelen onder zo’n hoofddoekje. ’t Is hùn hoofddoek en ’t is hùn hoofd. En het is tenslotte toch maar een hoofddoek.”
    “Neen, Klaartje,” zei Amina, “dat is niet ‘tenslotte toch maar een hoofddoek’. Dat is een spandoek. Een spandoek met de leuze: Weg met het vrijdenkende Europa. En toen ik dit doorhad, wou ik niet langer met een fout signaal op mijn kop lopen. En laat ik mijn haar voortaan vrij wapperen in de wind. Ni dieu, ni maître.”
    Daar kon Mizjol niet zo meteen iets tegen inbrengen.

    En toen gebeurde het. Wat kwam daar zo opeens onverwacht en geheel te onpas van achter de hoek gemarcheerd? Een pater dominicaan. Bezwerend hief hij zijn wijsvinger in de lucht en riep: “Ik heb alles gehoord. Jullie hebben de godsdienst beledigd, de heilige islam dan nog wel. Dat is racisme en ik ga jullie aanklagen bij het Centrum voor Gewijde Kaarsen en Atheïsmebestrijding.”
    “Ai”, schrok Ali, “het heilig paterke van Limburg. De vijand van Aiaan Hirsi Ali, Irshad Manji, Taslima Nasrin, Salmon Rushdie, Hafid Bouazza, Kader Abdolah, Sabiha Sumar en van ons. Zijn boodschap is duidelijk: Jullie worden hier in Europa niet onthoofd of gestenigd, je mag je hoofd houden, maar hou dan ook je mond.”
    “Neen, Ali,” zei zijn zus, Amina, “’t is geen heilig paterke, ’t is een ritueel broederke, maar dat komt op hetzelfde neer: hij wil het vrije woord overstemmen met de muezzin en de klokken van Rome.” Doch allebei hadden ze het mis voor.
    Klaartje had nog niets gezegd. Zij stond daar, lijkbleek, en bekeek de pater met vlammende ogen. De heks snoof een geur van brandlucht op, ze herkende de historische erfvijand.
    “Ben jij geen pater dominicaan?” vroeg ze.
    “Ja, zei de pater dominicaan, en wat heeft dat er mee te ma…”
    Klaartje schreeuwde hem toe: “In plaats van hier een grote bakkes op te zetten, zou je beter zwijgen, schijnheilige ijdeltuit, kortzichtige domoor, pater heksenhamer. Heeft jouw sekte zich al geëxcuseerd voor haar misdaden tegen de menselijkheid? Tijdens de inquisitie waren de dominicanen toch de grootste smeerlappen, of niet soms? Waren dat niet twee dominicanen, die dat ziekelijke boek “De Heksenhamer” schreven? Waarmee ze andere dominicanen aanzetten om heksen te folteren, ze levend te verbranden? Achterlijke klootzakken dat ge ’t zijt!”
    Ze wond zich zo op, dat ze een stukje zelfbeheersing verloor en de pater dominicaan een harde schop tegen zijn kruis gaf.
    Dat was fout van Klaartje. Laat dat kruis van de paters dominicanen met rust. Ze zijn daar zeer gevoelig. Zo ook deze pater dominicaan, die de straat uithinkte, luid kermend: “Kajiet! Kajiet! Kajiet!”
    Duiven vlogen verschrikt op, katten renden de struiken in en overal op achterkoertjes en in stallingen begonnen honden te blaffen en hun geblaf plantte zich voort als een onheilspellende kettingreactie van het ene dorp naar het andere, van uur tot uur tot ver over de grenzen. Heel Heultje was opgeschrikt. Een koude rilling liep door de anders zo rustige straten. Hier en daar, achter vensterramen, bibberde een gordijntje...
    ...

    ...Het werd een oecumenisch huwelijk. ‘s Nachts bij volle maan in een heksenkring op een open plek in het bos. En bij dageraad in de kerk. De dominee was getuige en jubelde de hele tijd : “In de karrek, in de karrek.”
    ‘s Middags werd er gehouden een groot banket in het Volkshuis. Het partijhoofd werd op de tafel gezet om een olijke toespraak te verzinnen. En pas in de late namiddag gingen ze bij de burgemeester op het gemeentehuis trouwen. Dat was in strijd met de wet. In België moet je eerst voor de wet huwen en daarna doe je wat je wil. Maar ’t kon geen kwaad, de CVP was aan ’t bewind, samen met haar trouwste misdienaars, de socialisten, die iets konden arrangeren via hun kameraden van de zusterpartij in Charleroi.
    En pastoor Kamiel en Mizjol de Toverkol leefden nog lang en gelukkig…
    ...

    Uit Het Sprookje van Kabouter Professor :

    ...de glinsterende kristallijnen bol was hol vanbinnen. In het midden zweefden, horizontaal tegen de wand, een stuk of vier vliegende tapijten. Kabouter Professor stapte recht op de bol af en vervolgens losdoor de wand naar binnen, alsof hij een zeepbel binnenstapte. Wij volgden hem…

    Uit Het Sprookje over De Gravin van Horst :

    ...Gravin Godelieve zeeg artistiek neer op haar zes rokken en zeven onderrokken, die daar nog altijd op de vloer bijeengesmeten lagen. Terwijl Jeeves doelbewust neerstreek op zijn meesteres...

    Uit Het Sprookje van Kabouter Piemel :

    Er was eens een kabouter met een grote penis. Zijn penis was langer dan zijn armen. En goed in het vlees. ’s Nachts kon hij hem als hoofdkussen gebruiken. Tenminste, als hij geen erectie had. Mét een erectie was het kussen te hard …

    ...mijn Nederlandse moedertaal, tussen de Duitse wal en het Engelse schip gevallen. Ik moet het er maar mee doen en zien wijs te worden uit het Hollandse rochelen, de West-Vlaamse hoest, het Gentse gekwaak, het miauwen van…

    ...volgens encyclopedieën wordt het Nederlands door 23 miljoen mensen gesproken. Dat is fel overdreven, het zijn er maar...

    Uit een ernstige beschouwing :

    ...Doemdenker en domdenker lijken elkaars tegenpolen en dat zijn ze in zekere zin wel, zoals de twee polen van een magneet, die elkaar niet kunnen missen. Ze vormen een komisch duo. Tom and Jerry in het labo. Het Laurel and Hardy randverschijnsel van de wetenschap…




    Heb je vragen of opmerkingen?

    Je kunt me altijd bereiken op mijn e-adres : [email protected]


    Een eerste kritische bespreking van mijn boek kun je lezen op de blog van Ronny De Schepper. De boekbespreking komt eigenlijk helemaal op het einde van een uitgebreid artikel over "De Rode Vaan" en de mensen die er ooit aan meewerkten.
    In deze passus leg ik uit in welk opzicht de 21e eeuw de eeuw van het communisme wordt. Schrik niet, het gaat gewoon maar over het communisme in de 21e eeuw. Stalin, Mao en Pol Pot zijn veiligheidshalve overleden, doch de libertaire anarchocommunist en provo Lode Willems leeft nog een beetje en legt hier uit wat echt communisme is en hoe je dit kan vinden in de 21e eeuw – die nog 93 jaren heeft te gaan, dus toch nog even geduld. En loop niet te kankeren over het kapitalisme, want op deze blog legt de reeds genoemde uit op welke wijze het kapitalisme de Johannes de Doper is van het communisme. Hoezo? Welnu : het kapitalisme zal zijn doel heben bereikt op het ogenblik dat elke wereldburger kapitalist is geworden (zie Adam Smith e.a.). Wat is een kapitalist? Een kapitalist is een eigenaar van productiemiddelen. Wat beoogt het communisme? Dat niet langer een bevoorrechte minderheid, doch alle proletariërs het beheer over de productiemiddelen in handen hebben (zie Karl Marx e.a.). En… jamaar, ik ga hier niet àlles herhalen, lees die blog.
    Op het einde van dit artikel en interview, komt de boekbespreking.
    Mocht het jullie interesseren, wel, je weet het nu. O ja, Ronny schrijft heel meeslepend en dit zeg ik nu niet omdat hij mij de hemel in prijst. Indien iemand Ronny en/of mij zeveraars vindt, zal ik dit genereus incasseren, want daar gaat het niet om : wij zijn boeiende zeveraars en als je ons eenmaal begint te lezen, kun je niet meer ophouden tot bij het woord : Einde.
    Tot zo ver mijn mening en als ze jou niet aanstaat : ik heb er nog andere.

    Terug naar pagina één




    <bgsound src="oldblackmagic.mid" loop=infinite>
    Hosted by www.Geocities.ws

1